Tweede Blad voor het Land van neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. iii,4668 woensdaB 29 Deceier Parlementair Overzicht. Kantongerecht flensden BEHOORENDE BIJ HET De Kamer in Kerststemming. De laatste loodjes. Kamerzitting met twee leden. Een hapje hier, een mondje daar... uit de begrootingsde- batten. Den Haag 24 Dec. 1926. Nu ja, ik kan me voorstellen, dat mijn vrienden de Kamerleden met verlangen naar de Kerstvacantie uitzagen. Want om weken achtereen eindelooze redevoeringen en begrootingsdebatten te moeten verwer ken is ook zoo'n pretje niet. Maar tjonge jonge, ze hebben zich de laatste dagen toch wel leelijk in hun kaart laten loeren, hoor. De belangstelling was nihil. Waren er ver leden week op het eind van sommige zittin gen nog maar tien leden aanwezig en dat nog wel als er een minister zich ging verdedigen deze week was het nog er ger. Het minderde van 5 tot...,;. 2. En meteen bij de laatste zitting is er misschien niemand meer, zoodat de voorzitter alleen de groene bankjes een prettige kerstmis toewenscht. Ja, wat wil men, er valt nu eenmaal weinig meer over al die begroo tingen te zéggen. Men kan een jeetje boos zijn, ontevreden, of men kan ingeno men zijn, soit. Maar dingen van belang, van ingrijpenden aard gebeuren er niet. Of, jawel toch, er was wel iets, dat de gemoe deren even pakte; de herdenking van het kamerlid, mr. H. C. Dresselhuijs, door den voorzitter van de Tweede Kamer, Jhr. Ruys de Beerenbrouck. Even staan de le den daar, van hun zetels ontheven, en luis teren naar de ernstige, waardeer|ende woor den van den voorzitter. Zijn leven pas seert even de revue: eervolle rechterlij ke en administratieve loopbaan, dan, 10 jaar geleden in de Kamer, opvolger van mr. Tideman. Een man van zeldzame werkkracht, scherpzinnig, bekwaam, ge ziene figuur, waarvan nog veel verwacht werd. Ook minister Waszink spreekt' nog eenige eerbiedige woorden van hulde. En danvoort gaat de parlementaire machine weer. De begrooting moet af, vóór Kerstmis natuurlijk. Af en toe knettert het dan wel even op het debatersvuur., bij de politieke vechtjassen in de Kamer. Bij „oorlog" bijv. Meneer v. Rappard, v.b., was- wel over den minister tevreden, waarschuwde alleen tegen te groote ver sobering, maar drommels, meneer Ter Laan s.d., liet een ander geluid schallen. Als de minister zoo doorging, zou hij niemand bevredigen. Van hem was voor de demo craten weinig te wachten. De personeele lasten moesten verminderd worden en dus kwam er een motie, om voor 1927 de sterkte der lichting de 13.000 niet te doen overschrijden. Te verwonderen was 's hee- ren Ter Laan's antipathie tegen „oorlog" niet. Was daar niet juist dezer dagen de nota aan de Tweede Kamer in zakfe het ontwapeningsvoorstel-Ter Laan c.s. met inlichtingen over de sterkte van het luchtl- wapen in andere landen? Daarin werd o.m. betoogd, dat bij een schending van de neutralities door kleine groepen, dus niet liggende in een opzet van den staat, de veiligheidsmacht absoluut voldoende is. Bij schending door grootere groepen, dus als een geordend leger over onze grenzen trekt, dan zal de veiligheidsmacht in staat zijn, de neutraliteit te handhaven, d.w.z. die te markeeren. In staat het land te verdedigen, is zij niet. Maar dat is de tegenwoordige strijdmacht ook niet. Maai er zal minder bloed vergoten worden en dit stelsel zal maar een zesde of vijfde van de tegenwoordige kosten vorderen. Dat was de motiveering van het voorstel- ter