Und VAN altena
Eerste Blad
Behoud Van jtaluur$choeji.
A. VERSCHUUR-BAERT
üolletoE
De Wenteltrap.
0~DËKEMP
S. D. LANKHÜYZEN Go's BANK
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden,
No. 4621. Vrijdag 16 Juli 1926.
telef. no. is Raamsdoiiksveer.
OVERZICHT.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
ll)ItOGlsFER IJ
Runstraat 80, HEUSDEN.
Prima WEKKERS met 2 jaar
schriftelijke Garantie a f 3-25.
AGENTSCHAP VAN DE AM8TERDAMSCHE BANK A'DAM
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
A bonnementsprys: per 3 maanden f i .25, en
franco per post beschikt 1.40, Afzonderlyk*
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
In de maand Mei van het vorige jaar
heeft de toenmalige Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw aan alle
provinciale- en gemeentebesturen een schrij
ven gericht over behoud van natuurschoon.
Met dien Minister zijn wij het volkomen
eens dat er, nu de verdwijning van na
tuurschoon, gevormd door bosschen en
andere houtopstanden, toebehoorende aan
particulieren blijft aanhouden, maatrege
len dienen te worden getroffen, die aan
dat euvel zooveel mogelijk paal en perk
stellen. Wanneer wij onze omgeving eens
nagaan, hoe betreuren wij dan niet het
verdwijnen van het schitterend geboomte
van het Kraaiveld tusschen Woudrichem
en Sleeuwijk en niet minder het kappen
der zoo schitterende boomen op het Hof
te Andel. Is het niet meer dan jammer dat
de eenige boomrijke plekjes van het Land
van Altena zoo wreedelijk moesten worden
getroffen door de niets ontziende bijl
van den houthakker? Waarlijk 'tis hoog
tijd dat de overheid ingrijpt om te voor
komen dat ons lage, vlakke land zoo
langzamerhand geheel boomloos wordt.
Bovengenoemd Departement's hoofd zou
wenschen de oprichting van provinciale
vereenigingen tot behoud van het natuur
schoon, die dan met de plaatselijke ver
eenigingen kunnen voeling houden en sa
menwerken.
Ons inziens zou door de stichting eener
provinciale vereeniging zeer nwttig werk
worden verricht, al geven wij dadelijk toe
dat de laatste jaren ook van andere zijden
niet onverdienstelijk werk is gedaan om
het bestaand natuurschoon in onze pro
vincie zooveel mogelijk te behouden.
Wij denken hierbij aan de plaatselijke
afdeelingen der Nederlandsche Heide
maatschappij, aan den Noordbrabantschen
Christel ijken Boerenbond, aan de Noord-
brabantsche Maatschappij van Landbouw,
HEUSDEN Wittebroodstraat W 52
Citroenzuur Zwavelstokjes
Perkamentpapier.
Gelatineblaadjes (rood en wit).
Naar het Amerikaansch
van
MARY ROBERTS RINEHART.
)o(—
Als mijn vader hem a an het eind van
het jaar tegen kwam, in zijn hoolge rij
tuigje met de witte merrie er voor, en hem
om een rekening vroeg, ging de dokter
naar huis, rekende eens na wat hij dacht
dat hij verdiende, deelde het bedrag in
tweeën ik geloof niet, dat hij ooit boek
hield en stuurde vader een soort van
rekening op een gelijmd stukje papier.
Hij was een geëerde gast bij alle huwelij
ken, doopplechtigheden en begrafenissen
ja begrafenissen, want iedereen wist
dat hij zijn best had gedaan en men moest
zich in het onvermijdelijke schikken.
Maar dokter Wainwright is er niet meer,
en ik ben een oude vrouw die geneigd is,
om in het verleden te leven. Het groote
contrast tusschen onzen ouden dokter thuis
en Frank Walker, den dokter uit Casanova,
maakt me altijd kriebelig.
Ongeveer om twaalf uur dien dag,
Woensdags, belde mevrouw Ogden Fitz-
bugh mij op. Ik ken haar zeer oppervlak
kig op de een of andere wijze was ze
terecht gekomen in het Bestuur van het
Tehuis voor oude dames, en bracht ieder
jaar hun magen van streek door hun in
de vacantie ijs en taarten te sturen. Be-
aan natuurhistorische vereenigingen, aan
plaatselijke vereenigingen tot bevordering
van vreemdelingenverkeer. Ook mogen wij
niet vergeten, dat zeer vele gemeentebe
sturen in den loop der jaren menig offer
brachten voor behoud van natuurschoon.
