Eerste Blad
Drogisterij
A. VersGhuar-Baerl flensden
C. DE KEMP
S. D. LAMKÜYZEN Go's BANK
land van altena
De nieuwe politie-verordening
der gemeente Werkendam.
Binnenland
Uitgave; Firma L. J. VEERMAN,
No, 4595 Vrijdag 16 April
Int. Telefoon no. 19. Postrekening
Heusden,
Engstraat HEUSDEN.
ikiitenlandsch Overzicht
Raamsdonksveer.
T. BOONSTRA.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
1926
no. 61525.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 c*nt. Groot* letters "na' plaatsruimte.
Advertentiën wot-'en tv Dinsdagmiddag 1 uur «n
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Het is voor een schrijver van hoofdarti
kelen immer een buitengewoon aangena
me gewaarwording, wanneer hij bespeurt
dat zijne producten met belangstelling wor
den gelezen.
En zoo is het dan ook dat ik met groo-
te ingenomenheid heb kunnen bemerken
dat van mijne artikelen, getiteld: ,,De
nieuwe algemeene politieverordening der
gemeente Werkendam", door zeer vele le
zers van ons blad met de noodige interesse
is kennis genomen. Dat zich onder die
zeer vele lezers ook bevindt de Heer
Beukenkamp, Burgemeester van Werken
dam, doet mij dubbel goed en dat de
Heer Beukenkamp zich de moeite heeft
willen getroosten om op mijne artikelen
een uitvoerig verweer te laten volgen is
eene daad, die ik op hoogen prijs stel.
En nu zou het toch stellig van groote on
wellevendheid getuigen indien we 's Hee-
ren Beukenkamp's verdediging onbeant
woord lieten.
Vooraf echter ééne vraag en wel deze?
Spruit de groote belangstelling van den
Heer Beukenkamp voort uit de begeerte
om als Voorzitter van den Raad der ge
meente Werkendam, den Raad, die ge
noemde verordening vaststelde, te verde
digen tegen aanvallen van buiten of zou
den we uit 's Heeren Beukenkamps be
langstelling moeten afleiden dat hij de
pater intellectualis der verordening is en
hij wil trachten aan te toonen dat de Wer-
kendamsche politieverordening werkelijk
een kunststuk van wetgeving is? We stel
len slechts de vraag, meer niet.
Laten we het schrijven van den Heer
Beukenkamp zooveel mogelijk op den voet
volgen.
Wie de Werkendamsche verordening in
concept heeft geredigeerd is mij onbekend,
maar absoluut zeker is dat het door den
Heer Beukenkamp aangehaalde „'t Zijn niet
allen koks, die lange messen dragen", op
den redacteur der verordening in de al
lereerste plaats van toepassing is. Zeker,
we weten het ,dat het samenstellen van
verordeningen een zeer moeilijke taak is,
maar daarom is er ook des te meer aan
leiding om die taak niet op te vatten als
men er niet volkomen voor berekend is.
De Heer Beukenkamp zegt verder:
„Hier treedt voor het licht een over
schatting van zich zelf en eene onder
schatting van den ander."
Mocht nu de Heer Beukenkamp zelf de
redacteur van de concept-verordening zijn,
dan getuigen de woorden: „eene onder
schatting van den ander" toch wel van
eene soort pedanterie die men bij ouder-
wetsche schoolmeesters vond en waarmede
wel eens een weinig de draak is gestoken.
De door den Heer Beukenkamp bespro
ken punten zal ik een voor een de revue
laten passeeren. Vooraf wil ik echter nog
constateeren dat ik met mijne hoofdarti
kelen niet slechts de bedoeling had om
onwettige en foutieve bepalingen naar
voren te brengen, maar vooral ook over
bodige.
1. Een tapper te Werkendam ïs ver
plicht den Burgemeester zoo spoedig mo
gelijk kennis te geven als de goede orde
in zijne tapperij verstoord is geweest.
In de eerste plaats de vraag, welk nut dit
voorschrift heeft en dan in de tweede
plaats de vraag „is het niet verkeerd, om
bepalingen in het leven te roepen, waar
van het nut op zijn zachtst gezegd,
hoogst twijfelachtig is en waarvan men
vooraf zeker weet dat zij toch niet zul-
Schuifpoeder Aluin
Borak Arrowroot
Insectenpoeder Ho p
Linoleumwas.
