Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
en de Wet
insumer
10. «91 yioo 2
Kinderrubriek.
Iliinieiilaiid
BEHOORENDE BIJ HET
Troost voor ouden van d^gen.
De oude dag behoort eenr tijdperk
van geluk en welvaren te/zijn, niet
een van ziekte en pijn,/de nieren
zijn vaak aansprakelijk voor het
laatste.
Rugpijn, aanvallen Van rheuma-
tiek, stijfheid, urinestbornissen en
blaaszwakte komen /oort uit ver
zwakte nieren. Bij /verwaarloozing
bestaat gevaar voor/aderverkalking,
waterzucht, graveel/ spit, ischias en
chronische rheumartiek. De door den
tijd verzwakte nieren behooren ver
sterkt en opgewekt te worden bij
het eerste teeken van ongesteldheid,
opdat niet langer onzuiverheden in
het bloed achterblijven en zich door
het geheele lichaam verspreiden.
Gr^ef de kwaal geen gelegenheid
om vasten yoet te krijgen. Foster's
Rugpijn\ Nieren Pillen zullen on
schatbaar voor u blijken. Menschen,
die zich nog kwiek voelen op 80-
jarigen leeftijd, zeggen dat dit ge
neesmiddel een nieuw levenstijdperk
voor hen opende. Foster's Pillen
kunnen? veilig gebruikt worden, zij
werken uitsluitend op de nieren en
blaas,/niet op de lever, maag of inge
wanden.
Lp op de verpakking in glazen
flaoons met geel etiket (alom ver
krijgbaar), waardoor gij zeke'r zijf
goÊn Verlegen buitenlandsch goed te
ontvangen. Prijs f 1.75 per flacon.
Alleen rustig en geleidelijk, niet op den
grondslag van wettelijken dwang, kan de
wereld in betere banen worden geleid.
De groote vrSag, die ;steeds meer in
het middelpunt der algemeene belang
stelling komt, die dit ongetwijfeld in de
komende jaren in voortdurende toenemen
de mate .zaFdoen, is die der z.g.n. mede
zeggenschap. Sommigen achten den tijd
gekomen om de werknemers in eenigen
v6rm mede te laten beslissen lover den gang
van zaken in de bedrijven. Zij meenen,
dat de arbeiders daar geschikt voor zijn.
Anderen echter verwerpen deze opvatting
met kracht en nadruk, niet zelden ook met
honenden spot. Zij oordeelen dat de be
drijfsleider in hoofdzaak de oude alleen-
heerscher moet blijven dat de werknemers
er niet rijp voor zijn om in de bedrijfs
leiding te worden betrokken, dat de leuze
„geen twee kapiteins op één schip" oak
voortaan richtsnoer van het economische
leven moet blijven.
Het komt natuurlijk niet in mij op,
deze veel-omvattende vraag in dit korte
artikel te willen bespreken. Zware boeken
werden en worden daarover gevuld. Er is
over de hoofdzaak ook weinig nieuws te
vertellen. Wat men daarbij opmerkt, is
meestal reeds door honderden eerder en...
vaak beter gezegd. Dus alle reden om het
eigenlijke probleem hier te laten rusten.
Het menschelijk intellect heeft er reeds
zooveel mee gedaan, als thans binnen zijn
bereik valt. Daarom ware het beter het
geredekavel te staken en het probleem te
brengen in rustiger sfeer, waar al het
wederzijds aangevoerde kan bezinken.
Aan spontane gevoelsopenbaring, waarop
de discussies doorgaans neerkomen, heb
ben wij op dit gebied niets.
Over het groote probleem wordt hier
dus gezwegen. Echter is er een punt, dat
in dit verband nooit genoeg naar voren
kan worden gebracht. Daarbij stel ik mij
in gedachte op het standpunt van den
voorstander der medezeggenschap.
Ik neem eens aan, dat hetgeen diens
ideaal uitmaakt, op den langen duur het
einddoel van onze wenschen moet zijn.
Inderdaad komt dit voor de zeer verre
toekomst met mijn persoonlijke meening
overeen. Als zoodanig vermeld ik het
hier echter niet. Het is hier slechts een
veronderstelling, welke zal blijken te leiden
tot een waardevolle les. Alleen om die
les is het thans te doen.
