^nd van altena
Uitgave: Firma L> J, VEERMAN, Heusden*
No, 4550* Woensdag 4 November 1925,
Kuitenlaiidsch Overzicht
FEUILLETON.
„Het Kasteel van Kerlor.".
Ingezonden
lliiiiieiilaiid.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 4.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur «n
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Het Grieksch-Bulgaarsch grensin
cident is geëindigd en de vrede op
de Grieksch Bulgaarsche grens is
hersteld. Op dit bericht heeft de
Raad van den Volkenbond Vrijdag
een korte bijeenkomst gehouden en
is daarop uiteengegaan.
Chamberlain en Briand spraken
hun voldoening uit over de vreed
zame oplossing van het geschil. Bri
and wees er op, dat er geen sprake
is van overwinnaar of overwonnene.
De volken dienen steeds een beroep
op het recht te doen, waar en wan
neer zij zeker zijn het te zullen vin
den en het beginsel van den bond
is die zekerheid voor geschillen van
dezen aard te verschaffen. Een land
behoeft geen vrees te koesteren voor
zijn nationalen trots, daar 'tin de
Raadkamer als het ware en familie
is. Ook Chamberlain legde den na
druk op de beteekenis van het ver
richte werk, welke vooral gelegen
is in het feit, dat de Raad bezig is
een jurisprudentie van den Volken
bond te stichten. Het huidige geval
vormde een schitterend voorbeeld
hoe de Raad in staat is de moeilijk
heden op te lossen van landen, tus
schen wie een of ander noodlottig
geschil is gerezen.
De Volkenbond zal weer bijeenko
men als rapport is uitgebracht door
een commissie, die het nu opgeloste
Grieksch-Bulgaarsche geschil zal on
derzoeken.
Het gaat de Franschen in Syrië
niet naar wensch en geregeld wor
den er versterkingen heen gezonden.
De Fransche opperbevelhebber Ge
neraal Sarrail heeft het verbruid bij
de Fransche bevolking. De meeste
Fransche bladen schrijven allesbe
halve vriendelijk over generaal Sar
rail. De Matin schrijft bijv. „Het
schandaal van Syrië heeft te lang
geduurd". „Generaal Sarrail, onbe
kwaam tot een voortgezette, gema
tigde politiek, schaadt grootendeels
het aanzien van Frankrijk.
Het g evolg van de actie gevoerd
tegen Sarrail is geweest dat de re-
regeering hem heeft teruggeroepen
en het gerucht gaat, dat Generaal
Guillaumat, opperbevelhebber over
het Rijnleger Sarrail zal opvolgen.
De Fransche Minister President
laat tegenspreken, dat de verliezen
van de Franschen sinds den op
stand van de Drusen 6000 dooden
176
Ja, en dan moet je alles doen wat
oom en tante zeggen, anders krijg
je klappen, o, vreeselijke klappen,
vooral van oom. Tante is misschien
niet zoo valsch als oom, maar och,
ze slaat even hard. En zij slaat zon
der dat ze weet waarom. Het is net,
of ze 'tniet helpen kan, het komt
zeker door den brandewijn. O, je
zult het ook wel ondervindenslaag,
geen eten, altijd bij twee dronken
menschen zijn.
jl Maar Jean schudde het hoofd.
w Neen mij do en ze niets. Ik ben
niet hun kind. Ze hebben mij gesto
len, net als jou misschien. Mijn ma
ma zal wel onderzoek naar mij la
ten doen en mij laten terughalen.
Geloof dat maar niet, zeide Clau-
dinet treurig. Ik heb zelf gehoord,
dat oom zei, dat ze jou zouden op
voeden als hun eigen kind. Je moet
me in het eerst helpen den wagen
schooft, te maken, Troppinann, het
paard, in te spannen, boodschap
pen te doen. En omdat je kleiner
bent dan ik, en makkelijker door de
gaten in de heggen kunt kruipen,
zul de kippen uit de hokken moeten
stelen.
