Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
de Bommelerwaard.
■M Woensdao 22 Oecember
Schrale Huid
BEHOORENDE BIJ HET
de au
ingei
inr
ergadering van den raad der gemeente
SLEEUWIJK op Dinsdag 14 Decem
ber des namiddags half twee.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer Beukenkamp
Secretaris: WelEd. Heer G. Vos.
Aanwezig alle leden mét uitzondering
van de heeren Pellikaan en v. Driel.
De Voorzitter opent de vergadering op
de gebruikelijke wijze, de notulen worden
vastgesteld. i I
Ingekomen stukken: Staatsblad waarin
opgenomen de samenstelling van de com
missie tot behoud van natuurschoon.
Bericht van Ged. St. dat zij hun beslis
sing inzake het raadsbesluit tot verkoop
bermgrond verdagen.
Adres van ae Werkliedenvereen. „On
derling Belang" waarin den raad het ver
zoek wordt gedaan pogingen in het werk
te stellen en stappen bij den Mjnjister te
doen om hen te werk te stellen bij de Bies-
boschwerken.
Na eenige discussie wordt besloten een
schrijven tot den minister te richt(en.
Ontwerp-verordening op het beheer van
het Electriciteitsbedrijf.
De Voorzitter zegt dat deze verordening
ter visie heeft gelegen en vraagt of een der
heeren hierover nog iets heeft op te mier-
ken. Geen der heeren heeft hierover iets,
zoodat de verordening onveranderd wordt
vastgesteld.
Ontwerp-instructie voor den Administra
teur van het Electriciteitsbedrijf.
Ook deze instructie heeft ter visie gele
gen.
De 'heer Gulden wil het voorkomen, dat
de leden onvoldoende kennis hebben ge
kregen ook van deze instructie, omdat ze
ze niet voldoende hebben ingezien. Waar
het thuiszenden van een afschrift schijn
baar te kostbaar voor de gemeente is, acht
spreker het 't beste de artikelen te lezen.
Van het komen inzien wordt heel weinig
gebruik gemaakt en wordt ze nu behan
deld door alleen de nummers van de ver
schillende artikelen te noemen, dan vreest
spreker dat ze ongelezen wordt goedge
keurd. j
verzacht en geneest men met
Doos 30, Tube 80 ct. PUROL
De Voorzitter zegt dat de instructie in
de vorige vergadering reeds ter sprake is
gebracht en toen is medegedeeld dat zij
werd ter visie gelegd. Nu komen de raads
leden toch vaak voorbij de secretarie, zoo
dat het een kleine moeite is om ze e-vien
te komen inzien. Heeft men dan een be
paald artikel waarover men iets heeft
op te merken of te vragen dan noteert
men dit. Als U zegt dat de raadsleden
er niet genoeg notitie van nemen, dan zeg
ik dat ik daarover niet kan oordeelen, al
leen de Secretaris zou daarop kunnen ant
woorden. Misschien hebben de raadsle
den zoo goed notitie van de instructie ge
nomen dat voorlezing niet noodig is.
De heer Gulden zou over de instructie
een vraag willen stellen. Bevat deze in
structie een bepaling over controleerende
bevoegdheid ten aanzien van het technisch
beheer.
Spr. stelt er prijs op hierover even zijn mee
ning te zeggen, want het komt hem voor
dat deze bevoegdheid noodig is en de
ambtenaren aan elkaar worden getoetst.
Spreker heeft deze opmerking alleen willen
maken ter verduidelijking, komt men straks
aan het bewuste artikel dan kan met deze
opmerking worden rekening gehouden.
Hierop volgt artikelsgewijze. behandeling
der instructie.
Bij artikel 2 vraagt de heer Walraven
hoe of het bij ziekte van den ambtenaar
gaat, gaat dan zijn salaris door> of"
als er door B. en W. zoolang een ander
wordt aangesteld, wordt het aan dezen te
betalen salaris afgetrokken van het sa
laris van den ambtenaar.
