Eerste Blad
C. DG KEMP.
DROGISTERIJ.
A. VERSCHUUR-BAERT
RAAMSDONKSVEER.
Und van altena
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No4402 Vrijdag 30 Mei 1924,
„Het Kasteel van Kerlor.
KEIZERSDIJK F. 81.
H. J. ABBINK.
Int. Telefoon no, 19. Postrekening no. 61535.
FEUILLETON.
Correspondentschap Ie Klasse.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent..
Adrertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Het Nederlandsch Genoot=
schap tot Zedelijke Ver»
betering der Gevangenen.
Op 12 November 1823 werd op initia
tief van drie kooplieden n 1. de Heeren
W. H. Suringar, J. L. Nierstrasz Jzn.
en W. H. Warnsinck Dzn. het Neder
landsch Genootschap tot zedelijke ver
betering van gevangenen opgericht. In
een openbaren brief aan hunne Landge-
nooten zetten zij hun voornemen uiteen
en noodigden allen tot deelname uit. De
oproep had een buitengewoon succes,
want terwijl het driemanschap op nau
welijks 500 deelnemers had durven re
kenen, werden van ongeveer 3500 per
sonen uit alle deelen des lands betui
gingen van sympathie ontvangen en
spoedig daarop zou het aantal leden de
4000 overschrijden.
Van waar dat succes In hoofdzaak
moet de talrijke deelname worden toe
geschreven aan den achterlijken en er-
barmelijken toestand, waarin gevangenen
en gevangenissen verkeerden en daaren
boven aan de duidelijk aan den dag
tredende omstandigheid dat de ontslagen
gevangene, tengevolge van zijn vonnis
en de ondergane straf door den werk
gever gesmaad en gemeden, geen werk
kunnende vinden, door de rechtspleging
zelf de weg naar herhaling en misdaad
werd opgedrongen. Tegen deze beide
euvelen keerde zich het op te richten
Genootschap.
We mogen gerust verklaren dat gedu
rende de ruim honderdjarige werkzaam
heid van het Genootschap bijzonder veel
nuttig werk is verricht. Mr. G. T. J.
de Jongh, vice-president der Arrondis-
sements-Rechtbank te Amsterdam voor
zitter van het Genootschap zegt dien
aangaande in zijn boek: „Bestraffen
en Bestrijden"„dat door het werk
van het Genootschap onnoemelijk
veel leed is verzachtdat er in het ge
moed van talrijke gevangenen, waarin
alle hoop was uitgedoofd en waarin alle
levensvreugde en levenslust was uitge
storven, een nieuw vuur is ontstoken,
waardoor zij verder met opgewektheid
hun levenstaak hebben opgevatdat
door zijn toedoen menige traan van bit
ter berouw is gewekt, die het geweten
heeft gelouterd en den zondaar weer
heeft leeren opzien naar het Opperwezen
en vertrouwen doen schenken in zijne
goddelijke brrmhartigheid dat door den
invloed van het Genootschap menig
33
Georges keek vaak naar het jonge
meisje met een zeer eerbiedige bewonde
ring, maar de moeder, die haar zoon
nooit in die stille geestdrift had gezien,
gevoelde een zonderlinge gewaarwording:
haar zoon scheen niet meer dezelfde.
Hélène bleef evenwel kalm, zacht,
waardigniets kon in de gravin het
vermoeden doen opkomen, dat iets het
hart dezer teedere maagd in ontroering
bracht.
Na het ontbijt wilde mevrouw de
Kerlor niet als gewoonlijk een wandeling
in het park doenzij sloot zich op in
haar kamer.
Georges, Carmen en Hélène hadden
haar verlof gevraagd om te mogen uit
gaan en zij had het hun toegestaan.
De drie jongelui gingen een uitstapje
doen naar Loc-Maria, waar zij hun
middag zouden doorbrengen.
Carmen, altijd avontuurlijk van aard,
liep de zijpaden in, zonder er op te
letten of Georges en Hélène haar wel
altijd volgden.
