^and van altenA FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor". Uitgave s Firma L. J, VEERMAN, Heusden. No, 4532. Woensdag 2 September 1925, Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Huiteiilaiuiscli Overzicht Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 4.25, en franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. In de Fransche Ministerraad heeft Cail laux verslag uitgebracht over het resultaat van zijn Londensche reis, waarop Painlevé hem dankte uit naam van het geheele kabinet voor hetgeen hij tot stand had ge bracht. Volgens de bladen heeft Caiilaux er in zijn verslag op gewezen, dat het aanbod van het Engelsche departement van de schatkist voor de jaarlijksche betalingen van 12£ millioen p. st. het laatste aanbod van Engeland is en er geen verdere tege moetkomingen te verwachten zijn. Daar de onderteekening van de definitieve over eenkomst afhankelijk is gemaakt van de regeling der Fransche schuld aan Amerika gaf Caillaux zyn voornemen te kennen om op 46 September zelf naar Washington te gaan. Aangezien het er slechts om gaat om de grondslagen voor de Fransch-Ameri- kaansche overeenkomst vast te leggen, zal Caillaux de reis alleen ondernemen. Later zal dan een Fransche commissie naar Washington gaan om de technische onder handelingen te regelen. Men verwacht, dat Caillaux in de eerstvolgende dagen met de voorzitter van de financieele commissie van den senaat en de kamer verder zal onderhandelen. Vandaag wordt de Belgische delegatie, die te Washington de onder handeling voor de regeling der Belgische schuld heeft gevoerd, verwacht. Men neemt aan, dat Theunis, de leider der delegatie, naar Parijs zal komen, om Caillaux zijn indrukken over zijn onderhandelingen met de Amerikaansche schuldencommissie zal meedeelen. In Amerika schijnt men niet erg met de Engelsch-Fransche overeenkomst te dwepen, althans uit New-York wordt gemeld dat de Amerikaansche bladen, die deze over eenkomst bespreken, Caillaux voorstellen als iemand, die de Vereenigde Staten moeilijkheden wil bezorgen. De New-York World zegt, dat wanneer Calrlaux en Churchil denken, dat de schul den kwestie opgelost kdn worden door diplomatieke slimheid, zij zich vergissen. Een absoluut vrij en eenvoudig optreden zou in verband met de aanstaande Ameri kaansche onderhandelingen Frankrijk meer goed doen, dan de geslepen goochelarij van Caillaux. Het blad besluit met te zeggen, dat een resultaat, als Woensdag bereikt is, de Amerikaansche vrees voor Europeesche verwikkelingen bevestigt. 158 Ik geef toe dat Carmen, ter wille van haar echtgenoot, buitengewone voorzor gen heeft moeten nemen, en dat zij daardoor ook de huishoudster om den tuin heeft geleid, maar mevrouw de Kerlor is alleen, zij is vrij, zij heeft geen onbescheiden vragen van haar man te vreezen, wijl Georges zoekt naar de Mexicaansche piasters, zij moet zich volkomen veilig denken. Daarom is die onnoozelheid van Pélagie mij onbegrij pelijk. Ik .zal alleen handelen. Den volgenden dag ging mevrouw Vernier tegen vijf uur in den middag naar het huis van de Kerlor. Zij vermoedde, dat Carmen naar haar dochtertje gegaan waszij vergiste zich mevrouw de Saint-Hyrieix hoezeer zij ook Marcelle verlangde omhelzen, was gepoodzaakt om thuis te blijven. Firmin wilde niet toestaan, dat zij, nu