fweede Blad fenwsblad I voor het Land Ban Heusden en Altena, de Langstraat i>n de Bommelerwaard. m 7 ÖCt Noorder-Af wate ringskanaal. BEHOORENDE BIJ HET Vervolg eerste blad. (Voorzitter zal niet in herhaling aangezien de meeste ingelan- an den polder Hill reeds bij .'i-ige vergadering tegenwoordig én. Je heer Branderhorst merkt op; mijnheer v. Campen bij den vo- jrigen polder heeft verklaard, dat men in een periode van droogte wat meer en in de regenperiode minder water wenschte te hebben. Dat is iets zegt spreker dat iwij ook willen. V-oor pol- Her Hill is alleen van belang water- inlating. De heer A. Vos is overtuigd, dat de ingelanden van polder* den Hill tevreden zijn, hij heeft verschillende ingelanden gesproken en deze ver klaarden nooit geen klachten te heb ben. De heer y. d. Schans stemt toe, dat polder '11 slechts voor een klein gedeelte een beetje belang heeft bij de inlating. Spr. zou echter willen vragen, wanneer er aan de hand van de plannen die bestaan, er voor polder Hill nadeel uit zou kunnen voortvloeien, is het dan niet ge- wenscht dat polder Hill in het groot waterschap vertegenwoordigd is, om er voor te waken, dat de toestand er niet slechter op zal worden? En als- het u zelf geen of weinig geld kost, waarom zoudt gij dan niet medewer ken om den toestand van uw buurman te verbeteren? De heer A. Vos z gt, dat polder 11111 geen belang heei't bij de ver laging! van het peil op het N.A.K. er zelfs nadeel bij zou hebben. Dat het peil verlaagd wordt zal voor pol- 'der Hill alleen zijn nut hebben in buitengewone regen tijden. Polder Hill betaald 75 ets. per H.A. voor, onderhoud aan de vier Bannen en 1-5 ets. aan Bleek en Oostkil, krijgt irfcn er ten slotte nog onderhouds kosten bij van het Noorder afwate ringskanaal dan weet men nietwaar inen mede faf is. en Oostkil, krijgt men er ten slotte nog onderhoudskosten hij, dan weet men niet waar men mede af is. De Voorzitter zegt, dat de toestand van polder Hill werkelijk goed is en deze polder het minste belang heeft bij de totstandkoming van het groot waterschap. Het kan dan ook heel goed zijn, dat deze polder vol strekt niet in de kosten zal hebben bij te dragen en deze polder alleen in het verband wordt opgenomen, opdat hij voor zijn eigen belangen zal kunnen waken en deze tenge volge van werken, die bij een ande ren polder worden uitgevoerd, niet worden geschaadt. De heer Kerssemakers zou willen vragen of de polder Hill ontkent belang te hebben bij de regeling van den waterstand op het N.A.K. De heer A. Vos stemt toe, dat pol der Hill wel bjelang ïyeeft bij dezen waterstand, waarop de heer Kersse makers vraagt of bet dan voor pol der Hill ook niet van belang is me dezeggingschap te hebben, bij de terstand van dit kanaal, e heer A. Vos zegt, dat polder alleen belang bij den peilstand voor de bevloeiïng van den ir. Komen de werken tot stand ivordt deze bevloeiïng voor pol- Hill slechter. ïr. Kerssemakers brengt hierte- n, dat het niet gaat over de be- n van polder Hill alleen, doch 'talie belanghebbenden, die ver ing behoeven. Enkel omdat bevreesd is, dat men een klei- l zal moeten bijdragen, wil t tot verbetering meewerken, •per Rulkens heeft bij het /^jpen van zijn plan een oo- lik gedacht polder Hill buiten verband te houden. Hij heeft dezen echter alleen in betrokken ft de bedoeling dat polder Hill 'dezeggingschap zou krijgen, op- t hij er voor zou kunnen waken de toestand bij hjem niet alech- zou worden. De heer Branderhorst heeft den Voorzitter van polder Hill K>o°ren beweren, dat bij een peil van 23 aan Ide Peereboomsluis, hiervol- doende water kwam, dit is een on mogelijkheid, liep er rechtstreeks een kanaaltje, dan zou bet kunnen, doch zooals de toestand thans is, is dit een onmogelijkheid. De beer A. Vos hooidt zijn bewe ring, dat met een peil van 23 voldoende gevloeid kan worden, staande. De heer W. de Graaff vraagt, of er ook stemmen van polder Hill uitgaan, dat men met den bestaan- den toestand niet tevreden is. De Voorzitter meent, dat het gaat over de vraag of de toestand niet beter kan worden. De heer v. d. Schans vraagt of deze niet