Vierde Blad voor het Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. iliiiiieiilaiHl. BEHOORENDE BIJ HET Vergadering van den Raad der gemeente WOUDRICHEM op Dinsdag 27 Julij.l. des namiddags 7 uur. Voorzitter de heer Jac. v. d. Lely. Secretaris de heer Chr. v. Rijswijk. Tegenwoordig alle leden. De .notulen der vorige vergadering, wor den na een door het lid v. d. Wiel gfe-* wenschte aanvulling, goedgekeurd. Voor kennisgeving worden aangenomen de volgende ingekomen stukken: a. besluiten van Ged. St. dezer pro vincie tot goedkeuring van een Raadsbe sluit tot wijziging van de gemeente-begr. voor 1926 en tot wijziging der begrooting van het G.E.B. voor 1925. b. proces-verbaal van kasopname bij de gemeente-ontvanger. In kas was de som van f 1230.845. c. Koninkl. Besluit van 4 Juni 1926, houdende goedkeuring der verordening tot heffing van 100 opcenten op de hoofd som der Vermogensbelasting. d. schrijven van den Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen dat over 1925 en '26 geen gelden voor sub die ingevolge art. 22bis der Hooger On derwijswet beschikbaar zijn. Het ingekomen verslag van de te Heus- den zetelende Gezondheidscommissie en van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs in deze gemeente wordt ter in zage van de leden gelegd. Op een ingekomen verzoek van het Cu ratorium der R.K. Leergangen te Tilburg om subsidie voor een aldaar op te richten R.K. Handelshoogeschool wordt op voor stel van B. en W. in verband met den slechten toestand der gemeente-financiën afwijzend beschikt. Op voorstel van B. en W. voor kennis geving aangenomen een schrijven van de Nederlandsche afdeeling van den Interna tionalen Bond tegen vallende ziekte te Amsterdam, waarin wordt verzocht als lid van dien bond toe te treden. De contri butie zou voor deze gemeente f 10 be dragen. Goedkeuring wordt verleend aan de in gekomen rekening van de Gezondheids commissie te Heusden over het jaar '25. De begrooting voor het jaar 1927 zal tegelijk met de gemeentebegrooting wor den behandeld. In verband met een daartoe ingekomen schrijven van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs in deze gemeente waarbij zij en bloc haar ontslag indient, wordt op voorstel van B. en W. besloten de leden eervol ontslag als zoodanig! verleenen met ingang van dien datum, waarop andere leden zullen zijn benoemd. In de eerstvolgende vergadering zullen B. en W. daartoe met een aanbeveling komen. Een van den schrijver J. L. G. King- mans alhier ingekomen brochure „Oud- Woudrichem" wordt in dank aanvaard. Vender is ingekomen een verdoek om de muziektent aan den Oudendijk te mo gen plaatsen op een terrein nabij de Open bare sdhool. Op voorstel van B. en W. wordt beslo ten daartoe tot wederopzegging vergun ning te verleenen, onder voorwaarde dat de plaatsing geen hinder veroorzaakt bij eventueele herstelling van een aldaar aan wezig zijnd riool. De Voorzitter deelt daarna mede ter Provinciale Griffie inzage te hebben ge nomen van de aldaar berustende stukken inzake het door W. A. v. Doorn alhier in gesteld beroep tegen het Raadsbesluit, waarbij hem vergoeding werd geweigerd in de kosten van overvaart voor het be zoeken van twee zijner kinderen van de R. K. School te Gorinchem. Blijkens een voorgelezen schrijven van den Onderwijs raad adviseert deze het beroep als on gegrond af te wijzen. Ingekomen is mede een schrijven dat vóór 31 Juli a.s. nadere stukken kunnen worden ingezonden betreffendé het door de Vereeniging tot stichting en instand houding van scholen met den Bijbel al hier bij Ged. St. ingediend beroep