De Voorzitter antwoordt dat hiervoor
geen regeling is getroffen. Ieder geval
dient op zich zelf te worden behandeld,
en dient men daarvoor een regeling te
treffen. Ontstaat een ongeval door eigen
schuld of door ijver voor het bedrijf, dit
maakt verschil, waarover de raad heeft
te oordeelen, als een dergelijk geval zich
voordoet.
De heer Gulden zegt dat hij hierover
opzettelijk geen vraag heeft gesteld, om
dat de ambtenaar toch -onder dezelfde
voorwaarden en omstandigheden valt, als
het bestaande gemeentepefsoneel.
De Voorzitter merkt op dat dit niet
het geval is met den administrateur, deze
wordt Rechts tijdelijk aangesteld en valt
dus buiten de pensioenwet, wordt hij later
voor vast aangesteld, dan wordt jdit na
tuurlijk wel het geval. De raad krijgt ie
der geval afzonderlijk te behandelen, al
leen een week ongesteldheid wordt door
B. en W. afgewikkeld.
De heer Walraven vraagt, of de f 1000
borgstelling moeten worden gestort of bij
wijze van borgstelling worden gegeven?
den gegeven.
De Voorzitter zegt dat de wet onder
scheid persoonlijke en zakelijke borgstel
ling. Er is een maatschappij opgericht
die voor den ambtenaar de zekerheid stelt.
Op welke wijze hij zekerheid wil stellen,
blijft ter keuze van den betrokken amb
tenaar.
De heer Walraven merkt op, dat de gel
den bij den administrateur terecht ko
men, het bedrag loopt over 7 a 8 (duizend
gulden, terwijl de zekerheid slechts f 1000
bedraagt. Wanneer de zaken nu eens fo«t
loopen, iets wat den administrateur van
te voren natuurlijk ziet aankomen en hij
zorgt dan dat hij het bedrag van een paar
maanden onder zich heeft, wat moet er
dan gedaan worden met f 1000 borgi
stelling terwijl het tekort misschien f 2000
bedraagt?
De Voorzitter antwoordt op deze vraag
dat art. 14 luidt dat de administrateur
verplicht is, wanneer het bij hem in kas
zijnde bedrag de 1000 gulden overschrijdt
ieder honderdvoud dat over deze f1000
gulden gaat terstond bij den gemeente-
ontv. moet storten, tenzij B. en W. hem
machtigen tijdelijk een grooter bedrag in
kas te houden. Zoo dikwijls als hij ech
ter verkiest, mag hij overstorten bij den
gemeente-ontvanger. Nemen B. en W. zijn
kas op en overtreft het bedrag de 1000
gulden met een honderdvoud dan is hij
in overtreding. Wat de opmerking van
den heer Gulden betrjeft, wil spr. op
merken, dat het B. en W. voorkomt, dat
het technisch en administratief beheer niet
naast elkander staan doch ieder afzonder
lijk, bij de PNEM. was dit wel het geval,
doch nu is het heel moeilijk dje een
zeggenschap te geven over den ander.
De heer Gulden meent toch dat in een
der beide verordeningen een passage voor
komt, dat dit mogelijk is. Het is niet spr.
bedoeling, dat de administrateur contro
leerend optreedt over het technisch ge
deelte, dat is natuurlijk een onmogelijk
heid, doch de monteur is de man die de
gelden ophaalt, in zijn handen worden dus
bedragen van het bedrijf gelegd, nu, is
het toch niet meer dan billijk, dat de ad
ministrateur daarover de bevoegdheid tot
controle heeft.
De Voorzitter zegt dat dit wel is vast
gelegd in de instructie van den monteur,
deze is aansprakelijk voor deze gelden en
stelt daarvoor ook zijn zekerheid.
