Eerste Blad ft. Verstar-Bad S. D. LANKRUYZEN Go's BANK Waterrampen. Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. Wo, 4573 Vrijdag 29 Januari 1926. FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor". Raamsdonksveer. land van altenA Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. AGENTSCHAP VAN DE AMSTERDAMSCHE BANK A'DAM T. BOONSTRA Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post nummers 6 cent. beschikt 1.40. Afzonderlijke Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Mej. S. A. M. VAN DER LINDEN, Onderwijzeres te Sleeuwijk. Sleeuwijk 27 Jan. 1926. De Openbare School bood Woens dagmiddag alhier een ongewoon schouwspel aan. Behalve de tegen woordige leerlingen waren uit alle deelen der gemeente en ook van daar buiten, oud-leerlingen, ouders, vrienden en belangstellenden opge komen om mejuffr. S. A. M. v. d. Linden als .onderwijzeres hun hulde te brengen. Tengevolge van de be- zuinigingswet, die het onderwijs in zijn levensbelangen aantast, was de de betrekking van onderwijzeres aan de Openbare School alhier opgehe ven en mej. v. d. Linden met ingang van, 1 Januari eervol ontslagen. Groot was de verslagenheid toen dit in het dorp hekend werd. Juffr. v. d. Linden toch was bij haar ont slag juist 35 jaar bij 't openbaiar on derwijs-werkzaam geweest. Opgeleid aan de normaallessen te Heusden, aanvaardde ze haar eerste betrek king 1 Jan. 1891 te Bahiloniënhroek, welke ze 1 Juli 1893 met die te Sleeuwijk verwisselde waar zever der onafgebroken werkzaam bleef. 198 Na de vreeselijke ontdekking had mevrouw de Kerlor zich in haar kamer opgesloten, waar zij haar tra nen den vrijen loop liet. Zij gevoel de zich verschrikkelijk bedroefd, het was haar, alsof zij voor den twee den keer haar kind had verloren. Na een paar uur kwam de kame nier ihaar zeggen, dat liet rijtuig voor stond. Het rijtuig? O ja, ik had vanmor- gen het rijtuig besteld. Maar ik heb F het nu biet meer noodig. Moet ik Tiet dan wegzenden? Natuurlijk. Gaat u dus niet uit? Neen. Dan zal ik den koetsier maar zeg gen ,dat hij weg kan gaan? Wacht, neen, zeide Hélène, plot seling van plan veranderend, laat hij maar even wachten... ik ga toch uit. De frissche lucht zal me goed doen. Neemt mevrouw 'den jonker mee? Zal ik hem gaan kleeden? O, neen, neen, riep Hélène uit. Het was haar nu niet mogelijk, den armen jongen te zien, zich door hem mama te hooren noemen en hem te kussen alsof hij haar kind was. Zij kleedde zich haastig aan In die bijna 33 jaar heeft ze èndoor haar onderwijs en omgang met de kinderen, èn door haar vriendelijk heid en dienstvaardigheid jegens ou deren de harten van klein en groot weten te winnen. Ook door haar arbeid buiten het onderwijs; door haar leiding van de Herv. meisjes- vereen. legde zij onverbrekelijke banden. En nu werd het een be hoefte van allen om haar te eeren en haar verdiensten te huldigen. Een commissie uit de ouders, een uit de oud-leerlingen werden op ini tiatief van de oudercommissie der school gevormd. De ruime bijdragen, die van alle zijden, ook van buiten de gemeente toevloeiden, stelden elke commissie in staat haar een aanden ken aan te bieden. Ook de huidige leerlingen der school achtten het zich een eer middelen bijeen te brengen om haar een stoffelijk blijk hunner erkentelijkheid te kunnen overhan digen. Zoo werd dan de dag van den 27en Januari vastgesteld om mej. v. d. Linden in het openbaar hulde te brengen. Onder de aanwezigen in het school lokaal, dat aan allen geen plaats kon aanbieden werden opgemerkt: de burgemeester en dé secretaris dezer gemeente, de predikant der Herv. gemeente, Ds. J. Feykes, een der wethouders en een drietal leden van den Raad. Te ruim