In een betrekkelijk prae-advies van het
Noordbrabantsch Gedeputeerd college aan
de Provinciale Staten lezen we dat Gede
puteerde Staten het voor Noordbrabant
voldoende vinden om in plaats van eene
vereeniging eene commissie in het leven
te roepen, die het karakter krijgt van
ambtelijk middelpunt der natuurbescher
ming in onze provincie. Dienaangaande
schrijven Gedeputeerde Staten o.m.
„Tot bevestiging onzer meening heeft
de opgedane ervaring met de Provinciale
Commissie ter bewaring en bescherming
van monumenten niet weinig bijgedragen.
Deze commissie 'toch heeft sinds hare in
stelling in 1918 allerlei goede diensten
bewezen en bewijst die nog. De waardee
ring voor onze monumenten neemt toe,
en het besef dat monumentenzorg gelijk
staat met vermeerdering en verdieping
der volkscultuur, is ook in ons gewest ver
levendigd en in de verschillende bevol
kingskringen verder doorgedrongen.
Wij verwachten, dat eene commissie ter
bewaring en bescherming van natuur
schoon op haar terrein even verdienste
lijk Werk zal kunnen verrichten als de
monumentencommissie. Beide vullen elkan
der als 't ware aan en beide dienen een
zelfde doel: de eigenaardige schoonheid
van Noordbrabant zoo goed mogelijk te
bewaren voor de komende geslachten,
doch ook onze tijdgenooten te leeren ge
nieten van de onder ieders bereik liggende
middelen ter vermeerdering van levensge
luk en levensgenot.
Eene commissie, samengesteld uit per
sonen die met en in de provincie gofed
bekend zijn, zal meestal gemakkelijker ten
behoeve van het natuurschoon optreden
dan anderen, die van elders komen hetzij
voor de landsregeering, hetzij voor ver
eenigingen als die tot behoud van natuur
monumenten e.d. Bekendheid met plaatse
lijke toestanden en persoonlijke invloed
zijn factoren van groote beteekenis om
iets ten goede te bereiken door overleg
en overtuiging."
Gedeputeerde Staten geven tenslotte de
Staten in overweging om aan eene in te
stellen natuurschoon-commissie een jaar-
lijksch crediet van f 200 uit de provinciale
kas te willen toestaan. Ditzelfde bedrag
geniet ook de monumenten-commissie.
Met de meening van Gedeputeerde Sta
ten kunnen wij ons geheel en al vereenigen
al moeten we erkennen dat met betrek-
halve dat, en het feit dat ze verschrikke
lijk slecht bridge speelt, weet ik niets
van haar af. Zij had de begrafenis van
Arnold Armstrong geregeld en ik ging
dadelijk naar de telefoon.
Ja, zei ik, u spreekt met juffrouw
Innes.
Juffrouw Innes, zei ze breedsprakig,
ik heb net een heel zonderling telegram
ontvangen van- mijn nicht, mevrouw Arm
strong. Haar man is gisteren gestorven, in
Californië en wacht even, dan zal ik
het u voorlezen.
Ik wist al wat er komen zou en ook
al wat ik zou antwoorden. Als Louise
Armstrong redenen had om van haar fa
milie weg te gaan en hier heen te komen,
terwijl ze bovendien niet naar mevrouw
Ogden Fitzbugh was gegaan, maar haar
intrek had genomen in de portierswoning,
van Zonnehoek, zou ik haar niet verraden.
Louise moest zelf haar familie maar be
richt sturen. Ik zeg niet, dat mijn stand
punt juist was, maar u moet bedenken
dat ik in een zonderlinge verhouding te
genover de familie Armstrong stond. Ik
was op een zeer onaangename wijze be
trokken bij een afschuwelijke misdaad en
mijn neef en nicht waren al hun geld kwijt
wat direct of indirect te wijten was aan
het hoofd der familie Armstrong.
Mevrouw Fitzbugh had het telegram ge
vonden.