Stelen? Een dief worden? vroeg
Jean verontwaardigd. Dat doe ik
zouden hebben bedragen. Dit aantal
vertegenwoordigt het totaal aantal
dooden en vermisten sedert het jaar
1920. Het huidige cijfer is 585 aan
dooden en vermisten, van wie iets
minder dan de helft Franschen zijn.
Ook wordt tegengesproken dat Ca-
rnelin om Damascus te hernemen,
een verlies van 3000 dooden heeft
gehad.
Te Damascus is het rustig, maar
er beslaat een sterke revolutionaire
onderstroom en de streek ten noor
den der stad is in vollen opstand;
de telefoonverbindingen zijn afgesne
den. Tien mijlen buiten de stad wor
den automobilisten aangehoudenen
beroofd. Opstandige benden uit Da
mascus hebben verscheidene dorpen
aangevallen, welke niet tegen de
Franschen in verzet waren gekomen.
Een en ander over liet nut van
eene goede ontwatering.
(2e Vervolg.)
Uit het slot van het vorige artikel
dat ik over deze zaak geschreven
heb. blijkt, dat het voor 'n goed be-
grip van een en ander noodig is
de eigenschappen van den grond be
ter te leeren kennen. Wij zullen dan
ook beter kunnen beoordeelen of
men in Groningen goede of geen
goede eischen aan den waterstand
stelt, en we zullen dan wel tot de
conclusie komen, dat men het in
genoemde provincie stellig goed voor
heeft, als men zooveel mogelijk pro
paganda maakt voor lage waterstan
den, niet slechts in den wintermaar
ook in den zomer.
Het is aan een ieder bekend, dat
water 'twelk door vermenging met
een weinig klei, troebel gemaakt
wordt, langen tijd noodig heeft, om
weer volkomen helder te worden,
Niet zoo goed zijn echter allen er
mee op de hoogte, dat wanneer men
bijv. een weinig klei heel goed fijn
verdeelt en daarna schudt in een
fleschje met water, dat dan een deel
van de grondde eitjes lang in het wa
ter blijft zweven, maar 'n gedeelte
heel spoedig op den bodem zakt.
Wanneer men na liet schudden van
bedoeld fleschje zoo lang wacht, tot
het water weer geheel helder is ge
worden, dan zal men bij 't bekijken
van het grondlaagje op den bodem
van het fleschje ook iets bijzonders
waarnemen. Men zal namel. kunnen
nooit, nooit van mijn leven!
Ze zullen je er wel toe dwingen.
Anders krijg je een pak slaag.
Ik steel toch nooit!
Och, zeide Claudinet, moeilijk is
het eigenlijk niet. In het eerst beef
je wel heel erg, als je zoo midden
in den nacht door een heg moet
kruipen en je hoort het schor geblaf
van den hond. Maar je moet en je
sluipt naar het kippenhok. In het
donker tast je rond, je grijpt een
kip bij den nek en drukt dan zoo
stijf als je kunt. Als ze zich dan ver
weren, dan is dat een vreeselijk ge
voel. Doch je drukt maar toe,doodt
er nog een, en dan er mee van door.
Dan klopt soms je hart vreeselijk,
zoodat je er naar van wordt. Maar
oom en tante zijn dan vriendelijk
en prijzen je en dan krijg je ook!
een heerlijk kippeboutje. O, dat is
zoo lekker als je dagen achtereen
geen eten hebt geproefd.
Al had ik nog zoo'n honger;, ste
len doe ik niet.
O, er is nog wel wat ergers dan
konijnen en kippen stelen.
Claudinet wou verder vertellen,
maar een vuistslag belette het hem.
De Slak was zonder dat de kinde
ren het bemerkten, in den wagen ge
komen en had de laatste zinnen van
Claudinet gehoord.