Zij gevoelde zich zoo vrij, zoo ver
heven in deze natuur, vol wilde poëzie.
Haar gelaat had een opgeruimde, bijna
opgetogen uitdrukking.
Van hun kant gevoelde George en
Hélène er een innig genoegen in, naast
elkaar te loopen, beiden mijmerend en
GOEDKOOPST ADRES
voor Goud- en Zilverwerken, benevers
uurwerken. Wekkers k f 1.75.
Eigen reparatie-inrichting,
Engstraat HEUSDEN.
Ziet mijne etalage met -prijzen
werkman na zijn ontslag weer in staat
is gesteld eene betrekking te vinden,
waar hem dat zonder deze hulp onmo
gelijk ware geweest en dat daardoor me
nig gezin is bewaard gebleven voor hon
ger en gebrekdat talloozen hunne
slechte neigingen en gewoonten hebben
overwonnen en rustige burgers zijn ge
worden in plaats van lastige booswich
ten.
Hoevelen aldus op andere wegen zijn
gebracht is moeilijk te schatten. Vooral
sedert het begin dezer eeuw wekt de
„zedelijke verbetering van gevangenen"
bijzondere belangstelling en een gevolg
daarvan is geweest dat de z.g.n. reclas-
seering van het misdadige individu,
thans op veel intensiever wijze geschiedt
dan zulks in de vorige eeuw het geval
was. Instelling van het patronaat en
het beambtenstelsel droeg het hare
daartoe in niet geringe mate bij.
Onder „patronaat verstaan wij een
instituut, waarbij iemand als vaderlijke
vriend en raadsman wordt gesteld over
een ontslagen gevangene of voorwaarde
lijk veroordeelde ten einde hem te leiden
en bij te staan. Met „beambten" bedoelen
wij hen, die in dienst van reclasseerings-
instellingen geen gezag ontleenen aan
hun ambt, doch aan de ervaring, die zij
dagelijks in hun ambt opdoen en die
niet onbegrensd voortdrijven op hun
ambtenaarswieken, doch geregeld met de
besturen der instellingen contact houden
en dus met de voeten op den grond
blijven. Uit de aanstelling dezer beamb
ten, die uit den aard der zaak salaris
genieten, is voor een groot deel voorde
instellingen de noodzakelijkheid voort
gesproten om door de regeering te wor
den gesubsidieerd, wijl zonder deze te
gemoetkoming het financieel beheer niet
was vol te houden.
Uit de erkenning dat de celstraf op
velen eerder een ongunstigen invloed
uitoefende dan omgekeerd, zijn de insti
tuten der Voorwaardelijke Veroordeeling
en de uitbreiding der Voorwaardelijke
Invrijheidstelling voortgekomen. Men
kan deze instituten beschouwen als de
doorvoering van de door velen opstraf-
rechtgebied gehuldigde meening dat de
straf moet zijn een leed en geen kwaad.
droomend, zich onderhoudend over hon
derd kleinigheden, uitgezonderd alleen
over datgene, wat hun hart het meeste
bezighield.
George wilde zijn liefde nog niet be
kennen aan het jonge meisje; hij vond
een eigenaardige bekoring in de ver
houding tusschen hen beiden, ofschoon
hij eiken dag zich zelf de belofte aflegde
om te spreken. Hélène, getrouw aan
haar besluit, bedwong ook haar gevoel,
zij wilde niet, dat Georges zou raden,
hoe zij hem met al de kracht harer ziel
beminde.
De middag was spoedig voorbijCar
men moest Georges en Hélène er aan
herinneren, dat het tijd was om naar
Kerlor terug te keeren.
De jonge man en het jonge meisje
gaven zoo duidelijk blijk van een groote
verwondering, dat juffrouw de Kerlor
niet langer twijfelde aan de wederkeerige
gevoelens, die zij koesterden.
Carmen had zich ook niet bedrogen
Georges en Hélène beminden elkander.