De heer Gulden acht de omschrijving
daarvan niet duidelijk, de monteur int
maandelijks de stroomgelden, zou dus naar
zijn meening ook de verplichting
moeten hebben deze gelden maandelijks
aan den administrateur af te dragen, nu
staat er dat hij de bedragen op tijd moet
afdragen, tién jaar kan men ook wel op
tijd vinden.
De heer v. Straten geeft toe, dat het
wel goed is, dat het duidelijker wordit
aangegeven, om echter van tien jaar te
spreken is veel te dwaas.
De heer Gulden geeft dit toe, het is
slechts bij wijze van spreken, maar men
kan ten slotte die opvatting toch zij'n
toegedaan.
De Voorzitter zegt dat de instructie
voor den monteur pas is vastgesteld, spr.
acht het daarom beter, de zaak eerst
eens af te zien, hoe het loopt, misschien
dat in de praktijk meerdere wijzigingen
noodig blijken, die dan tegelijk kunnen
worden aangebracht.
De heer Gulden zegt, dat men nu bezig
is aan de instructie voor den admini
strateur, hierin kan toch worden opge
nomen, dat deze den monteur den eisch
kan stellen, dat deze zorg draagt, dat de
gelden maandelijks binnen zijn en aan
hem worden afgedragen ,dat is spr. be
doeling.
Wethouder Koman merkt op dat het
bij de PNEM zoo was dat, maandelijks
de geïnde gelden werden verantwoord,
terwijl de niet geinde kwitanties daarbij
werden overgelegd. Spreker geeft den heet
Gulden gelijk, de omschrijving zooals die
thans gesteld is, is niet duidelijk.
Dhr. Gulden zegt dat het voor beide
ambtenaren ook goed is dat een bepaling
als door hem aangegeven wordt oplgje-,
nomen, zij weten dan wat zij aan elkaar
hebben.
De Voorzitter stelt voor het betreffende
artikel aan te vullen met „de monteur
zal de gelden verantwoorden in de maand
volgende op die, waarop de geïnde stroom
gelden betrekking hebben".
Met algemeene stemmen wordt de in
structie, aangevuld met vorenstaande be
paling, goedgekeurd.
Ontwerp-overeenkomst met de PNEM
inzake de levering van electrische ener-
gïie. Deze overeenkomst is in onderzoek
geweest bij een commissie, die daarover
het navolgende rapport heeft uitgebracht:
Art. 1, 5e lid. In dit artikel heeft de
PNEM zich de bevoegdheid voorbehouden
ten behoeve van installaties met een totale
aansluitwaarde van 20 P.K. of daarboven
zelf electrische energie te leveren. Dit
acht de commissie niet in het belangï
van het GEB.
Art. 2. De commissie acht het in het
finantieel belang der gemeente dat met de
PNEM wordt overeengekomen om een
deel der bouwkosten van de transforma
torhuisjes bij te dragen, wat een rente
besparing van 7 pCt. zou geven.
Art. 4, sub 2. Voor cöntrolemeters zal
volgens het nieuwe contract 1 pCt. per
maand gerekend worden. In het bestaan
de contract komt een dergelijke bepaling
niet voor.
Art. 4, sub 3. Het komt de commissie
billijk voor dat de kosten van herijk van
contrólemeters door de PNEM worden
gedragen.
Art. 5, sub 3. De prijs van het energie
verbruik is van 3 op 4 ct. per KWU
gebracht. Deze verhooging kan in de ko
mende jaren nadeel voor het bedrijf ople
veren.
Art. 5, sub 4. Het garantiebedrag ad
f 8025 voor stroomafname is in het nieuwe
contract weder opgenomen. De commissie
is van meening dat getracht moet wor
den dat deze bepaling komt te vervallen.
Daaruit vloeit het grootste nadeel voor
het GEB voort.