Nu zou ik willen vragen of men in
ernst meenen kan, dat de invoering eenep
nieuwe productie orde op korten termijn
tot stand kan worden gebracht. Gelooft
men werkelijk, dat de wet of een daad
van geweld deze groote wijziging in het
leven kan roepen? Voltrekken de groote
dingen in de wereld zich ooit in korte
eprioden? Ja, er komen acute revoluties
voor. Zelfs heeft ieder volk groote revo
luties gehad, van welker vruchten het
tot in lengte van dagen leeft. Ons volk
denkt met dankbaarheid aan wat Willem
de Zwijger en Gijsbert Karei van Ho-
gendorp voor ons deden. Maar daarmee
kan de wijziging, welke de voorstanders
van medezeggenschap voor de arbeiders
nastreven, niet op één lijn worden ge
steld. Het gaat hier om een toestand, die
in den loop der eeuwen langzaam en ge
leidelijk is gegroeid. Zou men nu heusch
denken, dat men zoo'n toestand bewust
en voetstoots kan omzetten in een ande
ren, dien men beter of billijker vindt?
Onze Tweede Kamer telt, gelijk bekend,
inderdaad ideologen, die iets dergelijks
meenen. Zij mogen denken aan Napoleon's
woord, dat op het eind der 18e eeuw |de
ideokgen Frankrijk te gronde hebben ge
richt. Deze uitspraak van den grooten Cor-
sicaan kwam ons in den geest, toen wij
lazen, dat de heer Albarda onlangs in
de Tweede Kamer een motie indiende, vol
gens welke een wetsontwerp nopens de
medezeggenschap van de arbeiders in de
bedrijven gewenscht zou zijn. Men moet
aannemen, dat hier werkelijke medezeg
genschap wordt bedoeld. Dus het recht
om mede over den gang van zaken in de
bedrijven te beslissen, en niet enkel het
„recht" om van tijd tot tijd eenige in
lichtingen, die de patroon wel kwijt wil
zijn, te ontvangen. Bij de wet zou deze
wijziging in het economische leven dan
worden ingevoerd. Dat doet denken aan
de gedachte, dat bij de wet zou worden
bepaald, dat voortaan iedere appelboom
tienmaal zooveel vruchten moet opbren
gen als tevoren.
Maar evenals bij den appelboom is ook
hier de wet zonder kracht of macht. Wie
den boomgaard meer vruchten wil laten
dragen, kan gaan enten enz. en na ge-
ruimen tijd mag hij dan vruchten van
dien arbeid verwachten. Zoo staat de zaak
ook voor wie in de maatschappij iets ver
anderen wil. Langzaam en geleidelijk kan
hij iets in de richting van zijn verlangens
verrichten. Vooral moet hij eerst den
mensth rijp maken voor den nieuwen toe
stand, dien hij zich denkt en droomt.
Dat is een werk van zeer, zeer langen
adem, naar ieder kenner van den mensch
met zijn vele zwakheden zal toegeven.
Zooals in den natuur de ebbe altijd ge
volgd wordt door den vloed, zooals de
storm ten slotte verandert in stilte, zoo
als de bergen steeds worden afgewis
seld door de dalen, evenzoo kan de maat
schappij zich niet langs een rechte, niet-
onderbroken lijn ontwikkelen. Wij kunnen
die mogelijkheid wel betreuren maar de
vraag is nog of deze droefenis goeden
grond heeft. Ik zou meenen van niet. In
alle gevalle is het echter zoo en niet
anders. Boven menschelijke macht gaat
het, daaraan iets te veranderen. Zoo is
het streven om op grond van de wet een
nieuwe productiewijze in te voeren, niet
meer dan een ijdel verlangen.
In de kringen, waar hét bedoelde stre
ven bestaat en .gekoesterd wordt, zingt
men bij feestelijke gelegenheden wel het
lied: „Begeerte heeft ons aangeraakt."
Nu, ieder zit natuurlijk liever in een
auto^Üan dat hij wandelt langs een moei
lijken weg. Een psychologisch bergrijpen
is dus ongetwijfeld ten opzichte van die
jaloersche wandelaars wel op zijn plaats,
al valt het genoegen der autorijders ten
slotte niet mee. Maar dat men in een
lied, dat op tijden van plechtige stem
ming wordt aangeheven, de „begeerte"
verheerlijkt, d.w.z. op zich zelf een lage
neiging der egoïstische menschenziel, dat
is toch niet juist. Begeerte kan leiden tot
uitbarstingen, tot plotselinge in-bezit-ne-
ming, tot ruw stooten in het fijne ra
derwerk der maatschappij. Mogen wij voor
zoo'n begeerlijken ruwen greep in de eco
nomische verhoudingen voor de heerschap
pij van la béte humaine worden bewaard.