Wittebroodstraat W 52.
len worden nageleefd, omdat geen tapper
er toe zal medewerken om voor zich zelf
een graf te graven. Immers toch zal eene
vergunning door Burgemeester en Wethou
ders worden ingetrokken wanneer de ver
gunninghouder meerdere vonnissen ter za
ke van drankwetovertredmgen achter den
rug heeft en nu is het toch wel wat oti-
menschelijk om te vergen dat een vergun
ninghouder zelf medewerkt tot verlies zij
ner broodwinning op de wijze als ge
noemd.
2. U neemt hier artikel 11 bij den
kop, waar ik ook het oog op had kunnen
hebben. Ik doelde echter op artikel 5.
Op mijn vraag of kaart- en biljartspel ver-
makelijkhden zijn en dus zonder schrif
telijke vergunning van den Burgemeester
niet in tapperijen mogen worden gehou
den of toegelaten, geeft de Heer Beuken
kamp geen antwoord. Ik heb ingevolge
het advies van den Heer Beukenkamp het
woordenboek van Van Dale opgeslagen,
maar een antwoord op mijne vraag heb
ik hierin niet kunnen vinden, zoodat ik
nog steeds niet weet, wat in artikel 5
onder „vermakelijkheden" moet worden
verstaan;
3. „Op Zondagen enz. zullen de tap
perijen den geheelen dag gesloten blijven",
aldus de Werkendamsche Verordening.
Den Heer Beukenkamp zij gezegd dat de
inhoud in het g e h e e 1 e art. 7 der Drank
wet mij zeer wel bekend was en is.
Nu is er nog zoo iets dat heet Memorie
van Toelichting, hetwelk toch de Heer
Beukenkamp zeker wel zal weten en daar
in lees ik eene toelichting bij art. 7, lid
4, waaruit ten duidelijkste blijkt dat de
regeering geen sluiting gedurende den ge
heelen dag heeft gewild op een der telkens
periodiek terugkeerende weekdagen En
in een K. B. van 1905 lees ik „bij art. 7,
eerste lid onder 4a worden alleen beoogd
dagen, waarop eene bepaalde omstandig
heid zich voordoet, die blijkens de erva
ring aanleiding kan geven tot misbruik
van sterken drank, weshalve de toepassing
van die bepaling buiten de woorden en
de bedoeling der wet zou worden uitge
breid, indien zij ook geschiedde ten aan
zien van wekelijks terugkeerende dagen
(i. c. den Zondag), op welke geen be
paalde omstandigheden zich plegen voor
te doen, op grond waarvan misbruik van
sterken drank te vreezen is."
De Raad van Werkendam kan dus niet
gerust zijn, geachte Burgemeester en de
Kantonrechter heeft absoluut het recht de
bepaling buiten toepassing te laten, indien
hij haar in strijd acht met een hoogere
wet.
4. U citeert het volgende artikel:
„Het is verboden in het openbaar draai
molens, slagmachines, glijbanen, lucht--
schommels, spellen en andere kermisver
makelijkheden op te stellen of in werking
te brengen." Naar aanleiding van mijn be
zwaar tegen deze redactie zegt U „de
werkwoorden „opstellen" en „in werking
brengen" zijn daarop toepasselijk over
eenkomstig den aard der zaken.
Meent U dat, Mijnheer Beukenkamp?
Vergun mij ook ten deze met U van gevoe
len te verschillen. Ik toch meen, dat in
een strafwet alles duidelijk moet zijn ge
redigeerd en dat eene redactie, als ge
noemd} niet anders kan zijn dan een bron
van moeilijkheden voor den rechter en
een knollentuin voor advocaten. Waarom
niet met name genoemd wat „opgesteld"
en wat „in werking gebracht wordt"?
