Derde Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
o. m ';aü(H
DAMKÜBRIEK.
Ingezonden,
Voor het laatst „Oude Hit"
Plaatselijk Mewws
Akveld's Groot Brievenboek
Het economische probleem.
I HEEREN ARCHITECTEN EN AANNEMERS.
Binnenland.
BEHOORENDE BIJ HET
AAN ONZE LEZERS
Zoo juist verscheen het beste en volledigste,
tot op heden geheel bijgewerkte en herziene
brievenboek en de meest betrouwbare gids
voor het dagelijksch leven
of volledige verzameling van oorspronkelijke
modellen van brieven over alle mogelijke
onderwerpen uit het dagelijksch leven,
benevens rrquesten, voorschriften bij ge
boorte en overlijden, huwelijk en echt
scheiding, minder- en meerderjarigheid,
ouderlijke macht, voogdij, kinderwetten,
erkenning en wettiging van kinderen,
burgerlijke acten betreffende koop, huur,
enz. en acten, die in den koophandel voor
tkomen, alsmede allerlei wettelyke voor
schriften, waarvan de kennisneming voor
•!en ieder van belang is, testamenten, vol-
Imachten, successie, registratie en zegel,
wissels, de ongevallenwet 1921, de kieswet,
de sociale verzekeringswetten, de arbeids
wet 1919, de arbeidsovereenkomst, post,
telegraaf en telefoon, belastingen, enz.
10de Herziene en geheele bijgewerkte drok.
AKVELD'S GROOT BRIEVENBOEK
is een Raadgever inzake recht en wet en
een Encyclopaedie voor kantoor en huis.
Prijs Ing. 11.45 Gcb. f195
afgehaald aan ons Bureau.
Op verzoek ook toezending per post a f 1.70
ingenaaid, of f 2.20 gebonden.
BASCULES, GEWICHTEN, ALLERLEI IJZERWAREN EN GEREED
SCHAPPEN, LANDBOUW-, BIND- EN PAKTOUW IN ALLE DIKTEN
FIBMA JOHAN SMULOKRS,
Vughterstraat 33 's-HERTOGENBOSCH Telefoon 659.
Het Ideaal probleem ontstond
Dank baby's spel met schijven.
Ze zorgde ook verder dat Papa
Op 't rechte pad moest blijven.
Steeds kleiner werd zijn schijvental
Steeds grooter zijn ambitie,
Hoe minder schyven hij bezat,
Hoe mooier compositie.
Het eindspel kreeg nu ook een beurt
Al had hjj geen ervaring.
Ook dit gedeelte van het spel
Werd hem een openbaring.
En toen bij op een zeek'ren dag
Zijn stukken weer ging tellen,
Toen moest hij tot zijn grooten schrik,
't Slechts met 3 schijven stellen.
Ook dit was voor hem geen bezwaar,
Iéts goeds te construeeren,
En »kleine David® was het loon,
Van ijvrig studeeren
Redacteur: 3f. J. L. BÉNEKER,
Kerkstraat 105 WOÜDBICHEM.
Men wordt verzocht alle correspondentie,
deze rubriek betreffende, aan bovenstaand
(een »k I e i n e D a v i d«)
m werd beroemd door heel het land,
Zgn werk werd veel geprezen,
De groote eindspel problemist
Wordt nu alom geprezen.
De moraal van deze regels
Is heel spoedig hier verteld
Als ge aan uw composities
Ideale eischen stelt,
Als gy problemist wilt worden,
Elke krant Uw naam vermeld,
Trouw dan spoedig, maar voor alles,
Zorg dat er een baby komt.
Laat haar met je schyven spelen,
Resultaatgtj staat verstomd.
Van schijfverknoeiend problemist,
Een groote eindspel componist.
u, dat u gaat bidden óm de wederkomst
van Christus. Dat wil nogal iets zeggen.
Maar nu zegt u weer, dat het toch zoo
erg niet was.
