Eerste Blad
2Ü~
ontvangen
gratis 1
Raamsdonksveer.
S.D. LMQDIZEM Go's Bank.
C. DE KEMP,
IN GOUD EN ZILVER.
Waterpoort, Heusdeii.
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heugden.
No, 4353. Vrijdag 7 December 1923.
SPAARBANK.
Reparatie-Inrichting.
Int. Telefoon no* 19. Postrekening no. 61525.
UND VAN ALTHN^
Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt ƒ1,40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
die zich vanaf heden op dit blad
abonneeren,
de tot Januari verschijnende nummers
Gestort Kapitaal f 55.000 000,-
Reservefonds - 42.000.000,-
f97.000.000,
AGENTSCHAP
Telefoon No. 15,
Kantooruren van 9«4. Zaterdags van 9-12.
Handels- en Landbouwcredieten.
Rekeningen-Courant. Deposito's.
Effecten (uitsluitend soliede belegging).
Coupons. Vreemd geld,
Inschrijvingen Grootboek. Assurantiën.
Reiscredietbrievenop 3600 betaalkantoren
Administratie van vermogens.
SAFE DEPOSIT INRICHTING
(Brand- en inbraakrrge Lipskluis.)
ZEÈR SCHERPE CONDITIE's.
Indien gewenscht bediening aan huis.
Spaarboekjes worden bij eer3te storting
gratis verstrekt.
Nadere inlichtingen verschaft gaarne
DE DIRECTIE.
Wanneer wij ons herinneren, hoe er,
in verschillende streken op aarde, reeds
beschavingen opbloeiden, lang vóórdat
voor ons land de geschreven geschiedenis
begint, en hoe tusschen de volkeren der
oudheid een uitgebreid handelsverkeer
bestond, vele eeuwen vóór den aanvang
der Christelijke tijdrekening dan
wordt het uitermate belangwekkend,
na te gaan, in hoeverre de voortschrij-
dende ontwikkeling van den mensche-
lijken geest geleid heeft tot een geregeld
communicatiewezen. Reeds vroeg in de
beschavingsgeschiedenis der menschheid
wordt gewaagd van het overbrengen van
berichten, als noodwendig uitvloeisel
van de sociale betrekkingen tusschen de
menschen. Bij de barbaren verspreidden
boden te voet of te paard de bevelen
van het stamhoofd, waarbij de geheele
stam ten strijde werd opgeroepen, en
in de oudste, voor-historische, bescha
vingsperioden bedienden de vorsten zich
reeds van herauten en gezanten tot het
overbrengen van mededeelingen aan
hunne ambtenaren of aan vreemde staats
hoofden.
Over de wijze, waarop in de oudste
tijden hier te lande brieven enz. ver
zonden werden, is met zekerheid weinig
te zeggen. Men mag evenwel aannemen'
dat men ook in ons land van toevallige
gelegenheden gebruik maakte en vooral
zulke personen met het brievenvervoer
i belastte, die dikwijls op reis waren,
zooals monniken, marskramers of pel
grims. Als officieele instelling ter be
zorging van brieven worden het eerst
zoogenaamde „bodenschappen" vermeld
Uit den naam „koopmansboden," die
deze brievenbestellers voerden, mag men
afleiden, dat zij vooral den handel dienden.
In eenige steden o.a. te Amsterdam,
bestonden sommige bodenschappen reeds
aan het einde der 16e eeuw en misschien
nog vroeger. Zij breidden zich lang
zamerhand uit, ondergingen verschillende
verbeteringen en bleven lang het eenige
officieele middel voor de correspondentie.
Toen zich evenwel de behoefte deed
gevoelen aan grooter snelheid en meer
zekerheid bij het brievenvervoer, werden
de bodenschappen door officieele poste
rijen, die aan de eischen des tijds beter
voldeden, verdrongen. Daar evenwel de
oude boden niet zoo gemakkelijk van
hun recht afstand wilden doen, ontstonden
dientengevolge vele verwikkelingen. De
boden bleven hun beroep uitoefenen en
deden door hun vast posttarief der
posterijen eene zware concurrentie aan,
Iedere posterij was zelfstandig en werkte
met bepaalde landen en plaatsen. Zoo
doende verrezen in de groote steden
verschillende posterijen, die zich naar
haar voornaamste bestellanden of plaatsen
noemden. Zij hadden eigen personeel
en eigen lokalen Zoo vond men in de
17e eeuw te Amsterdam de Hamburgsche,
de Keulsche, de Texelsche, de Antwerp-
sche, de Engelsche en de Inlandsche
posterij, tot welke laatste ook behoorden
de Bossche en de Bredasche.
