Eerste Blad „Het Kasteel van Kerlor." ^nd van altena Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden, No, 4427. Woensdag 27 Augustus 1924. FEUILLETON. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en franco per post beschikt 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. BUITEKLANDSCH OVERZICHT In de Fransche Kamer zijn Zaterdag lange redevoeringen gehouden over het vraagstuk der schadeloosstellingen. De Poincaréisten hebben natuurlijk de a.s. ontruiming van het Roergebied ten zeerste gelaakt, de regeeringsgezinde spre kers daarentegen diezelfde ontruiming als een daad van wijs beleid geprezen. De Fransche minister-president zelf heeft her haaldelijk in de debatten ingegrepen en is zich tegen de aanvallen zijner tegenstan ders verwerend, vooral uitgegaan van het eenig juiste standpunt, dat het niet meer dan rechtvaardig is, dat de Fransche sol daten uit West-Duitschland worden terug getrokken, zoodra de missie voor de con- tróle der fabrieken en mijnen (de Micum) het Roergebied heeft verlaten en Duitsch- land een ernstig begin heeft gemaakt met de uitvoering der plannen, die de deskun digen hebben ontworpan. ImmersPoin- caré heeft zelf erkend, dat de Roerbezet ting alleen diende om de Micum bescher ming te verleenen. Herriot zal zijn weder- partijders wel niet hebben kunnen over tuigen van het juiste van zijn standpunt, maar hij heeft niettemin het genoegen be leefd, dat met 336 tegen 204 stemmen een motie van vertrouwen, die vooral hul digend gewaagde van het aanvaarden van het arbitrage-principe en den geest van nauwer internationale samenwerking in zijn beleid werd aangenomen. Wij hebben du- nu nog slechts af te wachten, hoe de des batten in den Senaat zullen verloopen, doch het laat zich aanzien, dat Herriot het ook daarmede wel zal klaar spelen. Anders staat het nog in Duitschland, daar is alles nog onzeker. In den Rijksdag heeft dr. Marx, de rijkskanselier, Zaterdag een uiteenzetting gegeven van het verloop der Londensche conferentie. De rijkskanselier bezwoer den Rijksdag, de Londensche overeenkomst aan te nemen, al mogen de voorwaarden dan ook nog zoo hard zijn. Dr. Marx besloot met de woorden ïEen vreeselijke verantwoordelijkheid rust thans op den Rijksdag. Zijn beslissing zal naar onze innigste overtuiging voor Duitschland zegen of vloek beteekenen. 58 Rose Fouilloux dronk werktuigelijk van het mengselhet scheen haar dat deze dronk haar goed deed. Het tweede glas beviel haar nog beter dan het eerste. Een aangename warmte doortintelde haar geheele lichaam. Terwijl zij dronk keek zij naar het kruis van Frangois Champagne, alsof haar dit hypnotiseerde. Zij dronk den geheelen inhoud van den porseleinen schaal leegde warmte nam nog toe, ombeslemde droomgestalten zweefden voor haar in den slaap. De kaartlegster gevoelde zich veel minder ongelukkig. Haar gedachten wiegelden als in een stillen nevel, die niets laat onderscheiden. Gedurende eenige uren vergat zij alles. Zoo bedronk Rose Fouilloux zich voor den eersten keer. XXXII. Het ongeluk. I Georges en Hélène waren op het top punt hunner liefde. Zij meenden, dat deze genietingen eeuwig zouden duren. Hun schitterend geluk verlichtte als Het geheele Duitsche volk en de geheele wereld heeft den blik op ons gevestigd. Het bezette gebied, hetwelk al onze vurigste wenschen gelden, heeft zijn wil doen kennen en zijn hoop is gewekt. Die hoop mag