OUDEJAARSAVOND 1923
Op de bank der gezworenen.
Uitgave: Firma L- J, VEERMAN, Heusden.
No4359 Dinsdag 1 Januari 1924
FEUILLETON.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61535.
^nd VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en
franco per post beschikt /1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Een jaar vlood weder heeD, welks bloemen de onze waren,
Maar dat zijn doornen ook ons heeft in 't vleesch gedrukt
En niets, niets rest ons meer dan wat verdorde blaren,
Wat napijn van de smart, wellicht wat grijzer haren,
Als bloemen reeds vooruit op eigen graf geplukt.
Wat tal van sombere maar ook van blijde beelden
Herrijzen voor ons oog nu 't in 't verleden staart
De smarte, die ons trof, de zoetheêu, die ons streelden,
De haat, die met ons ging,de vriendschap, waar we in deelden,
't Staat al in bonte rij weer om ons heen geschaard.
Hier werd een kring verwijd of wel een nieuwe ontsloten
Daar braken schakels weg, waardoor een leegte ontstond,
Die nooit weer wordt gevuldde bloemen, die ontsproten,
Wij hebben voor een uur haar zoeten geur genoten,
Maar ook voor menig uur ons aan haar doorn gewond.
Hier zit een moeder neer en dankt voor 't jeugdig leven,
Dat dartelt op haar schoot, dat spiegelt in haar oog.
Een gouden draad van heil is door haar lot geweven
Het hoogste menschenlot werd haar dit jaar gegeven
Een blijde traan van dank welt uit haar hart omhoog.
En met een traan van smart staart ginds een and're vrouwe
In 't ledig wiegje, dat daar aan haar zijde staat,
Het vuur is uitgedoofd slechts asch ligt in haar schouwe.
Dat is haar eigen beeld. Haar hart zinkt weg in rouwe,
Nu zij bij 'teind van 'tjaar een blik terugge slaat.
In 'tgindsche huisgezin spreekt alles van den zegen,
Die, als met milde hand, daar steeds werd uitgestort;
't Geluk werd nimmer moê, 'tging meê op al hun wegen;
En als ge er binnentreedt klinkt blijde dank u tegen,
Nu met een vroolijk feest het jaar gesloten wordt.
Maar velen zijn er ook wien 't noodigst bleef ontbreken.
De wil was goed genoeg, maar 't werk ontbrak hun hand.
't Viel hard de sterke hand om giften uit te steken
Maar toch, het moest geschiên, toen in zoo vele weken
Er niets, niets werd verdiend en alles was verpand.
En nu dit jaar verdwijntwij staan daar nog; wij blijven;
En wat zal de invloed zijn? Hoe vindt ons't nieuwe jaar?
Wat hebben wij verricht dat waard was op te schrijven?
Wat dient nog uitgewischt Wat mag gerust beklijven
Hoe hielpen, steunden of wel hinderden we elkaar?
Wien heb ik in dit jaar zijn lijden helpen dragen
Wieus wankelende schreên met vaste hand geschraagd?
Wien heb ik hulp verleend nog vóór hij hulp kon vragen
Wien heb ik mild vertroost, toen hij zijn leed kwam klagen
Van welk verdord gelaat de rimp'len weggevaagd
Is daar een weduw of een weeze, die me danken
Omdat ik in hun nacht een straal van licht ontstak
Zijn daar, schoon niemand 'tweet, behoeftigeD en kranken,
Wier mond thanS, van me spreekt met stamelende klanken,
Omdat ik bij hen was toen alle troost ontbrak
O, zoo gij in dit jaar dat zoet genot mocht smaken,
Verblijdt u en ga voort; uw jaar was schoon en goed!
Maar zorg dat men uw lof niet predikt van de daken
Zeg niemand iets er van geen vreemde handen raken
Ooit aan de stille vreugd, die huist in uw gemoed
Maar ook u afgevraagdwien liet ik hulploos wachten,
Die, zoo niet met zijn hand, dan met zijn oog mij vroeg?
Of rijzen daar misschien uit gindsche hut ook klachten,
Die tuigen tegen ons, omdat wij niet verzachtten
Het leed, dat men wel stil, maar met veel moeite droeg?
Heb ik misschien den dwalende door 't glibbrig leven
Uit hoovaardij en met een trotsche, dwaze ziel
Om :t leelijk, smettend vuil, dat ik hem aan zag kleven,
Een dolksteek voor een hand, een vriendenhand, gegeven,
Zoodat de zwerveling nog verder gleed en viel?