haar gezondheid niet goed was, uit ging eerst den volgenden dag kon Car men naar Villierssur-Marne gaan. Mariana had de voldoening om dade lijk mevrouw Crépin te ontmoetenuit het kalme gelaat van Pélagie merkte zij op, dat er nog niets was uitgelekt omtrent den diefstal in Hélène's kamer, Mag het den Franschen, naar het schijnt de laatste tijden in Marokko wat meer voor den wind gaan, al zijn zy de moeilijkheden daar nog geenszins te boven gekomen, in Syrië wordt hun positie bljjkens verscheidene berichten er niet beter op. Van officieele Fransche zijde wordt het voorgesteld, alsof de toestand in Syrië wel-is-waar niet heele- maal stabiel is, maar toch niet van zoo'n ernstigen aard mag worden geacht, dat ongerustheid op haar plaats is. De Fransche hooge commissaris in Syrië, Sarrail, gaat dan ook gemoedelijk door aan zijn regeering bemoedigend nieuws te zenden, dat echter waarschijnlijk niet geheel in overeenstem ming is met de werkelijke feiten. Over wat er inderdaad plaats heeft in Syrië, is de Fransche pers tot dusver vrijwel on kundig gelaten alles wat omtrent de gebeurtenissen aldaar verluidt, komt uit buitenlandsche, veelal Engelsche bron de Fransche regeering zegt wel, dat de Britsche berichten overdreven zijn en zelfs onjuist, maar het is al eenige keeren gebeurd, dat zij enkele dagen later bepaalde, door de Britsche pers meegedeelde, feiten moest toegeven. Toen de Engelsche kranten wisten te vertellen, dat de Drusen een aanval hadden gedaan op Damascus, werd dit bericht in den beginne als een leugen voorgesteld, maar naderhand konden de Franschen de juistheid daarvan niet langer ontkennen, al voegde men ter geruststelling er aan toe, dat de aanval op de stad was afgeslagen. Bovendien wordt het garnizoen van Soeëida nog steeds omsingeld, terwijl de Franschen ook nog op enkele andere plaatsen gevoelige nederlagen moeten hebben geleden en belangrijke posten schijnen te hebben ontruimd. Naar alle waarschijnlijkheid is de positie der Franschen dan ook verre van roos kleurig, ja zelfs kritiek en niet voor niemendal worden naar de bedreigde gebieden dan ook krachtige Fransche versterkingen ge zonden, temeer daar de Drusen ook hoe langer hoe meer zich hulp weten te ver zekeren, als men op de desbetreffende berichten mag afgaan. Deze houden namelijk in, dat gewezen officieren van het Turksche leger te Damascus, welke stad volgens een nog niet bevestigd telegram reeds in handen der Drusen zoude zijn, alsmede Bedoeïen zich met de Drusen hebben verbonden, teneinde afbreuk te doen aan de positie der Franschen. Geheel in over eenstemming hiermee is hetgeen uit Londen wordt geseind, n.l. dat de Arabieren in Wanneer is mevrouw de Kerlor thuis gekomen Des morgens Ah, zij bracht den nacht buitenshuis door Ja, zeide Pélagie op verontwaardigden toon. Wanneer is mevrouw de Saint-Hyrieix uitgegaan Is zij teruggekomen Zij is niet weggeweest. Werkelijk niet? Mevrouw de Saint-Hyrieix is gisteren plotseling ziek geworden en heeft zich te bed moeten leggen, na het feest. Zij heeft niet deelgenomen aan het diner bij den onder-staatssecretaris De heer de Saint-Hyrieix is alleen gegaan. U hebt uw best gedaan om te verne men, wat mevrouw de Kerlor na haar terugkeer te vertellen had aan mevrouw de Saint-Hyrieix Dat is me onmogelijk geweest. Waarom Omdat