niet worden teleurgestelde. Ook de minister van Buitenlandsche zaken dr. Streseman, wees op de noodza kelijkheid, de overeenkomst te aanvaarden. Op overtuigende wijze hebben de mi nisters de voordeelen aangetoond, die te Londen, vergeleken bij andere conferenties, zijn behaald. Niet dat Duitschland geen enorm zware lasten in den vervolge zou hebben te dragen, maar er was een groote stap in de goede richting gedaan en de grondslag voor Duitschland's herstel gelegd. Zij hebben niet nagelaten ernstig te wijzen op de ellende, die er voor Duitschland en met name het bezette gebied uit zou voortvloeien, wanneer de Dawes-wetten werden verworpen en de overeenkomst van Londen afgewezen. Terecht heeft dr. Marx er dan ook op gewezen, dat de Duitschers te Londen geen onverbiddelijk standpunt konden innemen, wilden zij de conferentie niet in gevaar brengen en Duitschland in 't verderf storten. Zullen de Duitsch-Nationalen trots deze overtuigende uiteenzettingen toch hun stem tegen de Daweswetten uitbrengen Hier over bestaat nog de grootste onzekerheid. Wat hun officieus partijorgaan schrijft, is verre van bemoedigend, omdat in een artikel van het bewuste blad het aftreden der regeering-Marx wordt geëischt om den weg vrij te maken »voor nieuwe mannen en nieuwe onderhandelingen". Wanneer men op een dergelyke taal mag afgaan, zou de conclusie gewettigd zijn, dat de kans om tot een schikking te ko men, vrijwel verkeken is. Aan den ande ren kant wekt ook weer het feit, dat er blijkbaar verdeeldheid heerscht in de Duitsch- nationale gelederen, een vleugje hoop, dat de sterke rechtsche oppositiegroep niet en bloc tegen de spoorwegwet zal stemmen en daardoor het werk van Londen voor- loopig te niet te doen. Zelfs zijn er reeds Duitsch-nationalen van aanzien, die meenen dat het pact van Londen moet worden aanvaard. Gezien deze feiten zou het dus niet onmogelijk zijn, dat alleen het onver zoenlijke deel der Duitsch-nationalen zich tegen de Dawes-wetten uitspreekt, het be zadigde deel daarentegen zij het niet van harte, maar de bittere noodzaak ervan inziende ervoor stemt. 't ware het kasteel van Kerlor. De gravin, gelukkig bovenmate, ge voelde het gewicht harer jaren niet. Carmen wilde, ondanks haar groote droefheid over het vertrek van Robert d'Alboize, toch deelen in het algemeen geluk. Toen Hélène er haar schoonzuster aan herinnerde, dat zij aan deze dit goddelijk geluk had te danken, toen gevoelde juffrouw de Kerlor zich ge roerd en omhelsde langen tijd de jonge gravin, die zij inderdaad aan de wreedste wanhoop had ontrukt. Nooit zal ik u dat kunnen vergoeden, zuchtte Hélène. Vijf dagen na het huwelijk, tegen tien uur in den morgen, trad Georges bij zijn vrouw binnen. Hij was bleek en hield een dagblad in de handde Dépêche van Brest. Hélène zag terstond het bezorgde ge laat van haar echtgenoot. Wat is er? vroeg de jonge vrouw ook terstond zeer bewogen. Een zaak, waaraan ik nog niet kan gelooven, hernam Georges. Inderdaad was hij meer verbaasd dan bedroefd. Wat hij vernam, scheen hem zoo iets buitengewoons toe, dat hij wei gerde er geloof aan te slaan. Onder zijn Laatste Berichten nam het blad een telegram op van zijn Parijschen correspondent „Er wordt op de beurs alleen gesproken over het verdwijnen van den welbekenden geldman Ronan-Guinéc. „De Crediet- bank van het Westen" heeft haar be talingen gestaakt". Vervolg Raadverslag WERKENDAM. 