O, zoo iets van dat al ons op het hart mocht branden,
Dan buigen wij het hoofd voor 'tjaar ten einde zij.
Geen broeder zal voortaan door onze schuld meer stranden.
Geen zuster, b<>e ze ook zonk, onttrekken we onze handen
Komt, steunt gerust op onswe zijn niet meer dan gij.
En nu, een jaar vlood heenmaar voor we een nieuw beginnen,
Moet nog een enkel woord mij van het vol gemoed
Het gaat u allen wel I Mijn vrienden, mijn vriendinnen,
Gij, die mij steunde en hielpt, gij, die mij woudt beminnen,
Dank voor uw liefde en trouw Het ga u allen goed
BINNENLAND.
De contracten rail gemeenten met de P.N.E.M.
De opzeggingstermijn.
Aangezien bij het niet in acht nemen
van den opzeggingstermijn de contracten
van gemeenten met de P.N.E.M, ongewij
zigd voortbestaan, heeft de Electriciteits-
commissie der afd. Noordbrabant van de
vereeniging van Ned. Gemeenten, daar
omtrent van sommige zijden om inlichtingen
verzocht zijnde, als haar oordeel kenbaar
gemaakt, dat het wenschelijk is, binnen
dien termijn de directie der P.N.E.M. mede
te deelen, dat, wegens wellicht wensche-
lijke wijzigingen, voor de vernieuwing van
het contract herziening er van zal zijn in
beschouwing te nemen. Op dien grond
verdient, naar het inzien van de commissie,
tijdige opzegging aanbeveling.
Het bektuur van de genoemde afdeeling
der Vereeniging van Ned. Gemeenten gaf
Novelle van REINHOLD ORTMANN.
10)
^Slechts hij, die het voor immer ver
loren heeft, weet wat het waard is.®
Wel was de stemming van het jonge
echtpaar nog steeds zeer feestelijk, toen
men zich een poosje later aan het kleine
Kerstmaal neerzettemaar die vroolijke
ongedwongenheid keerde niet weder. Meer
dan ooit ging er heden iets drukkends, dat
alle werkelijke vroolijkheid verbande, van
den bijna altijd zwijgenden huurder uit.
Zij zagen, dat hij zich geweld aandeed,
om hunne onschuldige vreugde niet door
zijne zwaarmoedigheid te verstoren, en juist
die moeite, die hij zich aandeed, was de
oorzaak, dat zij steeds meer en meer met
medelijden jegens hem vervuld werden.
»Hebt gij er nooit aan gedacht, mijn
heer Hartwig, om u een eigen huiselijk
geluk te bereiden?® vraagde Helena einde
lijk deelnemend. »Gij zijt daartoe toch
waarlijk nog niet te oud, en bovendien
Hij keek haar aan, met zulk een treuri-
gen blik, dat zij onwillekeurig verstomde.
iHebt gij bij uzelven mijn ouderdom
wel eens geschat, juffrouw Losberg? Zeg
mij dan nu eens oprecht, hoeveel jaar geeft
gij rnij?c
hiervan kennis aan de besturen der bij
haar aangesloten gemeenten, onder mede-
deeling, dat de commissie met het oog op
eientueel te houden overleg, gaarne vóór
1 Juli a.s. kennis zal nemen van ter zake
der eventueele wijziging bij dé gemeente
besturen heerscharide wenschen.
Sigarcttenzwendel.
In Lobith, Tolkamer e. o, werkte sinds
eenige dagen een handelaar in sigaretten,
die de liefhebbers afliep en »reuzenwaar«
aanbood. Een heer uit Tolkamer kocht 'n
partijtje op 'n monster, dat goed smaakte
maar toen hij het goed had ontvangen,
belde hij dadelijk het hotel op, waar de
sigarettenman loogeerde.
Of mijnheer nog even wou aan
komen.
Mijnheer stapte er vergenoegd op los
misschien nog een order, dacht hij.
Maar toen hij bij zijn klant, die, tusscheri
twee haakjes, een pootig heerschap is,
aankwam, had deze een stok achter de deur
staan. Eerst werd de deur gefloten en
gegrendeld, de stok kwam voor deri dag
en mynheer had te kiezen of dien rommel
terugnemen en het geld teruggeven, of
kennismaking met den stok
Mijnheer dacht er niet aan om het geld
terug te geven.
