WYBIOT:
land van altena
Uitgave: Firma JL J, VEERMAN, Heusden*
No4474 Woensdag 11 Februari 1925
FGDILLKTOl.
„Het Kasteel van Kerlor."
Int. Telefoon no« 19. Postrekening no. 61525.
Dit is laaf
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Sinds eenigen tijd wordt te Genève het
opiumvraagstuk behandeld met het doel
om internationaal te komen tot een be
strijding van de plaag, als hoedanig het
gebruik van het bedwelmende opium inder
daad moet worden beschouwd. De opvat
tingen der ter conferentie vertegenwoordigde
staten loopen nog al aanmerkelijk uiteen
en het geschil heeft zich zoodanig ver
scherpt, dat de Amerikanen maar hebben
besloten zich van de conferentie terug te
trekken. Kort sa&mgevat moet de gerezen
moeilijkheid worden geweten aan het feit,
dat de Amerikanen althans op het
eerste gezicht radicaler en voortvaren
der het euvel willen bestrijden dan de
andere landen (met name Frankrijk, Enge
land en Nederland), die bezittingen hebben
in het verre oosten. De werkzaamheden,
verbonden aan het opstellen eener nieuwe
opium conventie, die een verbetering had
moeten worden van de Haagsche overeen
komst nopens dezelfde aangelegenheid, on
dervinden natuurlijk door de beslissing der
Amerikanen vertraging. De Amerikanen
hadden gewild, dat de productie van ruw
opium dermate zou worden ingekrompen,
dat er geen overschot beschikbaar zou zijn
anders dan voor wetenschappelijke en ge
neeskundige doeleinden.
Zij vreezen dat de productie van ruw
opium niet z«d worden beperkt, dat genoem
de staten er niet toe zullen overgaan, bin
nen een bepaalden tijd het opiumschuiven
te verbieden in hun koloniën.
Slechts ten aanzien van de fabricatie
der verdoovende middelen en het toezicht
op het vervoer zijn de Amerikanen van
gevoelen, dat de nieuwe conventie eenige
vooruitgang beteekent, wanneer men ze
vergelijkt met die van Den Haag. Vooral
geldt echter het bezwaar der Amerikanen
het feit, dat h. i. de onderteekenaars van
de Haagsche conventie Japan uitge
zonderd het opiumschuiven niet willen
inkrimpen, zoolang niet tevens de staten,
waar opium wordt geproduceerd, de ver
vaardiging daarvan en den smokkelhandel
daarin willen voorkomen.
De Chineesche afgevaardigde ter confe-
ferentie is Amerika bijgevallen en laakte
het in de koloniale mogendheden, dat zy
het opiumschuiven blijven gedoogen in hun
gebieden waar 5 millioen Chineezen zich
op houden. Lord Cecil, den Engelsche
afgevaardigde, heeft den Chineeschen ge
103
Neemt u me niet kwalijk, hernam op le-
vendigen toon Eusébe Men noemt
elkaar reeds jou en je, van tijd tot tijd
om er aan te gewennen, ziet u
Overigens beteekent dat ook niets
U zult me genoegen doen met mij te
eten, zeide Rose.
De Slak riep uit
O, ik had nooit durven denken
Waarlijk, u is te goed. Neen een an
dermaal
De kaartlegster drong er op aan.
Ik wil het u niet verbergen, riep de
man uit, ik had nooit verwacht, dat ik
zoo goed zou worden ontvangen.
U neemt dus aan zonder veel om
haal?
Nu drommels
Wel zeker, wel zeker, ondersteunde
Zéphyrlne hem Kom, Eusèbe, weiger
nou niet langer.
Toe dan Het is alleen om het plei-
zier te hebben wat langer bijeen te blij
ven en dan wat de pot schaft na
tuurlijk
Dat spreekt van zelf, antwoordde Rose,
die thans niet van haar lijden voelde,
zoo gelukkig was zij deze beide menschen
bij zich te zien, die er zoo goed uitzagen
en wier vroolijkheid zoo aanstekelijk
was, dat Rose, die haast het glimlachen
had verleerd, het nu weer deed.
delegeerde hierover een afstraffing toege
diend.