twee uur opende dhr. De Regt, secretaris der oudercomm. de bijeenkomst met een woord van welkom aan de groote schaar aan wezigen, waarvan eenigen met name genoemd werden. De jongste leerl. der school Anna van Pelt, bood daarop mej. v. d. Linden namens allen een bloemstuk aan. Burgemeester Beukenkamp nu hel woord verkrijgende, daar Z.E.A. we gens ambtsbezigheden slechts kort kon blijven, vond het een verblij dend teeken, het onderwijs van mej. v. d. Linden aldus gewaardeerd te zien en sprak zijn beste wenschen uit voor haar verder leven. De voorzitter der oudercommis sie, de heer M. Dekker, herdacht nu in een bloemrijke pakkende rede de verdiensten van Mej. v. d. Linden. Z.Ed. kon zich als leerling den dag nog herinneren dat mej. v. d. Linden als onderwijzeres te Sleeuwijk iii functie trad, 'en wist nog eenige aar dige opmerkingen hieraan te ver binden. Ten slotte bood hij mej. v. d. L. namens de ouders en vrienden en ging door de achterdeur weg, op dat Claudinet haar niet zou zien gaan, want het was een van de grootste genoegens van 't zieke kind, met zijn moeder uit rijden te gaan. Waar moet mevrouw naar toe? vroeg de koetsier. Hélène bedacht zich een oogen- blik. Naar 'het kerkhof, naar Père la Chaise zeide zij. Haar eenige wensch op 't oogen- blik was zoo ver mogelijk van haar huis, van haar man, van dat onge lukkige kind af te zijn, den tijd te hebben tot kalmte te komen, na te denken. Zij voelde behoefte haar hart uit te storten, haar verdriet aan een ander toe te vertrouwen, en daarom wilde zij naar het graf van haar* ouders gaan. Plotseling stond het rijtuig stil, en werd zij in haar droevig gepeins gestoord door de, stem van haar schoonbroeder. Zoo, zusje zeide hij, ik zag in de verte je koetsier al aankomen en wenkte hem om op te houden. Waar ga je heen? Dat weet ik niet, antwoordde Hé lène op zonderlingen toon. Weet je dan niet? Nu, dan kun je me wel eens even "brengen naar de Rue Lafajette. Dat is goed. De Saint-Hyrieix gaf het adres aan den koetsier en stapte in. Wat heb je, zeide hij, toen hij haar nauwkeuriger aankeek, huil je? een klokstel aan. Namens de oud-leerlingen bracht Mej T. v. Poederooijen den dank over, haar tevens een schrijfbureau aanbiedend. De oudste leerling der school Hendrika de Jong, sprak eenige vriendelijke woorden tot mej. v. d. L. en vroeg haar vanwege de leer lingen een bureaustoel te willen aan nemen. Diep bewogen bedankte de gehuldigde voor de toegebrachte eer en de voor haar zoo passende ge schenken. Het tegenwoordige Hoofd der school herdacht wat mej v. d. L. in die 15 jaar, dat hij met haar had samengewerkt, voor de school, voor hemzelf en zijn gezin was geweest. De heer H. P. Dekkers, onderw. aan de school, stelde mej. v. d. L. een album ter hand, bevattendS de namen van allen, die aan dezen dag hadden meegewerkt. Ds. Feykes eerde vervolgens mej. v. d. L. als leidster van de Herv. meisjesvereen. in welke kwaliteit Z. Eerw. haar bijzondere eigenschap pen had opgemerkt. Nadat ook de wethouder de heer Koman, mej v. d. L. eenige waar- deerende woorden had toegesproken eindigde de voorzitter der oudercom missie niet een woord van dank aan alle aanwezigen. Een en ander werd afgewisseld met zingen en traktatie der schoolkinderen. Tenslotte zongen de leerlingen nog Psalm 121, waarvan het laatste vers door alle aanwezigen staande werd meegezongen. Zoo eindigde deze bijeenkomst,die op ieder der aanwezigen een diepen indruk maakte, zoodat mej. v. d. L. door dit geslacht niet licht zal ver geten worden. Ieders wensch is, dat ze nog veel jaren van haar rust mag genieten, dat Gods zegen haar steeds bij blijve. DROGISTERIJ Hoek-Wittebroodstraat, HEUSDEN, D. D. D. Sloans's