Eerste Blad i IERSüHüüR-BAERT, Heusden Und van altena Uitgave; Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 4505. Vrijdag 29 Mei 1925. Zang en Muziek ten plattelande. FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor". 777XZ&r yoMal MAANDAG (2e Pinksterdag) TOT I UUR GEOPEND. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt i .40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Nu het verleden week te Wijk ge houden en schitterend geslaagd Nationaal Concours voor Harmonie- en Fanfare gezelschappen en van Gemengde en Mannenkoren, hetwelk door meerdere duizenden personen, waaronder het meerendeel bewoners van het Land van Heusden en Altena, werd bezocht, ons nog zoo versch in het geheugen ligt, willen we eens iets gaan zeggen over het groote nut, dat vooral ten platte lande van beoefening van Muziek en Zang uitgaat. Het is ons onbegrijpelijk dat er op het platteland nog zooveel tegenstanders van zang- en muziekverenigingen worden gevonden en zulks niettegenstaande het vele goede, dat door haar reeds is be reikt. Sommige menschen hebben als 't ware een aangeboren vooroordeel tegen alles wat de moderne tijd met zich brengt en dat in vroeger dagen niet was of zoo geheel anders was. En dit is toch zoo verkeerd, want men moet nu eenmaal met de stroomingen des tijds mee en daartegen te vechten is, wat men wel eens noemt, een vechten tegen de Bierkaai. Blijvende bij onze omgeving zien we dat het aantal zang- en muziekvereni gingen de laatste jaren aanzienlijk is gestegen en nog steeds stijgt. Er is bijna geen dorp of het heeft zijne zang- of muziekvereniging en in vele dorpen vindt men er zelfs van elk een. En de gunstige govolgen hiervan blijven niet uit. In de eerste plaats toch zien we allerwege dat in gemeenten waar de zang- of muziekkunst wordt beoefend het cafébezoek vermindert en daarmede in verband ongeregeldheden op straat steeds minder plaats hebben. Vooral Zuivere Vruchtenwijnen (Fruit Mixture Works) Diverse smaken. Zéér verfrisschend. f 0 70 per flesch. Witte Port en Roode Port met Vruchtenwijn f 0 80 per flesch. JDrogistertj, Wittebroodstr. 52. 133 Mijnheer de Saint-Hyrieix was nog pas begonnen iets te vermoeden. Mevrouw de Kerlor waarschuwde Carmendeze was niet in staat te ant woorden en had er een voorgevoel van dat de gevaren die zij meende dat al voorbij waren, weldra zouden terugge komen. Zij zocht toen afleiding in de dui zenderlei nietigheden, die een jonge vrouw van de wereld toch nog den hee- len dag bezighouden. Zij bracht bezoeken bij haar modiste, was op alle feesten en recepties en daar door was de Saint-Hyrieix weer gerust gesteld. Hij had zijn vrouw dikwijls verweten, dat zij zich niet genoeg voor bereidde op de rol van gezantsvrouw die zij geroepen was om eens te vervul- leewant volgens Firmin zouden de gebeurtenissen plotseling komende maatregelen die van hoogerhand geno men waren, werden hoe langer hoe merk baarder. De Saint-Hyrieix had zijn vrouw ge luk gewenscht, toen hij zag, dat zij zich zoo met hart en ziel in de draaikolk van het Parijsche leven storttemaar hij had spoedig opgemerkt, dat deze koortsachtige ijver samenging met eens verandering in het karakter zijner vrouw. Zij werd prikkelbaar en gejaagdzij de muziek bindt de jongelui aan huis, want het is niet slechts de oefenir.gs- avond eener vereeniging, die de jongelui op gepaste wijze afleiding geeft, maar het thuis bestudeeren van stukken en het zich met elkander thuis oefenen, maken voor een deel een eind aan de vroegere uithuizigheid. Nemen we