slechter zal worden, als men den toestand in pnriere polders gaat veranderen. De heer \V. de Graaff noemt het dwaasheid een toestand te willen verbeteren, die reeds goed is, dat is een stoel presenteeren, waar men reeds op zit. Het Statenlid van Beek zou het dwaasheid vinden, als de stoel waar op men zit een Oirschotsche stoel is en men daarvoor een fauteuil pre senteert dat men deze dan niet zou accepteeren. De heer Donkers acht 'thet beste dat het groot waterschap niet wordt opgericht, dan wordt de toestand ook niet slechter. Dhr. Kerssemakers heeft meerma len besprekingen gevoerd met den Directeur van den Rijkswaterstaat, en deze verklaarde zich een voor stander van de oprichting van een groot waterschap omdat hier zoo veel verschillende wenschen zijn, met tegenstrijdige belangen. Komt het groot waterschap tot stand, dan is het voor polder Hill toch ook van belang dat het medezeggingschap krijgt in de waterstanden op het N. A. K. De heer v. d. Hoeven is op het gebied van polderbelangen een leek. Hij weet echter wel, dat een Jaag gedeelte geen toevoer van water noo dig heeft, wel afwatering. De toe stand is hier goed, daarom mag hij niet voor het kanaal stemmen. Mis schien hebben echter andere polders wel belang bij het groot waterschap en daarom zal spr. zich van stem ming onthouden. De heer Senden heeft hooren be weren, dat polder Hill weinig zal behoeven bij te dragen in de kosten, omdat deze polder weinig belang bij het groot waterschap heeft. Ook bij de Z. H. polder en meer andere polders is dit gezegd, samen onge veer 2400 H. A. die volgens de com missie weinig of geen belang bij heL waterschap hebben. Ten slotte zul len volgens spreker die polders die wel belang hebben bij de oprichting blij gemaakt zijn, met een doode muscli. De Voorzitter merkt op, dat het weinig of geen belang (hebben vün sommige polders bedoeld is in ,t algemeen, moet worden opgevat dat speciale gevallen niet voor alle pol ders dezelfde zijn. Het centraal lichaam heeft later het belang van iederen polder uit te maken. De heer Branderhorst gelooft, dat bij mijnheer Senden de centen kwes tie de hoofdrol speelt. Spr. kan zich goed voorstellen, dat niemand zal medewerken als men zelf de kosten moet dragen van de tot stand te komen verbeteringen van andere pol ders. De bedoeling is echter juist, door eensgezindheid te trachten steun van Rijk en Provincie te krijgen. Hierop wordt overgegaan tot stem ming, met uitslag dat zich slechts enkele personen voor de oprichting van het waterschap verklaarden. Thans is aan de beurt polder Bies heuvel. De Voorzitter van dezen polder de heer v. Everdingen, acht de op richting van het groot waterschap voor polder Biesheuvel van groot belang indien deze oprichting het middel tot verbetering van den slechten toestand kan zijn. Geen der ingelanden verlangde het woord, dat men het met den Voorz. eens was, bleek uit de stemming, want slechts een persoon stemde te gen de oprichting, de overigen voor. Hierna werd een half uur gepau zeerd, daarna kwam polder Eethen aan de beurt. De Voorzitter heette de aanwezi- zigen welkom en sprak ongeveer de zelfde openingsrede uit, als bij pol der Oud- en Nieuwl. van B.Broek. Spreker legde er nogmaals den nadruk op, dat men alvorens zijn stem uit te brengen, eerst wel rijpe lijk moest overwegen, en nadenken.' Rijk en Prov. zijn zeer veel klachten bereikt over den slechten toestand op waterschapsgebied in deze streek, zoodat het voor vele polders van het grootste belang moet worden geacht, de handen in een te slaan om verbe tering te krijgen. Doet men dit niet, dan zal zeer waarschijnlijk de kans op verbetering voor jaren verstreken zijn en zal men met zijn klachten bij Rijk en Prov. aan doovemans deur kloppen. Men moet hierbij niet alleen aan het eigenbelang denken, doch ook aan het algemeen belang, en niet vasthouden aan de plannen die door Ingenieur Rulkens zijn uit gewerkt om aan te toonen dat hier veel behoefte aan verbetering be staat. Deze plannen behoeven niet te worden uitgevoerd en kunnen zoo noodig gewijzigd worden. Spr. zegt dat hij net werkelijk zou