Ik geloof dan ook niet, dat men hier
mede n.l. een gradueel verschil in de mate
van ontroering van den dichter het ver
schillend effect, dat Da Costa en u be
reiken, kan verklaren. Het* verschil ligt!
in den vorm, waarin uiting gegeven wordt
aan eenzelfde ontroering. Da Gosfa wist
een sehoonen vo|m te vinden, u niet.
„Dat Gij met ^>ns hem hield uit snoode
hebzucht schond." Wat is dat nu toch?
Nu bent u zoo vrij geweesi.in: „Nóg
eens: Oude Hit" met de ontroering*, die
een schoon gedicht verwekt een beetje den
spot te drijven. U hebt er van gemaakt,
dat mijn ontroering een maatstaf km zijn.
Dat heb ik niet gezegd, dat zou ook niet
juist zijn. Immers het is mogelijk, dat de
dichter een zoo verheven onderwerp behan
delt, dat ik hem niet volgen kan. Zijn
gedicht kan mij dan niet ontroeren, maar
iemand, die het onderwerp beheerscht,
wordt door de woorden van den dichter
wel ontroerd. Voornamelijk heb ik hier
het oog op lyrische poëzie, waartoe „Oude
hjit", verondersteld dfit dit rijm poëzie is,
gerekend moet worden Een schoon ge
dicht wekt een stemming, waardoor
bij den hoorder ontroering ontstaat.
Het is wel aardig om te spreken Van
ontroeringsinjecties; maar uw betoog in
„Nog eens: Oude Hit" zou op mij meer
indruk hebben gemaakt, indien u eens
helder uiteengezet hadt, wat volgens u het
criteridtti van een schoon gedicht, is.
Waarom kan „Oude Hit" geen ontroe
ring wekken? Voornamelijk niet omdat
„Oude Hit" rhetorisch is. De beelden
zijn soms onjuist, dan weer gezwollen.
Het rijm is gezocht. De schrijver be
heerscht het rijm niet, de schrijver hangt
van het rijm af. Het rythme is zwak. De
woordenkeus is gebrekkig. Het zou te ver
voeren verder hierop door te gaan. Thans
enkele voorbeelden. Eerst nog even de
„landouw". Ik heb mij afgevraagd, waar
om de schrijver hier dit woord gebruikt.
Nu toont u mij met het Handwoorden
boek der Nederlandsche taal van Koenen
aan.
dat het woord „landouw" hier niet
adres te richten.
In het September-nummer van »Het
Damspel« vonden we onder »Damflitsen«
het volgende leuke gedichtje van G. Mantei
Jr., de bekende eindspel-componist:
Hij was getrouwd en problemist,
Een mooie combinatie,
Want voor z'n fantasie op 't bord,
Gaf vrouwlief inspiratie
Geweldig schijvenmateriaal,
Was 't kenmerk van zijn werken.
Hij vond het uit den booze, om
Dit aantal te beperken.
Het fantasie-probleem vooral,
Hield steeds zijn geest gevangen.
Hij tuurde uren op het bord,
Met een intens verlangen.
Zooals in 't huwelijk zich betaamt,
Werd hem een zoon geboren.
En toen de kleine grooter werd,
Ging menig schijf verloren.
Hy stopte toen zijn stukken weg,
Ze waren voor hem heilig,
Waar ieder die getrouwd is, weet
»Voor baby is niets veilig.*
Nog veertien schijven beider kieur
Die waren hein gebleven,
Hij stopte ze nog beter weg,
Om 't kind geen kans te geven.
Geheel zyn kunst als Problemist
Scheen nu voor hem verloren.
Want met zoo weinig schijven kon
'n Probleem hem niet bekoren.
Maar baby Zijne Majesteit
Wist drommels goed te zoeken.
De schijven lagen overal,
In bijna alle hoeken.
Met 22 schyven slechts
Moest hy thans componeeren.
Iets wat hij voor onmogelyk hield
Moest hy nu eindelijk .'eeren.