Alleen rustig en geleidelijk, niet op den
grondslag van wettelijken dwang, kan de
wereld in betere banen worden geleid.
Beste jongens en meisjes.
De ODlossingen van de vorige raadsels
i:
zijn
1. Een gat. 2. Schilderezels. 3. Zomer
tijd. 4. Paaschei (Aalsmeer, aambeeld,
schutter, cypersch, handdoek, eenhoorn,
Italiaan).
De nieuwe raadsels zijn:
x
O
X
O
O
O
X
O
O
X
X
X
X
X
O
O
X
O
O
O
X
O
Op de kruisjeslijnen moet het ge
vraagde woord komen te staan, van boven
naar onder gelezen en van links naar
rechts. Op den eersten regel staat een
medeklinker, op den tweeden de naam van
een boot, op den derden iets dat we krij
gen als het erg warm is, op den vier-)
den het gevraagde woord, op den vijf
den een timmermanswerktuig, op den zes
den iets dat dient om te rusten, op den
7en een medeklinker. Het woord duidt
een man aan, die er op uit is, den men-i
schen iets te ontnemen en daarvoor nog
geld vraagt op den koop toe.
2. Van vorm ben ik als een kogjel
zoo rond, Licht en doorschijnend en ka
kelbont, Maar een enkel windje, o wat on
geluk, of een heel klein stootje, maakt
me stuk. Hoe heet ik?
3. Welk bier maakt in ons land het
meeste en witste schuim?
4. Van de week was ik weer zoo dom
een heel spreekwoord uit mijn handen te
laten vallen, gelukkig vielen de letters
niet door elkaar. Alleen de lettergrepen
werden door elkaar gezet. Kunnen jullie
uit de volgende rare woorden weer een
fatsoenlijk spreekwoord van 8 woorden
maken
Zoowaardals deis hijver ten gastrouwt
nezij.
OOM KAREL.
HOE HEINTJE PUNT EEN INBREKER
VING.
Hij heette eigenlijk anders. Maar omdat
hij zoo'n klein handig kereltje was en
bovendien een heel puntig neusje had,
noemde iedereen op de boerderij hem
Heintje Punt.
Maar Heintje was een schrander baasje
en ofschoon hij pas twaalf jaar was, niet
bang uitgevallen. Hij had geen ouders
meer en moest bij boer Duitmans hard
werken, om zijn kostje te verdienen. Hij
woende op de boerderij en kreeg bo
vendien f 1.50 in de week als loon. Nu
was het de laatste weken op de boerderij
van boer Duitmans al heel geheimzinnig
toegegaan. Eiken dag, wanneer de baas
was opgestaan en de stallen inliep, be
merkte hij dat er een stuk vee gestolen
was. Den eenen dag was het een varken,
dan weer een schaap of een geit ot een
paar konijnen. Boer Duitmans werd eiken
dag boozer. Als het zoo doorgaat, zoo
bromde hij, ben ik binnen een maand
straatarm. Hij besloot daarom des nachts
op te blijven en zich ergens te verstop
pen, om den dief te betrappen. Eerst
klom hij in een grooten appelboom, die
op zijn erf stond. Den heelen nacht bleef
hij daar. Maar geen dief liet zich zien.
Toen hij den volgenden dag koud en stijf
uit den boom kroop, was er echter geen
beest gestolen. De dief had dus onraad
geroken en was weggebleven.
Den volgenden dag verborg baas Duit-
mans zich op het dak, den nacht daarop
in een korenschoof en den vierden nacht
in het hondenhok. Niets hielp. De dief
bleef weg. Moedeloos besloot hij daarom
den vijfden dag om 's avonds maar weer
in zijn bed te gaan slapen. En waaratje,
toen hij den volgenden dag wakker werd,
was er een van zijn .vetste varkens gestolen.
Dat jwas te veel voor den verdrietigen boer.
Hij werd zoo kwaad dat hij met zijn
klomp op den grond stampte, totdat de
klomp in tweeën barstte.
Toen kwam Heintje Punt. Baas, zei hij,
wat krijg ik van je, als ik den inbreker
weet te vangen? Boer Duitmans bromde
woest: Een pak rammel omdat je je met
zaken bemoeit, die je niet aangaan. Maar
Heintje liet zich niet uit het veld slaan.
