Vervolg Raadsverslag HEUSDEN.
Aangehouden verzoek van eenige in
gezetenen tot het bouwen van woningen.
De Voorzitter zegt, dat dit onderwerp
in de vorige vergadering in behandeling
is geweest en dat de heeren er de strek
king van kennen. B. en W. hebben
het adres overwogen en zijn tot de con-
clussie gekomen, dat het gewenscht is,
den raad voor te stellen afwijzend op
het verzoek te beschikken. Dit voorstel
is gegrond op de overweging, dat van
gemeentewege het standpunt dient te
worden ingenomen, welk standpunt ook
van overheidswege meer en meer wordt
voorgestaan, dat alleen in de meest
buitengewone omstandigheden in het
woningvraagstuk dient te worden inge
grepen enmen ook in deze naar de
meer normale toestanden heen moet. Uit
de richting die van regeeringswege wordt
ingeslagen bij het vraagstuk der woning-
politiek blijkt ten duidelijkste, dat men
deze meer en meer aan het particulier
initiatief wenscht over te laten.
Wat de woningbehoefte betreft, mijn
heer Uhl heeft in de vorige vergadering
verzocht, een opgaaf te verstrekken van
hetgetal beschik bare woningen. Het is hier
echter zeer moeilijk daarvan een behoor
lijke statistiek te geven, vandaag zijn
de woningen betrokken, doch morgen
worden die weer verlaten. Spr. kan wel
zeggen, dat er eenige woningen beschik
baar zijn, of die echter geschikt zijn
voor de menschen die het adres hebben
geteekend weet hij niet. Of de woning
nood nu echter zoo heel erg is, moet spr. in
twijfel trekken. Feit is het, dat nog
eenige woningen leeg staan. Een der
onderteekenaars is zoo goed als onder
dak, het getal dat op een woning wacht
is niet zoo groot, komt er een woning
leeg, dan zijn het eerder vreemdelingen,
die deze betrekken, dan zij, die hebben
kunnen voorzien, op zeker oogenblik
geen woning te hebben. Het komt spr.
voor, dat de onderteekenaars, als zij op
hun qui vive waren geweest, reeds best
een woning hadden kunnen huren. Ze
laten het echter op het laatst aankomen,
dan volgt een dagvaarding en is Leiden
in last. Dit alles heeft B. en W. tot
hun voorstel geleid om te adviseeren
niet op het verzoek in te gaan.
De heer Uhl zou naar aanleiding van
dit punt B. en W. enkele dingen willen
zeggen. Dingen die misschien niet hee-
lemaal juist zijn, doch die spr. dezer
dagen naar voren heeft hooren brengen
Tengevolge van het feit, dat de heeren
de Haan en Oerlemans hunne woningen
voor eigen personeel noodig hebben en
de betrokken huurders dus thans de
woningen worden opgezegd, hebben 2
huisgezinnen besloten Heusden te ver
laten. Verder zijn eenige werklieden
hierdoor genoodzaakt woningen te hu
ren die hunne eigenlijke draagkracht te
boven gaat. Zijn de meegedeelde feiten
waar, en beBtond er nog een huurcom-
missie, dan komt het spr. als vaststaand
voor, dat deze commissie dergelijke hu
ren niet zou hebben goedgekeurd.
Er zijn verschillende onderteekenaars
die nog geen woning in het uitzicht
hebben, hoeveel er op straat komen te
staan is spr. niet bekend, evenmin weet
hij thans nog zeker, dat er werkelijk
woningnood dreigt. Waar echter het
particulier initiatief te kort schiet, is
dan de overheid niet verplicht in te
grijpen Het is te voorzien dat van
den kant van een bouwvereeniging of
particulier initiatief niets zal komen, te
vens is te voorzien dat woningbouw
door de gemeente zelf niet rendabel is.
