vgot liet Lind van HbbsIbi ci AlteiBjeLüiistraat en u Biiielerwaard
Und van altena
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No 4439 Woensdag 8 October 1924
EElilLLKTON
„Het Kasteel van Kerlor."
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Zooals wij nog aan het slot van ons
vorig overzicht konden mededeelen heeft
de Volkenbond Donderdag in zyn vergade
ring het protocol inzake arbitrage, veilig
heid en ontwapening met eenparige stem
men aangenomen, door de 47 aanwezige
Staten is dit goedgekeurd. Zooals men weet
bestond de grootste moeilijkheid hierin, om
vast te stellen wie in geval van een
dreigende oorlog als aanvaller en wie als
aangevallene moest worden beschouwd.
Byria alle ooi logen hebben het bewezen,
en de laatste groote oorlog zeker niet het
allerminst, dat beide partijen meenen of
beweren, zich slechts te verdedigen tegen
die andere, welke haar rechten en belangen
aantasten wil.
Thans is vastgesteld, dat als aanvaller
zal worden beschouwd die Staat, welke
arbitrage weigert of zich aan de uitspraak
van het Scheidsgerecht niet stoort.
De tweede moeilijkheid was, welke maat
regelen te nemen tegen zulk een aanvaller,
die den vrede der wereld verstoort.
Een oogenblik is er sprake van geweest,
dat de Engelsche vloot als politieagent zou
moeten dienst doen, doch de Engelschen
zeiven gevoelden daarvoor weinig. En bo
vendien kan zich toch het geval voordoen,
dat juist Engeland de Staat zou wezen,
tegen welken de Volkenbond moet optreden.
Het beste zou wezen, dat er in zulk
geval samenwerking kon plaats vinden tus-
schen alle legers en vloten. Maar het is
reeds gebleken, dat een aantal volken aan
zulk een gewapende actie niet willen mee
doen en in verband met hun ontwapening
ook niet kunnen meedoen.
Bovendien komt er nog een ontwape
ningsconferentie, welke niet verbonden mag
zyn door verplichtingen om een leger te
onderhouden.
De oplossing van deze moeilijke quaestie
is nu aldus gevonden, dat elke Staat vrij
blijft aan die gewapende handhaving van
den vrede mede te doen.
De grootste overwinning die in deze
Volkenbondsvergadering is behaald is wel,
dat de volken het er thans over eens zijn
dat een aanvallende oorlog een misdaad is
tegen de menschheid.
Natuurlijk mag men van zulk menschen-
werk, dat eigenlijk uit niets dan goede
voornemens is opgebouwd, niet al te hooge
verwachtingen koesteren, vooral niet op
den langen duur, wanneer de herinnering
70
De schepen vervolgden dan ieder hun
wegde korte roman duurde slechts
één blik.
Helaas, Carmen en Robert hadden
elkaar teruggezien.
Waarom heette zij niet mevrouw
d'Alboize
Het hart van de jonge vrouw trok
smartelijk samen; zij slaakte een zucht,
terwijl haar oogen vol tranen stonden,
f Zoo stond zij langen tijd, niet gevoe
lende dat de tranen haar langs de wan
gen biggelden, opziende, zonder echter
iets te onderscheiden, naar het uitspan
sel met zijn millioenen sterren
Plotseling fluisterde een doordringende
stem, op zachten teederen toon aan haar
ooren
U schreit I
Zij keerde zich verschrikt om.
Het was Robert d'Alboize, die voor
haar stond. Hij was gekleed in de sier
lijke uniform der officieren van den
generalen staf.
Toen zij hem zag wischte Carmen haar
tranen met een zenuwachtige beweging af.
Robert vervolgde met een stem, die
beefde van aandoening:
Je lijdt dus, Carmen
Zij wilde trachten tegen hem te strij-
l den, tegen haar zelf, en den officier
recht in het gelaat ziende, zeide zij
aan den grooteri oorlog weer vervaagd zal
wezen en nieuwe strijdpunten zich voordoen.
Maar voor de eerste jaren, misschien
tientallen van jaren schijnt de vrede dan
toch wel verzekerd te zijn.