Dat we geen criterium van k e r m i sver-
makelijkheden in de verordening vinden
is, geachte Heer, naar mijne bescheiden
meening absoluut eene leemte. Immers zal
bij overtreding van art. 10 de Ambtenaar
van het Openbaar Ministerie in zijne dag
vaarding ten laste moeten leggen, dat ie
mand eene k e rm i svermakelijkheid heeft
laten we maar zeggen in werking ge
bracht. Nu moet die Ambtenaar toch we
ten wat eene kermisvermakelijkheid is, an
ders kan hij haar niet ten laste leggen.
Mag ik eene vraag stellen naar aanleiding
van uwe opmerking dat een draaimolen
bij gelegenheid van een schoolfeestje geen
kermisvermakelijkheid is? 't Is deze „is
een draaimolen bij gelegenheid van een
Oranjefeest eene kermisvermakelijkheid of
zooals U het noemt „een kermiszwijn"
of niet." Hier kan een draaimolen onder
„vermakelijkheden" worden gerangschikt,
maar het juiste verschil tusschen een
draaimolen als vermakelijkheid en als ker
m i svermakelijkheid wil er bij mij niet in.
Ik heb eens gevraagd aan den Heer Kan
tonrechter te Heusden en aan den Heer
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij
dat Kantongerecht of zij konden aangeven
wat al dan niet eene k e r m i svermakelijk
heid is en beiden beantwoordden mijne
vraag ontkennend.
U ziet dus, Mijnheer Beukenkamp, dat
niet ieder Nederlander en de rechter spe
ciaal weet wat „kermisvermakelijkheden"
zijn. Dat U het begrip, zooals U laa^lj
uitkomen, zoo duidelijk en klaar doorziet,
getuigt stellig van een taalkundig gevoel
als weinig zal worden aangetroffen.
5. Spelen mogen te Werkendam in het
openbaar zonder schriftelijke vergunning
van den Burgemeester niet gehouden wor
den. Ik heb over deze bepaling de Wer
kendamsche jeugd beklaagd en doe dat
nog, omdat daardoor zelfs voetballen in
het openbaar ponder schriftelijke vergun
ning van den Burgemeester is verboden.
Nu kan de Heer Beukenkamp wel zeggen:
„geen burgemeester zal er aan denken, die
vergunning niet doorloopend te verleenen,
als de club een eigen terrein heeft, be
houdens de bepaling aan het slot van arti
kel 11, dat o. m. deze vergunning niet
voor den Zondag en eersten Kerstdag mag
gelden," maar dat neemt absoluut niet
weg dat de schriftelijke vergunning er
zijn moet, en den Burgemeester, die het
voetballen of een bijzondere voetbalclub
niet genegen is, de vergunning zonder
bezwaar kan weigeren. En waarom is
zulks niet zeer goed denkbaar, daar zelfs
wel onder de Burgemeesters vreemde heer
schappen worden aangetroffen?
ren worden aangetroffen?
Aan het slot van 5e van 's Heeren Beu
kenkamp's stuk wordt nog eens het begrip
„kermisvermakelijkheden" naar voren ge
bracht. Hij eindigt dan met de volgende ont
boezeming, waarover wijlen onze groote Dr.
Abraham Kuyper zich stellig grootelijks
zou hebben verheugd. „Laten wij hopen,
dat er een tijd moge aanbreken, dat in
derdaad de definitie van kermisvermake
lijkheden onnoodig 'wordt! Dan behoort,
Gode zij dank, de kermis niet meer tot
de Nederlandsche feestelijkheden."
GOUD, ZILVER, UURWERKEN.
Rnime keuze in
FANTASIE- enTROUWRINGEN,
Eigen Reparatie-inrichting.
Op 30 April a.s. loopt in Engeland de
overeenkomst af tusschen de regeering, de
mijnwerkers en de mijneigenaars gesloten
inzake de arbeidsvoorwaarden in het mijn
bedrijf, waarvan de regeling hangende is
gebleven sinds Juli van het vorige jaar
toen de regeering in een conflict tusschen-
beiae kwam. De toen gesloten voorloopige
overeenkomst komt hierop neer dat de
regeering door steun uit de schatkist het
uitbetalen van de oude loor.en aan de
mijnwerkers mogelijk maakte, ook in die
ondernemingen waar met verlies gewerkt
wordt. Het is echter duidelijk dat zulk
een subsidiestelsel maar een lapmiddel is,
dat niet bestendigd kan blijven. De moei
lijkheid eener loonregeling is dat verschei
dene Engelsche mijnen met verlies werken,
terwijl andere zich niet anders kunnen
handhaven dan door de productie strikt
tot de onmiddellijke behoefte te bepalen.