Het is spr. niet bekend of er nog meer
gezinnen op straat zullen komen te staan
dan men op 't oogenblik kan vermoeden,
dit neemt echter niet weg, dat hij den
raad niet verantwoord acht, het verzoek
zonder meer ter zijde te leggen en er
doof voor te blijven. Spr. zag door den
raad gaarne een commissie samengesteld,
die eerst de vraag onderzoekt of er wer
kelijk woningnood bestaat en of dat deze
in de naaste toekomst zal dreigen, om
daarna, indien mocht blijken, dat dit
werkelijk het geval is, te overleggen
op welke voor de gemeente minst kost
bare wijze in de woningnood is te voor
zien en dan met voorstellen bij den raad
te komen. Nogmaals, om zonder meer
afwijzend te beschikken, daarmede acht
spr. zich niet verantwoord.
De heer de Haan zegt het gesprokene
door den heer Uhl te onderschrijven.
Bouwen door de gemeente acht ook hij
ondoenbaar. Een bouwcommissie is vol
gens hem den aangewezen weg, het rijk
draagt dan 3/s, de gemeente slechts 7s
der lasten. Zeker is het, dat er in Heus
den verscheidene woningen zijn, die veel
te wenschen overlaten en de menschen
daar maar in te stoppen acht hij niet
verantwoord. Spr. is er voor, dat een
speciale commissie het vraagstuk van
de woningnood nader onder de oogen
ziet en daarover advies uitbrengt, niet
tegenstaande het feit dat hij hier wel
wil verklaren, dat er verschillende onder
teekenaars zijn van het adres, wie hun
woning nog niet is opgezegd.
De heer Cox zegt er indertijd ook
reeds over te hebben gesproken. Kun
nen de Godshuizen geen woningen gaan
bouwen? Voor de ambachtslieden is er
op 't oogenblik weinig werk. De Gods
huizen verrichten volgens dezen spr. dan
beter werk, dan door het effen maken
van landerijen. Al ontvangen zij al een
beetje minder huur, dan was het voor
dit college niet zoo erg als voor de ge
meente. Wat het particulier initiatief
betreft, hiervan kan geen sprake zijn.
Geen enkel particulier kan zijn kapitaal
in woningbouw rendabel maken. Met
aankoop van grond komt een woning
op f4000,houdt men rekening met
grondlasten enz. dan moet men rekenen
op een huur die 10 pCt. bedraagt van
de bouwkosten, welke werkman kan
deze huur betalen? Er moet van hoo-
gerhand worden ingegrepen.
Voorzitter. Op de vraag van den heer
Cox of de Godshuizen niet kunnen bou
wen kan ik natuurlijk niet antwoorden.
Ik geloof echter niet dat het op den
weg der Godshuizen ligt hiertoe over te
gaan.
Cox. Dan zal het onzen weg zijn, er
moet iets worden gedaan.
Voorzitter. Zooals mijnheer de Haan
zegt zijn er eenige onderteekenaars van
het adres wien de huur niet is opgezegd,
verder zijn er die reeds een woning
hebben. Men moet ook niet vergeten,
dat de opmerking in het adres dat de bevol
king van Heusden vooruit is gegaan ook
niet juist is, de stand is hetzelfde als voor
eenige jaren. Alleen hebben menschen van
buiten geprofiteerd van de omstandig
heden dat hier woningen openstonden,
deze kunnen echter weer op dezelfde
manier verdwijnen, zooals ze gekomen
zijn. Spr vindt het gevaarlijk daarom
woningen te gaan bouwen, er wordt wel
gezegd, dat die menschen hier zullen
blijven, doch als ze elders werk kunnen
vinden en ze kunnen daar .een woning
krijgen, dan blijven ze niet hier. Spr
heeft er geen bezwaar tegen, dat het wo
ningvraagstuk door een commissie wordt
bekeken en daaraan alle aandacht schenkt,
hij gelooft echter niet dat het noodig
zal zijn te gaan bouwen.
Cox. Kunnen wij niet besluiten 5
woningen te gaan bouwen, er zijn mis
schien wel een paar krotten die leeg
staan, doch deze zijn onbewoonbaar, een
fatsoenlijke werkmanswoning zal beslist
niet leeg blijven staan.