Graaf Kessler heeft in een onderhoud
met een Fransch journalist te Genève ver
klaard, dat Duitschland den oprechten
wensch koestert zich spoedig aan te melden
voor het lidmaatschap van den Volkenbond
en dat deze aanmelding kan geschieden
zoodra aan de door Duitschland gevraagde
voorwaardaju is voldaan, n.l. dat Duitsch
land na toetreding op voet van gelijkheid
met de andere groote mogendheden zal
worden behandeld. De woorden van den
Franschen premier Herriot hebben in
Duitschland den indruk gewekt, dal zulks
spoedig zal geschieden. Als wij op voet
van gelijkheid behandeld worden, zeide de
heer Kessler, verwachten wij, dat wij
evenals andere mogendheden als mandataris
zullen kunnen optreden en dat wij over
onze vroegere koloniën het mandaat zullen
ontvangen, hetgeen voor onze economische
ontwikkeling onontbeerlijk is.
Hevige gevechten worden gemeld uit de
omgeving van Shan Hai Wan, 200 mijl
ten Oosten van Peking, tusschen de legers
van den militairen gouverneur van Mant-
sjoerije, Tsjang Tso Lin en van generaal
Woe Pei Foe, den heerscher te Peking.
Uit Moekden wordt gemeld, dat volgens
een officieele mededeeliog het tweede en
derde leger van Tsjang Tso Lin de stad
Tsjenpirig hebben genomen. 150 Man van
de troepen van Woe Pei Foe zouden zijn
gedood, 1000 gewond en eenige honderden
zijn gevangen genomen 12 kanonnen, 20
machinegeweren en een groote hoeveelheid
munitie zou door Tsjang Tso Lin zijn buit
gemaakt. Volgens hetzelfde telegram uit
Moekden zouden de troepen van Woe Pei
Foe extra soldij eischen, daar zij anders
zullen weigeren te vechten.
Vergadering van den Raad der gemeente
DUSSEN, op Donderdag 2 October,
des n.m. 3 uur.
Voorzitter de EdelAchtb. Heer Snijders.
Aanvezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering,
hierna worden de notulen der vorige ver
gadering voorgelezen, welke onveranderd
worden goedgekeurd
Thans zijn aan de orde ingekomen
stukken
TI vergeet, meneer d'Alboize, dat ik
mevrouw de Sant-Hyrieix heet lk
kan uw medelijden niet aannemen.
Robert maakte een beweging, alsof
hij wilde antwoorden, maar de vlam
mende blik van de jonge vrouw hield
de woorden op zijn lippen terug.
Zijn trekken drukten den grootsten
angst uit; zijn oogen werden vochtig.
Evenwel, de vuisten samen knijpend,
scheen hij "*al zijn kracht bijeen te roepen.
Hij groette daarna Carmen zeer eerbie
dig, en wilde zich verwijderen, toen een
gebaar van haar hem terughield.
En dan, hoe komt u hier mompelde
zij, zich afvragende, of ze niet meer
droomde.
Hij antwoordde:
Het bevel, dat ik voorzag, is gekomen.
Ik herinnerde mij, wat de heer de Saint-
Hyrieix mij zeide Ik heb de reis
met u willen doen Er was geen mi
nuut te verliezen lk kwam juist aan
op het oogenblik, toen het anker werd
gelicht Ik zocht u en uw echtgenoot,
om u de hand te drukken. Is het mijn
schuld, dat ik u alleen vind En
ben ik dan uw vriend niet meer
Zij gevoelde zich half gewonnen, maar
zij wilde zich verzetten.
Laat mij alleen, zeide zij, ik smeek
er u om.
Robert d'Alboize trok zich terug.
De „Prins Hendrik" was door het
Nouw van Caleis gekomen en ging nu
het Kanaal door, voor zij den Oceaan
bereikte.
De reis bleef even verrukkelijk.
Het weer was prachtig, de zee effen,
Een schrijven van Ged. Staten, houdende,
goedkeuring van een Raadsbesluit, wat
betreft het verhuren van een woning aan
den Rijksveldwachter voor f 4.50 per week.