Baas, zei hij, ik zal je wat zeggen. Als ik
den dief vang, moet ik een gulden op
slag in de week hebben, aangenomen?
Voor mijn part, bromde de baas, terwijl
hij in zich zelf dacht, ik kan makkelijk
ja zeggen, want hij vangt hem toch niet.
Toen ging Heintje Punt aan het werk.
Heei stil, zoodat niemand wist, wat hij
uitvoerde, ging hij in een donker hoekje
van de keuken aan het werk, toen de ande
ren al lang naar bed waren. Hij haalde
wat roet uit den schoorsteen en begon
daarmee zijn heele gezicht en zijn handen
in te smeren. Toen deed hij zijn klompen
en kousen uit en maakte ook zijn voeten
pikzwart. Ziezoo, dacht hij, nu ben ik
zoo zwart, dat niemand mij in het donker
kan zien en op mijn bloote voeten kan
niemand me hooren aankomen. Laat nu
de dief maar komen. Aldus onzichtbaar
gemaakt, ging hij in het donker naar bui
ten en verschool zich bij den stal. En
jawel hoor. Het duurde niet lang, of hij
hoorde sluipende voetstappen naderbij ko
men. Hij tuurde en tuurde en toen zag
hij om den hoek van den stal een donkere
gestalte aankomen. Toen de man dichter
bij kwam en Heintje zijn zwart gezicht
kon zien, herkende hij den man niet.
Het was dus geen dorpeling maar ie
mand uit een andere plaats. De man maakte
heel zacht den staldeur open. Even later
zag Heintje hem terugkomen met een Vet
varken, dat hij meteen in een groote zak
stopte. Wacht, hoorde hij den dief mom
pelen, ik ben er nou toch, laat ik meteen
een paar konijntjes meenemen. Hij sloop
weer den stal in en liet den zak met het
varken staan. Vlug als de wind, maakte
Heintje den zak los, joeg het varken weg
en kroop zelf in den zak.
(Wordt vervolgd.)
geschonden gelaat wel eens heeft aan
schouwd, kan niet anders dan met dank
baarheid vervuld zijn, dat de wetenschap
in de koepokinenting zoo'n schitterend
voorbehoedmiddel tegen deze versenrikke-
lijke ziekte bezit, waardoor de menschheid
voor dezen volksgeesel gespaard kan blij
ven. Op deze zegeningen te 'wijzen, het
lijkt bijkans overbodig. Een ieder moet
hiervan toch overtuigd zijn. De ervaring
heeft echter herhaaldelijk geleerd, dat zelfs
in de meest beschaafde landen blechts
wettelijke maatregelen en voortdurende
propaganda kunnen beletten, dat de wel
daden en de noodzakelijkheid der vac
cinatie niet in het vergeetboek geraken.
Maar de tegenstanders der koepokinenting
geven hun actie niet op en trachten steeds
vaak door valsche voorstellingen, hun denk
beelden ingang te doen vinden, en nooit
kunnen deze krachtig genoeg bestreden
worden.
Als een schitterend bewijs van de waar
de der inenting als voorbehoedmiddel laten
wij hier eenige gegevens volgen, ontleend
aan een verslag van Dr. Ch. Porter, Di
recteur van den Gezondheidsdienst te Jo
hannesburg, omtrent zijn ervaringen op
gedaan gedurende de jaren 1905 en 1906
in het mijngebied Witwatersrand.
Onder de bevolking aldaar, bestaande
uit de meest uiteenloopende nationaliteiten,
was de inenting slechts verplichtend voor
de inheemsche arbeiders. De Chineesche
mijnwerkers werden ingeënt in de havens
van inscheping, en, in geval van twijfel of
geen succes, opnieuw te Durban. De
officieele cijfers nu toonen aan, dat bij
de Europeanen één geval van pokken op
de 783 personen voorkwam, bij de ge
kleurde rassen, Maleiers, Indiërs, kleur
lingen enz., 1 op de 410, bij de inheem
sche bevolking 1 op de 6021, terwijl zich
onder de Chineezen geen enkel geval van
deze gevreesde ziekte voordeed, niettegen
staande zij te midden der Europeanen
en kleurlingen, die zoo zwaar beproefd
werden, werkten.
Ook in een andere mijn, waar 308 ar
beiders van het blanke ras, meer of minder
goea gevaccineerd, en 2.283 goed gevac
cineerde arbeiders werkten, kwamen onder
de blanken 10 gevallen van pokken voor,
terwijl de inlanders gespaard bleven.