De heer v. 't Sant vraagt of een artikel
den raad we^ recht duidelijk fis, n.l. dit
Gebrek aan eetlust;
r's Maagplllen
als de gemeente voor het transformator
huisje een zeker bedrag stort wordt het
bedrag waarvoor de gemeente 12 pCt.
moet betalen, dus 1 pCt. per maand met
het gestorte bedrag verminderd. Volgens
spreker bestaat hierover bij de commissie
verschil van meening. Loopt men met het
storten van dit bedrag niet het gevaar,
dat als de gemeente het bedrijf later soms
nog eens aan de Prov. N.-Br. Electr.
Mij. moet overdoen, het gestorte bedrag
voor niets te hebben betaald. Als men er
over denkt om het bedrijf later over te
doen, dan mag hiermede wel rekening
worden gehouden.
De Voorzitter zegt dat volgens overeen
komst aan de PNEM 1 pCt. rente per
maand moet worden vergoed voor het be
drag der kosten van het transformator
huisje. Nu stelt de PNEM voor dat de ge
meente het bedrag waarmede de waarda
van den transformator is gedaald bij haar
wordt gestort, over dat bedrag behoeft
dan niet langer 1 pCt. rente betaald te
worden. Spreker acht het echter bezwaar
lijk hierop in te gaan, omdat een kapitaal
wordt gestort, waarvoor geen tegenwaarde
wordt terug ontvangen. Spreker merkt op
dat in het betalen van 1 pCt. rente per
maand een onbillijkheid schuilt van de
zijde van de PNEM evenals in het terug
storten van het.bedrag, liet zij over het
bedrag der kosten alleen de gewolne rente
betalen, dan was dat niet meer dan billijk,
het is natuurlijk waar, dat na verloop van
14 jaren het kapitaal dat nu wordt ge
stort door vermindering der rente met
7 pCt., is terug verdiend.
De heer Gulden wil als lid der commis
sie even zijne meening zeggen, De com
missie heeft het geheele contract onder de
loupe gehad, waarbij de Burgemeester zoo
welwillend was tegenwoordig te zijn. Er
is toen ook de vraag besproken of men
het net voor een geschikt bedrag niet zou
overdoen. Staat het vast dat het net aan
de gemeente blijft, dan zou het bezwaar
door den heer v. 'tSant naar voren ge
bracht, komen te vervallen. Door in over
weging te nemen om te trachten het be
drijf over te geven, zou men een nieuwe
vraag gaan stellen over iets waarover reeds
lang een besluit is genomen. Kon men de
huidige waarde van het net van de PNEM
krijgen, dan zou het een andere kwestie
worden, men dient dan evenwel eerst de
waarde van het net in zijn huidigen vorm
te bepalen. Spreker staat op het stand
punt, dat 't hem twijfelachtig voorkomt dat
de PNEM door overname van de bedrijven
het belang der kleine gemeenten wil die
nen, immers ditzelfde heeft zij 5 jaren
geleden bij de oprichting ook gezegd. Ze
ker ligt in centralisatie een groot Voordeel
en ligt er een edele bedoeling in, om' door
deze centralisatie de winsten, die de groote
steden maken, ten goede te doen komen
aan de noodlijdende bedrijven. Spreker
blijft hierover echter een gevoel van on-
geloofelijkheid bij, want dan moet de
PNEM ook de huidige waarde van de be
drijven willen betalen en niet zooveel
duizenden onder de waarde blijven, dient
men door zoo te handelen werkelijk het
belang der kleine gemeenten? Door liet
net-voor een appel en een ei van de arme
kleine gemeenten over te nemen, kan zij
wel pronken met mooie veeren, als zij voor
een net dat f 90,000 heeft gekost 20'
duizend gulden, dus nog minder dan een
vierde der waarde betaalt, kan zij wel
goedkoop stroom leveren, doch zij pronkt
dan met de veeren van de arme kleine ge
meenten, daarom komt het spr. twijfelach
tig voor dat het de PNEM werkelijk al
leen te doen is om die arme gem'eetntebe-
sturen te helpen, neen, is dit werkelijk ha
re bedoeling, dan moet zij ook de huidige
waarde berekenen en naar de thans geldende
indexcijfers willen vergoeden. Als men op
deze basis het bedrijf wilde overnemen,
dan zou spreker er voor zijn, wil men dat
niet, dan i s er naar zijne meening niet over
te denken. Het is waar, dat de gemeente
door overname der bedrijven in de omlig
gende gemeenten in een moeilijk parket
raakt. Als men in Dussen straks het licht
voor 40 ct. krijgt en in de toekomst mis
schien nog lager, terwijl men hier gedwon
gen is het op 45 ets. te houden, dan loppt
men gevaar, dat de ingezetenen, die hun
belang niet goed inzien, gaan zeggen:
„maffers waarom heb je het bedrijf niet
overgegeven, dan hadden wij het licht ook
voor dien prijs gekregen." In de com
missievergadering achtte de Burgemeester
ook niet onmogelijk, dat de PNEM, thans
nu het bedrijf intusschen is vooruit gegaan
en het vertrouwen dat de raad er in stelde
niet is beschaamd, met een hoo-
ger bod zal komen, daarom is het naar
sprekers meening wel gewenscht de vraag
van overgave nogmaals aan de orde te stel
len. l
De heer v. 'tSant heeft gemeend, art.