Twee zwarte schyven gingen zoek,
Door 't spel van 't lieve dotje.
Pa vond één witte weer terug
In 't kleine suikerpotje.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Veronderstel nu eens, mijnheer Timmer
mans, dat gij dichter zijt. Ik ben een ge
woon prozaïsch mensch. Beiden hebben
wij gevoel voor natuurschoon. Wij gaan
samen op reis, laten we zeggen naar Zwit
serland en als we daar staan aan de oevers
van het meer van Lugano, dan worden,
we beiden getroffen door het overwel
digend mooi van het landschap. De
schoonheid der natuur ontroert ons, mij
evenzeer als u. Maar de ontroering in
spireert u tot het schrijven van een ge
dicht; mij niet, want ik ben geen dichter.
En nu zijn we teruggekeerd van de reis.
U hebt aan uw ontroering uiting gegeven
in een schoon gedicht; Uw woorden zijn
zoo juist gekozen, dat uw ontroering me
degedeeld wordt aan hen, die uw gedicht
lezen. Het is hun alsof ze daar zeff
stonden aan de oevers van het meer. Maar
ik, prozaïsch mensch, ik kan er niet meer
van zeggen, dan dat ik het mooi, prach
tig vond. Woorden, die niemand kunnen
ontroeren.
Da Costa en u spraken beiden over
de wederkomst van Christus. Ik heb toen
de regels, waarmede Da Costa den na
zang van „Vijf en twintig jaren" aanvangt,
gesteld naast de regels, waarrriede: u „Oude
Hit" eindigt. Da Costa's woorden ont
roeren, zelfs een ongeloovig mensch kan
door zijn woorden ontroerd worden. Uw
woorden ontroeren niet, zelfs geloovige
menschen worden niet ontroerd.
Hoe komt dat nu? U meent, dat Da
Costa meer bewogen is dan u. Dat begrijp
ik niet. In „Oude Hit" beschrijft u het
meer dan ellendig lot van een oud paard,
dan verzekert u ons, dat u nog veel meer
lijdt dan het arme paard; zooveel lijd# I
fout is. Daarna debiteert u een grapje
over informatie bij dichters. Goed, maar
dat neemt niet weg, dat het mij nog voor
komt, dat het woord hier gezocht is.
Als landouw nu eens niet zoo mooi rijmde
op touw, zoude u dan ook niet de voor
keur aan een attder woord gegeven heb
ben?
„Zijn lichtloos linkeroog*, dat op den
geur van 'tgras zichzelf bedroog". Nu
vraag ik mij af, hoe is dat mogelijk.
Dat kan alleen als het oog van de oude
hit tevens reukorgaan is. Dus de oude
hit ruikt met zijn linkeroog en nog wel
met zijn lichtloos linkeroog.
Maar er is nog meer, De oude hit
heeft spieren, zooals elke hit. Maar welk
een merkwaardige spieren. Spieren, die
het vermogen hebben om als waggelend
te kunnen wegzwieren. Nu weet ik wel,
dat u dit natuurlijk niet zoo bedoeld hebt.
Maar op het oogenblik heb ik slechts te
maken met den vorm; de wijze, waarop
gij u uitdrukt. En die vorm is zacht ge
sproken niet schoon.
Ten slotte. Gij zegt dat ik u heb willen
krenken met te zeggen,-dat gij geen dichter
zijt. Dichter in de beteekenis van woord
kunstenaar. Gij veronderstelt bij mij on
billijkheid, bijna kwaadwilligheid. Toch was
mijn critiek niet onwelwillend. Het zou
mij aangenamer geweest zijn, als ik mij
onder de bewonderaars van uw poëzie had
kunnen scharen. En dan, ik kan u toch
niet krenken, door mijn critiek, daar ik
bij een man met een geloofsovertuiging,
als waarvan u blijk geeft in „Oude Hit"
geen ijdelheid mag veronderstellen.