als voorbeeld de gemeenten Heusden, Wijk, Veen, Woudrichem, enz., waar in vroegere dagen nog al veel werd gedronken en ordeverstoringen plaats vonden en waar thans betrekkelijk weinig meer aan Bachus wordt geofferd en snijpartijen enz. tot de hooge uitzonde ringen behooren. En deze gunstige wending van omstandigheden schrijven we voor een niet gering deel toe aan de beoefening van zang en muziek door leden van vereenigingen, die we gelukkig in vele dorpen aantreffen. Immers en dit zal wel niemand ontkennen werken zang en muziek beschavend en veredelend en daarom juist is het zoo aanbevelenswaard om de liefde er voor, vooral ten plattelande, waar men toch al zooveel kunstgenot op meerder gebied moet missen, aan te kweeken. Uitvoeringen en concerten hebben onze volle sympathie, eerstens omdat zij het publiek doen kennismaken met en doen genieten van dikwijls aller schoonste nummers, en in de tweede plaats omdat de praktijk geleerd heeft dat hun uitwerking op het menschdom van gunstigen invloed is. Het muzikale gevoel wordt er door ontwikkeld en zulks laat niet na er toe bij te dragen om de vorming van den mensch tot hooger peil te brengen. En dat bespeuren we ook in onze omgeving in de dorpen, waar zang en muziek ernstig worden beoefend. Niet het minst van belang voor den vooruitgang der zang- en muzikale kunst achten wij concoursen en wij betreuren het dan ook dat er nog te velen zijn, die het houden van concoursen uit den booze vinden. Ons dunkt dat bet pas te Wijk gehouden concours wel het bewijs van het groote nut van concoursen in het algemeen heeft geleverd, want wat we daar zoowel van zang als van muziek te hooren hebben gekregen, was inderdaad boven lof verheven. Op de concoursen ontmoeten de verschillende vereenigingen elkander in vreedzamen kamp en de leden doen hun uiterste best om den eerepalm deelachtig te worden. En om het zoover te brengen als meerdere vereenigingen te Wijk toonden het gebracht te hebben, daar voor is niet slechts ernstige oefening, maar ook degelijke studie noodig. sprak dikwijls tot hem als ware hij een vreemdeling. De ijdelheid van Firmin veroorloofde hem niet dien nieuwen toestand aan te nemen. Carmen scheen hem niet meer voor een groot man te houdendat krenkte hem zeer. Zou Carmen ook soms haar geduld verliezen en gaan twijfelen aan de eer, die aan den diplomaat zou ten deel val len P Maar dat twijfelen zou niet lang du ren hij zou van zijne vrouw eene uit legging eischen en haar zeggen, in welk opzicht zij hem gekwetst had. Maar toch veranderde hij zijn plan, als een voorzichtig diplomaat. Het zou veel beter zijn, wanneer hij wachtte tot zijne benoeming in de Staatscourant stond, om dan op zegevierenden toon tegen Carmen te zeggen Welnu, mevrouw, twijfelt ge nog? En met een sierlijke handbeweging zou hij den zin onderstrepen Carmen zou moeten bekennen dat zij ongelijk had, en hij zou zich vergevensgezind toonen. Zoolang de Saint-Hyrieix op het ter rein zijner eigenliefde bleef, zette hij een trotech gelaat dat echter geen uit werking op zijn vrouw had. Van tijd tot tijd, was hij mededeel zaam, zijn toon was nog meer bescher mend dan te voren. Carmen merkte dit verschil niet op; hij slaagde er alleen in den glimlach weer op de lippen zij ner vrouw te brengen. De Saint-Hyrieix wist niet meer wat te doen. Noemen we, zonder aan de praestatie's van andere vereenigingen iets te kort te willen doen, de zangvereen. „Crescendo" te Heusden en de muziekvereenigingen van Veen, Velddriel en Heusden, wat hebben ze ons heerlijke