mevrouw de Saint-Hyrieix weer te bed is gaan liggen na het be zoek van den heer d'Alboize. Mariana maakte een beweging van verrassing. Is de heer d'Alboize hier geweest. Ja. Hij is echter maar eenige minu ten gebleven. Heeft hij Carmen gesproken? In tegenwoordigheid van haar echtge noot. Welke stoutmoedigheid, dacht me vrouw Vernier bij zich zelf. Ach, beste Firmin, wat maakt men misbruik van je onnoozelheid. grooten getale de partij kiezen van de Drusen, zoodat het voor de Franschen erg begint te nijpen. Het is dan ook geenszins onmogelijk, dat werkelijk de opstand zich vrijwel over geheel Syrië heeft uitgebreid. Uitslag der Provinciale Pa&rden- keuringen op de tentoonstelling te Waalwijk op Donderdag 27 Ang. 1925. Niet minder dan 198 paaiden waren ingeschreven. De commissie bestond uit de heeren A. H. van Schijndel Jr. te Waalwijk, voor zitter, Jud. Timmermans Phzn. te Waal wijk, secretaris en als leden de heeren G. Branderhorst te Eethen, L. C. Sant Hzn. te Kluridert, D. A. v. d. Schans te Dron- gelen en G. H. Straver te B.-Broek. De commissie voor het concours M. C. paarden was als volgt samengesteld A. H. van Schijndel Jr. te Waalwijk, voorzitter, Jud. Timmermans Phzn. te Waalwijk, secretaris en als leden de heeren A. Bax Gzn. te Zevenbergschs Hoek, D. van Buuren te Meeuwen, A. Kooij te Ke- dicken, M. de Roon te Raamsdonk en J. A. v. d. Schans te Drongelen. De jury voor de Prov. Merriekeuringen en Stamvaders met afstammelingen voor het Tuigpaard no. 1, 2, 3, 4 en 6 be stond uit de heeren G. Costermans te Eist en M. van Baal te Asperen, terwijl voor het veeartsenijkundig onderzoek was aan gewezen de heer P. den Ouden te Rot terdam. De jury voor de M. C. Commissie no. 5 en 11 bestond uit de heeren C. J. Costermans te Nijmegen, G. L. Higly. Kapitein der Artillerie te Bilthoven, G. Costermans te Eist, A. Kooy te Hedicken en W. C. Holl te Ingen. De jury voor de nummers 42 en 13, verrichtingsproef onder den man, bestond uit de heeren A. W. Heidema te 's Hage, B. J. Momma, Luitenant der Artillerie te Tilburg en J. van Baal te Vuren. Er waren zeer mooie paarden voorge bracht zoodat de verschillende jury-leden een zware taak hadden te vervullen. Hieronder volgt de uitslag Klasse IMerriën geboren in 1923, le pr. Klosetta van J. C. Wink te Wijk, f 25, 2e pr. Krillie van J. M. Blankers te Almkerk, f20. 3e pr. Kovada van G. W. J. Branderhorst te Eethen, f 15. 4e pr. Kenora van G. J. Hartgers te Doeveren, Pélagie evenwel, die uit de woorden en uit de gebaren van Mariana iets meende te gissen, wilde op haar beurt wel de waarheid weten. Zij hernam Zou meneer d'Aboize? Weineen, weineen, antwoordde- me vrouw Vernier ongeduldig, zoek geen geheimen, die er niet zijn, terwijl ge veel beter zoudt doen, de eenvoudige waarheid te ontdekken. Verdubbel uw voorzichtigheid, maar ga mevrouw de Saint-Hyrieix zoo nauw keurig mogelijk na. Ik beloof het u. U belast zich met het overige Ja. Ik verzeker u, dat u voor er acht dagen verstreken zijn, alles zult weten, wat u noodzakelijk moet weten. Mariana verliet Pélagie om naar de gravin de Kerlor te gaan. Eindelijk, riep zij uit, eindelijk zal ik ontdekken, waar het kind verborgen is. De ontdekking. Mevrouw Vernier wilde een bezoek afleggen bij Hélène, toen zij in de voor kamer een dienstbode aantrof, die tot haar zeide: Mevrouw de gravin de Kerlor is lij dend het spijt mevrouw niemand te kunnen ontvangen. Mariana was verbaasd. Zij was van de familiewat beteekende deze afwij- f10. 