Paul gisteren overleden, Hartkwaal, las
ze voor. Telegrafeer direct of Louise bij
je is. Ziet u juffrouw Innes, Louise
is blijkbaar op reis gegaan en Fanny
maakt zich ongerust over haar.
Ja, zei ik.
Louise is hier niet, vervolgde mevrouw
Fitzbugh en geen van haar kennissen
king tot behoud van natuurschoon in
zonderheid voor de gemeentebesturen eene
belangrijke taak is weggelegd.
Immers hoezeer toch bij de bewaring
van het natuurschoon het algemeen be
lang betrokken is, zal in den regel het
plaatselijk belang overwegend zijn.
In de eerste plaats ligt het dus op den
weg der gemeentebesturen tegen de sterke
vermindering van het natuurschoon te wa
ken en hoewel mag worden geconsta
teerd, dat door verschillende gemeenten
reeds veel in die richting is of wordt
gedaan, er zou meer kunnen worden be
reikt, indien alle gemeentebesturen goed
doordrongen waren van de groote belan
gen, die hier op het spel staan.
Wenscht eene gemeente zich in het be
lang van de bewaring van het natuur
schoon den eigendom van bosschen of
andere houtopstanden te verzekeren, ter
wijl het niet gelukt dit langs den gewonen
contractueelen weg te bereiken, dan wordt
er, voor zooveel noodig, op gewezen, dat
de Boschwet 1922 de onteigening mogelijk
maakt, o.a. ten name van gemeenten, en
dat art. 12 dier wet geldelijken steun
van den Staat in uitzicht stelt.
Onteigening ten name van het Rijk zal
alleen kunnen geschieden in zeer bijzon
dere gevallen als van een groot algemeen
belang gesproken kan worden, geen bij
zondere omstandigheden zich daartegen
verzetten en de zekerheid van behoud
op geen andere wijze te verkrijgen is.
Evenzoo zal het hierboven aangehaald art.
12 slechts in bijzondere gevallen toepassing
kunnen vinden. Ieder geval zal daarbij
op zich zelf moeten worden beschouwd.
Wenschelijk is het dat de oprichting van
plaatselijke vereenigingen, die het behoud
van natuurschoon beoogen, zooveel mo
gelijk worde bevorderd. Wel zal niet on
middellijk van zulke vereenigingen groote
kracht uitgaan, maar zij zouden toch da
delijk goed werk kunnen verrichten o.a.
door het oog op plaatselijk natuurschoon
te houden, tijdig bekendheid te geven aan
dreigende gevaren en belangstelling voor
het natuurschoon bij het publiek op te
wekken. Samenwerking met provinciale
vereenigingen, met gelijke strekking, zou
voor het beoogde doel stellig' van zeer
groot belang zijn.
GOUD, ZILVER, UURWERKEN.
hier in de stad heeft haar gezien. Ik Heb
u opgebeld omdat Zonnehoek nog niet
verhuurd was toen zij weg ging en ik
dacht misschien dat Louise daarheen ge
gaan was.
Het spijt me mevrouw Fitzbugh, maar
ik kan u niet helpen, zei ik en dade
lijk kreeg ik berouw van wat ik gezegd
had. Als Louise nu eens erger werd. Welk
recht had ik eigenlijk om me met de^e zaak
te bemoeien.? Haar moeder maakte zich
ongerust en had zeker het recht te weten,
dat haar dochter in goede handen was. En
ik viel mevrouw Fitzbugh, die in een stort
vloed van verontschuldigingen was losge
broken, in de rede.
Mevrouw Fitzbugh, zeide ik, ik wilde u
eerst in den waan laten dat ik niets van
Louise Armstrong afwist, maar ik ben van
plan veranderd. Louise is hier bij mij.
Een heele serie uitroepen van verbazing
van -het andere einde.
Ze is ziek en kan niet vervoerd worden.
Ik zou graag willen, dat u aan baarmoe
der telegrafeerde dat ze bij mij is en dat
ze zich niet ongerust behoeft te maken.
Neen, ik weet niet waarom1 ze hierheen is
gekomen.
Maar juffrouw Innes, begon mevrouw
Fitzbugh. Ik viel haar weer in de rede.
Ik zal u een boodschap sturen, zoodra
ze bezoek mag hebben, zei ik. Neen de
toestand is niet levensgevaarlijk op het
oogenblik, maar de dokter zegt, dat ze
volkomen rustig gehouden moet worden.