De Britsche gedelegeerde en dit is
ook het standpunt van den Nederlandschen
afgevaardigde jhr. Loudon en den Franschen
vertegenwoordiger Daladier heeft duide
lijk doen uitkomen, dat de sentimenteele
gevoelens van dr. Sze ten opzichte der 5
millioen Chineezen in de bezittingen der
koloniën niet op hun plaats waren, daar
de centrale regeering van China zelf niets
doet om te maken, dat er een einde komt
aan de vergiftiging van de 400 millioen
Chineezen in China zelf. Nederland,
Engeland en Frankrijk zijn dan ook van
oordeel, dat pas vorderingen van beteekenis
kunnen worden gemaakt, wanneer eerst
de opium-produceerende landen en
onder deze neemt China de eerste plaats
in aan het misbruik een 'einde maken.
Eerst aldus hun opvatting dient er
een einde te komen aan den verbouw der
planten, die de opium opleveren, of althans
de cultuur ervan op groote schaal te worden
ingekrompen, voordat er verbruiksverboden
kunnen worden uitgevaardigd met kans
op succes. Wanneer aan deze dringende
voorwaarden niet is voldaan, schiet men
niets op, daar onder de geschetste om
standigheden een clandestine invoer niet
uit kan blijven.
van de sinds 78 jaren
als het beste middel
tegen hoest en ver
koudheid beproefde
TABLETTEN
In origineele doezen a 65 en 45 Cts-
Kantongerecht te Hensden.
Strafzitting van Vrydag 6 Febr.
Kantonrechter Mr. C. W. van Ommeren
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
Jhr. Mr. J. Quarles van Ufïord
Griffier Mr. W. Ruitinga.
De zitting is, wat aantal zaken betreft,
niet zoo groot als gewoonlijk, daar slechts
69 zaken zijn te behandelen. 13 kinder
zaken worden eerst uitgeroepen. Beklaagden
en publiek zijn in flinken getale aanwezig.
v Het eerst dient de zaak contra J. K.
v. d. S„ bakker te Werkendam, wien
Wel, wel, mijn beste Claudinet, zeide
Eusèbe, het kind optillend en op zijn
arm dragend, wat zeg je er van, dat je
met ons zult eten
Het kind had nog geen meening uit
te drukken; het voelde blijkbaar niet
veel sympathie voor zijn nieuwen oom
en trok een lipje.
We zijn reeds vrienden, nietwaar?
zeide Eusèbe echter, maar hij zette wel
dra het kind op den vloer.
Deze haastte zich weer naar zijn tafel
tje met de tinnen soldaten.
Voor het diner begon zeide Eusèbe.
Is er niet een glaasje te drinken
een glas absint liefst? vroeg de Slak.
O neen, zeide Rose.
Ben je gek, riep Zéphyrine uit, denk
je, dat mijn zuster de gewoonte heeft
om zich de keel te verbranden
O, niet om er misbruik van te maken,
dat doe ik nooit, hernam Eusébe, zonder
zijn gezicht te vertrekken, maar van tijd
tot tijd warmt het een beetje op en
verjaagt voor een oogenblik het verdriet.
Ik geloof niet, dat ik het ooit heb
gedronken, kon oprecht de kaartlegster
verzekeren Francois Champagne, de
man van de wijnbergen afkomstig, hield
meer van wijn.
Mijn arme papa, mompelde Claudinet,
die geluisterd had. Mijn arme papa
De oogen van Rose vulden zich met
tranen. Zij wilde de tranen terughouden,
die over haar bleeke wangen rolden, ten
gevolge waarvan zij begon te hoesten.
Je bent verkouden zeide Zéphyrine.
Je moet aftreksel van dennenhout
nemen, gaf Eusèbe ten raad.
overtredingen der Arbeidswet bij eerste
herhaling worden ten laste gelegd.
Als getuige wordt gehoord de knecht
v. Heukelom, die verklaart, in verboden
uren te hebben gewerkt en thans nog
wel eens in verboden uren op last van zijn
baas te werken.
Bekl. kreeg 6 geldboeten, elk van f 5
subsidiair 3 d. h. voor elke boete.