oogenblikken van kunstgenot bezorgd en wat gaf het door die allen ten gehoore gebrachte blijk van „kunnen"! Waarlijk, we heb ben uren van groot muzikaal genot mee gemaakt. Wie dan ook concoursen van zang en muziek tegenwerkt doet verkeerd en handelt onverstandig. Nu kan men wel vragen „ja, maar wat doen al die ver makelijkheden er toch bij". En dan is ons eerste antwoord daarop„die zijn noodzakelijk, want als het aantal beta lende bezoekers door slechte weersge steldheid of om andere redenen gering zou zijn, zou de concoursgevende ver eeniging voor een groot te kort komen te staan, dat hare krachten te boven gaat. Ons tweede antwoord is„die vormen een zekere aantrekkingskracht welke naar onze meening al van zeer onschuldigen aard is en stellig passen zij in het kader van een feest dat onaf scheidelijk aan een concours verbonden is om ieder zooveel mogelijk wat te geven". En die onschuldige aard is te Wijk toch al heel duidelijk gebleken, want geen enkele onregelmatigheid heb ben we kunnen bespeuren. Zekeij men was vroolijk en vooral de jongeren hadden blijkbaar veel pleizier, maar wat steekt daarin Komt, tegenwerkers van zang- en muziekconcoursen, weest niet kleingeestig, schept behagen in gepaste vreugde van anderen, vooral van de jongeren en tracht toch niet van jonge menschen domperds en sufferds te maken. Eerstens lukt u zulks toch niet en in de tweede plaats stoot ge velen, die ge voor uwe gevoelens tracht te winnen, van U af, want bekrompenheid schaadt altijd. Wij voor ons willen dit artikel gaarne eindigen met den welgemeenden wensch dat het ons gegeven moge zijn om in onze omgeving nog tal van concoursen te kunnen bijwonen. En als zij dan een even schitterend verloop hebben als het gepasseerde week door de Wijk- sche Fanfare „Oefeningen Uitspanning" gegevene, dan zal ons dat tot groote vreugde stemmen. Mariana gaf zich, met het taaie ge duld van een bee9t dat op zijn prooi loert, rekenschap van wat er omging in den geest van haar achternicht. In het eerst had mevrouw Vernier zich willen wreken, zich snel willen wre ken en aan Carmen en Hélène de be- leedigingen van vroeger betaald zetten maar zij had gemerkt dat zij niet naar wensch zou slagen wanneer zij de din gen vóóruit liep. Mariana had zich verwaardigd na te denken en jaloezie en haat te beheer- schen. Het vraagstuk was ingewikkel der, dan zij het zich had voorgesteld. Georges en Firmin aanbaden Hélène en Carmen. Al werden ze ook plotseling verrast, dan zelfs zou Mariana slechts weinig kans van slagen hebben, tenzij zij, wel te verstaan, een overstelpend bewijsstuk had. Naar dit bewijsstuk zocht zij, dikwijls meende zij, het te hebben, maar het noodlot had zich er tegen verzet. En toch geloofde mevrouw Vernier, met de twijfelzucht eener verloren vrouw, die slechts verraad en laagheid wenscht, aan het ongeluk der beide echtgenooten. Hélène was te veel de dochter van de markiezin de Penhoet, om Georges getrouw te blijven, die voorzeker een ridderlijk man was dat moest Mariana altijd erkennen maar wiens opvlie gend, heerschzuchtig karakter niet zou passen voor een kwijnende schoonheid als die der intrigante. Wat Carmen betreft, was het zeker, dat zij nooit Firmin bemind had. BUITBNLANDSCH OVERZICHT Dagelijks worden in de pers de commu nique's gepubliceerd, die betrekking hebben op de krijgsverrichtingen, welke zich af spelen op het Noord-Afrikaan8cbe oorlogs terrein, waar niet langer botsingen tusschen Spanjaarden en Rif-Kabylen plaats hebben, maar de gevechten worden geleverd tus schen de Franschen