tegen het raadsbesluit, waarbij de medewerking tot stichting eener bijzondere school in deze gemeente werd geweigerd. Nadat voorlezing wordt gedaan van de door B. en W. ingediende stukken en van de oveftge ter 'Griffie aanwezige- bescheiden zegt de Voorzitter, dat B. en W. van oordeel zijn dat geen nadere stuk ken behoeven te worden ingediend. Het lid v. d. Wiel zegt ,dat hem uit de stukken is gebleken dat daarin geen mel ding is gemaakt van de door hem in de vorige vergadering gedane mededeelingen betreffende het door de propagandisten op onwettige wijze verzamelen van hand- teekeningen, waarbij o.a. door de heeren v. Wendel de Joode, Kentie, Versteeg en v. Tilburg aan verschillende personen werd medegedeeld dat het bijzonder onderwijs niets aan de gemeente zou kosten. Ook is daarin niet opgenomen zijn bewering, dat eerst de lokalen der openbare school aan den openbaren dienst hadden behooren te worden onttrokken, voordat B. en W. met een voorstel kwamen om deze lokalen beschikbaar te stellen aan de Vereeniging. Hij is van meening dat een en ander van invloed zou zijn geweest op het advies van den Hoofdinspecteur en Inspecteur van het L. O. indie al deze feiten nauw keurig waren vermeld. Hij stelt voor deze alsnog aan Ged. St. mede te deelen. Als de Chr. School er dan toch komt en tte gemeente finantiëel vermoord wordt, door niet ras-echte Woudrichemmers, die voor de stichting der school den eersten stoot gaven en nu reeds trachten de gemeente te verlaten, dan kan hij zeggen dat hij er zich steeds tegen heeft verzet. Het lid v. Straten zegt dat al hetgeen door het lid v. d. Wiel is gezegd bij hem het eene oor in- en het andere uitgaat. Dat hij uit principe tegen bijzonder on derwijs is kis hem al lang bekend. Hij laat echter de wet geheel buiten beschou wing, die aan de ouders het recht geeft christelijk onderwijs voor hunne kinderen te verlangen. Het lid v. d. Wiel zegt dat hij direct aan de bitterheid waarmede het lid v. Straten hem toespreekt kan hooren, dat hij erg christelijk is. Hij zegt dat hij reeds jaren recht en waarheid heeft voorge staan, doch dat in v. Straten en zijne Collega's, die hij ver beneden zijne waar digheid acht, geene waarheid zit. Het lid Viveen is ook van meening dat de door v. d. Wiel opgesomde onwet tige handelingen bij het verkrijgen van handteekeningen alsnog aan Ged. St. moe ten worden medegedeeld. Betreffende door het lid v. d. Wiel ge zegde wordt nog door het lid v. Wendel de Joode medegedeeld, dat de heer Ver steeg bij B. Kentie heeft giezegd: Al wat Uw belastingbiljet omhoog gaat zal ik betalen," terwijl hetgeen van den heer v. Tilburg gezegd wordt onwaar is. Vervolgens wordt met algemeene stem men het voorstel van het lid v. d. Wiel de door hem genoemde bezwaren alsnog in te dienen, aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat waar schijnlijk het gemeentebestuur voor deze zaak zal worden opgeroepen, waarom hij het wenschelijk acht reeds thans een ver tegenwoordigers aan te wijzen. Hij stelt voor Tiet lid v. d. Wiel als zoodanig te benoemen, waartoe wordt besloten. Aangezien Ged. St. betreffende de in de vorige vergadering vastgestelde veror dening betreffende het innemen van den openbaren weg met autobussen en de ver ordening tot vaststelling eener rooilijn voor de Zandsteeg eenige bezwaren hebben ge maakt, worden deze o pnieuw vastgesteld. Besloten wordt, evenals vorige jaren wed#r een rekening-courant-overeenkomst aan te gaan met de Bank voor Nederl. gemeenten. Op voorstel van B. en W. wordt beslo ten tegen een ingekomen forensen-opgaaf van de