M. v. D., vrachtrijder te Hedikhuizen,
had zijn knecht laten rijden met een ter
rechterzijde van de borst een en ter lin
kerzijde van de borst twee wonden hebbend
paard.
De verbalisanten, de opperwachtmeester
der marechaussée Van der Plas en de
marechaussée Lammers, werden als getuigen
gehoord. Beiden verklaren, dat het paard
geen wonden zou hebben gehad, indien
in plaats van een gareel van een haamtuig
gebruik ware gemaakt en tevens verklaren
zij ook, dat bekl. vaak overmatig zware
lasten door zijn paarden laat vervoeren.
De Kantonrechter noemde het afbeulen
van paarden een schandaal, doch wilde in
het onderhavige geval nog rekening houden
met den hem bekenden slechten financieelen
toestand van bekl., die er nu met f 20
boete of 10 d. h. af kwam.
N. v. O., smid te Vlijmen, had op
zekeren dag, toen er te Haarsteeg een
feest was, met zijn auto door een groote
volksmenigte willen rijden, niettegenstaande
de opperwachtmeester en wachtmeester
der marechaussée le Heusden hem gelast
hadden te stoppen, door een duidelijk ken
baar gemaakt teeken.
Bekl. zei, niet gezien te hebben, dat de
marechauseèa's de hand opstaken en dat
hij uit eigen beweging zijn vaart had ver
minderd over een lengte van 150 a 200 M.
De opperwachtmeester als getuige ge
hoord, verklaarde, dat er ongeveer 400
menschen, waaronder de zangvereeniging
op de openbare straat te Haarsteeg stonden
en dat hij bek!., die door de menigte had
willwn rijden, liet stoppen om ongelukken
te voorkomen. Bekl. wilde niet stoppen
de wachtmeester sprong toen op de tree
plank der auto en bekl, zei toen »ik
verd het om te stoppen*.
De Kantonrechter gaf bek!, een uitste
kenden uitbrander en noemde het een
schandaal om aan de bevelen der politie,
gegeven ih het belang der openbare veilig
heid der wegen, opzettelijk niet te voldoen.
En dat daarbij nog uw hoogst minder
Rose maakte een beweging van onge
duld.
Zou ze dan nu een aanval krijgen?
De Slak deed eenige goudstukken
rammelen in zijn zak.
Zeg eens, Zéphyrine, haal jij maar
wat absint
En zich tot de kaartlegster wendende
Dat zal u dadelijk kalmeeren.
Meent u? vroeg Rose, zich de borst
samendrukkend.
Er is niets zoo goed, hernam de Slak
op dringenden toon Bovendien, dat
zal ons eetlust geven Kom, gauw,
Fifi, vraag je zuster om een flesch en
loop even hierover heen.
Hij wierp een geldstuk van twintig
francs op de tafel, trotsch genoeg, dat
hij kon laten zien, hoe goed zijn beurs
gevuld was.
Wij zouden port kunnen nemen, dien
heb ik, zeide Rose.
Die is goed voor zieken, antwoordde
Eusèbe. Maar wij zijn allen gezond.
Er zijn echter oogenblikken, dat men
daarover anders denkt, verklaarde op
zwaarmoedigen toon de oudste zuster
Nu, riep Eusèbe uit, dat is te begrij
pen na zoo'n aanval van zooeven
Fifi was al in de keuken, waar zij
zich meester maakte van een flesch.
De somnambule opende de deur en
verdween met een vlugheid, die men
haar niet zou hebben toegeschreven.
Zéphyrine is een goed meisje, verklaar
de de Slak. Zij heeft het hart op de
rechte plaats. Ik houd veel van haar.
Zooveel te beter.
Zij heeft haar fouten, niemand is
waardig optreden, aldus de Kantonrechter,
die voorts zeide, absoluut te willen dat de
politie het publiek beleefd behandelt, maar
wederkeerig dat het publiek de politie niet
onaangenaam bejegent. Bekl. had een
duren dag, want hij moest f 25 subsidiair
10 d, h. tegen zich hooren uitspreken.
Bekl. verklaarde van dit vonnis in hooger
beroep te willen gaan.