4. Voorstel van B. en W. tot toeken ning aan A. Vos voor het jaar 1924 van een belooning van f 100.voor het ophalen der schoolgelden. Dit is een nieuwe functie en moet af zonderlijk bezoldigd worden. De heer v. Wijk wil een instructie maken waarin staat al hetgeen de gemeentebode verplicht is te doen. De Voorzitter vindt, hetgeen de heer v. Wyk voorstelt zeer juist, maar merkt op dat dit een andere functie is dan die ge meentebode tot nog toe bekleedde. Als er nu weer eens iets bij kwam zou er een wijziging in de instructie aangebracht moe ten worden. De heer Vos is gevraagd of hij het schoolgeld wilde ophalen, deze heeft toen direct toegestemd, natuurlijk in de mee ning verkeerende dat hem een vergoeding zou worden toegekend. In dit geval zijn wij niet duurder uit, dan dat we een vasten gemeentebode hadden. v. W»jk. Neen, wy zijn niet duurder uit, maar ik zou toch een instructie willen maken waarop zich èn de Raad èn de man zelf beroepen kunnen. Ik geloof wel dat zoolang de gemeente het schoolgeld blijft ophalen het geld binnen komt. De heer Bogers sluit zich voor een groot gedeelte aan bij hetgeen de heer v. WTyk gezegd heeft, maar merkt op dat, als er een instructie is men er toch geen nieuwe functie aan den gemeentebode kan by geven of ze moet weer afzonderlijk betaald worden. Volgens de heer v. Oord zou het op halen van de schoolgelden nog gebracht kunnen worden onder de inkomsten van den bode maar vindt dat een beetje al te ver gezocht. De heer Holster zegtIk begrijp de zaak in zijn geheel nog niet goed. Wat ver staan wy ten slotte onder gemeentebode. Er wordt geregeld gesproken over be zuiniging maar wat hebben we er aan als het niet wordt toegepast. Als het nu werkelijk bij de werkzaamheden van den gemeentebode behoort zou ik het dit jaar maar laten loopen, wij geven iederen keer maar posten uit van f 50.en f100. dat loopt nog aardig op. De heer v. Oord vindt dat het afzon derlijk betaald moet worden, de heer Vos doet dan misschien ook meer zijn best voor het invorderen van de gelden. Holster. In verband met hetgeen de heer v. Oord zoo pas gezegd heeft, als het afzonderlijk betaald wordt doet de heer Welnu, zeide Hélène, wat beteekent dat Hij antwoordde Wij hebben in deze bank meer dan een millioen geplaatst. Ach, mijn arme Georges, riep Hélène uit. Als deze regelen waarheid behelzen, vervolgde hij, zijn wij geruïneerd. Mijn hemel, welk een slag voor uw moeder. Hij drukte zijn vrouw tegen zich aan. Lieveling, zeide hij, denk jij dadelijk aan de arme oude vrouw, die dit ongeluk het gevoeligst zal treffen Ik dank je I Komaan, Georges, hernam zij, wanhoop niet dadelijk Wacht de bevestiging van het bericht af. Met bevende hand wreef hij zich over het voorhoofd. Toen mompelde hij Jacques I Mijn vriend Jacques Ronan- Guinec zou me niet zoo hebben bedrogen Het is niet waar! Op haar beurt omhelsde nu de jonge vrouw haar echtgenoot. Er kwamen tranen in haar oogen, die zij echter dapper terugdreefzij was niet droevig, wijl zij vreesde, dat het fortuin van haar man verloren zou zijn, maar omdat zij dacht aan haar vader, den markies, die eens op dezelfde wijze had gesproken tot zijn vrouw. Maar het zou verschrikkelijk wezen, hernam Georges op heftigen toon. Hij herlas het bericht in het dagblad. Toen kwamen er allerlei herinneringen bij hem op. Sedert eenigen tijd had een aantal zijner verwanten van Ronan-Guinec ge- Vos meer zijn best, vertrouw ik, dat de heer Vos toch altijd zijn best voor de gemesnte doet. Ik vind het een overbodig iets over bezuiniging te spreken als het toch niet toegepast wordt. Bogers. Het woord „bezuiniging" doet opgeld van avond. Ik geloof dat ik niet te veel zeg als ik opmerk dat ik onder de bezuinigers behoor daar heb ik al heel wat harde noten over hooren kraken. Er wordt nog al eens gezegd »de Wethouders zijn wel eens wat te zuinig.