Toen ik den hoorn Jiad opgehangen
ging ik even zitten om na te denken. Dus
Louise was weggeloopen van haar familie
in Californië en alleen hierheen gereisd.
Het was niet zoo geheel ongewoon, maar
waarom had ze het gedaan? Ik vermoedde
Verstrekt Handelscredieten tegen nader overeen te komen voorwaarden.
Opent rekening-courant met rentevergoeding.
Incasseert Binnen- en Buitenlandsche Wissels.
Belast zich met den aan- en verkoop van Effecten en nazien van Uitlotingen
Koopt en verkoopt vreemd Bankpapier.
Verzilvert Coupons en bezorgt alle Assurantiën.
Neemt gelden A Deposito, rentevergoeding volgens overeenkomst.
Verhuurt Safe-Loketten. (Prijzen naar grootte der kastjes).
SPAARBANK. S8T Spaarboekjes gratis bij 1 eerste storting.
Nadere inlichtingen verstrekt gaarne de Directie
T. BOONSTRA,
's Zaterdags in Jtmi, Jnli en Angnstus wegens benrsvacantie gesloten.
In jenkele uren tijd hebben de Fransche
Ministers van Financiën Caillaux en zijn
Britsche collega Churchill, Maandag een
overeenkomst gesloten, met betrekking tot
de bedragen, waarvoor Frankrijk nog bij
Engeland in het krijt staat.
Dat de onderhandelingen, die overigens
sinds eenigen tijd natuurlijk reeds voor
bereid waren, een vlot verloop hadden,
moge blijken uit het feit, dat Caillaux
pas om één uur op het vliegveld te Croy
don aankwam, terwijl men om zeven uur
's avonds reeds in staat was mede te dee-
len, dat een regeling tot stand was geko-:
men. Een definitief fundeeringsaccoord is
ter bezegeling van wat werd overeenge
komen eveneens geteekend.
Volgens de berichten die over de on
derhandelingen komen zou de overeen
komst een bevestiging zijn der gedeeltelijke
overeenkomst, die in Aug. 1925 met Cail
laux is gesloten; dit partieel accoord
kwam, zooals men weet, hierop neer, dat
Frankrijk 62 annuïteiten, elk ten bedrage
van 121/2 millioen pond of de over
eenkomstige waarde daarvan zal betalen.
Wat de z.g.n. waarborgclausule betreft,
heeft Frankrijk niet zijn zin gekregen.
Men weet, dat de strekking dezer clau
sule, waaraan Frankrijk veel belang hecht
te, was, dat laatstgenoemd land aan En
geland niet of minder zou behoeven te
betalen, gedurende het tijdperk, waarin
Duitschland eventueel in gebreke bleef
zijn schadevergoedingssommen aan Frank
rijk te betalen. Engeland was echter niet
bereid er mee in te stemmen, dat de Fran-
dat dokter Walker er misschien iets mee te
maken had, dat hij haar misschien lastig
gevallen was, en dat ze niet op zijn com
plimentjes gesteld was; maar het leek mij
toch ook dat Louise geen meisje was om
in zulke omstandigheden maar dadelijk
de vlucht te nemen. Ze was altijd flink en
opgewekt geweest. Voor zoover ik haar
kende zou Louise zich veel eerder heftig
verzet Hebben tegen het feit, dat iemand
haar tegen haar zin het hof maakte en
het leek mij waarschijnlijker, dat de aan
bidder op de vlucht zou slaan, en niet zij
zelf.
Na een half uur was ik nog niets verder.
Ik nam de ochtendbladen op, die nog vol
verhalen stonden over de Handelsbank;
de belangstelling in deze zaak was nog
verhoogd door den plotselingen dood van
Paul Armstrong. De accountants waren
nog steeds bezig met de boeken en gaven
geen inlichtingen aan de pers. John Bailey
was tegen borgstelling vrijgelaten. Het lijk
van Paul Armstrong zou Zondag aankomen
en vanuit het huis van de Armstrongs in
de stad' begraven worden. Er liepen gje-
ruchten dat de overledene betrekkelijk wei
nig had nagelaten. Het laatste stukje van
het bericht was het belangrijkste.