5e pr. Kegzie van G. H. Straver te Babyloniënbroek, br. medaille. 6e pr. Kebina van D. v. Buuren te Meeuwen, br. medaille. Klasse II: Merriën geboren in 1922. le pr. Jelita I van J. de Waal Hzn. te Wijk, f 30. 2e pr. Jicota van G. H. Straver te Babyloniënbroek, f20. 3e pr. Jacadia van H. A. v. Casteren te Schayk, f10. 4e pr. Jerina van J. de Waal Hzn. te Wijk, br. medaille. 5e pr. Jorilla van D. v. Buuren te Meeuwen, br. medaille. 6e pr. Jyole van Gebr. Oerlemans v. d. Schans te Drongelen, br. medaille. 7e pr. Jarie van A. A. Vugt, Hank, Dussen. Klasse IIIMerriën van 48 jaar. le pr. Efia van G. v. Everdingen te Heusden, f 40 benevens zilveren medaille, uitgeloofd door Z. K. H. Prins Hendrik voor de beste fokmerrie met veulen. 2e pr. Irelonia van A. Z. Snoek te Almkerk, f 30. 3e pr. Giwanka van G. J. W. Branderhorst te Eethen, f 20. 4e pr. Fiotta I van J. P. Dibbits te Almkerk, f 20. 5e pr. Fienate van G. H. Straver te Babyloniënbroek, f 10. 6e pr, Gitora van A. W. Verhoeven Jzn. te Herpt, f10. 7e pr. Horania I van A. A. v. Vugt te (Hank) Dussen, br. medaille. 8e pr. Ikadria van A. J. H. v. Honsewijk te Dussen, br. medaille. Klasse IV Stamvaders N. S. Tg. met afstammelingen en Klasse Vafstamme lingen van Holand N. S. Tg. 261, Mil. Reg. 51. Bekroond voor beide klassen Lina, eig. G. J. W. Branderhorst te Eethen. Lodona, eig. G. J. W. Brander horst te Eethen. Lakastra, eig. J. van Bergeijk Azn. te Wijk. Limora, eig. G. v. Everdingen te Heusden. Zwartbruin merrieveulen v. Giwanka, eig. G. J. W. Branderhorst te Eethen. Zwart hengst veulen van Agrita, eig. idem. Zwart merrie veulen van Jerina, eig. J. de Waal te Wijk. Merrieveulen van Fienate, eig. G. H, Straver te Babyloniëobroek. Merrieveulen van Divina, eig. dezelfde. Zwart merrie veulen van Efia, eig. G. v. Everdingen te Heusden. Enkel voor klasse 5 bekroond Bruin hengstveulen van J. v. d. Heuvel te Genderen. Veulen v. Balbiner eig. G. J. Hartgers te Doeveren. Donkerbr. hengst veulen van Fiotta, eig. J. P. Dibbits te Almkerk. Veulen van Gisera, eig. A. W. zing Had Hélène reeds de verdwijning van den brief en het telegram bemerkt? Waarschijnlijk al I Mariana stelde zich volstrekt niet voor, dat de verdwij ning onbekend zou blijven. Maar verdacht men haar Ondanks haar kunst om te veinzen, verbleekte Mariana nu toch, en zij paste er wel voor op, niet aan te dringen om ontvangen te worden. Zij liep de gang door en ging naar Carmen, daar zou ze maar zonder zich te laten aan dienen binnentreden. Maar hoe schrok zij, toen ze het on verwachte bescheid ontving Mevrouw de Saint-Hyrieix is bij me vrouw de Kerlor. Ditmaal maakte zij zich boos, haar hef tig .karakter was niet bestand tegen zoo vele hinderpalen. Zij zeide: Men had mij gezegd, dat mevrouw de Saint-Hyrieix te bed was. Mevrouw is hersteld, 'tls mevrouw de Kerlor, die ziek is. Mariana, zeer opgewonden, vroeg zich zelf af, of ze niet onmiddellijk verkla ringen zou eischen van Carmen of van Hélène, toen zij het geluid van een rij tuig hoorde. Maar het was de diplomaat, die van het ministerie terugkeerde. 