Tik.
Ja, hij wilde 't wel overwegen.
Tik, tik.
Laat 't mij gaan halen in 't hotel.
Tik, tik, tik.
Toen kwam de beu>s voor den dag,
weid 't geld terugbetaald en de rommel®
meegenomen.
Kort recht. »Geld.«
Verminderd Schouwburgbezoek.
Blijkens de statistiek over Oct. 1923,
gaf de belasting op de vermakelijkheden
Hare verlegenheid werd nog erger, en
na eenig aarzelen zeide zij, vijf en veertig.
Hartwig schudde het hoofd. Gij hebt
natuurlijk niet al te hoog geraden, om mij
niet al te zeer te grieven en toch zijt gij
nog een volle tien jaar van de waarheid.
Ik ben niet ouder dan vijf en dertig
wanneer ik nu, ondanks alles, op u den
indruk heb gemaakt, van iemand in de
veertig jaar, dan heb ik dat alleen te dan-
kan aan de mislukte poging, om mij een
eigen huiselijk geluk te bereiden. Ja,
mijn vrienden, ook ik had vroeger vrouw
en kind. Maar de vrouw, die ik liefhad,
heeft mij verraden. Zij heeft mij verraden
voor het gladde gezicht van een schurk,
voor iemand, die gJanter en voornamer
was dan ik. Maar vergeef mij het lag
niet in mijn plan u daarover te spreken.
Dat alles is nu voorbij, en de ellendeling
zal nooit weer zijn hand uitsteken naar
het bezit van een anderen man nooit
weer
Hij was van zijn stoel opgestaan, terwijl
man en vrouw als door ontzetting aan hun
plaats gekluisterd, hem sprakeloos aan
staarden. Het verwrongen gelaat van den
man was op dit oogenblik inderdaad af
grijselijk om aan te zien. Toen hij daarop
met pnzekere schreden naar de deur van
zijn kamer ging, kwam het Losberg, noch
zijn vrouw in de gedachte, hem terug te
houden of een vraag tot hem te richten.
Hartwig kon geen oogenblik in twijfel ver-
keeren, aangaande den indruk, die zyn
te Arasterdam rond f17.000 minder; over
dé eerste 10 maanden f 76.000 minder
ten gevolge van het verminderd bezoek
aan schouwburgen en bioscopen. Ver
is wacht wordt, dat in 1923 de opbrengst
pirn, f225.000 beneden de raming van
f2.100 000 blijven zal.
o
Een dierenbende.
De politie te Rotterdam heeft dezer dagen
in vet zekerde t ewaiing gesled 'n vijftal
pti- en, die betrokken zijn bij een reeks
sedert geruimen lijd gepleegde dit f len
j van tin, oud kopei, antimonium en brons
uit de s. gaziji --n oar N.V. S. V. Zn.,
aan de Baan, De pakhuisknecht J. v. d.
H. en de magazijnbediende J. C, S. wisten
z ch telkens van kleine hoeveelheden meester
te maken. Ze pakten het metaal dan in
zakken en wierpen het van de zolders op
een binnenplaats achter het calé van den
kastelein J. W., die in het complot was
woorden op hen gemaakt hadden, en toen
hij zijn hand reeds aan de kruk van de
deur had, bleef hij nog eens staan, om zich
tot hen te wenden.
»Het had nooit in mijn gedachte moeten
opkomen, uw vreugdefeest door mijn tegen
woordigheid te storen. Ik weet het, dat ik
de man niet ben voor gelukkigen. Laat
mij in het vervolg maar steeds in de een
zaamheid. Dat zal het beste zijn zoowel
voor u als voor mij
Hij stapte zijn kamertje binnen, en de
achterblijvenden hoorden, hoe hij den gren
del op de deur schoof. Met verbaasd be
kommerd gezicht keken zij elkander aan
toen zeide Helena »0, Horst, hoe vreese-
Jijk was dat I En dat is door mij gekomen.
Mijn vraag was van alles de schuld. O, had ik
dat onderwerp toch maar niet aangeroerd
Wat moet die arme man geleden hebben.®
Losberg bracht haar tot kalmtemaar
ook zijne Kerststemming scheen in den grond
bedorven. Hij nam zich voor Hartwig met
verdubbelde vriendelijkheid te behandelen.
Hij was echter niet in de gelegenheid, dat
goede plan uit te voeren, want de volgende
morgen bracht hem en zijne jonge vrouw
eene Kerstverrassing, die van zooveel be-
teekenis was, dat daarbij alle andere in
't niet verzonken.