Het is toch ook geen beleediging, niet
waar, als men iemand zegt, dat men hem
geen dichter vindt? Hoe weinig dichters
treft men onder de menschen aan.
„Wien mijn geschrijf mishaagt, legge
het terzijde," zegt u. Jawel, maar als ge
uw geschrijf gaat publiceeren, dan stelt
ge u aan critiek bloot. Ge wilt u zelf toch
niet boven de critiek stellen. Ge kunt toch
niet verwachten, dat iedereen uw geschrijf
mooi vindt. Nu zijn er menschen, die
Zenuwachtig, Overspannen
en Slapeiooé
Mijnhardt's Zenuwtabletten
zullen Uw Zenuwen kalmeeren en sterken
en Uw slapeloosheid verdrijven.
Buisje 75 ct. By Apoth. en Drogisten.
uw „Oude Hit" niet mooi vinden,
want ik ben niet de eenigste, mogen 2e
dat dan niet zeggen?
Eigenlijk heb ik niet eens gezegd, dat
u naar mijn meening geen dichter zijt.
Op grond van „Oude Hit" twijfel ik er
wel aan. Maar ook dichters hebben wel
eens verzen gepubliceerd, die niet schoon,
eigenlijk geen poëzie waren.
Maar of ze het -ooit zoo bont gemaakt
hebben als u met „Oude Hit", ja dat be
twijfel tk.
O. VAN ANDEL.
Heusden, 27 September 1926.
Vraagt offerte voor HANG- EN SLUITWERK en andere BOUWARTIKELEN
GROOTE VOORRAAD. CORRECTE BEDIENING ONDER TECHNISCHE LEIDING.
Firma JOB AN SMULDERS, Vnghterstr. 33 'sBERTOGENBOSCH, Tel 659
BENEDEN-LAAGSTRAAT. Nu de vroe
ge peren zijn opgeruimd, komen de la
tere soorten aan de beurt, die niet zoo
overvloedig zijn. Voor de goede hand
peren besteedt men 10 a 15 ct. per K.G.;
voor stoofperen 7 a 9 ct. per K.G. De
appels zijn schaarsch en zelfs de zoo ge
wilde goudreinetten zijn haast niet te be
komen. Voor de andere soorten appels'
besteedt men 16 a 20 ct. per K.G.
GEERTRUIDENBERG. Vanwege het
Kroon-Domein zijn alhier voor een ter
mijn van zeven jaren ruim 40 H.A. bouw
land onder deze gemeente en Made en
Drimmelen verhuurd, waarvan de opbrengst
gemiddeld nog meer dan f 150 per H.A.
per jaar bedroeg. Sommige perceelen gaan
nog hooger dan f 200 per H.A. en men'
vraagt zich af, waar deze hooge pach
ten bij de daling van alle landbouwpro
ducten vandaan moeten komen.
NIEUWENDIJK. Deze week werd al
hier opgericht ee.n Chr. Comité voor win-
terlezingen bestaande uit een 12-tal leden.
Het doel is dezen winter 3 of 4 (sprekers
te laten optreden, die in positief Chris-
telijken geest lezingen zullen houden over
onderwerpen op verschillend gebied. Daar
toe roept het comité' de medewerking in van
allen die daarin belang stellen, inzonder
heid uw geldelijken steun hebben zij noo-
dig. Ieder kan zich opgeven als begun
stiger tegen betaling van f 0,75 en heeft
dan tot alle lezingen vrijen toegang.
Woensdag hield het comité voor
winterlezingen een vergadering. Na eenige
besprekingen werd overgegaan tot verkie
zing van een bestuur, gekozen werden de
heeren Buize, Voorzitter; K. v. d. Stelt
Azn., Penningmeester; M. v. Helden, Sec
retaris en Joh. v. d. Stelt, Algem. adjunct.
Den 5en November zal voor het comité-
optreden den heer Pennings met een le
zing over Transvaal, tevens zullen ter ver
duidelijking lichtbeelden gegeven worden.