Laan c.s. Nog een ontevredene: mr. Oud, v.d., die vond, dat aan ons leger als veiligheids instrument vrijwel alles ontbreekt, dat we weerloos zijn en dat alles wat de minis ter doet, lapwerk is. Maar de heer Dec kers, r.k., had waardeering, rekende ons even voor, dat er sedert 1922 30 pOt. op „oorlog" is bezuinigd. Er kon wei nig meer bezuinigd worden. Nou, en hij had wel vertrouwen in den minister. De motie Ter-Laan bestreed hij. Na tuurlijk was de heer Duijmaer van Twist a.r.,t egen alle bezuinigings- en versobe ringsmaatregelen, die onze paraatheid scha den. En de heer Arts, r.k.v.pi.y vond de motie-Ter Laan voorbarig terwijl hij be- critiseerde dat er in de commissie van be roep geen onderofficieren zitting hadden. De Indische begrooting; Daar kwam de heer Cramer s.d. malsche dingen ver tellen. De toestand van de bevolking was ellendiger dan van de armste plaggenbe- woners in Drente. Het regime-Fock de Graeff had tot verbittering geleid, niet alleen van de bevolking, maajr ook vain de ambtenaren. De politiek van „de vuist op tafel" had het communisme in de hand gewerkt. De hoofdschuldige voor de jongste onlusten was de regeering, die liet de bevolking onmogelijk maakte, den wettigen weg te volgen. Meneer Lovinck c.h., geloofde niet, dat door de bezuini ging vitale volksbelangen geschaad waren en was ingenomen met de verbetering in de financiën. En de heer Boetzelaer van Dubbeldam, c.h., vroeg een gezonder ver banningsoord voor de ginterneerde commu nisten ,dan Nieuw-Guinea. Een krachtig woord van protest liet deze afgevaar digde hooren tegen het opiumkwaad en hij bepleitte sterk het tegengaan van den smokkelhandel in dit onheilbrengende pro duct. I 1 1 Bij „Onderwijs" enz. werd nog even strijd gevoerd over de subsidies aan de Coöperatie en Haarlemsche Orkestvereen. van elk f 5000. De heer Zijlstra a.r.;, diende een amendement in, om <dile te schrappen op bezuinigingsgronden. Maar daarvan wilde de minister niets hooren en de kamer verwierp het amendement met 50 tegen 25 stemmen. Op een haar werd ook verworpen (met 37 tegen 36 stemmen) het wetsontwerp, om het on derwijskan een moderne taal met ingang van 1 Jan. mogelijk te maken op de lage re scholen. En met 39 tegen 35 stemmen liet het wetsontwerp tot verlenging van den bestaanstermijn van de oude U.L.O. en M.U.L.O.-scholen tot 31 Jan. 1930 het leven. POLITICUS. Vergadering van den raad der gemeente HEDIKHUIJZEN op Dinsdag 21 Dec. 1926 nam. 5 uur. Voorzitter: Ed.Achtb. Heer J. M. A. v. Bokhoven. SecretarisWelEd. Heer Couwenberg. Aanwezig alle leden met uitzondering van den heer v. d. Heijden. Na opening worden de notulen der vorige vergadering gelezen, op de vraag van den Voorzitter of een der heeren op- of aanmerikingen heeft op deze notulen zegt de heer Dobbelsteen dat hij meent, dat volgens art. 145 der gemeentewet niet B. en W. doch de raad de ambtenaar ter secretarie aanstelt. De Voorzitterzegt dat dit alleen met sommige ambtenaren zooals Gemeente-Sec retaris, Hoofd der School en veldwachter het geval is, een ambtenaar ter Secrjetarile wordt aangesteld door B. en W. 