Hierna komt aan de orde vaststelling
begrooting dienstjaar 1925. Door een
commissie van onderzoek is hierover rapport
uitgebracht, waarin er op wordt gewezen,
dat dooreen lid, dat de pensioen uitkeeringen
aan welgestelde moet worden gestaakt.
Een ander geval is het met den oud-ge
meenteveldwachter, deze moet er van leven.
De andere leden zyn deze meening niet
toegedaan, daar deze pensioengrondslagen
gebaseerd zijn op loonen van voor den
oorlog.
De Voorzitter merkt op, dat de gelden
door de gepensioneerden altjjd zyn aan
vaard, wel een bewijs dat ze het wel
kunnen gebruiken. Ook is de commissie
van oordeel dat er verbetering aangebracht
moet worden, wat betreft de Veeartsenij-
kundigen dienst, deze wordt tot heden be
diend door den heer Koopmans, Rijksveearts
te Almkerk. Daar deze dienst volgens de
commissie veel te uitgestrekt is, achten zy
het wenschelyk dat voor deze gemeente
iemand afzonderlyk wordt aangewezen.
En ten slotte merkt bovengenoemde com
missie nog op, dat geen bedrag (volgens
haar meening) meer mag worden uitge
trokken voor de oudercommissie wat be
treft de ontvangsten en uitgaven op begroo
ting 1925, heeft zy geen aanmerkingen
en stelt daarom voor deze goed te keuren.
Door verschillende leden wordt nog eenige
inlichtingen over de begrooting 1925 verzocht.
O.a. verzocht de heer Middelkoop voorlezing
van enkele posten, voorkomende ir. de begroo
ting, wat door den Voorzitter wordt ge
daan.
Terwijl de heer v. Drunen zich meent
te herinneren, dat hij wel eens vernomen
heeft dat Ged. Staten werken tot verlaging
van de salarissen der ambtenaren, daar het
Rijk nu al is voorgegaan, zou spr. nu ook
gaarne vernemen of Ged. Staten nu daar
ook al mee bezig zijn.
De Voorzitter deelt mede, dat hij van
Ged. Staten nog niets heeft ontvangen
(wat betreft de verlaging van salarissen)
maar zoodra zulks het geval is, (aldus spr.)
zal het den Raad worden medegedeeld.
De heer Middelkoop informeert of het
veel scheelt met de salarissen hier of een
plaats- in Z.-Holland.
De Voorzitter antwoordt dat dit aanmer
kelijk veel scheelt. Spr. merkt op, dat de
de vaart zonder eenige belangrijke voor
vallen.
Toen den dag weer aanbrak doken
aan alle zijden groene eilandjes op uit
het water.
In de verte bemerkte men duidelijk,
althans met een kijker, de kust van
Frankrijk.
Elk oogenblik schier ontmoette men
een vaartuig, nu eens een stoomboot,
dan een zeilschip, of nederige visschers-
booten.
Een passagier, die meende nog al
geestig te zijn, verklaarde, dat hij zich
verbeeldde op den boulevard Montmar-
tre te zijn
De „Prins Hendrik" kwam dicht bij
het eiland Batz.
Zullen wij morgen in de vroegte aan
komen, kapitein had Robert den kapi
tein gevraagd.
De zeeofficier had zijn collega aan
land geantwoord
Tegen acht uur zullen wij op de reede
van Brest komen Wij zouden er
zelfs drie uur eerder komen, indien de
mist die opkomt, ons niet dwong, onze
vaart te vertragen.
Ja, want met dit groote aantal sche
pen, moet men altijd bang zijn voor
een aanvaring.
De Hollandsche kapitein antwoordde
op minachtenden toon
Bah, met eenige voorzichtigheid is er
niets te vreezen Vijfentwintig jaren
vaar ik nu reeds en ik moet nog mijn
eerste schipbreuk hebben.
Ik hoop dat u er nooit kennis mee
maakt, antwoordde Robert.
loorien in Noord-Brabant het laagst zijn.
De heer v. Drunen is van meening, dat
de loonen wel op peil staan en is van
oordeel dat ze wel omlaag kunnen.