De aanbestedingen voor het bieten
scheep doen, hebben plaats gehad. De
laagste inschrijvers waren:
Fabriek Puttershoek Versteeg en
de Vierbondsche sluis J. Boterbloem.
C. S. M. loswal sluis D. Biesheuvel en
loswal Kille J. v. d. Stelt.
Bij den landbouwer H. d. R. werd
deze week een suikerbiet gerooid die een
omvang had gvan 74 c.M., dit is tochj
zeker een zeldzaamheid. -/
Zondagnacht werden bij den heer
J. K. 6 groote konijnen ontvreemd, ter
wijl 3 kleine konijntjes werden doodgebe
ten. De politie doet onderzoek!,
Naar w ijvernemen zal het 75-jarig
bestaan der Chr. School herdacht worden
op Vrijdag 12 November a.s.
Deze week werden aangevoerd
5010 eieren. Men besteedde voor groote
kipeieren f 7,45, voor kleine f 6,40, kal
koeneieren f9 per 100 stuks.
Deze week had alhier een auto-on
geluk plaats dat betrekkelijk goed is af-
geloopen. Een auto komende van Am
sterdam maakte een reis naar Antwerpen.
Op den Rijksstraatweg geraakte het stuur
defect, met gevolg dat de auto tegen een
tweetal boomen reed. Deze boomen bra
ken en de auto kwam in het water terecht.
Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats
doch de auto was erg beschadigd.
RAAMSDONKSVEER. In de woning
van den heer B., op 't fort, doet zich een
geval van typhus voor.
De collecte voor de alleenstaande
blinden, stichting Wolf hezen, bracht ruim
f130.— op.
De heer A. J. Oosterling verwierf
het diploma Radio-Telegrafist
Voor Samenwerkende Zendingsver-
eenigingen en Gez. Zendingsbond werd
alhier f 77.ontvangen.
WOUDRICHEM. In deze gemeente is
opgericht een Gemengde Zangvereen. op
neutralen grondslag, onder den naam van
»Con Amore«. Tot directeur is benoemd
de heer A. W. Havelaar, alhier.
HEVIG ONWEDER.
Te Oud-Ade, gemeente Alkemade, is
Maandag tijdens een hevig onweer het 12-
jarig zoontje van den heer H. V. d- Voort
door den bliksem getroffen en gedood.
Men vond zijn lijk geheel verkoold langs
den dijk.
Van den landbouwer de Graaf, even
eens te Oud-Ade, zijn drie koeien dooir
den bliksem gedood.
BRANDEN.
Een geweldige brand heeft Dinsdagnacht
te Wadingsveen gewoed. Omstreeks half
één werden de bewoners van het dorp
opgeschrikt door brandgeroep. Het bleek,
dat de meubelfabriek van de fa. F. J.
Modderkolk en H. Dvjs, gelegen aan den
Kerkweg in het Oude Dorp, in lichte laaie
stond.
De geheele meubelfabriek is uitgebrand.
Slechts de muren zijn blyven staan. De
geheele houtvoorraad op de terreinen der
fabriek werd een prooi der vlammen.
Men vermoedt, dat het vuur uit den
oven in de droge krullen is gekomen.
De schade, die door verzekering wordt
gedekt, wordt op 3 4 ton geraamd.
In de fabriek werkten ongeveer 70
arbeiders.
Door het onvoorzichtig omgaan met vuur
bij het aansteken van een fietslantaarn,
ontstond brand in het boerderytje van A.
Byroa Houtigehage. Het vuur greep zoo
snel om zich heen, dat de kinderen slechts
met moeite gered konden worden en aan
blusschen niet te denken viel.
Alles was verzekerd.
Tengevolge van het omvallen van een
petroleumlamp is de boerderij van den
landbouwer H. Stevens te Uffelo geheel
afgebrand. Een koe en een schaap kwamen
in de vlammen om.