2 van de nieuwe overeenkomst ter sprake
te moeten brengen, omdat de gemeente
de nieuwe overeenkomst heeft te aanvaar
den. Art. 2 is in deze overeenkomst zeer
urgent. Dhr. Gulden heeft gezegd, dat als 't
bedrijf aan de gemeente zou blijven, mijn
bezwaren zou vervallen, is dit nog wel ge
heel juist? De uitvindingen en ontdekkin
gen gaan den laatsten tijd zoover, dat
men niets met zekerheid kan voorlziien
wie weet of men binnen kort tijdsbestek
geen net meer noodig heeft om de electri-
citeit in huis te brengen.
De heer Walraven wil nog even opmer
ken dat de nieuwe overeenkomst in d,e
commissie is besproken en dat men er ten
slotte lang of kort over kan sprekjerf,
doch feit is het dat men bet stuk heeft
te aanvaarden, zooals het hier voor ons
ligt. Alleen kan men trachten gedaan te
krijgen, dat het garantiebedrag komt te
vervallen, hoewel nu de omliggende ge
meenten de een voor en de ander na, be
sluit 'h et bedrijf over te geven sprekier
daarvan niet veeP heil verwacht. Nu is
maar de groote vraag wat zal men doen,
trachten het net over te geven, als mjen er
een billijken prijs voor kan krijgen en
wat moet er gebeuren als wij er niet ge
noeg voor kunnen krijgen. De raad heeft
hier een der moeilijkste vraagstukken te
behandelen, waarvoor zeer moeilijk de juis
te oplossing is te vinden, opdat men later
niet kan zeggen, jullie zijt maffers ge
weest doch jullie hebben heel goed ge
handeld. Nu de gemeente als het ware
alleen komt te staan, wijl Dussen, nu pas
Woudrichem weer het bedrijf hebben over
gegeven wordt het voor haar nog véél
moeilijker en moet men hier nog mfeer
voorzichtig zijn, alvorens men besluit op
een bedrag toe te bijten.
De heer v. Straten meent dat de kwestie
van overgave laatst voldoende is bespro
ken, zijn er geen nieuwe gezichtspunten
waarover men kan praten dan behoeft
men niet bij de PNEM - aan te kloppen,
want dan bereikt men toch niets.
De Voorzitter zegt dat er positief niets
is te doen, het feit echter dat sediert het
bod van de PNEM het aantal aansluitingen
is vooruitgegaan geeft hoop, dat thans
een hooger bod is te verwachten tenzij de
PNEM zegt, ja die vooruitgang hebben
wij reeds gezien en daarop was ons bod
reeds gebaseerd. Wat de heer Gulden zegt,
is waar, spreker meent gelezen te hebben
dat de PNEM in een gemeente de stroom
zal gaan leveren tegen 40 ets. dat kan zij
doen, doch dnt kan de gemeente hier
niet en juist daarom wordt een geest van
ontevredenheid geschapen en wordt hipt ge
meentebestuur beschuldigd iniet uit de po
gen te zien, nu de omliggende gemeenten
hun bedrijven hebben overgegeven wordt
daardoor een verkeerde concurrentie ge
schapen, redeneert men in dien zin dan
is er wat voor te zeggen, om opfhieuw te
onderhandelen.