betreuren, als verbetering hier achterwege zou moeten blijven omdat men niet goed op de hoogte is, en door onderling geschil van gevoelen. De heer G. Branderhorst, Voorz. van polder Eethen leest hierop het volgende voor: Als Voorzitter van polder Eethen wil ik allereerst opmerken, dat de waterstaatstoestand in deze streek niet in orde is, vroeger kon elke polder, die op het Oude Maasje loost, 2 keer per dag uitloozen tot gemiddeld 75 N.A.P. N.W. wind uitgezonderd en na de opening der Bergsche Maas is de gemiddelde hoogte o phet Noorder Afwaterings kanaal nabij het Drongelsche veer 8 uur v.m. gemiddeld 2473 N. A. P., Bij vergelijk met vroeger was er op het Oude Maasje gedurende een uur per dag een stand van 75 tot 675 een uur 675 tot 60 idem 60 tot 525 idem 525 tot 45 idem 45 tot 375 idem 375 tot 30 idem 30 tot 22* dus 7 uur per dag een lagere stand dan nu. Thans is in regentijden het N.A.K. meestal hooger, in droge tijden la ger, hierdoor kunnen de lage polders onvoldoende loozen, de hooge on voldoende van versch water worden voorzien. Bovendien kan niet wor den gevloeid, als eefi der polders waterbezwaar heeft, omdat het N. afwaterings kanaal voor beide moet dienen. i Het N.A.K. is tegenover den Meeu- vvenschen dijk reeds 2 M. smaller in den bodem en 50 cM. ondieper! dan bij den aanleg, waardoor een zeer groot verhang des te grooter naar gelang er onkruid in is, en naar mate er kwel van uit de Berg sche Maas komt en afvoerwater uit de polders. Dit kanaal is allerminst geschikt om te vloeien, omdat het water van het laag naar het hoog moet wor den opgestuwd. Voor dit vloeien zijn minstens 4 achtereenvolgende dagen noodig, waardoor gedurende dien tijd loozen voor lage polders is uit gesloten, bovendien komt er door lekkende sluizen en kwellende on dergrond, bij dat vloeien meer water binnen in kleine polders dan ge- wenscht is, o.a. een poldertje bui tendijks bij Wed. Joh. Millenaar-d. Rooien te Drongelen staat dikwijls door dat vloeien plas en dras. Wat betreft dat peil van 24Y3 cM. N.A.P. is zeer onvoldoende voor polder Het Zuiderveld onder Dus- sen, peil 60 het Zuidbroek peil 50 en Hablok onder Meeuwen peil 50 de Rooiensche polder on der Drongelen peil 40 De Beem den 45 de Broekschen hoek 45 en een groot deel 500 H.A. van polder Eethen dat een stand heeft van 30 en hooger, zeer nadeelig voor overig deel poljder Eethen 170 H.A., peil 60 en pollder Meeuwen pl.m. 300 H.A. peil 70 die bij dien stand te hooge bemalingskosten heb ben. Wordt er nu in regentijden door Eethen en Meeuwen met hun stoom gemaal, door B.-Broek fëlh het Zui derveld met hun molens gemalen, de sluis bij Drongelen van het bo- venpand N. Afwaterings Kanaal opengezet, dan is voor de kleine p ol der tj es het peil weldra veel te hoog om te loozen. Nu is het de laatste? 4 (jaar gemid deld 12V2 keer voorgevallen, dat pol der Eethen maalde en het Rijksge maal aan de Peereboom nog een of meer dagen later begon, waardoor het N.A.K. eveneens te hoog werd en de Z. H. polder waar he;t peil 50 is niet kan loozen en door dat te laat beginnen duurt het veel te lang dat het N.A.K. abnormaal te hoog blijft. Thans zou er onmiddellijk reeds een groote verbetering kunnen wor den aangebracht als dat Rijksge maal telefonisch met de verschil lende polders verbonden werd om overleg te plegen met deze, over wa terbezwaar en ook over water te kort, thans gebeurt het, dat eender polders staat te malen en voorbande- re gevloeid wordt. Opgemerkt zij dat in regentijden door het te laat beginnen van het Rijksgemaai bijna geen voordeel wordt verkregen om dat dan toch al het water moet worden uitgemalen en het voordeeltje alleen bestaat in iets minder opvoerhoogte. Verder is er bijna altijd water- bezwaar in het Hakkeveld, het laag van polder Genderen, die op het bo- venpand van het N. afwat. kanaal loozen, ja soms zoo erg, dat de weg van S. v. Rijswijk naar Wijk in Aug. gedurende 9 achtereenv. dagen onder water stond, het vee moest gestald worden. Om eenig denkbeeld van het onvoldoende peil op het N. af wat. kan. te geven, diene djat pp een ander tijdstip bij veel regenval