Dinsdagmiddag ontstond brand in de
sigarenfabriek van Laranga aan de Gessel-
schestraat te Eindhoven. De fabriek brandde
totaal uit. Een groote voorraad tabak en
sigaren werden door het vuur verteerd.
De belendende perceelen bleven gespaard.
De fabriek was verzekerd op beurspolis.
DOOR EEN LICHTKOKER GEVALLEN.
Een 5 jarig zoontje van den heer S. uit
Duisburg, dat by de familie S. te Bergen
op Zoom logeerde, had het ongeluk bij het
spelen door een lichtkoker in de keuken
te vallen. Met een hersenschudding en een
schedelfractuur werd het knaapje opgeno
men en naar het gasthuis overgebracht.
Zyn toestand is gevaarlijk.
KINDERVERLAMMING.
Te Bathmen heeft zich een tweede ge
val van kinderverlamming voorgedaan.
o
EEN OPLICHTER.
De vorige week vervoegden zich bij den
landbouwer W. P. v. d. G. te Leiderdorp,
twee personen, R. en van der H. gehee-
ten, beiden uit Leiden, R. kocht van Van
der G. een paard voor f 245, dat in Den
Haag moest worden geleverd. R. zou het
paard op de volgende veemarkt te Leiden
betalen.
Eenige dagen later kwam Van der H.
bij den landbouwer en zeide voor R., in
wiens dienst hij was, een koe noodig te
hebben, die zyn patroon aan een tuinder
te Loosduinen had verkocht. De landbou
wer, die geen argwaan koesterde, gaf het
rund van f 255 mee, doch toen hy eenige
dagen later op de veemaikt R. ontmoette
en wilde afrekenen, zeide R. de f 245 voor
het paard aan Van der H. voor hem te
hebben medegegeven en van den koop van
een koe niets af te weten, zoodat beiden
het slachtoffer zijn geworden van een op
lichter.
BEROOFD EN DAARNA UIT DEN
TREIN GEWORPEN.
Tusschen Antwerpen en Esschen hebben
4 Nederlanders een reiziger van 950 francs
beroofd en hem daarna uit den trein ge
gooid. De man werd slechts licht gewond
aan een knie.
o—
ZEDENMISDRIJF.
Met gesloten deuren werd gisteren voer
de Rechtbank te Maastricht behandeld de
zaak tegen den gedetineerde H. O. te
Bunde. Verdachte, die reeds voor eenzelfde
feit 3| jaar gevangenisstraf had ondergaan,
had zich een half jaar nadat hij weer op
vrije voeten was gesteld, weer vergrepen.
Het O. M. eischte tegen deze beklaagde
de maximum straf, zijnde acht jaar ge
vangenisstraf.
Uitspraak 12 October.
ONTPLOFFING.
Dinsdagmorgen omstreeks half twaalf is
te Den Haag in den delicatessenhandel der
N.H, »Emporium, gevestigd aan het Noord
einde, een yskast uit elkaar gesprongen.
Door den hevigen luchtdruk werd de
kast uit elkaar geslagen. De verschillende
ruiten in den winkel werden vernield.
Ook van een groote spiegelruit, welke
zich aan de straatzyde bevond, bleef niets
heel.
Een groote verwoesting werd in de etalage
aangericht. Het meeste glaswerk werd
stukgeslagen, terwyl de dampen van den
ammoniak het fruit en de vruchten voor
het gebruik ongeschikt maakten.
De aangerichte schade is aanzienlijk,
doch wordt door verzekering gedekt.
o
DE K. XII NAAR INDIË.
Hr. Ms. onderzeeboot K. XII heeft, on
der bevel van luitenant ter zee le klasse
J. L. K. Hoeke, van Nieuwediep de reis
naar Nederlandsch-Indië via Suez aanvaard.
—o-
„Tief zu denken und schön zu empfinden ist
vielen gegeben.
Dichter ist nur, wer schön sagt, was er dacht'
[und empfand."