'tls wel, hernam mevrouw Vernier maar daar is de heer de Saint-Hyrieix, zeg hem, dat ik hem wensch te spreken. Verhoeven Jzn. te Herpt. Donkerbruin Hengstveulen van Gamone, eig. J. Timmer mans Wzn. te Waalwijk. De zilveren medaille kreeg Holand N. S. Tg. 261, M. R. 51. Klasse 6 Merriën oud 1 jaar. 1 Lera eig. H. Smits te Waspik, f 30. 2 Lina eig. G. J. W. Branderhorst te Eethen* f 20. 3 Lakastra eig. J. v. Bergeijk Tz. te Wijk f 20. 4 Lenie eig. J. M. Blankers te Almkerk, f 10. 5 Lodona eig. G. J. W. Branderhorst te Eethen, f10. 6 Limora eig. G. v. Everdingen te Heusden f 10. Klasse 8 Merriën van 9 jaar en ouder. 1 Nelly van J. v. Bergeijk te Wijk f 40. 2 Diggel van H. Dane te Willemstad f 30. 3 Disha van A. A. v. Vugt (Hank) Dussen f 20. 4 Lux van A. Kooy te Kedichem, f20. 5 Dot van Gebr. Oerle mans v. d. Schans te Drongelen, f 20. 6 Aranka van H. Smits te Waspik, f20. 7 Divina van G. H. Straver Jz. te B.-Broek, f 40. 8 Agrita van G. J. W. Branderhorst te Eethen. Eervolle vermelding (bronzen medaille) Carita van Gebr. Oerlemans-v. d. Schans te Drongelen. Aakje van D. v. Buuren te Meeuwen. Sara I van A. A. v. Vugt te Dussen. Darzina I van J. M. Blankers te Almkerk. Klasse 9 Tuigpaard merriën van 3 jaar en ouder. 1 Felfrida I van A. Kooy te Kedichem, f 40. 2 Iflamia van C. v. IJzeren te Arkel Z H. f 30. 3 Ekina van M. Wink te Vreeswijk, f 20. 4 Evalea van A. Kooy te Kedichem f 4 0. Eervolle vermelding 1. Jertina van Gebrs, C. de Jorig Tz. te Arkel Z.H. 2. Grada III van M. W. v. d. Schans te Bovenkerk. 3. Jillusie van Gebr. J. en B. P. Maris te Oudemolen. Klasse 10 Tuiggaard Hengsten. 1 Roland van Coöp. Ver. tot verb. v. h. paardenras in het land van Heusden f 40. Justico van Wed. R.v. d. Pluim te Dussen f 30. 3 Cicero van Gebr. Oerlemans v. d. Schans te Drongelen, f 20. 4 Custos van idem, f 10. Klasse 11 Keuring van de beste M.C. merriën van 2 jaar en ouder. Ingeschreven 109 stuk. 1 Evalea van A. Kooy te Kedichem, f 25. 2 Giwanka van G. J. W. Brander- Wij hebben verslag gedaan van het ontroerend tooneel, dat tusschen Car men en Hélène was voorgevallen, toen deze laatste terugkeerde van Villiers. Al het gevaar scheen bezworen Mar celle leefde er scheen niets kwaads ge beurd te zijn in het huis aan het Parc- aux-Princes, in de afwezigheid van me vrouw de Kerlormen had slechts den HemeT te danken. Hélènewie de zenuwachtige over- spannning had staande gehouden tot nog toe, in weerwil van de vermoeienissen van den nacht, doorgebracht aan het ziekbed van Marcelle, en ondanks zoo veel emoties nu eensklaps een buitenge wone matheid. Dat was de reactie. De jonge vrouw worstelde tegen de slaperigheid, die haar overmandezij vond door een laatste energieke poging de kracht om het ontbijt te gebruiken met den heer en mevrouw de Saint- Hyrieix. Firmin was zoozeer bezig met zijn ei gen gedachten en wenschen, dat hij de bleekheid zijner schoonzuster niet op merkte. O, drommels, riep de Saint-Hyrieix opeens uit, en sloeg met de vuist op de tafel, maar heel zacht, ofschoon me vrouw de Kerlor er geheel wakker door werd, dat heb ik nog vergeten 1 W at dan vroeg Carmen. Een voorname zaak I Hij ging opstaan. Ik moet naar het ministerie terug, zeide hij. Carmen vond dat heel goed. NIEUWSBLAD vior kit Lui van lensden ei uittil JiLimtrnt ei de Boiiimelerwaaril

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 1