gemeente Andel ten name van A. A. Giesberts alhier te reclameeren, aange zien belanghebbende volgens bekomen in lichtingen aldaar geen 90 dagen per jaar eenwezig is tot het vervullen zijner be trekking als gemeente-genèesheer. Ingekomen is nog een schrijven van den pachter van het veerhoofd M. Smits, waarbij deze de pacht met 1 Jan. a.s. opzegt. Door B. en W. wordt daarna aangebo den de rekening van inkomsten en uit gaven der gemeente, de rekening van het G.E.B. en die van het Burgerlijk Armbe stuur allen voor 1925. Op voorstel van den Voorzitter wordt een Commissie van On derzoek benoemd, bestaande uit de hee ren Spoor, v. Straten en Viveen. Na artikelsgewijze behandeling wordt m. a.. s. vastgesteld een door B. en W. aangeboden politie-verordening voor het gebruik der aanlegplaats als los- en laad plaats, benevens de verordening bedoeld in art. 178 der Gemeentewet. Daarna is aan de orde, opmaken eener aanbeveling ter benoeming van 2 leden van het College van Zetters, wegens periodie ke aftreding van de heeren J. Spoor Jzn. en P. v. Straten Sr. Op voorstel van B. en W. wordt beslo ten in de eerste vacature aan te bevelen: 1. J. Spoor Jz. 2. W. Viveen en in de tweede vacature als No. 1. P. v. Stra ten Sr. en 2 M. D. v. Wendel de Joode. Gewijzigd- wordt nog de begrooting voor 1926 volgens door B. en W. overgelegd ontwerp-besluit. Bij de rondvraag vnzagt het lid v, d. Wiel hoe het staat met het zand dat te Werkendam is gestort. Hij gelooft, dat het weinig resultaat heeft opgeleverd. De Voorzitter zegt dat er wegfens het hooge water weinig gevischt is kunnen worden. Het lid Viveen geeft nog nadiere inlich tingen, waaruit blijkt dat een groot gedeel te der visschers in de kleine visscherij is werkzaam geweest en wanneer deze loo- nend is gaat men er niet gemakkelijk toe over elders te gaan visschen. Ook hjet hooge water is oorzaak dat aldaar weinig is gevischt. Het lid v. d. Wiel meent hieruit tie mo gen concludeeren dat de resultaten niet van dien aard zijn, zooals men die aain- vankelijk had gedacht. Verder maakt het lid Spoor eenige op merkingen aangaande den Almkerkschen weg, die volgens hem zeer slecht is en vraagt of deze niet in orde kan worden gebracht. Tevens wijst hij op den toestand der riolen in de Hoogstraat en maakt eenige bemerkingen aangaande den laatsten brand, aangezien er personen waren, die niet wisten onder welken hoofdman zij behoorden. De Voorzitter zegt dat het in de bedoe ling ligt den Almkerkschen weg extra on der handen te nemen, terwijl wat de brand weer betreft, de hoofdbrandmeester hem heeft medegedeeld, dat ieder persoon in dertijd een kaart ontvangen heeft en der halve weet waartoe hij behoort. Het lid Holster heeft gehoord dat er van het te Werkendam gestort zand wat is weggespoeld. Hij zou het gewenscht achten, indien de Visscherijvej|een. werd verzocht dit weder in orde te brengen. Daartoe wordt besloten. Daarna sluiting. HET WAPEN DER MARECHAUSSEE. Op vragen van het Tweede Kamerlid v. Rappard betreffende een voornemen tot onderbrenging van het wapen der marechaussée bij het ministerie van ju stitie, heeft de minister van oorlog geant woord Het denkbeeld, om het wapen der Kon. marechaussée bij het ministerie van justi tie onder te brengen, is voor en na wel eens ter sprake geweest; bepaalde plan nen in die richting bestaan echter voor het tegenwoordige niet. Voor een dergelijken maatregel zouden zoodanige voorzieningen noodig zijn, dat in elk geval niet buiten voorkennis der Kamer zou kunnen worden gehandeld.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 13