Toen Carmen op hun gelaat den glans
der vreugde zag, gevoelde zij zich wee
moedig gestemd en iets als een gevoel
van droefheid kwam in haar op.
Wat waren die beiden gelukkig I Waar
om kende zij, Carmen, niet deze vreugde?
Zij giste wel, dat de gravin op het
punt stond om haar te spreken van den
heer de Saint-Hyrieix, wier genegenheid
voor haar steeds duidelijker werd.
Maar Carmen had dezen man niet
lief; zij voelde zich zelfs niet tot hem
aangetrokken, ofschoon zij van denzelf
den stand waren.
En nu is de celstraf voor velen ontegen
zeggelijk een zeer groot kwaad, een
kwaad, dat hen zedelijk naar beneden
duwt en dat geestelijk een onuitwisch-
baar stempel drukt op hen, die het ge
wicht van de eenzaamheid gedurende
maanden en jaren op hun geest hebben
getorst tot den drempel der krankzinnig
heid toe.
Door de invoering der voorwaardelijke
maatregelen is stellig veel ten goede
bereikt. Immers heeft de rechter, die
voor de vraag gesteld wordt of hij eene
Voorwaardelijke Veroordeeling moet uit
spreken of niet, in de meeste gevallen
noodig betrouwbare en volledige inlich
tingen over het karakter van den be
klaagde, over zijn levenswijze, over zijn
slechte gewoonten en over de oorzaken,
die hem tot de daad hebben geleid,
daar bij Voorwaardelijke Veroordeeling
bijzondere voorwaarden moeten worden
opgelegd, die gericht zijn op beklaagde's
kwade neigingen en slechte gewoonten.
En wie kan die inlichtingen beter
verschaffen dan de reclasseeringsinstel-
ling, die gewoon is met deze menschen
om te gaan en weten kan door welke
middelen zij tot eene betere levenswijze
gebracht kunnen worden? En wie is
beter in staat den voorwaardelijk ver
oordeelde, die een nieuw leven wil lei
den, daarbij hulp en steun te verleenen
Zoo is aan de reclasseeringsinstelling
bij dit instituut een dubbele en belang
rijke taak opgelegd. En bij de Voor
waardelijke Invrijheidstelling is het pre
cies hetzelfde.
Onder de thans bestaande reclassee-
ringsinstellingen neemt het Nederlandsch
Genootschap tot Zedelijke Verbetering
der Gevangenen wel een eerste plaats
in, niet slechts door zijn leeftijd, maar
veel meer door den enormen arbeid,
welke het Genootschap in een tijdperk
van ruim 100 jaar heeft verricht. Jam
mer dat de Regeering tengevolge van
de tijdsomstandigheden heeft moeten
besluiten om de Rijksubsidie sterk te
verminderen, zoodat het Genootschap
Wittebroodstraat 52.
Levertraan Sanatogen Zinking-
snuif Sehuifpoeder Engelseh
zout Purol Sehomoerzalf
Hoofdeaudeeologne Shampoon
Boenwas Linoleumwas
Koortsthermometers.
Carmen keek naar Georges en Hélène
zoo mooi, zoo jong, zoo teeder beiden,
en zij zeide tot zich zelve, dat zij niet
de levensgezellin kon worden van een
man, zooveel ouder dan zij, en wiens
denkbeelden haar toeschenen geheel in
strijd te wezen met de hare.
Wat juffrouw de Kerlor deed droomen,
was een jongen man als Georges lief te
hebben, vurig, geestdriftig, die beefde
van ontroering als Georges, wanneer
deze zich richtte tot Hélène.
Sedert het jonge meisje de liefde van
haar broeder had bemerkt voor haaf
vriendin, was zij ter prooi aan verwar
ring en treurigheid, en vroeg zij zich
met eenigen angst af, wat er toch wel
in haar omging.
Haar oogen begonnen te schitteren,
haar boezem ging hijgend op en neer
haar hart scheen vervuld van hartstoch
telijke verlangens.
Voor den eersten keer begreep zij, hoe
gelukkig de liefde kan maken.
