Tweede Blad voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. fo. 4596 Woensdao 21 April Romances vanje^ woeste Zee. FEUILLETON. Plaatselijk Nieuws. Binnenland. BEHOORENDE BIJ HET Vergadering van den raad der gemeente DUSSEN op Dinsdag 13 April des nam. 3 uur. De Voorzitter doet mededeeling dat van de Gezondheidscommissie, welke haar zetel heeft te Waalwijk, bericht is ingekomen, dat deze geen enkelen term aanwezig acht om te voldoen aan het verzoek, om in de kosten van het bouwen van een zieken barak bij te dragen. Naar aanleiding van een schrijven van het Bureau van Ned. Gemeenten inzake overname van het G.E.B. gaat de raad over in geheim comité. Na heropening wordt besloten deze ver- eeniging een rapport te laten uitbrengen alsook de boeken door de boekhouding te laten aanleggen, waarvan de kosten slechts zestig gulden bedragen. Heffingspercentage. De Voorzitter wijst er op, dat de vast stelling van het vermenigvuldigingsgetal der plaatselijke inkomstenbelasting voor het dienstjaar 1926-'27 moet geschieden. Tot 4 pCt. kan worden gegaan en thans wordt 3 pCt. geheven. De financieele toestand van de gemeente is niet rooskleurig, terwijl de inkomsten van de bevolking eer achteruit dan voor uit gaat, zoodat de belastingopbrengst steeds minder wordt. Het best zou zijn een straatbelasting in het leven te roepen en het heffingspercentage niet te verhoogen, maar op( 3 pCt. te laten staan. De heer v. Balkom merkt op, dat de inkomsten steeds minder worden bij de menschen, en het derhalve dan ook niet aangaat ze nog op zwaardere lasten te brengen. Besloten wordt het percentage te handhaven. Autobussen. De Voorzitter deelt mede, dat van de N.V. Nabo een verzoek is ingekomen om subsidie, aangezien haar bedrijf, dat voor een geregeld verkeer zorg draagt, met ver lies werkt. Van Ged. Staten is bericht ontvangen dat aan de Autobus-Onderneming „De Alad" een subsidie zal worden verleend van f 1030,45 mits ook de gemeente een kleine bijdrage verleent. Eén serie boeiende artikelen van onver melde kruistochten en beroemde schepen door F. J. CHAMBERS. (Oud-Officier der Bvitsche marine.) Nadruk verboden. DE REIS DER VERSCHRIKKING. De Reis der Verschrikking was de naam welke de zeelieden uit de achttiende eeuw gaven aan de vaart tusschen Liberia, de Neger Republiek en Knigston, hoofdstad van Jamaica, het terrein van den slaven handel, waar van de verschrikkingen bijna ongelooflijk klinken voor moderne ooren. Het is een zXvarte bladzijde in de ge schiedenis van Engeland, dat een Engelsch- man met name Sir John Hawkins, een dei- eerste zeeschuimers en tevens een van Koningin Elizabeth's „gentlemanavontu- riers," op het idee moest komen, dat er groote zaken te doen waren door het vangen van negers, hetzij met geweld of list, om deze daarna als slaven te verkoo- pen aan de Spaansche planters van West- Indië en Centraal Amerika. Dat was het begin, doch het duurde tot tusschen de jaren 1730 en 1807 (toen het verbod tot het houden van slaven afkwam) eer deze handel belangrijke wins- sten afwierp. Het was in de eerste dagen van de be weging, welke later tot een verbod tot handelen in slaven zou voeren, dat te Liverpool een belangrijke haven waar voor al de slavenschepen bij tientallen tegelijk binnenliepen, voortdurend opstootjes en vechtpartijen voorvielen. Op een avond, bij gelegenheid van een voorstelling in het Koninklijk theater, viel een beschonken tooneelspeler, zooals trouwens licht te be grijpen valt, niet in den smaak van het publiek. Daarover woedend geworden keerde de acteur zich naar de zaal