Walter P. Broadhurst van de Marine-
bank, was bij de justitie gekomen met 2
honderd aandeelen van een spoorwegmaat
schappij, die bij de Marinebank geplaatst
waren als onderpand voor een leening
van 160.000 dollar, aan Paul Armstrong,
uitbetaald vlak voor zijn reis naar Califor
nië. De effecten vormden een deel van
die welke bij de Handelsbank vermist
werden. Terwijl dit dus wijlen den direc
teur van de Bank bij de zaak betrok, be-
teekende het in mijn oogen nog gjeenszins
sche annuïteiten ten behoeve van Engeland
afhankelijk zouden zijn van de Duitsche
prestaties. Practisch heeft Caillaux ech
ter vrijwel weten te erlangen, wat niet
officieel in de overeenkomst is opgenomen.
Immers: men is het er over eens gewor
den, dat brieven zullen worden gewisseld
tusschen de vertegenwoordigers der beide
regeeringen, waarin vastgesteld wordt, dat
Frankrijk het recht heeft een overweging
der gewijzigde omstandigheden te vragen,
wanneer Duitschland ten aanzien zijner
betalingen ernstig of volstrekt te kort
mocht schieten.
Engeland op zijn beurt eischt echter
tevens het recht op met tegenbewijsvoe
ringen te komen, die dan zouden kunnen
gelden. Gewezen wordt in dit verband
op de schade, die voor Engeland zou kun
nen voortvloeien uit het uitblijven der
Duitsche betalingen en het tegelijkertijd
voortduren der verplichtingen, die Enge
land tegenover Amerika heeft.
Wel is Engeland Frankrijk tegemoet
gekomen op het stuk der z.g.n. overdracht
clausule: dit brengt voor Frankrijk het
voordeel mee, dat het „binnen redelijke
grenzen" uitstel van betaling kan verkrij
gen, wanneer Frankrijk zich voor koers-
moeilijkheden ziet geplaatst. Basis te dezer
zake is, wat dienaangaande in de over
eenkomst tusschen Amerika en Frankrijk
is vastgesteld.
Voorts moet nog melding worden ge
maakt van een andere bepaling der tus
schen Caillaux en Churchill gesloten over
eenkomst. Deze stipuleert, dat, mocht En
geland (op zeker oogenblik aan schade
vergoedingsbijdragen meer innen dan En-
dat de kassier vrij uit ging.
De tuinman, over wien Halsey gespro
ken had, kwam ongeveer om twee uur des
middags en liep naar ons toe van hek;
station af. Hij maakte een gunstigen in
druk. Zijn getuigschriften waren goed
hij was in dienst van de familie Bray ge
weest tot ze naar Europa gingen en hij
zag er jong en sterk uit. Hij vroeg' om e^n
helper, en ik was blij, dat ik er ïyet zoo
weinig af kwam. Het was een man met
een aardig gezicht, zwart haar en blauwe
oogen en hij heette Alexander Graham.
Ik moet wel een beetje uitweiden over
Alex, want zooals ik al eerder gezegd heb,
speelde hij later een zeer belangrijke rol.
Dien middag kreeg ik een nieuwen kijk
op het karakter van den overleden ban-
kier. Ik had voor het eerst een gesprek
met Louise. Ze stuurde om mij en tegjen
beter weten in ging ik naar haar toe.
Er waren zooveel dingen, die haar nog
niet verteld mochten worden omdat ze
te zwak was, dat ik tegen het onderhoud
opzag. Maar het was veel gemakkelijker
dan ik verwacht had, omdat ze niets vroeg.
Gertrude was naar bed gegaan, omdat
ze bijna den geheelen nacht op was gie-
weest en Halsey was uit; een van diie merk
waardige uitgangen van hem, die steeds
talrijker werden, tot tenslotte het hoogte
punt bereikt werd op den avond van den
tienden Juni. Liddy paste op in de zie
kenkamer. Er was weinig of niets te doen
en ik geloof dat ze haar tijd hoofdzakelijk
zoek bracht met het gladstrijken van de
plooien uit de sprei. Louise lag onder
een keurige witte sprei, die eiken keer als
het zieke meisje zich bewoog, weer op
nieuw gladgestreken moest worden.
(Wordt vervolgd.)
Land van H
elerwaa
22)