In het tweede halfjaar van 1925 waren
er niet minder dan 300.000 mijnarbeiders
werkloos, terwijl een aanzienlijk aantal
anderen niet meer verdiende dan 40 shillings
per week.
Sindsdien is die toestand, welke vooral
te wijten is aan de vermindering van den
uitvoer en aan de voortdurende hausse van
bet pond steriing, niet veel verbeterd.
De mijneigenaren hebben van den beginne
af aan betoogd dat de toestand niet weer
normaal kan worden, tenzy de arbeidsdag
AGENTSCHAP VAN DE AMSTERDAMSCHE BANK A'DAM
TELEFOON No. 15. Kantooruren van 9-4. Zaterdags van 9—12.
Verstrekt Handelscredieten tegen nader overeen te komen voorwaarden.
Opent rekening-courant met rentevergoeding.
Incasseert Binnen- en Buitenlandsche Wissels.
Belast zich met den aan- en verkoop van Effecten en nazien van Uitlotingen.
Koopt en verkoopt vreemd Bankpapier.
Verzilvert Coupons en bezorgt alle Assurantiën.
Neemt gelden Deposito, rentevergoeding volgens overeenkomst.
Verhuurt Safe-Loketten. (Prijzen naar grootte der kastjes).
SPAARBANK. Spaarboekjes gratis bij eerste storting.
Nadere inlichtingen verstrekt gaarne de Directie
van 7 op 8 uur wordt gebracht, terwijl
de loonschaal moet worden gewijzigd. De
mijnwerkers weigeren met het oog op de
levensstandaard absoluut eeriige loonsver
laging in overweging te nemen, hetgeen
hun recht iswat de kwestie evenwel
vertroebelt is dat vanwege de mijnwerkers-
federatie naast de finaniieele kwestie nog
een andere in het geding gebracht wordt
zy komt n I. op voor de nationaliseering
der mynen eri voor de onteigening der
mijnmaatschappijen zonder behoorlijke
schadeloosstelling. De Engelsche mijn
werker sorganisaties hebben hiermede het
terrein der beroepskwestie zonder meer
verlaten en hebben den weg ingeslagen
eener vrjj revolutionnairs sociale politiek,
waartoe de neiging trouwens in de geheele
Labourpartij den laatster» tyd zich meer
en meer afteekent.
Zooals wij hierboven al te kennen gaven,
heeft do regeering, toen zy ten vorigen
jare er niet in slaagde een definitieve over
eenkomst tusschen de mijneigenaren en de
mijnwerkers tot stand te brengen, tot eiken
prijs een conflict, waarvan de politieke en
economische gevolgen voor Groot Brittannië
funest dreigdemte worden, willen vermyden.
Zij heeft tot 30 April 1926 zich tegenover
de mijneigenaren garant gesteld voor de
risico's eener nadeelige exploitatie, op voor
waarde, dat de loonschaal, zooals die einde
Juli 1925 was vastgesteld, zou gehandhaafd
blijven. Tegelijkertijd werd een staats
commissie ingesteld, onder voorzitterschap
van Sir Herbert Samuel, welke tot taak
had een onderzoek in ie stellen naai de
reorganisatie van het mijnbedrijf. Het rap
port dezer commissie, de kolencommissie
genoemd, is ruim een maand geleden in
gediend en komt tot de conclusie dat het
stelsel van subsidies van d6n Staat aan de
mijnindustrie op den vastgesteiden datum,
zijnde de 30en April, moet ophouden en
dat het niet meer mag worden ingevoerd,
dat de minimum-loonen in 1924 vastge
steld, dat wil zeggen in een tydperk van
kunstmatige welvaart voor de Engelsche
mynwerkers, tengevolge van <1- R .-i he-
zetting, moeten worden herzien, dai de
zeven-uriga arbeidsdag kan behouden biyven
en dat, indien zelfs na de reorganisatie der
mijnindustrie, sommige oi deruemir g*n geen
winst opleveren, het noodig zal zijn de
betrokken mijnen gewoonweg te sluuen.'