Hij wierp zich op den kleinen jon
gen, greep hem bij zijn schouder en
smeet hem van 'teene eind van den
wagen naar het andere; ondertus-
schen sloeg hij hem waar hij hem
zien, dat het onderste deel grovei*'
van structuur, dus grooter van kor
rel is dan het bovenste deel van be
doeld kleilaagje. Hieruit kan men in
elk geval de conclusie trekken, dat
de klei bestaat uit deeltjes van ver
schillende grootte en wanneer men
'n monster nauwkeurig laat onder
zoeken aan het proefstation, dan zal
men U kunnen vertellen hoe het met
de grootte van die deeltjes staat en
hoeveel pCt. betrekkelijk groote, hoe
veel kleinere en hoeveel zeer fijne
deeltjes er in 'n bepaald grondwa
ter aanwezig zijn.
Het bekend zijn met deze zaken
is van groot belang voor het hebben
van 'n goed inzicht in de eigenschap
pen van de gronden in het algemeen
en van de kleigronden in het bijzon
der. Er bestaat n.l. bij de verschil
lende grondsoorten, zelfs ook dan
wanneer we ons uitsluitend tot ver
schillende soorten van kleigrond be
palen, een zeer uiteenloopende ver
houding, tusschen de hoeveelhe
den grootere en kleinere deeltjes, die
er in voorkomen en hiermee staan
de eigenschappen van den grond ten
opzichte van water, (lucht en 'warmte,
hangt van die mengingsverhouding
tusschen die gronddeeltjes in hooge
mate af en dit is eveneens het geval
met betrekking tot het bacteriënle-
ven en met betrekking tot de mest
die in den grond wordt gebracht. In
het algemeen kunnen we zeggen, dat
ihoe zwaarder 'n kleigrond is, hoe
grooter het percentage fijne deeltjes
is, dat daarin voorkomt en er zullen
misschien niet veel lezers zijn, die
wel eens berekeningen hebben ge
maakt, over de hoeveelheid uiterst
fijne deeltjes, die bijv. in 'n cM3van
een bepaalde grondsoort aanwe
zig kan zijn.
Ik heb eens 'n keer 'n monster
kleigrond uit mijn ambtsgebied laten
onderzoeken en hierbij bleek toen,
dat er in zat:
6.8 pCt. deeltjes grooter dan 1/10 m.
M. in doorsnede. 11.5 pCt deeltjes
van 5/100 1/10 m.M. in doorsnede.
12.9 pCt. deeltjes van 2/100 5/100
de en 46,2 pCt. deeltjes die in door
van 2/1000 2/100 m.M. in doorsne-
m.M. in doorsnede. 12.4 pCt. deeltjes
snede nog kleiner waren dan 2/1000
m.M. Van gronddeeltjes, die nog klei
ner zijn in idc|orsnede dan 2/1000
mM. kan men zich niet gemakke
lijk 'n voorstelling maken, maar toch
is het voor mijn doel nuttig er nog
iets meer van te zeggen.
Bovenstaand grondmonster he
inaar raken kon.
Eindelijk gaf hij den ongelukkigen
knaap een trap, zoodat deze terecht
kwam op het balcon van den wagen,
hij viel er af en bleef bewusteloos
liggen.
Op dat oogenblik kwam Zéphy
rine aanloopen. Zij zag heel onver
schillig toe, dat de Slak haar neefje
sloeg.
Toen Claudinet echter viel, nam
zij hem op haar armen en droeg
hem in den wagen.
Hij is .nog niet dood, zeide zij
kalm. 'tZal wel weer, gerecht ko
men.
De Slak, die eerst bang was ge
weest, dat hij te hard had gesla
gen, voor een moord was de ban
diet vreeselijk bang, stelde zich nu
gerust, en ging naar den kleinen
Jean.
Deze zat met verwilderde oogen
en doodsbleek gelaat op de oude
matras.
Dat komt er van jongen als men
ondeugend is. Claudinet is eens flink
afgestraft en hetzelfde staat jou te
wachten ,als je niet doet, wat ik zeg.