Voorzitter. Als men de huur maar
zeer laag stelt. Op het voorstel van
den heer Cox zou ik niet ingaan.
Cox. Er is toch woningnood.
Voorzitter. Daar zitten we juist over
te praten.
Cox. Mijnheer de Haan zegt de wo
ningen op, omdat hij ze voor zijn werk
volk noodig heeft, men kan hem dit niet
kwalijk nemen.
Voorzitter. Mijnheer Cox wil ik even
onder de aandacht brengen, dat, toen
de woningen van mijnheer de Haan
leeg stonden de menschen van buiten
daarvan hebben geprofiteerd.
Cox. Men moet zien wat men in den
Bosch doet, hoe men daar aan het ont
ginnen en bouwen is.
Voorzitter. Wat den Bosch doet, kun
nen wij nietwenscht mijnheer Cox
een voorstel te doen
Cox. Ik maak er een voorstel van
om 5 woningen te bouwen.
v. Everdingen. Moet dat niet onder
steund worden
Voorzitter. Dit is juist, er moeten
twee leden zijn die het voorstel onder
steunen.
Geen der heeren toont hiertoe neiging.
De heer Uhl zegt dat het voorstel
van mijnheer Cox goed bedoeld is, doch
dat het voor hem nog niet heelemaal
vaststaat, dat er woningnood is. Om
daarom door het nemen van een besluit
op dit oogenblik, de gemeente te binden
daar voelt spr. niets voor. Als de com
missie tot de conclusie komt dat er wo
ningnood is, eerst dan heeft zij te over
wegen op welke minst kostbare wijze
voor de gemeente daarin kan worden
voorzien en met voorstellen bij den raad
te komen.
De heer de Haan zegt het voorstel
van mijnheer Uhl te willen ondersteunen.
Voorzitter. Nu van het voorstel van
mijnheer Cox-geen kwestie is, is er dan
nog iemand die het voorstel van mijn
heer Uhl wenscht te steunen
Cox. Ik kan mij wel eenigszins met
dit voorstel vereenigen, onder voorwaarde
dat wij den tijd waarin de Commissie
heeft te beslissen, niet rekbaar nemen,
anders kan het wel een heel jaar loopen.
We kunnen daarvoor wel 14 dagen of
hoogstens 4 weken stellen. Blijkt er dan
geen woningnood te zijn, dan niet bou
wen en anders wel.
Voorzitter. Ik geloof niet, dat het
gewenscht is, dat men voor de Commissie
met den stok achter de deur gaat staan,
deze zal uit zich zelf wel spoed maken.
Uhl. Het is niet mijn bedoeling, de
Commissie als kapstok te gebruiken en
dus te dwingen in 14 dagen gereed te
zijn. Misschien moet het woningbureau
worden geraadpleegd en andere inlich
tingen worden ingewonnen.
Cox. De Commissie behoeft toch
slechts te adviseeren.
Uhl. Ik ben het er niet mede eens,
om de Commissie aan tijd te binden.
Mocht het te lang duren, dan kan de
raad ze altijd opporren.
Cox. Als 14 dagen te kort is, laat
ons dan 4 weken stellen.
Voorzitter. Het gaat niet op. de Com
missie aan een termijn te binden.
Cox. Nee, nee, dat begrijp ik.
Hierop wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig het voorstel van den heer
Uhl besloten.
De Voorzitter vraagt, of de Raad de
benoeming van een Commissie zelf
wenscht te doen en uit hoeveel leden
deze moet bestaan.
De heer de Haan meent van drie.
Voorzitter. Wenschen de heeren die
zelf te benoemen
Cox. Mij goed.
v. Everdingen. Ik zou de benoeming
aan den Voorzitter overlaten. Het is
voor mij op 't oogenblik niet zoo ge
makkelijk te beslissen, wie daarin zullen
zitting nemen.
de Haan. Zouden er ook geen per
sonen buiten den Raad zitting in kunnen
hebben, zooals b v. mijnheer Leenhouts,
die heeft een goeden kijk op die zaken
Voorzitter. Dat zou ik niet doen. De
Commissie kan zich toch van de voor
lichting van dezen bedienen, maar het
moet toch zijn een raadscommissie ad
hoe.