Limiment Levertraan Dr. Lamers en Dr. Indemans Ingenverf Foster's Maagpillen Laxeer pillen Apoth, Boom. Hélène schudde het hoofd, maar een paar dikke tranen die over hare wangen rolden, logenstraften haar. Lieve Hélène schrei je nu nog, ik dacht dat het nu met alle verdriet gedaan was. Hoe kan een moeder nog bedroefd zijn, die haar kind heeft teruggevonden? Er kwam een bittere trek op het gelaat van Hélène. Haar kind heeft teruggevonden, zeide zij op smalenden toon. Het ventje is toch niet erger vroeg haar schoonbroeder. Het is mijn kind niet, snikte Hé lène. En, met een door tranen ver stikte stem vertelde zij aan Carmen's echtgenoot wat er gebeurd was. Die ellendige kerel heeft dus ons voor den gek gehouden, riep hij uit. Maar we zullen hem wel vindenj, mijn hemel,, hoe is liet mogelijk. Ik was zoo dankbaar dat ik mijn kind terug had... en nu... De Saint-Hyrieix drukte zwijgend Hélène de hand. Wat ga je doen? vroeg hij eenige oogenblikken later. Ik weet het niet, Ik wil weg weg uit dit vreeselijke huis. Ik wil hem niet terugzien. Dat is me on mogelijk. Maar dat moet je toch, Hélène antwoordde de Saint-Hyrieix ernstig, je moet. Kom, wees moedig, tracht je gevoel te overwinnen. De arme ongen kan het in elk geval niet ïelpen. Hélène schudde heftig met iet hoofd. TELEFOON No. 15. Kantooruren van 9-4. Zaterdags van 9—12. Verstrekt Handelscredieten tegen nader overeen te komen voorwaarden. Opent rekening-courant met rentevergoeding. Incasseert Binnen- en Buitenlandsche Wissels. Belast zich met den aan- en verkoop van Effecten en nazien van Uitlotingen. Koopt en verkoopt vreemd Bankpapier. Verzilvert Coupons en bezorgt alle Assurantiën. Neemt gelden Deposito, rentevergoeding volgens overeenkomst. Verhuurt Safe-Loketten. (Prijzen naar grootte der kastjes). SPAARBANK. Spaarboekjes gratis bij eerste storting. Nadere inlichtingen verstrekt gaarne de Directie (Slot). En sedert eeuwen is ons waterschaps recht ook gegrondvest op den regel: Wien het water deert, Die het water keert. Deze grondregel, welke de verantwoor delijkheid der polderbesturen voor den toestand der dijken vastlegt, is een uit vloeisel, een gevolg van de bijna abso lute autonomie der waterschappen. Deze hebben, in staatsrechtelijken zin, een welhaast onbeperkte vrijheid van han- len. Maar die brengt dan ook mede, dat de polders de lasten der bedijkingen dragen. Hoe de waterschappen de waterkeering willen regelen, moeten zij dus zelf weten. In het algemeen nemen zij echter, gelijk de praktijk aanwijst, een minimum risico op zich, zooals dat in vaktermen schijnt te luiden. Onder dit minimum risico wordt het volgende verstaan. De dijken worden niet zoo hoog gemaakt, dat zij den hoogst denkbaren waterstand (in relatieven zin natuurlijk) kunnen koe ren, maar slechts zoo hoog, dat zij den waterstand keeren, die normaal-abnor maal voorkomt. Dit lijkt een tegenstrij digheid, maar is het toch niet. Onder een normaal-abnormalen stand moet men namelijk verstaan een waterstand, die eenmaal in een groot aantal jaren de polders met overstrooming of doorbraak bedreigt. Op abnormaal-abnormale standen wordt nu bij den bouw der dijken in het al gemeen (wij drukken ons gaarne voor zichtig uit) door polderbesturen blijk- ïk kan niet. Waar rijdt ge nu heen? Naar het kerkhof. Laten we er dan samen heengaan. Den geheelen weg over trachtte hij zijn schoonzuster tot kalmte te brengen, door ernstig, hartelijk en broederlijk met haar te spreken. Hij was inderdaad een geheel ander man geworden, en Hélène hield veel van hem. Juist dienzelfden dag werd Fan- fan naar de strafkolonie vervoerd, waar hij volgens het vonnis tot zijn een en twintigste jaar moest