George en Hélène konden niet weten,
welke gedachten en gewaarwordingen
zij opwekten in Carmen. Waren zij vol
van het meest zelfzuchtige gevoel?
Zij leefden slechts voor elkander niets
bestond er voor hen, dan zij beiden.
Wat ging hun de aarde, de hemel aan
Georges huiverde, wanneer hij de hand
van Hélène drukte, en terwijl deze naar
hem luisterde, naast hem gezeten, voelde
het jonge meisje, hoe er een stille vreug
de over haar kwam na zooveel dagen
van tranen en wanhoop. Zij voelde het
geluk tot haar komen en wilde niet vra
gen, hoelang het zou duren.
O- evestigd:
TELEF. 15.
Voor verwisseling van Bank
papier en Specie, Discontee
ring, Beleening, Bewaar
geving, Assignatiën, enz.
is het Kantoor geopend van
912 uur.
Nadere inlichtingen verschaft
gaarne
De Correspondent,
gedoemd zal zijn zijne werkzaamheden
aanzienlijk te beperken, tenzij van par
ticuliere zijde hulp wordt geboden.
Laten wij toch bedenken dat lang niet
ieder, die in de gevangenis terecht komt
een doortrapt slecht en verloren individu
is. Vele gevangenen kunnen gered wor
den en aan de Maatschappij als nuttige
leden worden teruggegeven, indien hun
de reddende hand wordt toegestoken.
En waar zulks geschiedt door meerge
noemd Genootschap, dat werkzaam is
zonder onderscheid van godsdienst, daar
verdient dit Genootschap stellig ons
aller hulp. Mogen dan ook velen in onze
omgeving een kleinigheid willen bijdra
gen om het Genootschap in staat te stel
len zijne schoone taak te kunnen blijven
vervullen
(Gelden worden gaarne in ontvangst
genomen door de Heeren Mr. L. L
Beckeringh van Loenen, Rechter in de
Arrondissements-Rechtbank te 's-Her-
togenbosch en Mr. C. W. van Ommeren,
Kantonrechter te Heusden.
Zij zou gemeend hebben, dat zij zich
bezondigde jegens God, indien zij zich
niet met al haar hart had overgegeven
aan de blijdschap, die haar verteederde
en die haar smarten lenigde.
Evenwel, haar besluit vergat ze niet;
ze verborg in haar binnenste als een
geheim haar liefde.
Wat er ook gebeuren mocht, zij zou
nooit iemand anders beminnen dan
Georges, maar deze zou dat nooit weten.
De drie wandelaars keerden naar het
kasteel terug, waar de gravin haar ver
wachtte.
Mevrouw de Kerlor keek lang naar
Georges en Hélène, en men kon bemer
ken, hoe haar lippen eventjes beefden.
Ditmaal scheen de moeder de waarheid
te lezen op het gelaat van haar zoon.
De laatste aarzelingen van mevrouw
de Kerlor waren overwonnen. Zij zou
een onderhoud hebben met Georges, nog
vóór het diner.
De jonge man stelde zich ter beschik
king zijner moeder, niet vermoedend
waarover deze zou spreken.
Hij dacht slechts aan Hélène. Overi
gens ontging hem niet, dat zijn moeder
zeer ernstig was.
In het eerst dacht hij, dat het finan-
cieele zaken betrof. Het beheer van het
vermogen der Kerlor's eischte een nauw
gezette administratie, en het was Geor
ges, die, na zijn moeder geraadpleegd te
hebben, al de geldelijke operaties uit
voerde. Maar hij wist, dat zijn moeder
zich geheel op hem verliet, en dat kon
het dus niet wezen.
Georges zou spoedig weten, wat zijn
BUITENLAKDSCH OVERZICHT
Dinsdag is de nieuwe Duitsche Rijksdag
voor het eerst bijeengekomen. De eerste
kennismaking geeft geen hoogen dunk van
de politieke en parlementaire toestanden in
de republiek Duitschland.