en riep uit: Ik ben hier niet gekomen om uitgejouwd te worden door een bende onmenschelijke schurkenelke steen in de- B. en W. stellen voor een subsidie van f 40 te verleenen voor elke route. De Alad, die dagelijks drie routen maakt, zal dan f120 subsidie krijgen en de N.V. Nabo, die twee routes maakt, f 80. De maatschappijen moeten de diensten zoo regelen dat ze met elkaar niet in con currentie treden. Gelijktijdig vertrekken van een plaats zal verboden zijn. De heer v. d. Koppel merkt op, dat, als de gemeenten Eethen en Almkerk geen subsidie geven, de provinciale subsidie toch al komt te vervallen. De Voorzitter meent, dat men op de zaken niet vooruit moet loopen. Iedere gemeente moet voor zichzelf be slissen en nagaan wat men billijk achjt Hij voor zich is overtuigd dat men die za ken moet steunen. De heer M. v. d. Pluijm voelt er niefs voor om aan deze ondernemingen subsidie gaan te verleenen, wijl voor hen', als het bedrijf zich niet kan bedruipen, een andere weg openstaat om het wel rendabel te maken n.l. verhooging van de tarieven, dan betalen alleen zij die van de bussen ge bruik maken. De Voorzitter merkt op, dat dan de subsidie van de provincie komt te ver vallen. Het publiek dat van den dienst ge bruik maakt moet dan die f 1000 ook be talen. De heer Middelkoop kan er niet toe besluiten om subsidie te verleenen aan bedrijven zoolang de gemeente zelf in noodlijdenden toestand verkeert. Zat de gemeente wat ruimer in haar middelen, dan zou hij geen bezwaar hebben tegen het verleenen van de subsidie daar erkend moet worden dat de maatschappijen er voor zorgen dat deze streek niet meer zoo geisoleerd is. De Voorzitter meent, dat de beste op lossing zou zijn dat de gemeenten den dienst exploiteerden. De heer v. d. Koppel zou daar nimmer voor zijn te vinden omdat dan de on kosten veel te hoog zouden worden. De heer v. Balkom kan er zich evenmin mee (vereenigen om de gevraagde subsi die te verleenen. Hij vraagt zich af welk bedrijf op het oogenblik wel rendabel is te maken. De autobussen hebben daar toe nog de gelegenheid wanneer ze hun tarieven gaan verhoogen. Door subsidie te gaan verleenen moeten ook die men schen gaan betalen die nimmer van de bussen gebruik maken. De Voorzitter: Iedereen maakt gebruik van de bussen," is het niet direct dan toch indirect. De heer Middelkoop is in principe niet tegen het verleenen van subsidie, doch waar de financieele toestand van minder gunstigen aard is, meent hij dat elke sub sidie achterwege moet blijven. De heer Berm is overtuigd dat de on dernemingen dringend subsidie noodig heb ben willen ze niet op de flesch gaan'. Als aandeelhouder weet hij zulks maar al te goed doch als raadslid mag h(ij; voor geen subsidie stemmen. De heer v. Dijk wenscht evenmin sub sidie te geven. Laten de verschillende ze helsche stad is gemetseld met het bloed van een neger. Deze uitlating was nu in zooverre on rechtvaardig, dat ook voor Londen en Bristol hetzelfde kan gelden. Inderdaad was Liverpool het laatste de twee grootere steden gevolgd bij den handel in „zwrart ivoor". Echter, het verwijt van dezen too neelspeler en nog andere in het publiek geuite beschuldigingen, vermochten toch de oogen der menschen te openen. Ofschoon een groot aantal humaan voe lende Engelschen, onder wie Wilberforce en Ratbone, zich voor de opheffing der slavenmarkten verklaarde, scheen het in het eerst toch, dat hier voor de blanken een levensbelang mede gemoeid was, ge tuige o.a. Cowper's (vertaalde) dichtre gels: Ik voel het gruwelijke van den handel in slaven, En vrees, dat