Deze officieele onaanvechtbare cijfers,
verzameld ten behoeve van de statistiek
en zonder eenige propagandistische bijge
dachte, geven slechts het aantal pokken-
gevallen zonder meer, zonder te vermel
den de materiëele en financieele verlie
zen, tengevolge van deze ziekte geleden.
Zalf verzacht de pyn niet aheen,
doch geneest ook bij het gebruik I
van uweNpuisten, wonden, «werende I
borsten, Riqedvinnen, negenoogen, I
winterhandenN^n voeten, oude e« I
verwaarloosde wonden, open beenen,
aangezicht*puistjes\enz. Prys per
hus f 0.75 en f i .3f
Verkrijgbaar by ApiHJi., Drog. en
vele winkeliers.
Gen. Agent
J G. DE VRIES, Winsntn (Gron)
smaak! als room
KOEPOKINENTING.
Wie denkt aan de verschrikkelijke ver
woestingen, welke in vroeger tijden de
pokken aanrichtten, of wie de ontstellende
mismaaktheid van een door de pokken
EEN VERGISSING.
Uit Kampen wordt aan de „Tel", ge
meld:
De onlangs alhier overleden ds. Wes-
terbeek van Eerten heeft bij testamentaire
beschikking o.m. vermaakt aan het tehuis
voor Militairen zijn „Spiegels".
Met dankbaarheid nam het bestuur der
stichting van dit legaat kennis, doch te
vens met eenige bevreemding. Bij de aan
schaffing toch van het meubilair van het
Tehuis zijn eenige spiegels niet vergeten,
met welk feit ook de erflater niet on
bekend kon zijn geweest. En al wilde men
den jeugdigen krijgers de gelegenheid niet
benemen hun martiale evenbeeld in het
glas weerkaatst te zipn, nu zou men heusch
toch van het goede wat al te veel krij
gen. Na eenige bespreking meenden een
paar der bestuurders een oplossing aan
de hand te kunnen doen: zij zouden de
aangekochte spiegels tegen den kostprijs
overnemen. Natuurlijk werd op dit aanbod
met enthousiasme ingegaan en een ex
pediteur ontving al spoedig opdracht, de
in het gebouw aanwezige spiegels weg
te brengen, om vervolgens het gelegateerde
van het sterfhuis te gaan halen en op
te hangen. Maar hoe stonden de heeren
te kijken, toen de man terugkeerde met
een wagenvracht.... boeken. Vanzelf dacht
men eerst aan een malle vergissing van
de boodschappers, maar na onderzoek
bleek, dat dezen hun opdracht geheel naar
behooren hadden uitgevoerd.
Dominee bleek aan het Tehuis te heb
ben vermaakt een aantal net gebonden
jaargangen van bet tijdschrift: „De
Spiegel".
NEDERLAND°EN BELGIE.
De correspondent van de „N. R. Ct." te
Brussel meldt:
De Belgische regeering heeft een wets
voorstel ingediend tot ratificatie van de
tusschen Nederland en België gesloten con
ventie betreffende wederkeerigheid van
territoriale bevoegdheid van civiele en han
delsrechtbanken, de uitvoering van vonnis
sen geveld inzake faillissementen en de
-r Nederlanders in België en Belgen in
nd geldende procedure.
-o—
KUNST EN WETENSCHAP.
Door de algem. ledenvergadering van
het Prov. Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen in Noordbrabant gehou
den op 22 Maart 1.1. zijn verschillende
wijzigingen in het reglement vastgesteld.
Naast het bestuur van 36 leden is nu
geïnstitueerd een Dagelijksch bestuur van
negen leden bestaande uit Jhr. Mr. A. F.
O. van Sasse van Ysselt, voorzitter; dr. W.
Meindersma, secretaris; K. Azijnman, jhr.
mr. L. van Meeuwen, jhr. mr. F. van
Rijckevorsel, Berlicum, pastoor G. Juten
te Willemstad, dr. X Smits te Reek, mr.
A. Baron van Oldeneel te Oosterhout en
H. N. Ouwerling te Deurne.
Verder zijn voorloopig drie commissies
ingesteld en wel: A. voor de boekerij,
handschriften, oorkonden, kaarten en af
beeldingen; B. voor de verzamelingen in
het museum en C. voor de uitgave van
werken, handelingen enz.
o—
TELEGRAMTARIEVEN BUITENLAND.