De raad laat de benoeming der com
missieleden hierop aan den Voorzitter
over.
Voorstel van Ged. Staten tot vereeni-
ging der gemeenten Heusden, Herpt c a
met een deel van Oudheusden.
De Voorzitter zegt, dat de heeren het
ontwerp hebben thuis gehad en er dus
inzage van hebben genomen. Volgens
de wet heeft de raad thans advies uit
te brengen, evenals een Commissie die
reeds benoemd is. Eenigen tijd geleden
zijn B en W. reeds gehoord over het
toen nog vage plan. Het was toen nog
niet zoo geformuleerd als thans B. en
W. hebben toen gezegd, wel accoord te
kunnen gaan met vereeniging, als Hees
been, Doeveren en Luttelherpt ook in
de combinatie werden opgenomen, omdat
ook deze feitelijk een geheel er mede uit
maken. Neemt men er Oudheusden bij
omdat aard en bevolking gelijk zijn,
dan geldt dit zeker zoo sterk voor Hees
been en Doeveren.
Ged. Staten zijn zeker die opmerking
van B. en W. voorbij gegaan en komen
met het voorstel zooals het hier ter tafel
is; wie van de heeren verlangt er het
woord over
Uhl. Mijnheer de Voorzitter, 't Kan niet
ontkend, dat de gemeenteraad van Heus
den hedenavond komt te staan voor een
zeer belangrijke beslissing, een beslissing,
die daarom zoo belangrijk is, omdat de
gevolgen, die uit deze beslissing zullen
voortvloeien, in de toekomst niet weer
zoo licht kunnen worden ongedaan ge
maakt. Er wordt ons dan voorgelegd
een ontwerp van wet tot vereeniging der
gemeenten Heusden, Herpt en Bern met
een deel van Oudheusden. Gelijk elk
wetsontwerp is ook dit ontwerp verge
zeld van een memorie van toelichting.
Willen wij nu weten welke redenen de
Regeering heeft om tot het indienen van
dit ontwerp over te gaan, dan zullen we
die redenen in deze memorie moeten
vinden, 't Is derhalve van belang om
deze memorie even nader te bekijken.
In deze memorie dan wordt in de eerste
plaats "uitgedrukt dat de te vormen
nieuwe gemeente d. i. dus Heusden,
Herpt en Bern en het dorp Oudheusden
samen vormen een natuurlijk geheel. Ik
wil dit niet ontkennen M. de Voorz.,
maar het wil mij toch voorkomen dat,
indien het de bedoeling was geweest
bijeen te voegen, wat „natuurlijk1' bij
elkaar behoort, men dan toch heel anders
had moeten te werk gaan, m. i. had dan
Luttelherpt, Hedikhuizen(dorp) afge
zien dan van enkele stukken er stellig
Heesbeen en Doeveren niet mogen ont
breken. Voorts staat er in vermeld, dat
aard en opvatting der ingezetenen zoo
goed als gelijk zijn. Het is maar goed,
dat de Regeering niet heeft gehoord de
stemmen die in de verschillende ver
gaderingen te Herpt gehouden tegen deze
opvatting zijn opgegaan. Ook ik meen,
dat men goed zal doen deze uitdrukking
in de memorie met een korreltje zout op
te vatten, ook al zou ik voor mij per
soonlijk de grens der mentaliteit in de
2 gemeenten wellicht een weinig anders
trekken dan men dat te Herpt heeft
gedaan.
Ten slotte wordt de vereeniging voor
gesteld, om het algemeen belang, dat
verbonden is aan vereenvoudiging van
administratie en bestuur, en aan en
dit is zeer belangrijk aan de econo
mische en sociale verzorging der betrok
ken gemeenten.