« Hier zijn nu twee nieuwe functies ge- gecreeërd, het ophalen van schoolgelden en correspondent van de arbeidsbemiddeling, die moeten dus betaald worden. Als er een nieuwe functies geschept worden kan ik er mij niet mee vereenigen om er niet voor te betalen. Baggerman. Alles gaat naar omlaag en wij gaan verhoogen. Ik denk dat de heer Vos onderhand f 1200.per jaar heeft dat is toch wel erg, daar kan toch best wat meer werk voor gedaan worden. Zyn er dan geen andere menschen voor te vinden, ik denk b.v. aan den brugwach ter, die had het misschien ook wel voor f 2.per week willen doen. v. Oord. Wij zijn het hier allemaal over eens, het schoolgeld moet per week opgehaald worden. Er moet dos iemand voor zijn. Den heer Vos kunnen wy er niet toe verplichten, het is een nieuwe functie zooals de heer Bogers '«recht op merkt. Laten we er dan ook voor be talen. Er wordt toch al heei wat mede verdiend, want het schoolgeld wordt nu eiken Maandag opgehaald, het komt dus ge regeld binnen en anders gebeurt dat niet. Groeneveld. Ik denk nu juist aan Schaar den gemeente-reiniger. Deze gaat nu met pensioen. Veronderstel nu eens dat we deze functie den nachtwaker zouden willen laten doen, dat gaat toch immers niet. Zoo is het hier nu met Vos. Is z'n salaris te hoog dan kunr.en we dit herzien. Maar iemand iets opdragen en het dan gratis laten doen dat gaat niet. De Voorzitter. Heeren, het is van alle kanten bekeken. De Boom. Ik wilde juist nog iets zeggen De heer Knook stelde voor aan hem f 300 uit te betalen als correspondent, het liep toen terug op f 100, laten we Vos nu f 50.— geven dat is dan ook wel vol doende. Het voorstel van den heer de Boom om sproken op een zeer zonderlingen toon. Georges had met alle kracht de be schuldigingen aan het adres van zijn vroegeren schoolmakker verworpenhij had zelfs niet alles willen hooren, wat men hem wilde vertellen. Ronan-Guinec had op grooten voet geleefd hij was eigenaar van een grooten stal met paarden, hij onderhield be trekkingen met een danseres aan de opera, dat alles had den heer de Kerlor geen belang ingeboezemd. Integendeel,'hij was verrukt, dat zijn oude makker van zich deed spreken te Parijs. Dit bewees dat Jacques vooruitging en dat de Kredietbank een bloeiende instelling was. Het was zeer goed mogelijk, dat een zoo snel verworven fortuin van menigeen den nijd opwekte, of kleingeestige zielen deed beven, die dadelijk aan gevaarlijke speculaties dachten. Het geld aan Ronan-Guinec toever- vertrouwd, bracht steeds grooter rente op. Waarom zou de bank dan gevaar loopen Evenwel had het den heer de Kerlor al zeer verwonderd, dat hij bij al zijn gelukwenschingen met de voltrekking van zijn huwelijk, geen letter had ge vonden van zijn vriend. Eerst had hij gedacht dat Jacques te Kerlor zou komen, vooral toen het hem gebleken was, dat deze den uitnoodigings- brief eerst laat had kunnen ontvangen. Bovendien had de invitatie kunnen wegraken te midden van de honderden brieven, die de Kredietbank dagelijks f 50.te betalen wordt ondersteund. Het voorstel van B. en W. wordt eerst in stemming gebracht. Tegen stemden de heeren Baggerman, de Boom, Holster en Vos. Het voorstel van B. en W. wordt alzoo aangenomen. 