zij, die verkoopen schur ken zijn, Ik betreur alles oprecht, maar ik moet zwijgen, Want wat zouden wij doen, zonder sui ker of rum? DOOD EN LEVEND AAN ELKAAR GE KOPPELD. De toestanden aan boord van een sla venschip waren zoo ontzettend, dat het alle beschrijving te boven gaat. De slaven waren twee aan twee aan elkaar geklonken, door zware kettingen om het rechterbeen en den rechterarm van den een en het linker been en den linkerarm van den ander, en menige arme neger maakte de reis voor het grootste gedeelte naast zijn gestorven lotgenoot, die bezweken was door de hitte in de kajuit of de mishande ling aan boord. De atmospheer in de kajuiten liet alles te wenschen over, ziekte en dood vonden er tallooze slachtoffers. De slaven werden natuurlijk overvloedig gevoed, daar zij anders op de markt niet genoeg geld opbrachten, maar verder werd er zelfs niet voor het geringste acht op hen gesla gen. De kajuit werd wel van tijd tot tijd met water schoon gemaakt, maar dan wer den de negers zoo lang aan dek gebracht. Zij behoefden niet gereinigd te worden. Elke klacht, het geringste verzet, werd ondernemingen elkaar niet dood concur- reeren en een behoorlijk tarief rekenen, dan behoeft geen subsidie verleend te worden. Men gaat zich op een hellend vlak begeven, als men tot verleening van subsidie overgaat. Verschillende andere on dernemers zullen dan ook kunnen aan kloppen en met evenveel recht. De heer v. Balkom wijst er op, dat 95 pCt. van de boeren op het oogenblik niets verdienen. Trouwens, zoo vraagt hij, welk bedrijf is er op het oogenblik ren dabel. De Voorzitter wijst nog eens op het groote belang dat er voor de gemeente en de geheele streek gelegen is in een geregelden dienst. Hij stelt voor om dan de helft van het bedrag te verleenen. De heer v. Drunen kan zich met dat voorstel evenmin vereenigen. Zoolang de financieele toestand zoo slecht is en zoo lang de ondernemers de tarieven nog kunnen verhoogen zonder dat gesproken kan worden van hooge prijzen, zoolang blijft hij tegen het verleenen van welke subsidie ook. Komen deze ondernemingen te vervallen, dan zal er best een onderneming opstaan die wel rendabel is te maken. Met algemeene stemmen op die van de wethouders na, wordt besloten geen sub sidie te verleenen. Rondvraag. De heer Berm merkt op, dat het beter is om de landerijen in plaats van in het voorjaar, in het najaar te verpachten, Wordt in het najaar verpacht, dan kunnen de landbouwers 's winters al werkzaam heden op het land verrichten en in het vroege voorjaar bemesten. De Voorzitter geeft toe, dat zilks beter is en zal daarom gaarne met deze opmer king in het vervolg rekening houden. Daarna wordt de vergadering gesloten. WAALWIJK. Ter opvolging van mej. T. Rath, die, wegens huwelyk als onder wijzeres aan de R, K. meisjesschool alhier heeft bedankt, is benoemd mej. M. van der Pluijm uit Dussen, ZALTBOMMEL. Veertien dagen ge leden werd in den Burgerlyken Stand alhier afgekondigd, dat een jong paartje in ondrtrouw was ingeschreven. Het huwe lijk zou hedenmiddag plaats hebben. Woens dagmiddag arriveerden diverse familieleden van elders, terwyl in de woning der bruid vele handen zich repten voor het bereiden van het bruiloftsmaal. Plotseling groote ontstelteniseen boodschap van het stad huis, dat het huwelyk niet kan plaats hebben, doch 14 dagen moet worden uit gesteld. Hoe dit mogelyk is Wel, de afkondiging had wel te Zaltbommel, doch niet te Gameren (woonplaats van den bruide gom) plaats gehad. Bij navraag geschiedde de mededeeling, dat de secretarie alhier de stukken had