De heer v. 'tSant vraagt wat in Alm-
kerk v oor het licht berekend wordt, waar
op de Voorzitter antwoordt dat het voor
heen steeds 60 ct. is geweest, terwijl het nu
pas op 45 ct. is gebracht.
De heer Gulden wil nog even de aan
dacht vestigen op het garantiebedrag, dit
is vastgesteld in een bestaand contract,
wat nu gewijzigd moet worden de raad
van thans verkeert in een geheel andere
positie dan den raad die het oorspron
kelijke contract vaststelde. Volgens het oude
contract moet een bedrag van f 8025 aan
stroom gegarandeerd worden, wat geba
seerd was op het aantal zielen. Dit nu is
een onbillijkheid, was het gebaseerd op
het aantal verbruikers dan was dit l?illijk
geweest, nu is het onbillijk, ^aangezien
er ingezetenen zijn, die nooit van het elec-
trisch licht kunnen profiteeren, waarvoor
toch een garantiebedrag moet wor
den gesteld. Over dit garantiebedrag is
ook in de raadsvergadering te Wijk spe
ciaal de aandacht gevestigd.
De Voorzitter zal als men nog over
overgave van het bedrijf wenscht te spre
ken de openbare vergadering daarvoor
schorsen. Na heropening wordt besloten
overeenkomstig het rapport der commissie
terwijl bij de besprekingen met de PNEM
overname nog eens ter sprake, zal worden
gebracht.
De Voorzitter deelt mede dat B. en W.
zich bij schrijven van 18 November tot
den Minister hebben gewend, waarin op
de onbillijkheid wordt gewezen, op de
bepaling van het nieuw contract dat met
ingang van 1 Jan. 1927 moet worden aan
gegaan met de PNEM. Een overeenkomst
die door deze maatschappij alvermogend
wordt gedecreteerd, zonder voorafgaand
overleg me t het betrokken gemeentebestuur
en dat slechts heeft te doen wat van haar
verlangd wordt. Art. 5 van genoemde over
eenkomst bevat de bepaling dat de ge
meente een bedrag van f 8025 moet garan
deeren voor stroomafname, met de bijvoe
ging dat deze bepaling alleen wordt op
genomen voor zoover de Minister daar
aan zijn goedkeuring "hecht. Waar deze
garantie ieder jaar met een belangrijk be
drag de gemeentebegrooting drukt, doen
B. e n W. een beroep op den Minister om
deze bepaling niet goed te keuren en me
de te werken tot een billijker regejling.
B. en W. stellen den raad voor met dit
schrijven accoord te gaan en daaraan goed
keuring te hechten. Met algemeene stem
men wordt dit voorstel aangenomen.
Ontwerp-verordening op den dienst van
den gemeentegeneesheer.
De Voorzitter deelt mede dat het ont
werp ter inzage heeft gelegen en daar
over het advies van de Gezondheidscom
missie is ingewonnen. Deze adviseert in
de verordening op te nemen, dat de ge
neesheer verplicht is 2 maal per jaar on
derzoek in te stellen op de openbare scho
len of er geen kinderen zijn die lijden aan
hoofdziekte. Verder is ook een schrijven
ingekomen van dokter Mijnlieff, die ver
klaarde geen bezwaren te hebben, alleen
dat bij eventueele schorsing een commissie
uit drie leden bestaande het geval krijgt
te onderzoeken. B. en W. meen^n dat er
geen bezwaar bestaat aan Tïeze opmerkin
gen tegemoet te komen. 'Met algemeene
stemmen wordt de instructie hierop vast
gesteld. Hetzelfde gebeurt met de Ont
werp-instructie voor den geneesheer.