Het is natuurlijk zeer aangenaam te
vernemen dat men in den Haag zich
zoo zeer bezorgd maakt over onze econo
mische en sociale verzorging. Maar ik
vraag mij toch in allen ernst af, zullen
wij indien wij vereenigd waren, inder
daad deze belangen beter kunnen ver
zorgen, dan tot nu toe. Is het te ver
wachten, dat een stadje met 2000 inwoners
en een oppervlakte van 109 H.A. minder
goed zijn sociale taak zal kunnen ver
vullen dan een gemeente van 1628 H A.
met een bevolking slechts van 2800
inwoners. Ik geloof, M. de Voorz. veeleer
het tegendeel, 't Zou wel eens kunnen
zijn, dat bij de verzorging dier belangen
de buitengemeenten, want dat blijven
zij ondanks de vereeniging, toch zouden
blijken een blok aan het been te zijn.
En eindelijk de vereenvoudiging van
administratie, zeker er verdwijnt een
secretarie, maar dit is toch eigenlijk
geen vereenvoudiging van administratie,
behoeft dit althans niet te zijn. ereen-
voudiging van administratie, daarvoor is
alles te zeggen, maar daarvoor is geen
vereeniging noodig, dat moet uitgaan
van de Regeering, laat deze het ge
meentebestuur van het lijf blijven met
allerhande bepalingen en opdrachten, kan
dat niet, welnu, dan is er niets aan te
doen, maar men verbeelde zich niet, dat
vereeniging voor die kwaal een genees
middel is.
M. de Voorz. Men stelt ons voor een
huwelijk, en nu wil ik U wel zeggen,
dat voor mijn gevoel dit huwelijk een
mariage de raison, een verstandshuwe
lijk moet zijn Ik vraag mij dus af,
wat brengen de deelnemende gemeenten
in de gemeenschap.
Laten we dan eerst eens Herpt in
oogenschouw nemen. Wie is dit bruidje
eigenlijk
Laat mij eerst eens herinneren aan
hetgeen door een der raadsleden van
deze gemeente in de j.l. gehouden raads
vergadering te berde is gebracht. Ik
zal het hier nu niet woordelijk herhalen,
mijnheer de Voorz. we hebben het al
lemaal in de courant kunnen lezen, maar
het kwam toch eigenlijk hier op neer,
dat Heusden als een vurige en begeerige
vrijer, begeerig naar de schatten van
de onschuldige bruid, alles zou hebben
in 't werk gesteld om deze vereeniging
tot stand te brengen. M. de Voorz. ik
vind dit erg arrogant van dit raadslid
want tot op heden heb ik nog niet een
Heusdenaar ontmoet, die op vereeniging
met Herpt nu erg gebrand is. Enm.i.
geen wonder want ik vraag slechts wie
is eigenlijk ons bruidje. Immers de
gemeente Herpt heeft, ben ik goed in
gelicht een schuld van f22,000 en een
volgens mijne meening niet erg draag
krachtige bevolking.
Is dit nu een bruid, waarop men
trotsch kan zijn, en die wij met vreugde
zullen moeten binnenhalen. Een bruidje
met een schuld, en daarenboven niet
geheel vast van financieele zeden, want
het stichten in de gemeente Herpt van
een bijzondere school. M. de Voorz. 't
spijt mij inderdaad, dat ik het zeggen
moet, is nu niet geweest een voorbeeld
van voorzichtig financieel beleid. En
met zoo'n juffertje wil men ons nu laten
trouwen.
Ook wat Oud-Heusden betreft zullen
wij, een deel van de schuld, groot naar
ik meen f 22.000 moeten overnemen.
Hoe groot dit deel is weet men niet,
want dat zullen Gedep. Staten wel be
palen, maar reken er maar op, dat het
per slot van rekening niet zal meevallen.
En eindelijk de verplichtingen voort
vloeiende uit art. 10 van het wetsont
werp, de kwestie der wachtgelden. Ik
kan nu juist niet zeggen dat dit artikel
overvloeit van duidelijkheid maar ik
geloof toch stellig, dat uit dit artikel
voor de nieuwe gemeente niet onbelang
rijke lasten zullen voortvloeien.
En ten slotte nog een enkel punt, dat
ik zou wenschen even aan te roeren.