verzonden, terwijl uit beantwoord met een vreeselijke geeseling of de duimschroeven. In vele gevallen wisten de slaven nog zichzelven om te brengen, liever dan de aanhoudende mis handelingen van hun kwelgeesten te ver duren. Vele weigerden ook zich te laten voeden, doch dan werd hen den mond opengespalkt en het voedsel met geweld ingegeven. Het centrum van den slavenhandel aan de Afrikaansche kust was Oud Calabar en haar zusterstad Nieuw Calabar. Al de voor naamste inwoners dezer steden droegen Europeesche namen en door onbekende reden hebben de meesten den naam Ro bin John bij hun familienaam of als hun familienaam. Zij waren bijna zonder uit zondering slavenhandelaars-, somtijds ge heele dorpen verkoopend en een harde strijd voerend met de slavenkapiteins, die hen maar al te vaak bedrogen. Het is dik wijls amusant de namen van deze bar baren te lezen, de meesten zijn bijv. Ro bin John, Robin John Tom Robin, Onoch Robin John, Archibong Robin John, enz. WAT EEN SLAAF KOSTTE. Ephraim Robin John was een der ruw ste en wreedste schurken, maar hij schijnt van huis uit toch nog een zekere opvoeding te hebben genoten, althans', hij onderhield een geregelde correspondentie met den koopman Ambrose Lace te Liverpool, aan wien hij zorgvuldig zijn bestellingen deed, natuurlijk in ruil voor de gevangen slaven. In een van zijn brieven doorgaans meng sels van steenkool- en handels Engelsch, omschrijft hij zeer nauwkeurig twee te leveren jassen, een roode en een blauwe jas met goud bestikt, om een langen man te kleeden. Het was de gewoonte dat de West- Af rikaansche slavenjagers „comey" ontvin gen een soort commissieloon voor elk slavenschip, dat de haven van Malabar verliet. Zeer dikwijls echter werden zij zelf door het scheepsvolk gevangen geno men en de kapitein eischte dan een los geld, b.v. twintig slaven voor iedere blan ken gevangene. De kapiteins der schepen wisten op die manier veel slaven te ver krijgen, zonder dat zij er voor betaalden. Zeer interresant, alhoewel niet bijster verheffend is het, de kostprijsberekening Gameren bericht werd, dat daar geen stokken zyn ontvaogen. Waar schuilt de fout Hier, te Gameren of bjj de poste rijen Voor de familie, die noodelooze kosten heeft gemaakt, het minst prettig ZUILICHEM. Door den raad der ge meente Zuilichem werd in zyne vergadering van 3 April 1921, op een daartoe gedaan verzoek, een bedrag van f 35 beschikbaar gesteld voor de vereeniging tot stichting en in instandhouding van eene school met den Bijbel alhier, voor het plaatsen van een nieuwe heining langs het by deze school behoorend speelterrein. Door B. W. Timmer e. a. werd hiertegen beroep in gesteld bij Gedep. Staten. In hunne ver gadering van 16 Juni 1925 N. 192 werd het beroep ongegrond verklaard. Hiervan gingen dezelfden in beroep bij de Kroon. De Raad van State, in deze uitspraak doende, vernieuwde het besluit der gf-meente alsmede het besluit van Ged. Staten op grond, deze uitgaven behooren onder art. 101 le en 5e lid der L.O-wet 1920, vallende onder de kosten, genoemd in art. 55 onder e dier wet en nier. onder at t. 72 der L.O.