blijven. De bewaker, die hem was komen afhalen, begaf zich te voet met hem naar het station, maar hield hem ondertusschen stevig bij de hand vast. Hij vertelde het kind onderweg, dat de geheele kolonie Zondags een groote wandeling maakte, dat de di recteur, een gewezen kapitein, alles op militairen voet had ingericht, dat er een fanfarecorps was en een lie dertafel. En kan men er ook leeren lezen, vroeg Fanfan.. Zeker, alle dagen wordt er twee uur les gegeven. Er zijn zelfs jon gens, die voor onderwijzer worden opgeleid. Op de meeste stationspleinen van Parijs is het druk op elk uur van. den dag, maar in het middaguur is het plein voor het Noorderstation baar niet gerekend. Dat is nu, wat wij in dit geval onder het minimum-risico dienen te verstaan, dat polderbesturen slechts willen nemen. Zij loopen liever het risico eenmaal in een bepaald aantal jaren overstroomingsschade te lijden, dan telken jare een zooveel hooger bedrag aan rente en aflossing voor hoogere be dijkingen te moeten opbrengen. De pol derbesturen leggen in dit opzicht dus een zuiver economischen maatstaf aan. Een ramp, zoo uitgebreid, met zoo schadelijke gevolgen als die van Decem ber—Januari, doet intusschen wel de vraag opkomen, of deze economische maatstaf niet geheel verkeerd is, of het minimum-risico der waterschappen niet veel schadelijker is dan de polderbestu ren over het algemeen meenen, Met andere woorden dus, of het niet onver antwoordelijk is geweest, dat de dijken in den betrekkelijk zwakken toestand zijn gebleven, waarin zij waren, niet berekend dus op abnormaal-abnormale waterstanden (om deze eenigszins vreemde benamfng maar even te handhaven). Een andere vraag is, of ons tegen woordig waterschapsrecht, op den grond slag der autonomie onzer waterschappen, de bevolking der polders wel voldoende beschermt tegen rampen als deze, of een centraal gezag met dwingende bevoegd heid niet boven de autonome water schappen moet worden gesteld. Dat is echter een vraag van zoo diep-ingrij pende beteekenis, dat wij haar thans maar niet verder zullen bespreken. Het is echter zoo vreemd niet, dat zij opkomt, wanneer men maar meer hoort uit de practijk van ons polderleven. Het geval doet zich wel voor, dat de dijken op bepaalde plaatsen langs de rivieren versterking door het onophoudelijk af- en aan rijden van rijtuigen, de tallooze me nigte voetgangers die, meestal ge haast en beladen met bagage, elkaar den doortocht versperren, de wa gens beladen met koffers en kisten, de omnibussen en de trams bepaald gevaarlijk. Op het oogenblik dat Fanfan en zijn bewaker het plein wilden over steken, was er zulk een opeenhoo- ping van rijtuigen dat de passage ge heel gestremd was. Vlak voor Fan fan stond een rijtuig, waarin een heer en een dame zaten. De dame sloeg haar voile op en Fanfan liet een lichten kreet nooren, Hij had „de goede mevrouw herkend'' die verhinderd had, dat hij gevangen werd genomen, die hem haar adres had gegeven, voor wie hij van Bre- tagne naar Parijs was komen loo pen, en die hij nooit gedacht hadi terug te zullen zien. Zij was het. En zij had beschreide oogen en veegde telkens haar tra nen af. Zij had verdriet. Hij moest naar haar toe. In een ondeelbaar oogenblik gin gen die gedachten door het hoofd van het kind. Met een onverhoed- schen ruk wist hij zijn hand te be vrijden en vlug als een aal gleed hij onder het rijtuig door, op gevaar af overreden te worden, want het verkeer was hersteld en juist opdat oogenblik zetten de rijtuigen zich weer in beweging. Vlug als een eekhoorntje hing Fan- NIEUWSBLAD voor het Land vai Heisden en AltenaJeLangstraat ei de Bommelerwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 1