'volgens artikel 179 der gemeentewet. De Secreta ris, toont met de gemeentewet in de hand aan, dat de Voorzitter hierin gelijk heeft. De heer v. Hemert zegt dat hij in de notulen mist, hetgeen hij gezegd heeft over de kwestie van den bol. Op zijn vraag heeft de Voorzitter gezegd, dat in de in structie stond, dat bij een eventueele op ruiming de keien en palen eigendom der gemeente bleven. De Voorzitter antwoordt dat hij oor spronkelijk dacht dat dit ook zoo was, het is hem echter later gebleken dat dit niet zoo is. De heer v. Hemert merkt op, dat er veel over gepraat wordt, en dat er zelfs beweerd wordt dat de gemeentfc er door in proces zal komen, spreker zag gaarne dat zijn opmerking nog in de notulen werd opgenomen. Aan het verlangen van den heer v. Hemert zal worden voldaan. De notulen worden hierop vastgesteld, waarna de openbare vergadering wordt ge schorst voor een bespreking met den heer Fooij, Hoofd der School te Hedikhuizen. Na heropening der vergadering komen aan de orde ingekomen stukken Procesverbaal van kasopneming bij den Gem.-Ontvanger, en bij het G.E.B. waar bij alles in behoorlijke orde is bevonden. Schrijven van Ged. Staten met advies van den Directeur van het Staatsbosch- beheer over verkoop boomen langs den weg naar Herpt. De Directeur heeft geadviseerd de boo men niet te rooien, met het oog op het ble- houd van het natuurschoon en de boomen niet allen zijn aangetast door de iepen ziekte en niet kaprijp zijn. De heer v. Vrede zou willen adviseeren de boomen wel te rooien, zij zijn bij: storm zeer gevaarlijk en door ze te rooien zal de weg er beter van worden. De Voorzitter zegt dat men niet goedge- ketfrd krijgt ze te rooien, in het schrijven aan Ged. Staten is er reeds op gewezen dat ze gevaarlijk staan en de weg er beter door zal worden. De heer v. Hemert kan niet begrijpen dat er hier geen toestemmiing tot rooien wordt gegeven. In Heusden waar men alle moeite heeft gedaan om voor 't behoud van het natuur schoon een laan mooie boomen te behou den, moesten dezen er uit, en hier waar het natuurschoon toch reeds weg is, omdat er verschillende doode boomen gerooid zijn mag dit niet. De Voorzitter zegt dat hij tegen den Diredjgur met wie hij de boomen is we zen bezichtigen, ook gezegd heeft dat het natuurschoon toch reeds geschonden is, zooals blijkt heeft dit echter geeni succes gehad. De heer v. Hemert zou het belang van rooien toch nog eens willen aantoonen. De Voorzitter heeft hiertegen geen be zwaar, hoewel hij er niet veel succes van verwacht. Spreker deelt mede, dat er nog steeds onderhandelingen gaande zijn over overname van den weg door de provincie. De heer v. Vrede vermoedt dat Qed. St. dan denken, als wij den weg krijgen, heb ben wij de boomen er bij. Besloten wordt het Staatsboschbeheer nog eens op het gevaar der boomen te wijzen. Goedkeuring door Ged. St. der rekening- Courant-overeenkomst met de Nationale Bankvereeniging. Idem, .wijziging gemeentebegrooting. Verzoek van A. v. d. Brand om terug gave van schoolgeld. De Voorz. zegt dat adressant zijn verzoek te vroeg heeft ingediend, eerst als op 1 April blijkt, dat het kind waarop het schoolgeld betrekking heeft, de school niet heeft bezocht, kan eerst aanspraak worden gemaakt op teruggave. Verzoek van v. d. Heijden en v. d. Wa ter om eenige perceelen gemeentegrond te huren om deze te bepoten mtet band hout. Uit de gevoerde discussie blijkt, dat de z.g.n. Westakker groot 77 are, de laatste vijf jaar is verhuurd geweest voor f 404 dit is per jaar dus ongeveer f 80, een be drag dat het ook voor den oorlog zoo ongeveer opbracht. Aange zien het land door het bepoten slechter wordt en de gemeente er later belangrijke kosten aan krijgt, om het weder in orde te brengen, wordt de huurprijs gesteld op f 120 per jaar. Nota van aanmerkingen op de gemeente begrooting. De heer Dobbelsteen wil