-wet, waarop hun dit benagwas toegestaan. Een noodlottig schot. Moord of zelfmoord Vrydagavond heeft zich in perceel 80 van den Plantageweg te Rotterdam een drama afgespeeld. De 35 jarige Roemeensche machinemaker John Harziton bevond zich met een meisje op zijn kamer. Op een gegeven oogenblik liet H. het meisje een revolver zien. Het meisje vroeg»Dat is zeker speelgoed 5>Neen«, antwoordde H., »ik heb hem pas gekocht, probeer hem maar even®. Het meisje schoot toen driemaal in de richting van het plafond, maar er viel geen schot. »Zie je wek, zei ze, ïhet is immers niets®. »Toch wek, meende H., »je mo8t de revolver maar eens op rnjjn slaap zetten en dan trekken. Zoo schieten ze menschen dood k Het meisje deed het inderdaad en de revolver ging nu af. De man viel onmid dellijk dood neer. Zoo althan3 luidt het verhaal van het 23 jarige meisje, dat in bewaring is gesteld in verband met deze zaak. Zy vertelde nog, dat H. wel eerder zelfmoordplannen had gehad. Terstond is door de politie en justitie een onderzoek ter plaatse ingesteld. Uit het onderzoek is nog niet met stellig heid gebleken, dat het verhaal, dat het meisje van het gebeurde geeft, volkomen juist is. Het wordt niet onmogelyk geacht, dat de man opzettelijk zoo gehandeld heeft, van een slaaf te bestudeeren, samengesteld als gemiddelde van een zeer lange peri ode van drukken handel in 1793: De Netto opbrengst van een slaaf f 486.— De eerste kosten van een slaaf aan de Afrikaansche kust f 327,— De vracht voor een slaaf f 39,20. Het onderhoud van een slaaf f 6,—. Totaal onkosten f 372,20. Winst op den verkoop van een slaaf f 113,80. Men ziet uit deze berekening zeer dui delijk, dat de winst bij' dezen infamen handel zeer hoog was, zoo om en bij de 30 pCt. maar men moet bedenken, dat het aantal tegenvallers niet gering was en de geheele onderneming niet zonder ge varen. EEN LEELIJKE VLEK VERWIJDERD.. De slavenkapiteins werkten niet allen met evenveel succes, Het gebeurde meer malen, dat de menschelijke lading, tegen haar oppassers in opstand kwam en indien zij de overhand wist te verkrijgen, wer den er al zeer weinig woorden om het lot der vroegere meesters verspild. Over het geheel genomen zorgden de handelaren echter wel, dat zij het beste deel voor zich verkregen. Dit dankten zij voor een deel aan de natuurlijke onderworpenheid der negers en gedeeltelijk ook aart de voortdurende twisten tusschen de ver schillende negerstammen aan de Afrikaan sche kust, waarvan de slavenjagers han dig partij wisten te trekken. In het jaar 1767 speelde zich een ont zettend drama af, bekend als de slach ting van Oud Calabar. Vijf slavenschepen drie van Bristol, een van Londen en een van Liverpool lagen geankerd in de Cala bar Rivier. Op dat oogenblik ontbrandde een strijd tusschen de zwarte inwoners van Oud en Nieuw Calabar. De kapiteins der slavenschepen zonden nu een gast vrije uitnoodiging aan de negerhoofden van Oud Calabar, met een aanbod voor bijstand en bescherming, tegelijk hun bemiddeling in het ontstane geschil aanbiedend. De hoofden van Oud Calabor kwamen daarop in gezelschap van Ephraim Ro bin John aan boord van de „Duke of York, Hun groote kano, vol negers, kwam bij dit schip in afwachting aan bakboord meeren. Plotseling echter lieten de gastvrije En en dat hij den »moed« miste, zich zelf van het leven te berooven. De Roemeen was gehuwd. Zijn vrouw wordt in Maasoord verpleegd. Uit een op het meisje gevonden brief is gebleken dat zy verloofd was met iemand die in Amerika woont. De revolver is in beslag genomen. Bij een huiszoeking zijn nog 5 scherpe patronen gevonden, alle van hetzelfde kaliber als de revolver. Het onderzoek duurt voort. O— Commissaris Blok met siektererlof Naar de »Tel.