Bovendien was er gelegenheid tot
brievenvervoer door middel van markt
schepen en bijzondere personen. Som
mige posterijen namen ook bestellingen
voor andere plaatsen aan. Zoo was b.v.
de posterij te Enkhuizen een onderdeel
van die te Hoorn. Ook waren er post
meesters, die deze betrekking te gelijk
voor verscheidene steden bekleedden. De
postmeester van Gouda b.v, was als zoo
danig te Tilburg werkzaam en die van
Gorinchem ook te Eindhoven. Bijzondere
vermelding verdient de posterij te Steen
bergen, die uitsluitend de correspondentie
met de groote Zeeuwsche steden onder
hield.
In sommige gevallen ging het brieven
vervoer van de stadsregeering zelf uit
en dan waren het gewoonlijk de groote
handelshuizen, die den postdient regelden
en leidden, zonder dat zij daarvoor aan
de stadskas eenige vergoeding behoefden
te geven.
De middelen en wegen, die men ook
voor het brievenvervoer naar het buiten
land gebruikte, betaalden en onderhiel
den de groote steden gemeenschappelijk.
Wilden ook andere niet-aangesloten
plaatsen er zich van bedienen, dan werden
vooraf de voorwaarden nauwkeurig vast
gesteld, Van de centra, waar de meeste
posterijen samen kwamen, was Alphen
aan den Rijn het belangrijkste. De
aldaar gevestigde posterij behoorde aan
eene vereeniging, waarvan alle groote
steden in Holland lid waren. Door vijf
verschillende posterijen, wier vertakkin
gen zich tot in het buitenland uitstrekten,
werden daar de brieven af- en aange
voerd, gesorteerd en aan hunne adressen
bezorgd
De wijze, waarop het brievenvervoer
met het buitenland geschiedde, berustte
op contracten, die verscheidene Holland-
sche steden met buitenlandsche posterijen
hadden gesloten.
De levendigheid van dit verkeer
eischte eene goede regeling der zaak,
waardoor steeds nieuwigheden en ver
beteringen ingevoerd werden. Toch ont
stonden ook talrijke geschillen, vooral
met de Staten, over wier grondgebied
het brievenvervoer moest plaats vinden.
De oudste contracten zijn met Duitsch-
land gesloten, dat als zetel der Hanze
voor de Hollandsche handelscorrespon
dentie van buitengewoon gewicht was.
Als bijzonder belangrijk zij hier de post
dienst vermeld dieD de Duitsche rijks-
po8terij op het grondgebied van ons land
had geopend. Deze bestond in eene
dagelij ksche postverbinding van Maaseik
naar Keulen en verder Duitsehland en
Oostenrijk in. Deze dienst, die in 1749
begon, werd door postillons in keizerlijke
uniform verricht. Tot het in orde brengen
der pakketten voor deze post tvaren te
Gorinchem en Eindhoven afzonderlijke
postmeesters aangesteld. Deze onder
neming, die men later als een inbreuk
op onze posterijen beschouwde, gaf aan
leiding tot eindelooze verwikkelingen.
Toen Willem IV in 1747 het Stad
houderschap van Holland aanvaardde,
wilde hij de gezamenlijke posterijen
onder leiding van het landbestuur bren
gen, daar de enorme opbrengsten alleen
de regenten ten goede kwamen. Delft
was terstond bereid hieraan te voldoen,
maar Amsterdam ging er eerst een paar
jaren later toe over. Ook andere steden
gaven toe, niettegenstaande men het
brievenvervoer als een bijzonder voor
recht der stadsregeering beschouwde.
Daarom werden bij de overdracht aan
den Staat de particuliere belangen der
steden nauwkeurig in acht genomen en
de bijzondere eigenaars der posterijen
werden eveneens schadeloos gesteld.
Door het voortdurend invoeren van
verbeteringen verwierf ons postwezen
een uitstekenden naam, zoodat zelfs in
1782 de Russische gezant in den Haag
op last zijner regeèring uitvoerige in
lichtingen over onze posterijen verzocht,
ten einde daarmede in Rusland voordeel
te doen.
Ten tijde der Bataafsche republiek
(van 1795 tot 1806) werd het postver
keer beter geregeld, maar volkomen is
de postdienst pas geregeld bij de wet
van 1850, die het brievenvervoer tot
staatsmonopolie maakte. Lang nog
werden de brieven ongefrankeerd ver
zonden al dateeren de postzegels in
ons land van 1852, terwijl het porto
naar den afstand berekend werd. Ver
bazend nam het vervoer toe na de wet
van 1870, die voor 't geheele land een
gelijk port van 5 cent invoerde.
Tot 1914 hebben de posterijen hier
te lande steeds zeer„yo^rdeelig gewerkt,
maar kort na dien is het juist andersom
geworden en vergen de posterijen jaarlijks
een niet gering bedrag van de staatskas.