Onthoud dus goed wat ik je zeg:
je hebt je vader en je moeder, je
tante en je grootmoeder, den heelen
rommel verloren. Zij zijn allemaal
gestorven. Ik ben nu je vader en
Zéphyrine is je moeder, en pas op,
dat je
De Slak hield stil want Jean de
Kerlor was in onmacht gevallen.
Eusèbe keek eerst verschrikt op,
stond voor bijna de helft uit die
zeer fijne deeltjes met 'n doorsnede
kleiner dan 2/1000 mM. Wanneer we
ons echter eens voorstellen, dat we
'n aardkluitje van 1 cM3. hebben,
dat uitsluitend bestaat uit 'n samen-
baksel van deeltjes van 2/1000 m.M.
dan heeft dat aardkluitje als het
den zuiveren dobbelsteenvorm heeft
eene oppervlakte van 6 cM2. want
elk der 6 zijvlakten is dan 1 cM2.
groot. De zeer en zeer fijne deel
tjes, waar dit dobbelsteenvormige
aardkluitje uit bestaat, hebben ech
ter te zamen eene oppervlakte, die
ontzettend veel grooter is dan 6 cM2.
Zooals ieder weet is 1 cM3. 1000
mM3. Bil wanner we nu aannemen,
dat al die uiterst fijne deeltjes, die we
hier boven op 't oog hebben, ook
ook alle den dobbelsteenvorm heb
ben, dan zullen er daarvan in 1-
mM3. gaan
500 in de lengte
500 in de breedte
en 500 in de lengte, want 500 maal
0,002 mM. is 1 mM. In totaal gaan
er dus in 1 mM3. 500 maal 500»
maal 500 is 125000000 van die, zeer
fijne deeltjes en in 1 cM3. du;s
1250000000Ö0.
Wanneer we nu voorts bedenken,
dat één zoo'n fijn deeltje meteen
doorsnede van 2/1000 mM. eene op
pervlakte heeft van 6 maap. 2/1000
maal 2/1000 mM2. is 0,000024 mM2.
dan heeft het aantal, dat in 1 cM3.
geborgen kan worden, eene totale
oppervlakte van:
125000000000 maal 0,000024 mM2. is
3000000 mM3. of 30000 cM3.
Hieruit blijkt dus dat, wanneer
men 1 cM3. verdeelt in deeltjes van
0,002 mM. in doorsnede, al deze deel
tjes dan te zamen eene oppervlak
te hebben van 30000 cM2. is 3 M2.
en dat door die verdeeling de op
pervlakte 30000 6 is 5000 maal
grooter is geworden dan ze oor
spronkelijk was toen ze alle le za
men l dobbelsteen vormden, die 1
cM. lang, breed en hoog was.
Wanneer we nu voorts bedenken,
dat het grondmonster, dat ik heb la
ten onderzoeken voor ongeveer de
helft bestond uit deeltjes, die hoog
stens 2/1000 groot zijn, dan volgt met
Tiet bovenstaande wel, dat de op
pervlakte van al de deeltjes, waar
1 cM3. van dezen grond uit bestaat
wel zoo ongeveer op 15000 cM2. of
op U/2 M2. mag worden geschat.
Ik neb hierboven gezegd, dat de
eigenschappen van den grond in
hooge mate afhangen van de men
maar Zéphyrine glimlachte en zeide:
Maak je niet bezorgd, laat dal
maar aan mij over, ik krijg hem
wel weer in orde.
Goed. Maar nu zijn onze beide
knechtjes ziek en ik moet zeker het
paard inspannen. Vooruit dan maar.
XCIV.
De opvoeding van Jean.
Dat was het nieuwe leven, het
welk Jean de Kerlor tegemoet ging.
Een hard en moeilijk leven, waarin
hij zich eerst niet wilde schikken,
maar de honger is een harde mees
ter, en wat de honger niet deed,
daartoe hielpen de zweepslagen van
den Slak.
Wij moeten hem een gcfede op
voeding geven. Dat is ons opgedra
gen, zeide de Slak lachend, welnu
we zullen wel een geschikten kerel
van hem maken.