« verneemt, heeft de heer J. Blok, commissaris van politie te Culem- borg, vorige week een onderhoud gehad met den procureur-generaal bjj het Gerechtshof te Arnhem, zijn onmiddellijker] chef, en met den minister van Justitie, mr. Donner, over de door hem ondervonden beha».deling te Tiel. Voorloopig is den heer Biok, in verband met zijn gezondheidstoestand, eenige weken ziekteverlof verleend. Hjj vertoeft by farrihe in Den Haag. Wat betreft de door hem ingediende aanklacht fcjj den Officier van Justitie der arrondissementsrechtbank te Tiel tegen den rechter dier rechtbank, mr. Hofdijk, ver neemt het blad nog, dat de verdere gang van zaken de volgende is De Officier van Justitie te Tiel zendt deze aanklacht op naar den Hoogen Raad in Den Haag, die daarop deze zaak ver wijst naar een andere rechtbank. Deze rechtbank zal dan hebben uit te maken of er termen voor vervolging tegen mr. Hofdjjk bestaan. o— Een granaatkartets gesprongen Tijdens het houden van schietoefeningen door artillerie in de legerplaats bjj Olde- broek geraakte de heide in brand. Terwjji een ploeg burger werk lieden, die ter blus- sching was uitgezonden, met 't blusschings- werk bezig was, sprong een zich in den brand bevindende en door den gloed heet geworden granaatkartets. Van de werk lieden werden door de rondvliegende kogels en scherven acht verwond, van wie één ernstig. Personeel van den militairen geneeskun digen dienst was onmiddellijk ter plaatse om de noodige maatregelen te treffen tot vervoer van de gewonden. (U. D.) O— Kindje verbrand Het zoontje van den heer F., dat bij diens schoonouders te Wouw op bezoek was, is van een stoel in een pan kokend water gevallen. Onder hevig Ijjden is de kleine aan de bekomen brandwonden overleden o— gelschen zich in hun ware gedaante kennen. De officieren van de „Duke of York" kwa men de kajuit binnen en sloegen de arme negerhoofden in boeien. Tegelijk werd van het dek af vuur gegeven op de kano. De andere schepen volgden dit voorbeeld spoe dig en in enkele oogenblikken was het op de rivier een kluwe van bloedend ver wonde, vechtende en verdrinkende negers. De enkele ongelukkigen die door zwem men wisten te ontsnappen, vielen, tot overmaat van ramp aan de oevers in han den hunner eigen vijanden van Nieuw Calabar, die natuurlijk dadelijk van de partij waren ,toen zij bemerkten, welk een strik men de negers uit Oud Calabar gespannen had. Meer dan vierhonderd on schuldige zwartjes kwamen bij deze ge legenheid om het leven, helaas is nooit bekend geworden welke belooning de sla venkapiteins voor hun onmenschelijk op treden hebben ontvangen. De reeks van verschrikkingen der sla venvaart gaat voort, voor meer dan twee honderd en vijftig jaar, maar de handel ontving eindelijk den nekslag toen, in 1773, Lord Justice Mansfield, in naam der Engelsche regeering verklaarde: „Zoodra een slaaf zijn voet op het grondgebied der Engelsche eilanden zet, is hij vrij." Dit had tengevolge dat duizenden ne gers in onbewaakte oogenblikken bij hun meesters wegliepen om zoo spoedig mo gelijk den voet op Engelsch grondgebied te kunnen zetten. Het was Engeland's schande dat het in den persoon van 'John Hawkins, den eersten stoot tot den handel in slaven heeft gegeven, maar men beschouwt het heden als een glorie, dat het ook eindelijk de eerste mogendheid was, waar het slaven— verbod afkwam. De acte van 1807 echter, maakte het eerst voor goed onmogelijk dat een Engelsch schip aan den slaven handel deelnam en spoedig volgde een order, waarbij alle slaven werkzaam op Britsche plantages werden vrijverklaard. Spoedig daarna kwamen ook de betere gevoelens bij de andere naties boven en had Europa zich dus eindelijk bevrijd van dien vreeselijken smet, de handel in menschenzielen en menschelijke lichamen. Volgend nummer: „De Nieuwe Wereld". ffienwsblad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 5