A. v. d. W., arbeider te Wijk, had
op 6 Dec. j.l. weer eens te diep in het
glaasje gekeken.
Bekl. zei, dat hy geen sterken drank
had geproefd, maar dronken was geworden
van te veel bier.
De veldwachter Hak verklaarde als
getuige, dat bekl. tegenwoordig niet meer
dronk, maar vroeger veel en dat hij dik
wijls door minderwaardige zoogenaamde
vrienden wordt meegenomen en «gevoerd*.
Als bekl., die niet al te groot verstand
heeft, dan dronken is, doet hij allerlei
gekke dingen, waarin men zich dan ver
maakt,
De Kantonrechter achtte in dit gaval
eene voorwaardelijke straf op hare plaats
en gelet op de bij dagvaarding ten laste
gelegde herhaling werd bekl. veroordeeld
tot eene voorwaardelijke hechtenis van 3
dagen met een proeftijd van een jaar en
met verbod om zich in dien tijd te mogen
bevinden in eene localiteit, waarvoor door
Burgemeester en Wethouders vergunning
is verleend of in eene localiteit, waarvoor
zoogenaamd bierverlof is verleend.
P. J. v. O., coiffeur te Heusden, had
zich schuldig gemaakt aan overtreding der
Loterywet.
Piet zei niet te veel en hield zich ove
rigens wel een beetje van den domme,
want toen de Kantonrechter hem vroeg,
hoe maakte men te Schoonhoven, waar
de spaarkas lotery gevestigd was, nu uit
wie prijswinnaars waren, zeide Piet zulks
niet te weten.
Als getuige werd het eerst gehoord G.
A. M. L., vroeger houder en bestuurder
der spaarkas «Het Witte Kruis* te Schoon
hoven. Deze spaarkas is volgens getuige
thans opgelost in andere en bestaat dus
niet meer. De deelhebbers kregen tegen
betaiiig van 12 ct. per week plus 10 ct.
extra bij de laatste betaiing in 26 weken
een polis ais bewijs van lidmaatschap.
Ieder deelhebber kreeg dan een cadeau
als aanmoediging voor den agent en dit
cadeau werd door loting aangewezen.
volmaakt. Maar zij is moedig, eerlijk,
trouw wablief? O, zij kan er zich
op beroemen mij te hebben ingepalmd,
zeide Eusèbe Rouillard.
Zij houdt ook van u.
Ik geloof het Onder ons gezegd,
mevrouw Fouilloux, 'k zou een meer
met aardsche goederen gezegende vrouw
kunnen vinden, Er is een bakkerswe
duwe, die geld genoeg bezit, en die geen
broer of zuster heeft Maar ik wil er
niets van weten
En u gelooft, dat uw vader en nfoeder
geen moeilijkheden in den weg zullen
leggen
Weineen: Zij doen altijd, wat hun
zoontje wil:
Dan is het goed I
Kijk, u kan het ook zeggenrijkdom
maakt niet gelukkig.
Maar ik ben niet rijk, verklaarde Rose
op tevendigen toon,
U zit er goed in, u hebt wat geld
daarover behoeft u zich niet te veront
schuldigen, het bewijst, dat u gewerkt
hebt Het zijn niet uw ouders geweest,
die u de paar stuivers hebben nagelaten.
Zeker niet, hernam Rose, die tegen
over de vleierijen van den Slak haar ge
wone omzichtigheid vergat.
Men heeft zijn oogen niet in den zak.
Men ziet bij den eersten oogopszag met
wie men te doen heeft. Onder menschen
als wij vergist men zich niet.
Claudinet naderde
Waar is toch tante Fifi vroeg hij.
Zij komt heel gauw terug, antwoordde
de Slak Liefje, kom eens hier 1 Je
houdt dus veel van je tante, zeg?
Met een en ander was getuige opgehouden
toen hij merkte, dat de politie er achter
zat. Evenwel was alles dood eerlijk en
leek niet op een loterij.
De Kantonrechter vroeg dezen getuige
waarom hij met de uitgifte van polissen
ophield, toen hij bemerkte dat de politie
er achter zat, terwijl toch alles wat ge
beurd was, volgens hem, volkomen in den
haak was. Een positief antwoord bleef
getuige op deze vraag schuldig.