Alles wat den kleinen gravenzoon
kon herinneren aan zijn vroeger le
ven, werd hem ontnomen. Vooreerst
zijn kleeren, die netejs werden op
geborgen, om later als bewijsstuk
ken te dienen, als de „mama" eens
onderzoek deed naar haar zoontje.
Hij kreeg eenige lompen aan van
Claudinet en hem werd gezegd, dat
hij op bloote voeten moest loopen.
Zelfs zijn naam werd hem ontno
men; hij werd niet meer Jean ^ge
gingsverhouding tusschen de groote
en kleine deeltjes. In het volgende
artikel wil ik dit meer duidelijk ma
ken.
De Rijkslandbouwconsnlent,
H. E. HUIZENGA.
Brede, 23 October 1925.
Inbreker aangehouden
Men meldt ons uit Antwerpen
De politie heeft in een cabaret op het
Falcon-plein den 25-jarigen B. uit Rotter
dam aangehouden die in het bezit werd
gevonden van juweelen ter waarde van
20,000 francs. Hjj bekende deze en het
op hem gevonden geld gestolen te hebben
bij een inbraak te Vlaardingen.
o—
Honderd-jarige
Maandag herdacht mejuffrouw wed. As-
selman te Hengstdijk (Zeeland) haar 403den
jaardag.
O—
De Culemborgsche kwestie
De gemeenteraad van Culemborg heeft
bij de behandeling van de begrooting 4926
besloten, bij de regeering stappen te doen
tot opheffing van het commissariaat van
politie aldaar.
o—
Auto-ongeval
Te Helmond reed de vrachtauto van de
grossierderij van Stekelenberg in volle vaart
tegen een boom. De auto werd grooten
deels vernield. De chauffeur moest worden
uitgezaagd, maar kwam er met een dubbele
beenbreuk af.
o
Poging tot doodslag op een rijksveldwachter
Te Winschoten heeft terecht gestaan een
arbeider uit Musselkanaal, thans gedeti
neerd. Bekl. wordt ten laste gelegd, dat
hij 14 April j.l. een rijksveldwachter op
zettelijk van het leven wilde berooven en
dezen in den buik heeft geschoten. Sub
sidiair wordt bekl. ten laste gelegd, dat
hjj den rijksveldwachter zwaar lichamelijk
letsel wilde toebrengen. Het schot had
ten gevolge een langdurige ziekte van den
getroffene.
Het O. M. achtte poging tot doodslag
bewezen. De politie staat aan groote ge
varen bloot. In verband daarmee werd acht
jaren gevangenisstraf geëischt.
o—
noemd, maar Fanfan. Hij had zich
eens laten ontvallen, dat papa hem
vroeger zoo noemde, en voortaan
heette hij altijd zoo.
Den eersten dag reeds had Fanfan
zich verzet tegen deze maatregelen
van zijn nieuwen vader; hij had ge
weigerd op bloote voeten te gaan en
in de vuile kleeren zich buiten le
vertoonen.
Toen had de Slak hem geslagen
en hem zonder eten opgesloten.
Laat ik het maar doen, had de
kleine jongen hij zich zelf gedacht,
als mama mij komt "h alen, zal zij
wel zorgen, dat die leelijke man ge
straft wordt.
Hij dacht im&estal altijd aan zijn
mama.
Zijn mama kwam ondertusschen
niet, en Fanfan liep rond op bloote
voeten en in gescheurde kleeren als
de gemeenste straatjongen van Pa
rijs.
De Slak knipoogde tegen Zéphy
rine.
Zie je wel, zeide hij, of mijn mid
del ook helpt. De jongen loopt op
bloote voeten alsof hij nooit schoe
nen heeft gedragen.... Dat kan ons
later nog vaak te pas komen, als
we 's nachts onzen slag eens willen
slaan. O zijn „vader", zal wel te
vreden zijn, hij krijgt hier een heele
goede opvoeding.
(.Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
voor list Laid van Heisilsi ei AitenaJeLangstrast 01 de Bonelerwasrsi