Vaststelling van de door den Ontvan
ger te stellen zekerheid.
De totaal ontvangsten der gemeente heb
ben over de laatste vijf jaar bedragen
f 414673,88 waarvan een vijfde gedeelte
is f 82934,75. De door den Ontvanger te
stellen zekerheid moet een tiende gedeel
te van dit laatste bedrag zijn dus f 8293,345
B. en W. stellen voor de zekerheid op dit
bedrag vast te stellen.
De heer Walraven vraagt hoe hoog het
bedrag is dat de Ontvanger in kas mag,
hebben, waarop de Voorzitter antwoordt
dat hierover niets geregeld is, de ontvan
ger mag elk bedrag in kas hebben, bij
de laatste kasopname bedroeg dit f 1500.
Alleen bij het sluiten van leeningen kan
de Ontvanger voor een oogenblik een
hoog bedrag in kas hebben, dit kan ech
ter nooit zonder medeweten van B. en
W. De heer v. Arkel vraagt welke zeker
heid wordt gesteld, waarop de Voorzitter
antwoordt de door de wet gestelde.
Hierop wordt overeenkomstig het voor
stel van B. en W. besloten.
Bij de rondvraag zegt de heer Walra
ven dat in de advertentie voor de oproe
ping van Gemeente-Ontvanger als jaar
wedde was genoemd f 800 met de bij*
voeging vermoedelijk f 1000, door de raad
was toch een jaarwedde vastgesteld van
800 gulden.
De Voorzitter zegt dat hij dit bedrag
'niet alleen mocht noemen, want de be
slissing ligt bij Ged. Staten en deze wil
len de jaarwedde op f 1000 bepalen.
De heer Walraven meent dat Ged. St.
toch niet altijd de zeggenschap bezitten,
in Zuidholland is een gemeentraad in een
zelfde kwestie door de Kroon in het ge
lijk gesteld. Als het hier iemand voor f 600
wil doen en Ged. Staten houden zich
aan de wettelijke regeling, dan bestaat de
mogelijkheid toch dat de raad in het ge
lijk wordt gesteld.
De Voorzitter merkt op dat alles moge
lijk is, doch dat iets dergelijks door de
Kroon zou worden goedgekeurd, gelooft
spreker niet. Hij zal echter het Staats
blad opzoeken, waarin de beslissing van
de Kroon is opgenomen en tevens naar
het genoemde geval informeeren.
De heer Gulden zegt dat hij een paar
vergaderingen geleden over de reolee-
ring aan de Looze Stoep heeft gespro
ken, toen is spreker geantwoord dat hier
over de meening van de Gezondheidscom
missie zou worden gehoord. Was dit noo
dig en kan men hier zelf den toestand
niet beoordeelen? Bij de ingekomen stuk
ken heeft spreker nog geen advies van
de Gezondheidscommissie gezien, een der
gelijke langdradigheid is niet in orde. De
toestand is daar rot en daarom zou spr.
niet op het advies van de Gezondheids
commissie wachten, maar zelf een onder
zoek willen instellen en als het kan dp
rioleering ondergronds brengen.
De Voorzitter zegt dat de kwestie deze
is dat de Gezondheidscommissie de vorige
week advies heeft uitgebracht. B. en W.
zijn met de uitwerking echter nog niet ge
reed zoodat in deze vergadering nog geen
beslissing kan worden genomen. Zelfstan
dig werken, zonder de Gezondheidscom-
Hienwsblad
Alom
slechte spijsvertering,
jschele hoofdpijn,
prikkelbaarheid, ver
stopping, maagpijn en
hartwater, genezen
spoedig na gebruik
van Foster's Maag-
flillen, het tonische
axeermiddel.
verkrijgbaar f 0.65 per flacon.