Wanneer deze vereeniging tot stand komt
wat gebeurt er dan met ons vleesch-
keuringsbedrijf Ik vrees, dat, waar
ook omliggende gemeenten zullen ver
eenigd worden ons met zooveel moeite
tot stand gebracht bedrijf zal uiteen
vallen en den kring Heusden zoodanig
zal inkrimpen, dat er van een zichzelf
bedruipend bedrijf geen sprake meer zal
zijnbovendien is m. i. de kans groot,
dat inkrimping van dit bedrijf gepaard
zal moeten gaan met op wachtgeld stel
len van een of meer ambtenaren daar
aan verbonden, wat ook al weer voor
de gemeente een last zal beteekenen.
Resumeerende kom ik tot de slotsom,
dat voor zoover ik op 't oogenblik de
zaak kan overzien vereeniging mij niet
toeschijnt in het belang van deze ge
meente en dat wij inderdaad beter zul
len doen te trachten onze zelfstandig
heid te bewaren.
de Haan. M. d. Y kunt U me ook
eenige mededeelingen doen omtrent de
baten en lasten van Herpt, wat deze ge
meente bezit en welke schulden zij heeft
Welke ambtenaren komen op wachtgeld
Wij bezitten hier de Godshuizen die van
veel belang zijn voor Heusden. Herpt
doet wel of ze voor ons de belasting
zullen moeten betalen, maar hier is het
vermenigvuldigingscijfer H/s en in Herpt
4. Hieruit volgt, dat de gemiddelde aan
slag dan lager moet zijn. De Godshuizen
zijn gegeven voor de poorters van Heus
den en nu zult U dadelijk wel zeggen
dat blijft zoo, doch als Herpt met Heus
den vereenigd is, krijgt het ook twee
raadsleden die er mede over te beslissen
krijgen. Bovendien behoeft men dan
slechts van het eene gedeelte der ge
meente naar het andere te verhuizen,
om aanspraak te kunnen maken op on
dersteuning der Godshuizen. Dit betreft
hetzelfde de gemeente Oudheusden. Als
Hedikhuizen er nog bij kwam dan werd
het een geheel andere geschiedenis, die
brengt nog wat mede.
v. Everdingen. Dat is dus een goede
bruid.
de Haan. Verder is er geen ruime
memorie van toelichting, die het geheel
toelicht. Daarin wordt zeker altijd ge
zegd, dat aard en opvatting gelijk zijn
Wat verder het stukje Bern betreft, jjit I
behoort er heelemaal niet bij dat moe- j
ten ze maar bij NeUerhemert voegen.
Voorzitter. De bepaling in de memo
rie van toelichting, dat aard en opvat
ting gelijk zijn, ik geloof ook, dat dit
een algemeene opmerking is. Verder
wil ik hier verklaren, dat ik mij in de
vergadering van B. en W. voor vereeni
ging heb verklaard. Ik heb dat gedaan,
niet uit persoonlijk belang, doch omdat
ik op het standpunt sta, dat hoe grootere
gemeente hoe meer zij in haar sociale
en economische nooden kan voorzien.
Mijnheer Uhl heeft gezegd, dat het wei
nig verschil maakt of een gemeente 2000
of 2800 inwoners telt. Dit verschil is
wel niet veel, maar het is toch een ver
schil dat van invloed kan zijn op de
werkzaamheden der gemeente. Het staat
bij mij vast, dat een gemeente ter grootte
van Herpt, niet moet blijven bestaan.
De bestuurskosten zijn tegenover de an
dere uitgaven zoo hoog, dat het niet
gerechtvaardigd is, tegen vereeniging te
zijn. Mijnheer Uhl heeft ook een ander
gezichtspunt aangeroerd, en het is diens
bedoeling dat voornamelijk ter uitvoering
van wetten en maatregeleen van alge
meen belang, het weinig verschil uit
maakt, of dit voor een kleine of groote
gemeente geschied. Thans moeten deze
echter dubbel geschieden en het ligt
toch voor de hand dat, als dit zonder j
verdere kosten uit een hand kan ge- j
beuren, hierdoor een vereenvoudiging ont
staat die niet te min en te laag is te
schatten. Ik laat nu daar, of deze rede
neering voor Heusden opgaat, doch be
schouw dit uit een algemeen oogpunt.