De Voorzitter zegt, dat een ieder hier
over kan oordeelen, maar volgens spr. zijn
Ged. Staten hiertoe maar alleen bevoegd.
De heer v. Drunen vraagt of de ge
meente er voordeel aan heeft, dat het ambt
van Secretaris en Burgemeester in één
hand vereenigd is.
De Voorzitter antwoordt dat dit de ge
meente 10 pCt. scheelt.
De heer v. d. Koppel merkt op, dat het
salaris van den ontvanger te Almkerk toch
met de helft omlaag is gegaan.
De Voorzitter zegt, dat het komt, dat
in genoemde gemeente een vacature is
geweest, want zoodra er een vacature onstaat
(aldus spr.) moet Ged. Staten daarvan kennis
worden gegeven, opdat dan een nieuwe
salarisregeling moet worden getroffen.
De heer v. Steen merkt op, dat Ged.
Staten wel om raad vragen, maar toch
hun eigen zin doen.
De heer v. Drunen merkt op, dat hij
niet bedoeld alleen de gemeente ontvanger
maar alle ambtenaren.
Da Voorzitter antwoordt dat dit betrek
kelijk gekke vragen zyn. Waarop de heer
v. Drunen zegt, dat hij hoopt dat zij spoe
dig tot betere gedachten komen.
De heer Berm 2egt, wanneer iemand
by zijn beurs wordt genomen, dan treft
men hem volgens spr. op een zeer teere
plaats. Spr. vraagt zich af, waarom wij
het allemaal met heel wat minder moeten
doen dan in de mobilisatiejaren en de
ambtenaren maar niet.
De heer Middelkoop zegt, men kan hier
lang over spreken maar wij hebben er
niets aan. Spr. is de meening toegedaan
om de zaak maar te laten loopen.
Hierna wordt de begrooting vastgesteld.
Hierna wordt de gemeenterekening 1923
vastgesteld in ontvangsten van f 124838 39
en uitgaven van f 110980.43,.
Thans volgt de uitloting schuldbrieven.
Bij de gebruikelijke rondvraag zegt de
heer Berm, dat er door de arbeiders in
deze gemeente veel is «gekankerdover
het verzetten van den tijd, 't welk aan
leiding heeft gegeven tot het ongeregeld
thuis komen, spreker zegt dat het r.og
lastiger is geworden daar men op de O.L
school in wyk A nog een andere tijd er
by heeft gedaan, zoodat men nu in 3 ploe
gen thuis komt. Ook zegt spreker dat de
Overigens, vervolgde de landgenoot
van den grooten De Ruyter, alle voor
zorgen zijn genomen, zoodat de passa
giers, die ons tot onze spijt te Brest al
verlaten, gerust kunnen gaan slapen.
De commandant begaf zich op zijn
plaats.
Wel, zeide de heer de Saint-Hyrieix,
naderen wij
Eenige uren na zijn komst aan boord
van den stoomer was de Saint-Hyrieix
de passagierslijst nagegaan en zijn oog
was daarbij gevallen op den naam van
Robert d'Alboize.
*De beide mannen hadden elkander
spoedig ontmoetRobert had aan den
echtgenoot van Carmen de inlichtingen
gegeven, die wij reeds kennen.
Firmin was verrukthij had terstond
zijn vrouw bekend gemaakt met het
blijde nieuws.
Stilzwijgend waren Carmen en Robert
overeengekomen, dat hun eerste gesprek
verborgen moest blijven voor den heer
de Saint-Hyrieix.
De vriendschappelijke verhouding,
die te Stockholm had geheerscht tusschen
den jongen officier en den heer en me
vrouw de Saint-Hyrieix, keerde aan
boord van het stoomschip terug, zonder
eenige groote verandering.
Dien avond, na het diner, ontstond
er een levendig gesprek tusschen de pa-
sagiers, die in het salon waren gebleven.
De diplomaat toonde zich bijzonder
welsprekend. Hij sprak over de ophef
fing der slavernij. Onze lezers zullen
ons zijn betoog wel schenken.
Carmen wilde niet op het dek gaan
oudste leerlingen van mijnheer Michael
(hoofd der O. L. school) nog een half uur
langer in school worden gehouden.