het stoomgemaal van polder Eethen 6 achtereenvolgende dagen en nach ten heeft moeten malen, terwijl de stantj op het N. afwaterings kanaal was niet lager dan het N.A.P., ja zelfs tot 25 cM. -j- N.A.P. Nog op een anderen tijd, hij veel regenval terwijl Eethen dag en nacht maalde was de stand op het Noor- der afwaterings kanaal achtereen volgens, 8 -f-, 40 -j-, 40 -f<„ 18 -f, 14 '-P, 10 -f en werd het Rijksstoomge maal in dien tijd stopgezet en dit ten gevolge had, dat wel 500 H.A. totaal onder water stonden, ja, dat de ge malen der polders ook moesten stoppen, wegens dat abnormaal hoog peil. Men ziet dus, behalve de door- loopende te hooge stand, nog ab normaal hooge standen die buiten gewoon nadeelig zijn voor de be trokken polders. Neemt men nu daarbij in aanmerking dat in den Zuid-Holl. polder 14 kleine wind molentjes staan, die bij zoo'n stand ook buiten werking komen, en bo vendien nog bij stil weer geen dienst kunnen doen, dan staat onomstoote- lijk vast dat het peil op het Noor der afwaterings kanaal zeer on voldoende is, zelfs vtoor den Z. H. polder die de minst belanghebben de is. Opgemerkt zij, dat er, om te kun nen loozen tusschen de polders en het kanaal nog een verhang noio- dig is, grooter naar gelang den af stand dat de polders er van verwij derd zijn gelegen. Zoo ook kan voor polder Wijk nooit en in het hooge deel van polder Veen en Aalburg ook nooit, versch water worden inge laten en 'bijna nooit in het hooge deel van den polder Oudland van B. Broek en al wordt er dan ge vloeid, dan nog wordt in dezen pol der, zoowel als in vele anderen, het vuile water opgestuwd en krijgt men in het bovendeel nooit versch wa ter. Afgezien van di t moet er vin bij na alle polders gevloeid worden via liet lage deel naar het hooge, zoodat door dit vloeien eveneens waterbe zwaar ontstaat. Werd nu een waterschap opge richt omvattende alle polders loo- zende op het N. afwaterings kanaal, zooals in het rapport der Prov. In genieurs is voorgesteld, dan kon dit bevorderen een lager peil op N.A.K. zeer gemakkelijk en direct verkrijg baar voor de lage polders, alleen door het stoomgemaal aan de Peere boom bij regenval tijdig in werking te zetten, in overleg met die polders, en een lietere bevloeiïng van uit de Maas bij Wijk, het water kon dan zelfs het hooge deel (te Wijk ligt het land 1.80 hooger dan bij de Pee reboom), van de polder •'«an Wijk voorzien, en als dan polder Veen1, Aalburg, en B. Broek elk een sluisje kregen en daarmede iedere polder naar hun genoegen uit Wijk water mochten nemen, dan was daarmede in hoofdzaak in het vloeien voorzien, kleinere polders kunnen dan even eens worden geholpen, zoodat heele mooie plannen hiervoor in het rap port zijn uitgewerkt. In droge peri oden kan dan nog even als tot he den, worden gevloeid van af de Pee reboom in overleg per telefoon. Ten slotte rest nog de kosten en als we zien wat in andere plaatsen door het Rijk gesteund wordt, in zonderheid Drente waar in 1924, 8 waterschappen zijn opgericht, waar bij in een waterschap alle kosten f700.000 door het Rijk zijn betaald, in een ander bij een uitgaaf van f 730.000, is gesubsidieerd met een bedrag van f 666.000, dat tot oprich ting van een algemeen waterschap is geadviseerd door Ingen. en Hoofd- Ingen. en ja zelfs door Z. E. Bon- gaerts Min. v. Waterstaat kan hjet niet uitblijven of het op te richten waterschap zal van deze zijde vol doende steun hebben. Het zal de heele streek ten goede komen, de waarde der gronden zal er door stijgen, de dikwijls te hooge huren voor dat minderwaardig land wat veelal bestemd is voor hooi naar het Buitenland, anderdeels totaal on geschikt is tot weiland voor melkvee en nog minder voor bouwland zal een hoogere huur kunnen opbrengen en toch nog beter rendeeren voor huurder. Het is te betreuren dat gronden vlak bij en grenzende aan boerderijen door waterbezwaar met griendhout beteeld moeten worden, zooals in het Zuiderveld, Het Zuid broek, ja zelfs nog in een der aller hoogste polders, zooals Aalburg zou den die griendjes zoo vlak bij arbei derswoningen een zeer gewaardeerd tuintje kunnen