Het rapport spreekt zich uit tegen alle
nationalisatie-ontwerpen die namens de mijn
werkers worden voorgesteld, doch beveelt
den afkoop aan van de rechten der mijn
eigenaren op steenkool hunner mijnvelden
en dat de Siaat de vrije hand zal hebben
op alle nieuwe steenkolenlagen die ontdekt
zullen worden. Het rapport verklaard o.m.
nog dat er een nieuwe onderlinge regeling
moet komen van de kolen- en aanverwante
industrieën, en dat een coöperatief stelsel
moet worden ingesteld.
In deze conclusies der commissies ont
breekt intusschen eene preciseering van de
middelen waardoor de kwesties die op het
oogenblik tusschen patroons en werknemers
bestaan uit de wereld kunnen worden ge
holpen. De Staat kan de verlieslijdende
mijnen niet blijven subsidieeren, want dit
stelsel heeft het rijk van Augustus 1925
tot April 1926 meer dan 24 millioen por.d
sterling gekost, en zoodoende komt het
probleem op den 30en April a.s, er precies
weer zoo voor te staan als verleden jaar.
Plotseling genezen.
De »Grondwet« verneemt dat de heer
S. te Bergen-op-Zoom, die eenige jiren
door te verschrikken, zoodanig invalide
werd, dat hjj onbekwaam was nog te wer
ken, dezer dagen weder door te verschrik
ken genezen is van zijn ohgeiuk.
o—
De man zonder geheugen gevonden
Men meldt aan de »Msb.« uit Middel
har nis
De zadelmaker G. de W., die sedert 14
dagen zoek was is thans gevonden.
Zooals gemeld is was hy Zateidag nog
weg. Zijn vrouw en kinderen hadden zich
naar familie te Rotterdam begeven. Een
neefje, dat op straat liep zag den ver
miste, zijn oom looperi en waarschuwde
zyn vader die den zadelmaker mee naar
huis nam. Hij herkende zijn familie niet,
was geheel versuft en zag er vreeselijk
haveloos uit. Zijn handen waren ontveld
en zijn voeten stuk geloopen. Hij wist te
vertellen, dat hy op een bank in het Park
te Rotterdam had gezeten, doch daar door
een politieagent was verjaagd Hij schynt
de reis van Gelderland naar Rotterdam
ook weer per fiets te hebben afgelegd.
Men begrijpt de blijdschap van vrouw en
kinderen toen zy hem weerzagen, zij het
dan ook in dezen hulpeloozen toestand. De
familie is thans weer Daar Middelharnis
teruggekeerd.
o—
Een vrouw eo twee kiuderen onder
den tram geraakt.
Een kind gedood. De vrouw en het ander
kind zwaar gewond.
Dinsdagmorgen omstreeks half twaalf is
te Eindhoven op den Boschdijk, op de
plaats waar de Meijeiijsehe stoomtram dwars
over den weg gaat, vrouw Mathijsen uit
Woeri8el, met twee kinderen, die zij bij
Zich had aangereden. E«n vijfjarig kind
werd onmiddellijk gedood. De vrouw en
hei kind werden vry ernstig gewond.
Den machinist moet geen schuld treffen.
o
De Haagsche kuitenpikker
De kinderrechter in Den Haag heeft
met gesloten deuren de zaak behandeld
tegen den 16-jarigen jongen, bekend als
de kuitenpikker. Conform den eisch werd
hij ter beschikking van de regeering gesteld.
o
De dood wenkt ieder uur
Op het terrein der firma Swarttouw,
aan de Lekhaven te Rotterdam, zakte
Maan iagmiddag de 63-jarige H. J. Jark,
uit de Busken Huetstraat, plotseling be
wusteloos in elkander. Hij werd door deu
Geneeskundigen Dienst naar het ziekenhuis
aan den Coolsingel vervoerd. By aankomst
aldaar bleek hy evenwel reeds te zyn
overleden.
NIEUWSBLAD
nor M Lui vai Heisden ti AlteiaJeLasostraat ti Is Bontliriiirl
(Wordt vervolgd.)
*—St