De directeur-generaal der posterijen en
telegrafie maakt bekend, dat als gevolg
van de in 1925 te Parijs gehouden Inter
nationale Telegraafconferentie het tarief
per woord voor telegrammen voor een
aantal landen met ingang van 1 April
1926 zal worden gewijzigd.
Wij laten hier het tarief voor de voor-
naamste landen volgen:
België l1/.2 cent.
Luxemburg 8 cent.
Duitschland Ql/9 cent.
Zweden 12 cent.
Denemarken, Frankrijk, LitauenOosten
rijk, Tsjecho-SIowaki/e en Zwitserland
12cent.
Polen 13 cent.
Noorwegen lA1/9 cent.
Finland, Hongarije, Koninkrijk der Ser
viërs, Kroaten en Slovenen, Letland, Roe
menië en Spanje 16 cent.
o—
REORGANISATIE
Uit militaire kringen wordt gemeld;
De commandant van het regiment Ge
nietroepen zal tijdelijk tot 1 Mei a.s.
worden belast met de functie van In
specteur der Genie, welke functie op ge
noemden datum ophoudt te bestaan.
Mede zal worden opgeheven met in
gang van 1 Mei de inspectie van de ca
valerie en die der artillerie. De functie
van directeur van het artilleriemateriaal
is reeds afgeschaft.
Verder ligt het in de bedoeling van
den Minister om de functie van majoor-
hoofdinstructeur bij de korpsen af te schaf
fen. Door dezen maatregel zal met ingang
van 1 'Mei a.s. aan een aantal hoofdofficie
ren ontslag worden aangezegd.
o—
EEN NOODLOTTIG SCHOT.
De gebroeders Veenstra te Surhuizum
waren bezig met een kruikar hooi te
vervoeren. Een hunner had een revol
ver in den zak. Door onverklaarbare oor
zaak ging dit eensklaps af, met het nood
lottig gevolg dat de ander ernstig in de
borst getroffen werd en naar het zie
kenhuis te Groningen werd overgebracht.
o—
Van een juffertje en een hoHrfje
De Tijd vermeit
't Gebeurde aan 't Venlosche station,
'n vrouwtje, zoo pas uit 't vGrosze Vater-
land gekomen, wilde naar Utrecht, maar
ze was niet alleen. Haar reisgenoot was
'n hond, waarvan zelfs de meest geoefende
hondenkenner 't ras niet zou hebben kun
nen vaststellen.
Dit hondje moest mee naar Utrecht en
aangezien de spoorwegen nu eenmaal voor
'n hond de volle passagiersvracht vragen,
zat er niets anders op, dan ook voor 't
hondje een plaatskaart te koopen.
Dat ging ons moedertje toch wel aan 't
hart, zooveel blanks guldens neertellen voor
haar viervoetigen reisgenoot.
En toen dan ook de omstanders, begaan
moet moedertjes lot en eenparig van oor
deel, dat zoo'n »morrael« - 't gefluisterd
oordeel zóóveel reisgeld op geen stukken
na waard was, toen dan ook de omstaan
de vrouw trachten te bewegen, om dan
haar hondje maar aan z'n lot over te laten
en haar voor het hondje gekochte plaats-
kaart maar weer in te ruilen, toen hadden
ze bemerkt, dat 'n hevige tweestrijd in
der vrouwe binnenste was ontketend.
Edoch, de liefde voor den hond won het,
Zij en haar hondje stapte in den ge-
reedstaanden D-trein.
Evenwelde dankbaarheid is niet van
deze wereld. En niet steeds is de liefde
wederkeerig.
Want toen de D-trein zich in beweging
stelde en de conducteur zich door de nog
openstaande deur in het rytuig begaf, op
dat zelfde oogenblik sprong de hond uit het
rytuig op het perron en liet, terwyl hy
de beenen nam, zyne begeleidster met het
voor hem gekochte kaartje alleen naar
Utrecht reizen.
Heftig bewogen en de plaatskaart in
haar hand omhooghoudend riep het vrouwtje
met al de haar bekende lieve namen
uit het coupé-venster hangend, haren
ontrouwen medepassagier, die evenwel niet
't minst notitie nsm van die zoo goed be*
doelde aanroepingen.
't Stationspersoneel heeft daarop met
vereende krachten den deserteur gevangen
en hem in een hondenmand ingesloten,
't moedertje achterna gestuurd.
We zyn tot onze spyt niet in staat te
vermelden, of 't wederzien byzonder har*
telyk is geweest.
—O-* i
Jflcnwsblad