De oorzaak hiervan schuilt o.i. voor een
goed deel in de veel te hooge posttarieven,
die ten gevolge hebben, dat niemand
méér correspondeert dan bepaald nood
zakelijk is. We hopen dan ook van
harte dat spoedig beproefd moge worden
om door aanzienlijke verlaging der post
tarieven de posterijen weer tot een goed
rendabel staatsbedrijf terug te brengen.
BUITENLANDSCH OVERWICHT
Het nieuwe Duitsche kabinet heeft zich
Dinsdag aan den Rijksdag voorgesteld en,
zooals gebruikelijk, dr. Marx daarbij zijn
regeeringsverklaring afgelegd.
Veel nieuws heeft deze niet gebracht.
Dr. Marx heeft er zich toe bepaald vast
te stellen, dat het er met de Duitsche
financiën wanhopig uitziet, zoodat een on
verwijlde inkomstenvermeerdering en een
even spoedige besnoeiing der uitgaven een
dringende eisch van het oogenblik is.
Hij noemde het voor Duitsehland een
levenskwestie, om middelen tot redding
te vinden. Daarvoor heeft de Duitsche
regeering echter op het oogenblik bijzondere
volmachten noodig, die haar dienen te
worden verleend door een z.g. machtigings
wet, waardoor zij maatregelen kan nemen,
die overeenstemmen met het abnormale
van de tijden. Maar met die maatregelen
mag niet worden gedraald.
Dr, Marx heeft dan ook met klem erop
gewezen, dat uitvoerige discussies in den
rijksdag over bedoelde wet »eenvoudig
onduldbaar* zijn. »Het gaat thans niet
meer om maanden en weken, maar om
dagen, waarin moet blijken, of het mogelijk
is ons land te behoeden voor een algeheele
verval.* Vandaar, dat dr. Marx er zoo
zeer in den rijksdag op aandrong, dat deze
de regeering de dringend-noodige volmachten
verleende. En bovendien achtte hy het
een noodzaak, dat de militaire uitzonde
ringstoestand (staat van beleg) in het rijk
bleef gehandhaafd, omdat, naar Marx op
merkte, rust en orde de onmisbare voor
waarden vormden voor het economische
gezondmakingsproces.
Deze machtigingswet werd Woensdag
zonder veel opwinding in eerste en tweede
lezing in den Rijksdag behandeld. De be
slissing hierover zal echter eerst heden
vallen, omdat dan in derde lezing de wijzi
ging, weike deze wet in de grondwet aan
brengt, aan de orde komt, ter aanneming
waarvan een meerderheid van drievierden
benoodigd is.
By de twee bestaande paragrafen van
de machtigingswet, zooals die door het
nieuwe kabinet werd ingediend, werd thans
door een voorstel van de partijen van de
burgerlijke arbeidsgemeenschap een derde
gevoegd, volgens welke de regeering al
vorens tot uitvaardiging van een verordening
over te gaan, vooraf overleg moet plegen
met een commissie van vyftien Rijksdag
leden. Dit voorstel was natuurlijk een
gevolg van het compromis, dat tusschen
de sociaal-democraten en de regeerings-
partijen werd gesloten.
De Duitsch-nationalen hebben verklaard,
dat zij tegen de machtigingswet in dezen
compromis-vorm zullen stemmen. Het
waarom blijkt uit de Daitsch-nationale
pers, welke zich ijverig verzet tegen, zooais
zij het noemt, *de sjacherpohtiek van de
regeeringspartjjen en de sociaal-democraten*
waardoor doch dit wordt er natuurlijk
niet bij gezegd de kans op ontbinding
van den Rijksdag verloren gaat.
Voor de sociaal-democraten verklaarde de
afgevaardigde Scheidemann, dat zijn partij,
met het oog op den ernstigen binnen- en
buitenlandschen toestand, weike onmiddel
lijke besluiten V6reischt, vóór de machti
gingswet zal stemmen, onder voorwaarde
echter, dat een commissie uit den Rijksdag
op dezelfde wijze als de Ryksraad betrok
ken zal zijn bij de handelingen van de re
geering en daaraan zal kunnen medewerken.
Aan het slot van de zitting werd door
de communisten nog een motie van wan
trouwen ingediend, waarover ook eerst heden
zal worden gestemd.
In eerste en tweede lezing werd de
machtigingswet daarop aangenomen met
de stemmen der democraten, Duitsche
Volkspartij, de Beiersche Volksparty, het
Centrum en de sociaal democraten voor en
die van de Duitsch-nationalen, de Duitsch-
Völkischen en de communisten tegen.
Er werd thans gestemd zonder de stem
men te tellen, hetgeen echter wel zal ge
schieden bij de stemming over de derde
lezing. Een dertigtal sociaal-democraten
hadden vóór de stemming de zaal verlaten,
een kleiner aantal, dat in de fractieverga
dering tegen het compromis gestemd had.