De Voorzitter zegt, daar nooit iets van
gehoord te hebhen en zal hier een onder
zoek naar instellen.
De heer Berm zegt dit van den heer
K. Donkersloot te hebben gehoord.
De heer Middelkoop zegt, de een zal
wat langer onderweg blijven als de ander,
waarop de heer Berm zegt dat het gezegde
van den heer Donkersloot geen kletspraatjes
zijn, terwijl de heer van Drunen opmerkt
dat de heer Michael niet langer in school
zal blijven als noodig is.
De heer van Steen zegt in genoemde
school geweest te zijn en toen heeft het
bovengenoemde hoofd* gezegd, dat hij
zich aan den nieuwen tyd houdt, maar als
het zoo is, zooals de heer Berm zegt, dan
komt het zeer ongelegen voor ouders.
De heer Hermans zeg| dat de heer Prin
sen onlangs gevraagd heeft om vrijen over
tocht voor zijn schoolkind, 't welk de school
te Raamsdonk bezoekt, maar heeft daar
nooit iets meer van gehoord.
De Voorzitter zegt, dat dit door abuis
is vergeten, hem dit mede te deelen en
verzoekt den heer Hermans, den heer Prin
sen dit ^te zeggen en ook op te geven,
hoelang zijn kind die school bezoekt.
De heer v. d. Koppel zegt te hebben
gehoord, dat de Rijksveldwachter alhier
eenige kamers van zijn huis heeft onder
verhuurd en vraagttevens of dit B. en
W. bekend is, waarop den Voorzitter be
vestigend antwoordt en zegt dat genoemde
veldwachter hierover heeft gesproken en
dat B en W. zich hiermede konden ver-
eenigen.
Ook zegt de heer Hermans, dat door
enkele vereenigingen en particulieren aan
hem is gevraagd een lamp aan te brengen
aan een paal in de nabijheid van het klooster,
ook voor oude menschen zou het zeer
makkelijk zijn, want volgens spreker is het
daar donker.
De heer v. d. Koppel merkt op dat 2
palen daarnaast toch een lamp is, terwijl
de heer Hermans opmerkt dat men daar
niets aan heeft.
De heer van Drunen zegt niet te weten1
waar dit voor noodig is, daar zelfs op 't
voorterrein van bovengenoemde plaats niet
eens een licht aan is.
De Voorzitter zegt deze zaak eens te
zullen onderzoeken.
Tenslotte zegt de Voorzitter, dat de heer
zij vreesde al te zeer Robert daar te
ontmoetten.
Zij zou dan niet hebben kunnen na
laten om hem vergiffenis te vragen voor
de wijze waarop zij hem had ontvangen.
Robert, heel kalm naar het uiterlijk,
onderhield zich met de jonge vrouw,
onder het oog van de Saint-Hyrieix,
alsof zij nog met hun driëen te Stock
holm waren.
Hij ook was er bang voor om alleen
te wezen met Carmen Hij verweet zich
zelf zijn zwakheid. Hij had verkeerd
gedaan om te Amsterdam zich in .te
schepen, alsof hij opnieuw, door deze
romantische verschijning, indruk wilde
maken op de jonge vrouw.
Hij had gehoorzaamd aan een onweer
staanbare ingeving, hij kon niet nalaten
wat hij gedaan had
Ieder passagier ging, nadat men el
kaar goeden nacht had gewenscht, naar
zijn hut.
De „Prins Hendrik" liep, ondanks
den sluier die zich, zooals de comman
dant had voorspeld, over de zee legde,
toch haar twaalf knoopen in het uur.
Het vaartuig droeg hoog in den mast,
naar voren, een licht, dat op meer dan
vijf mijlen zichtbaar was.
Volgens de reglementen schitterde er
een groen licht aan stuurboord- en een
rood aan bakboordzijde.
Bovendien verscheurde, zeer tot onge
rief der passagiers, een schelle gil der
stoomfluit, bijna om de vijf minuten
het trommelvlies.
De officier van de wacht was natuur
lijk op zijn post, zijn best doende om
l
NIEUWSBLAD