Door de bemiddeling van het Duitsche
consulaat te Chicago ontviag vrijheer Horst
von Losberg, in een omvangrijk schrijven,
het bericht, dat zijn oom, de riddergoed
bezitter von Losberg op Lindenhof, twee
maanden geleden aan eene beroerte over
leden was en in zijn reeds voor verschei
dene jaren gemaakt testament zyn neef tot
eenig erfgenaam van zijne gezamelijke
roerende en onroerende bezittingen aange
wezen had. Het voorhanden zijnde ver
mogen zoowel als de uitgestrekte bezittin
gen werden inmiddels door het gerecht
geadministreerd, daar het tegenwoordige
verblijf van den erfgenaam niet zoo dade
lijk uitgevonden had kunnen worden er
waren slechts enkele eenvoudige formali
teiten te vervullen, om hem onmiddellijk
in het bezit der geheele nalatenschap te
stellen.
Dat onder zulke omstandigheden het be
sluit genomen werd, om zoo spoedig mo
gelijk naar Europa af te reizen, spreekt
haast van zelfen daar er in het schrijven
van den consul vermeld was, dat het be-
nondigde geld elk oogenblik per telegrafi-
scheri wissel bij een bankier te Chicago
opgenomen kon worden, was er niets, dat
de onmiddellijke uitvoering van dat besluit
verhinderde.
De beide echtgenooten waren volop bezig
toebereidselen te maken voor hun onver
wachte reis, toen Hartwig laat in den na
middag bij hen binnentrad. Hij was gekomen,
om zich te verontschuldigen, dat bij den von-
gen dag hunne|vroolijkheid zoo gestoord had
maar de woorden bestierven hem op de
lippen, toen hij zag met welke ongewone
werkzaamheden Losberg en zijne echtge-
noote bezig waren. Eene korte mededee-
en den buit wegbracht, Een en ander
werd aan een opkooper op het Alkemade-
plein vérkocht door een broer van den
pakhuisknecht, een zekere D. v. d. H. In
totaal is op deze wijze voor ongeveer 'n
drie duizend gulden gestolen. De pakhuis
knecht W. Sf, die eenige malen de dief
stallen had zien plegen, hadden de dieven
met geld den mond gestopt. Ook hij werd
aangehouden.
Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge
druktheid en een onaangenamen smaak in
deri mond, is uw lever van streek. Enkele
doses Foster's Maagpillen hebben een ver
rassende uitwerking. Zij beteren lever-
stoornissen en genezen galzucht, verstopping
en slechte spijsvertering. Pi ijs per flacon
au vijftig versuikerde pillen f 0.65in
apotheken en diogistzaken.
o
ling was voldoende, om hem op de hoogte
te brengen, van hetgeen er voorgevallen
wasin zijn ernstig gelaat veranderde geen
enkele trek, toen hij dat verrassende nieuws
aanhoorde.
»Ik verheug mij hartelijk over de gun
stige wending, die uw lot genomen heeft,®
zeide hij. »Indien ik u by uwe toebereid
selen behulpzaam kan zijn, wil ik het van
ganscher harte doen.®
Zij waren eigenlijk wel een beetje ver
wonderd, dat hij het bericht zoo koel op
nam. Naderhand echter, toen zy in de
eenzaamheid, op hun slaapkamertje, tot
diep in den nacht over hun zoo plotseling
veranderde toekomst praatten, kwam eens
klaps dezelfde gedachte T>ij hen op de
gedachte namelijk, dat hun geluk nu ook
tegelijk het geluk van hun belangeloozen
vriend zijn moest.
»Wie zullen hem mee naar Duitschland
nemen,® zeide Helena. »En als hij het
goed vindt, zal hy ook daar onze huisge
noot blijven. Wij behoeven ons niet voor
hem te schamen, zelfs niet, wanneer hij
nooit iets anders dan gewoon werkzaam
geweest is. Maar daarover zijn wij het
reeds sedert lang eens, dat hy zich eens
in eene andere positie en betere omstan
digheden bevonden moet hebben. Zijn be
schaafde manier van spreken en zijn ge-
geheele doen brachten mij, reeds het eerste
uur, dat hij hier was, tot die gedachte.
Wordt vervolgd.)
vnr bet Land van Heisdei en AlteiaJeLangstraat ei de Bommelerwaarii