Ik beweer niet, dat Heusden als Heus
den of Herpt als Herpt zijn belangen
niet even goed zelfstandig kan behar
tigen. Ik vestig er alleen de aandacht
op, waarom in het algemeen belang ver
eeniging moet worden bevorderd. Ik
heb geen propaganda voor vereeniging
gemaakt en wensch die ook niet te ma
ken; ik wil geen enkelen persoonlijken
invloed hiervoor doen uitgaan.
Nu de opmerking van het vleeseh-
keuringsbedrijf, deze is niet juist, deze
kan blijven zooals ze thans is. Of men
vereenigd of niet, dit kan van geen in
vloed zijn op het getal keuringen deze
zal hetzelfde blijven, men zal daarom
toch geen vleesch of spek minder eten.
Thans de vraag van mijnheer de Haan
om een staat van schulden en bezittin
gen van Herpt. De schuld bedraagt
zooals mijnheer Uhl reeds heeft gezegd
f22000,—.
de Haan. Ik dacht dat het 32000 was.
Voorzitter. Daar is geen kwestie van
naar ik meen is het slechts f22000,
Wat de bezittingen betreft, hiervan is
niet direct te zeggen wat zij opbrengen.
Er zijn eenige bezittingen, waaronder
eenig boschland, de opbrengst daarvan
is zeer wisselvallig. Dit jaar was de
opbrengst f 1000,en is een gedeelte
dijk voor f200,verpacht, Verder is
er nog een inschrijving op het grootboek
van f7000,272 pCt. en dan nog
het schoolhuis.
de Haan. Kan niet schriftelijk uit
een worden gezet, de inkomsten over 10
jaren, we behoeven toch nu niet direct
een beslissing te nemen.
Voorzitter. Dat gaat niet zoo gemak
kelijk. Verder is er nog weiland ver
huurd voor f222,per jaar, ;het bosch
land heeft in 1917 opgebracht f1517,
in 1921 f637,verder is er nog een
perceel dat in 1916 opbracht f 340,in
1920 f812,de onkosten hierop zijn
een goede f 100,Dan is er nog de
Bernsche Steeg die f 51,per jaar op
brengt en een perceeltje grond in erf
pacht voor f30,per jaar, het school
huis is verhuurd voor f225,ziedaar
de inkomsten,
de Haan. Kan niet uiteengezet wor
den de inkomsten over 10 jaren
Voorzitter. Niet op dit oogenblik, dat
kan echter niet zooveel uit elkaar loopen.
Op wachtgeld komt de Burgemeester van
Herpt, de Secretaris, de Gemeente Ont
vanger en de Burgemeester van Oud
heusden, hiervan heeft Drunen voor een
gedeelte het wachtgeld te dragen.
Uhl. En de Secretaris van den Els-
hout.
de Haan. Dan zou ik graag de draag
kracht weten. Wij hebben hier 500
aanslagen tot een totaal van f 100,000,
hoe groot is dit in Herpt. In 1917 be
hoorde het werkvolk van ons dat op de
Herptsche weg woont, tot de hoogst
aangeslagenen van Herpt.
Voorzitter. Daar geloof ik niets van,
dit is beslist onjuist.
de Haan. Geef mij antwoord op de
vraag van de aanslagen, om te kunnen
beoordeelen dat Herpt draagkrachtig is
zooals U hebt gezegd.
Voorzitter. Dat is niet van mij, U
moogt niet iets zeggen wat geheel onjuist
isj U moogt me dat niet voor de voe
ten gooien. Ik wensch den raad zoo vol
ledig en juist mogelijk in te lichten. Ik
heb het raadslid te Herpt een heel be
redeneerd antwoord gegeven en doen
uitkomen dat de belasting in Heusden
lager is dan te Herpt, dat het vermenig-