Nog 4 vrouwelijke getuigen uit Heusden
werden gehoord, van welke er een mede
deelde, dat bekl. eenige weken geleden
bij haar kwam met de mededeeling, dat
op haar nummer eene hoofdpremie van
6 mooie stoelen was gevallen, doch dat
zij de stoelen nog niet had ontvangen.
Getuige Lyklema zegt, dat de prijzen
nog wel zullen komen.
De Kantonrechter zegt, èn uit het ge
tuigenverhoor èn uit de stukken het wettig
en overtuigend bewijs te putten, dat we
hier weer te doen hebben met eene loterij
in den zin der Loterywet en wel eene
van zeer verdacht gehalte, 't Spijt hem,
dat hij getuige Lyklema niet als bekl. voor
zich heeft, daar deze naar zijne meening,
de bewerker van het geheele zaakje is,
terwyl bekl. v. O. te Heusden meer als
een onwetende handlanger is te beschouwen.
Dit in aanmerking nemend komt bekl. er
met een lichte straf af, n.l. f 5 of 3 d.
r.aar Den Bosch, zulks met de uitdrukke
lijke waarschuwing om voortaan de noodige
voorzichtigheid te gebruiken bij het even
tueel aanvaarden van een agentschap van
eene instelling, die niets anders is dan
eene verkapte loterij van zeer bedenkelijk
allooi.
H. d. B., timmerman te Nieuwendijk,
stond terecht omdat hij in staat van dron
kenschap verkeerende, in de herberg van
Van den Heuvel te Nieuwendijk met een
mes in de richting van Van den Heuvel
had gestoken en voorts omdat hij in be
doelde herherg een vaststaand mes als
wapen bij zich heeft gehad.
Getuige Van den Heuvel zegt, dat bekl.
niet dronken was dat hij 's middags te
half twee reeds bij hem in de herberg
kwam en toen al neigingen tot ruziemaken
toonde. Getuige zegt, dat bekl. soms een
lastpost is.
Getuige Versteeg verklaart, dat bekl.
in den middag van 4 Jan. j.l. te omstreeks
half vier in de herberg van Van den Heuvel
ruzie had met zekere Van Dranen. Hij
O zeker, zeide de jongen verbaasd,
over die vraag,
De waarheid is, dat, bij de eerste ont
moeting, het kind teruggeschrikt was
voor de nieuwe tante, maar langza
merhand had Claudinet minder afschuw
gekregen voor het roode gelaat van de
somnambule, en daar zij hem steeds
heel lief en zoet aansprak, glimlachte
hij, als hij het gloeiend gelaat van
Zéphyrine zag, dat hem misschien, een
ballon toescheen, zooals hij er een aan
een koord had gehad.
En ik dan hernam de Slak, houdt je
van mij
Indien je niet al te ontdeugend bent,
zul je ook mijn vriend zijn, maar later.
Het binnenkomen van de somnambule
maakte een einde aan het tooneel.
De oogen van Zéphyrine puilden haar
bijna uit het hoofd.
De Slak had gelegenheid om haar in
het oor te fluisteren
Je hebt er een voor de toonbank ge
nomen terwijl je bediend werdt.
Het is niet waar, beweerde Zéphyrine.
Je riekt er naar
Weineen dat komt uit de flesch.
Zéphyrine haastte zich om glazen te
zoeken en water te halen.
U weet, zeide Rose, ik neem er niet
van Ik ben bang dat het mij kwaad
zal doen.
Maar het is niet zoo sterk als men het
met water verdunt,
Men zegt, dat het vergif is.
De jongste juffrouw Fouilloux scha
terde het uit van lachen.
Ja, vervolgde Rose, een beetje gedwon-
t Land van H
ii en AitoBajeLaisastraat en de Bomielgrwaar
IIIIIIIIIMIIIIIIflIlllilMlllllllllilHIIIIIHIIIIIIillliillllilillllllillltilltlllllll
ftiiininiiiiiiiniHii mini iiiiiiiiiiiiiinj/iiiiiiMiiiiiiiiiimii iiiiiHiiuuiimiimiiniiiiiiiiiini