5. Aanbieding gemeenterekening dienst 1923. De buitengewone ontvangsten bedragen f 240.647.86|, de buitengewone uitgaven f 218.483.79 saldo f 22.164.07J. De gewone ontvangsten bedragen f 78.743.52, de gewone uitgaven f 74.001.92 saldo t 4.741.60J. Het winst saldo van het G.E.B. over 1923 bedraagt f 1225,70. 6. Aanbieding rekening burgerlijk arm bestuur dienst 1923. Deze rekening sluit als gewoonlyk met een batig saldo f6.11. 7. Benoeming van een commissie tot onderzoek dier rekeningen. Hiervoor worden aangewezen de heeren Groeneveld, Visser en Vos. 8. Rekening gezondheidscommissie te Heusden over 1923. Deze rekening sluit met een saldo van f 388.77 en wordt goedgekeurd. 9. Begrooting gezondheidscommie te Heusden over 1925. De kosten voor deze gemeente zullen bedragen f 183.60. 10. Opmaking voordracht voor te be noemen leden van het college van Zetters wegens periodieke aftreding der heeren J. Visser Az. en B. Visser. In de plaats van den heer J. Visser werd op de voordracht als nummer 1 geplaatst J. Visser als no. 2 Joh. v. Loon C.Dz. Op ieder werden 10 stemmen uitgebracht. In de plaats van den heer B. Visser werd op de voordracht als nummer 1 ge plaatst B. Visser als no. 2 C. C. Kieboom. De heeren Visser en Kieboom verwierven ieder als no. 1 met vijf stemmen en als no 2 respectievelijk ook vijf stemmen op zich. Bij de 2de vrije stemming werd de uit slag hetzelfde. Vervolgens besliste het lot dat als no. 1 voorgesteld werd de heer B. Visser. 11. Beschikbaarstelling gelden voorde inrichting der Bijzondere school voor uit gebreid Lager Onderwijs, B. ea W. weid machtiging gegeven om met het schoolbestuur in overleg te treden. Bij de rondvraag vraagt de heer v. Wyk hoe of het staat met de schadevergoeding bestemd als vergoeding voor toegebrachte ontving. Georges had het stilzwijgen van zijn vriend echter niet bovenmate zwaar op genomen. Alles zou weldra worden opgelost. Maar thans kwamen al die gedachten van toen terug. En het scheen hem toe, dat de mede- deeling in het blad van Brest zeer waar schijnlijk was. Plotseling maakt Georges een beweging van toorn. Kom, mijn vriend, zeide Hélène, met een teedere en vleiende stem, wind je niet zoo op. Hij drukte haar zachtkens de hand, het scheen, dat hij zich wilde veront schuldigen zijn opkomende gramschap niet bedwongen te hebben. Daarna hernam hij Jacques Ronan-Guinec is mijn oudste vriend Het was altijd een jongen, op wien men aan kon Ik zal niet zeggen, dat wij hem ons fortuin hebben toevertrouwd, dat zou niet hee- lemaal juist zijn. Wij hebben ons geld in de „Algemeene Kredietbank van het Westen" geplaatst, omdat wij dachten, dat het nergens veiliger was Mijn moeder en zuster hadden zoo mogelijk nog meer vertrouwen dan ik in Ronan- Guinec Het was in zedelijken zin een verleider. Hélène antwoordde Misschien is hij getroffen door onop houdelijke rampen. Georges was diep getroffen, toen hij zag, hoe goed zijn vrouw de zaak begreep en hoe kalm zij ze opvatte, o li r li et latl van H pje n c it AU it aj c La ii is s t r a a t e, erwaar 4

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1924 | | pagina 1