en de volgelingen van Abd-el-Krim. Deze stryd, die zich heeft ontwikkeld sinds de Riffijnen van het door de Spanjaarden ontruimde gebied zijn door gedrongen in de Fransche zone, wordt met hardnekkigheid gevoerd en wanneer men de optimistische Fransche comrnuniqué's leest, die voortdurend reppen van de zware verliezen, die den vyand worden toege bracht, zou men geneigd zijn de opmerking te maken, dat de Franschen stellig weldra definitief met de Rif-Kabylen zullen hebben afgerekend. Dit is toch de voor de hand liggende conclusie, wanneer Fransche zege praal op zegepraal volgt. De krantenlezer heeft echter tijdens den oorlog geleerd, dat comrnuniqué's, die den stand der par tijen op het slagveld weergeven, met de Mariana wist, evenals ieder in de fa- millie, dat juffrouw de Kerlor alleen met de Saint-Hyrieix getrouwd was om de ramp, die haar en de haren bedreigde, te bezweren. En bovendien was Robert d' Alboize aanwezig. Het hielp den officier niet dat hij zich al inhield, dat hij nooit een woord sprak om zichzelf niet in ongelegenheid te brengenMariana vergat nooit de geestdriftige manier, waarop hij van Carmen gesproken had, voor zij getrouwd was. Als Carmen en Robert elkaar niet hadden terug gezien, zou mevrouw Ver nier geen gewicht gehecht hebben aan huDne vriendschapsbetuigingen, maar ze hadden elkaar in Stockholm terug gezienzij waren op dat schip waarbij ze bijna verdronken waren. Dat vertelde de Saint-Hyrieix aan ieder die het maar hooren wildehetzij dat hij vertelde van zijn genotvol verblijf in Zweden, of dat hij de uren van vreeselijken angst weer eens ophaalde, hij vergat geen en kele bijzonderheid. Mariana's onderzoekende blik had dikwijls gemerkt dat Carmen erg zenu wachtig werd wanneer haar man daar over sprak. Mariana was met haar opgevoed, alsof ze haar zuster waszij kende haar ach ternicht uitstekend, zij wist wat bij Car men een wenkbrauwfronsen, wat een iro nische plooi om de lippen beteekende. j Dikwijls hadden zij, in een prieeltje van Kerlor, jonge meisjesdroomen ge droomd. Carmen, die veel minder be schouwend te werk ging, had gezegd wat zij zou wenschen als zij verloofd was. Carmen had soms buiien van open hartigheid, die geen schijn van de minste dubbelzinnigheid lieten bestaan. Het is waar, dat op dit tijdstip Car men en Mariana nog heel jong waren en dat zij de toekomst inzagen met de beminnelijke onnoozelheid van onschul dige maagden, maar de stijfhoofdigheid van juffrouw de Kerlor, hoewel zij niet erger was dan die van haar broer, was reeds spreekwoordelijk geworden, zelfs in een land, waar de menschen alleen koppig zijn. Het was totaal onmogelijk aan te ne men dat Carmen zoo geheel en al van karakter veranderd was. Alleen liefde kon zulk een verandering teweegbrengen nu was het echter zeker dat Carmen nooit van Firmin de Saint-Hyrieix ge houden had en ook nooit van hem zou houden, Mariana haatte Hélène echter veel meer dan Carmen, hoewel deze laatste het was die haar had ontmaskerd, op het oogenblik dat zij de liefde van Ge orges zou verworven hebbenhet was Carmen geweest, die het leven van Mariana de Sainclair gebroken had. De andere eene weeze, een zwervelinge, de dochter van eene zangeres, zou nooit gekomen zijn als Carmen Mariana niet van het kasteel van Kerlor had gejaagd. Mevrouw Vernier had uitgeroepen: Ik haat ze allebei, die vrouwen Zij hebben eigenlijk evenveel kwaad ge- daan. Zij verdienen dezelfde straf. voor het Laid vat Heus tenajelannsiraat en isnmsierwaar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 1