Men verwacht dan ook, dat de machti
gingswet met groote meerderheid zal wor
den aangenomen.
BUITENLAND.
Vliegongeluk.
Uit San Diego wordt gemeld dat drie
marineaviateurs zijn verongelukt, doordat
drie vliegtoestellen op duizend meter hoogte
tegen elkaar botsten.
De orerstroomingen.
Uit Domodossola wordt aan de Giornale
d'Italia gemeld, dat tengevolge van het
stijgen van het water in alle rivieren en
bergstroomen van de streek van Odessa
de dijk van Toce bezweken is. Het water
heeft de vallei van Formazza overstroomd
en groote schade aangericht.
Uit Gardone wordt gemeld, dat tot nu
toe 200 iijken gevonden zijn. De groote
sneeuwval heeft de rivier de Dezzo buiten
zijn overs doen treden.
Mijnramp in Engeland.
Een ontzettende ramp is gebeurd in de
steenkolenmijn *Nunnery«, welker schach
ten tot onder het centrum der stad Sheffield
doorloopen. Een honderdtal mijnwerkers
moesten naar boven worden gebracht. Zij
namen plaats in kleine wagentjes een
dertigtal wagentjes, die drie vier werk
lieden kunnen bevatten welks door een
kabel over de rails worden opgetrokken.
Het treintje beklom langzaam de steile
helling, welke naar de bovenste schachten
loopt, toen eensklaps de kabel brak en da
wagentjes met groote snelheid naar
schatting 95 K.M. per uur de helling
afvlogen. Aan het einde van de helling
vloog de trein tegen den mijnwand op en
werd in elkaar gedrukt. Een aantal mijn
werkers had de tegenwoordigheid van geest
gehad om onder het rijden van den trein
af te springen. Twee hunner werden
hierbij echter gedood.
In het geheel werden zeven dooden en
46 gewonden gevonden.
Zoodra het ongeluk bekend werd, snelde
een menigte vrouwen en mannen naar de
schachten. Snel werd het reddingswerk
georganiseerd en spoedig konden de eerste
slachtoffers naar boven gebracht worden.
Eenige mijnarbeiders moesten echter onder
het puin worden uitgegraven en sommigen
kwamen deerlijk verminkt te voorschijn.
Een buitenkansje voor de Engelsche
schatkist.
Binnen 'n week heeft de Engelsche
schatkist verschillende ^meevallers* ont
vangen in den vorm van successierechten,
globaal geschat op 2,800.000 pond sterling,
van vier groote bezittingen.
De laatste groote bezitting in kwestie
is die van George Miller, een Afrikaansch
koopman, die een bezitting achterliet, glo
baal geschat op een waarde van 915.000
pond sterling. De rechten op deze bezit
ting volgens deze raming zullen ongeveer
bedragen 265.000 pond sterling.
Gruwelijke misdaad.
De Brusselsche redacteur van de Msb.
meld
Een paar dagen geleden werd te Puers
het lijk van een 11-jarig meisje uit een
sloot opgehaald. Bij onderzoek bleek, dat
het meisje door den 19 jarigen H. D., van
Nederlandschen oorsprong, na niet nader
te noemen handelingen, in een sloot was
geworpen. D. was door twee dorpelingen
gezien. Hij was des morgens met de
dorpelingen in kwestie geconfronteerd en
door dezen beslist herkend. Verdere ver
zwarende omstandigheden zijn nog, dat
verschillende voorwerpen in het bezit van
D,, die alle schuld ontkent, werden gevonden,
welke aan het meisje behoorden.
Wij waren op het station van Puers
toevallig getuige van het overbrengen van
D. naar Mechelen. D. is een opgeschoten
jongen met donker uiterlijk. Hij werd
door twee gendarmen begeleid en door een
woedende menigte achtervolgd, die D. de
hem toegeschreven misdaad verweet. Het
parket van Mechelen is druk met het
onderzoek bezig.
Bloedige botsingen te Elberfeld.
Een menigte van vier- tot vijfduizend
werkloozen, welke zich vóór de stad El
berfeld had verzameld, trachtte deze stad
binnen te dringen en te plunderen. De 4
politie moest zeer krachtig optreden om
zulks te beletten. Er vielen dooden en
gewonden.
o
10 Dooden en 37 gewonden.
Volgens nadere officieele berichten zijn
bij de onlusten te Wanne (Duitsehland)
10 burgers gedood en 32 gewond. Van
de politie werden 5 mannen ernstig ge
wond.
De werklooze mijnwerkers hielden gedu
rende 1 uur het stadhuis bezet, dat echter
door de Franschen werd ontzet.
MEinSRLAI)
¥8or hot Lani van Heus^ei en AlteneJoLanistras! en do Bomielerwaarii