De Duitsche rijksdag heeft zich in de
oogen van ieder, ten zeerste gecompromit
teerd. In deze eerste zitting was alle
ernst ver te zoeken, de ergste lawaai
scènes hadden plaats, in een tyd dat het
parlement besluiten zal hebben te nemen
van zoo'n groot gewicht, dat er waarschijn
lijk Duitschlands toekomst aan afhangt.
De onstichtelijke tooneelen behoeven ove
rigens niet te bevreemden, daar de aanwas
van uiterst-rechts en uiterst-links wel aan
leiding moet geven tot kabaal, aangezien
de Duitsch nalionalen en Deutsch-Völkischen
aan den eenen kant, de communisten an
derzijds, alleen het extremisme gemeen
hebben, maar overigens leven als hond en
kat. Bovendien was de politieke samen
stelling van den vorigen rijksdag reeds van
dien aard, dat een vruchtbare arbeid by na
onmogelijk was, daar Duitschland feitelyk
een permanente regeeringscrisis doormaakte.
De nieuwe verdeeling der zetels over de
partijen, als resultaat van de verkiezingen
voor den rijksdag, heeft de moeielykheden
slechts verscherpt. Dat het noodig was
in en bij den rijksdag een tot de tanden
gewapende politiemacht op de been te
brengen karabijnen en machinegeweren
werden voor alle eventualiteiten gereedge-
houden en dat auto's klaarstonden om,
zoo noodig, troepen, gewonden, gearres
teerden, enz. te transporteeren, toont wel
zo: neklaar aan hoe onverkwikkelijk de po
litieke verhoudingen in het hedendaagsche
Duitschland zijn geworden.
Ook Ludendorff, de volbloed anti-repu
blikein, heeft den moed gehad in den ryksdag,
waar hij tal van vijanden heeft, als afge
vaardigde te verschijnen. Hy is niet door
revolverschoten vermoord, maar met veel
respect heeft men hem, den Opper-Soldaat,
niet behandeld. En dat is begrijpelijk.
Spot en hoon waren zijn deel. Ondertus-
schen begint er eenige teekening te komen
in den crisis toestand, wat betreft de -ka
binetsformatie. Zoowel voor als na de
vorenaangeduide stichtelyke rijksdagzitting
heeft Ebert, de Duitsche rijkspresident, de
leiders der politieke partijen (de Deutsch-
Völkischen en Communisten uitgezonderd)
ontvangen om met hen erover te beraad-
moeder wilde.
De gravin, na haar zoon te hebben
verzocht om te gaan zitten, begon met
een zeer kalme stem
Mijn beste jongen, ik heb een brief
ontvangen van mijn schoonzuster, gravin
de Guidelvinec.
Georges antwoordde zeer verwonderd
Wat heeft mijn waarde tante u te
zeggen Wat schreef zij
Mevrouw de Kerlor wilde recht op
het doel afgaan. Zij zeide
Mijn zuster brengt een niet nader aam
te dniden beschuldiging in tegen juffrouw
de Penhoët.
Bij de woorden stond Georges op.
Ik zal niemand toestaan dit jonge
meisje te beleedigen, riep hij uit.
Men begrijpt, hoezeer de gravin van
Kerlor er door getroffen werd, dat Geor
ges op zulk een krachtigen toon sprak.
Zij gevoelde een plotselinge vrees het
scheen haar toe, dat de sluier, dien zij
totnogtoe voor de oogen had, ineens
scheurde I
De gravin van Kerlor behoorde tot
een dier geslachten, die als 't ware één
met dezen rotsachtige bodem onophou
delijk door de golven bestookt.
Haar trekken hadden gewoonlijk iets
hards, iets onwrikbaars, zooals de rotsen
te midden waarvan zij geboren was.
Haar oogen, donkergroen van kleur,
schènen als een spiegel de golven te
weerkaatsen, die zij sinds haar kindsheid
had gezien.
(Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
voor het Land nn Deusden en AltenaJeLaiigstraat en ds Semiüelerwaard