zijn. De grond-, polder- en andere be lastingen, die thans van een lage huur of opbrengst moeilijk betaald kunnen worden, zou voor vele gron den heel gemakkelijk uit de meerde- dere opbrengst voortvloeien. Ten slotte nog het belang van pol der Eethen, bestaande in veel .te groote bemalingskosten. In de week van de vergadering Z. H. polder hebben we met stoomgemaal polder Eethen 6 dagen gemalen, wel heeft het nog al geregend, doch niet ab normaal en was er ook nog weinig kwelwater, wat bij hooge stand der Bergsche Maas zelfs zonder regen val ook nog op sommige plaatsen waterbezwaar geeft. Van 1914 tot en met 1921 heeft Eethen gemiddeld 88 dagen per jaar gemalen. Na dien tijd is een electr. gemaal gebouwd en is de laatste 2 jaar door ons stoomgemaal gemid deld gemalen 38 dagen en 91/2 nach ten en met ons electr. gemaal nog 123 keer. Deze abnormaal hooge kosten zul len naar schatting bij verlaging van het peil op het N. afwat. kanaal in regentijden de helft dalen. Polder Eethen is door schutten in Btrie dee- len gescheiden, waarvan het miden- ste en hoogste deel bij een peil van 45 op N.A.K. beter kunnen- loo- zen, terwijl wij thans in de hoop dat Peereboom zal beginnen te malen, afwachten, en de laagste deelenvan het middendeel meermalen water bezwaar heeft. Waar nu onomstootelijk vast staat zoowel door bovengenoemde feiten als door het rapport der Prov. Ingen. dat de toestand niet goed is, dat er wat moet gebeuren, dat Rijk enj Prov. bezig zijn ook eens wat te doen voor Het Land, van Heusden jefn Altena oen teiland ver stoken van spoor en tram waar men ziet elders een kanaal zelfs langs Tilburg in de hooge zandstreek van N'w Br. de vele verbeteringen in an dere streken zooals Drente, dat bij de verlegging der Bergsche Maas uit drukkelijk is bedongen, dat het wes telijk deel van N. Br. geen nadeel mocht ondervinden, ja zelfs een be tere afwatering is toegezegd, er zou worden voorgemalen enz., dan is het onverklaarbaar, dat nog eenige te genstand gehoord wordt, en dit des te inieer nu uit geen enkele polder eeu steekhoudend bezwaar is aan gebracht. De heer Spoor heeft al de cijfers met plussen en minnen van mijnh. Branderhorst niet kunnen bijhou den. De bewering dat men hierdoor de verlegging van den Maasmond in slechter conditie is gekomen, is echter, trots al deze cijfers niet waar. Bij overlevering heeft Spr. gehoord dat de weg van B. Broek naar Eethen voor de verlegging van de Maasmond meermalen onder wa ter stond. Nu is de toestand zelfs' in het lage gedeelte van Eethen goed. Hij wil hiermede niet zeggen, dat er heelemaal geen klachten zijn, doch een goed polderbestuur moet niet deze klachten niet naar de Piw Staten gaan, en bij Rijk en PrV om subsidie gaan vragen. Er zijn streken, die veel meer verbetering noodig hebben als de streek hier, en deze moeten voor subsidie vap Rijk en Prov. voorgaan. Zeker er is hier minderwaardig land, doch de menschen die dit kochten, wis ten dat dit minderwaardig was en zullen er dus met den prijs wel rekening mede gehouden hebben. Willen zij door dit land rijker worden, dan heeft het Rijk daar mede niets te miaken ten moeten zij zelf de kosten ter verbetering maar betalen. Er is op gewezen, dat een weg 9 dagen onder water heeft ge staan. Zal dan het Rijk hierin sub sidie willen bijdragen voor verbe tering, waar men ziet dat bij een ramp als te Borculo het Rijk* ach terwege blijft en men geheel op de liefdadigheid van andere menschen blijft aangewezen? Ten derde heeft men gezegd dat het stoomgemaal 9 dagen achter el kaar stond te malen, waarvoor is dit stoomgemaal gebouwd, toch ze ker om te malen en niet om gere geld. stil te staan. Verder is er ge zegd, dat de griendjes langs den Hoo- gen Maasdijk te Aalburg in tuintjes konden worden herschapen en dat hier de centen een bezwaar blijken te zijn. Dat men dit ten koste van een ander wil verbeteren keurt spr. af. Wat den polder van Eethen be treft, vindt hij dat de Voorzitter van dezen polder wel wat te veel ei- schend is. Eerst heeft men gehad een watermolen, die is opgeruimd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 5