over deze nota even zijn meening zeggen. Er wordt in aangeraden aan het verlangen van Gted. St. te voldoen, wijl de raad zonder medewer king van Ged. St. bij de Kroon toch; geen succes heeft te verwachten. Als dit zoo is, waar blijft de Kroon dan, men kan dan dit instituut even goed opdoeken. v. Vrede. Dan kunnen ze ons ook wel opdoeken, als wij niets te zeggen hebben. De heer Dobbelsteen zou het standpunt van den Ambtenaar ter Secretarie willen handhaven en voor dezen geen post op de begrooting willen uittrekken. Wat de gem.- bode betreft, deze blijft noodig, doch heeft geen heele dagen dienst te doen en kan zijn werkzaamheden goed in halve dagen af, daarom zou spreker de bezoldiging met deze halve dagen in overeenstemming willen brengen en deze jaarwedde willen brengen op f 400. Met 4 tegen 2 stem men wordt overeenkomstig dit voorstel be sloten. De beide Wethouders stemden tegen. De heer v. Hemert merkt nog op, dat hij heeft gelezen dat in een andfere ge meente de raad heeft gelijk gekregen en een ambtenaar ter Secretarie werd ontsla gen, omdat het ambt van Burgemeester en Secretaris niet in één hand was veree- nigd, hetzelfde geval heeft men dus hier. De Voorzitter voert hiertegen in, dat hier het ambt van Secretaris en Ontvanger in een hand is vereenigd, wat de heer v. He mert aanleiding geeft tot de opmerking, dat dit niet gelijk is te stellen, dit laatste is vrijwillig. Nota van aanmerkingen op de gemeente rekeningen. Deze zijn slechts van admi nistratieven aard en worden in handen ge steld van B. en W. ter afdoening. De heer Dobbelsteen zegt dat hij onder de ingekomen stukken geen antwoord vna Ged. Staten heeft gezien op het laatste schrijven van den raad. De Voorzitter zegt dot geen schrijven is ingekomen, waarschijnlijk achten Ged. Staten dit niet noodig. De heer Winkel zegt dat Ged. Staten heel goed begrijpen dat de motie slechts tegen den Voorzitter is gericht en het is tie begrijpen dat Ged. Staten ten slotte geen antwoord meer waardig keuren. De heer Dobbelsteen acht het waarschijn lijk dat Ged. St. niet weten wat zij op de diverse vragen moeten antwoorden, spr. si agoqoo uao jooa pq jbav jatu jdfuSoq dat niet eens op gestelde vragen antwoord geeft. De Voorzitter meent dat men hierover geen discussie behoeft te voeren, er is geen antwoord en daarmede uit. v. Vrede. Ze schrijven geen antwoord te kunnen geven. Wijziging gemeentebegrooting '26. Na eenige discussie wordt tot de voor gestelde wijziging besloten. Vaststelling stroomprijs van het G.E.B. over 1927. Het voorstel van de lichtcom- missie om de stroomprijs op 50 cent per K.W.U. te stellen wordt met algemeene stemmen aangenomen. Benoeming van een lid van het Burgerl. Armbestuur wegens periodieke aftreding van A. de Kort te Hedikhuizen. De heer v. Hemert deelt m(ede, dat de aftredende niet meer in aanmerking wil komen, omdat hij door v. Beurden en de Secretaris gedupeerd is, anders kwam de Secretaris altijd bij hem en nu niet De Secretaris merkt op, dat het niet altijd uitkomt om naar iemand toe te gaan. De Voorz. vraagt of nu misschien niet gewenscht is de benoeming te verdagen om eerst een geschikt persoon te zoeken die bereid is de functie waar te nem|en. De raad acht dit niet noodig en wïl thans tot benoeming overgaan. De heer H. v. d. Wiel verkreeg bij de stemming 4 stemmen en is aldus benoemd. Een stem was uitgebracht op J. Timmer mans en een blanco. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het L. O. De aftredende J. C. Meijs wordt met algemeene stemmien herbenoemd. Benoeming leden voor het Electr. be drijf. De aftredende leden de hieeren J. v. Engelen, P. v. d. Brand en J. Dobbel steen worden herkozen. Benoeming leden voor het Hoofdstem bureau, Stembureau ite Haarsteeg en te Hedikhuizen. Hoofdstembureau. De Bur- gemeester Voorzitter, ambtshalve, als le den worden aangewezen de heeren J. v. d. Dobbelsteen, P. v. cl. Brand, M;. Ach ten en A. v. Heivoort, hierover moet vijf maal gestemd worden. Als plaatsvervangende leden worden aan gewezen de heeren A. v. Vriede, J. van Heivoort en D. van Hemert, hierover werd tweemaal gestemd. Stembureau Haarsteeg. Gekozen werden na twee stemmingen de heeren J. v. d. Dobbelsteen en P. v. d. Brand. Voorzitter de Burgemeester, ambtshalve Plaatsvervangende leden de hoeren M. Ach ten en H. v. d. Heijden. Stembureau Hedikhuizen. Tot Voorzit ter werd gekozen Wethouder J. C. Win kel, leden A. v. Vrede en H. v. d. Wiel, hierover werd tweemaal gestemd. Als plaatsvervangende leden de heer J. Tim mermans en Iz. Buijs Bij de rondvraag zegt de heer v. d. Dobbelsteen, dat bij de laatste verkooping van straatvuil een klein misverstand heeft plaats gehad. De bedoeling van het raads besluit is niet dat de leden vaa den raad bij iedere verpachting en verkooping moe ten tegenwoordig zijn, dit geldt alleen voor de groote verpachtingen. Zijn zij echter bij een verpachting of verkooping tegen woordig, dan hebben zij ook het recht inzage te nemen van de biljetten. De Voorzitter verklaart hiermede reke ning te zullen houden. De heer v. Hemert zegt dat deze week de aanbesteding heeft plaats gehad van de levering der kolen aan de school, spr. vraagt of hier ook medegedeeld kan wor den, hoe de betaling geschiedt, dé be trokkene maakt hier aanmerking op. Voorzitter. Is er nog een der heeren die voorstellen voor deze vergadering heeft? Dobbelsteen. Kan de betaling niet per drie maanden geschieden? Voorzitter. Op vragen antwoord ik niet. Dobbelsteen. Ho, ho, dan stel ik voor de betaling in vier termijnen te doen en niet meer per jaar. Dit voorstel wordt aan genomen, waarop de Voorzitter de verga dering sluit. Planquettes opera comique „De klokken van Corneville". Zoo langzamerhand behooren de opera's v8ti Mannenkoor tot- de jaarliiksche pro- grammanmnmers, die met verlangen wor den tegemoet gezien. Er wordt altijd ernstig gewikt en gewogen vóórdat een weirk in studie genomen wordt en vooral wordt de aandacht geschonken aan populaire, ro mantische welken, dio door inhoud en melodieuze muziek het auditorium boeien kunnen. Nu zal er wel moeiljjk een romantischer libretto te bedenken zijn dan den inhoud van Piat quettes comische opera »De klokken van Cornevillec. Het gegevene is een won derlijke liefdesgeschiedenis vol onverwachte verwikkelingen, waarin twee Normandische boerinnetjes de hoofdrollen spelen. Een onvermijdelijke markies, teruggekeerd van 'n wereldreis, vindt het kasteel van zjjn voorvaderen terug als een spookslot waarin des nachts de geesten misbaar maken. De bijgeloovige bevolking van het stadje Corneville is vol vrees en angst voor de nachtelijke spookgeschiedenissen en raadt den onverwacht in hun midden verschenen markies om zich niet te wagen binnen de muren van het spookslot. Onverschrokken lacht de moedige zee vaarder met de fantastische verhalen der visschers en landlieden. Te midden van harnassen, speren en schilden ontdekt de markies, bygestasn door de matrozen van zjjn vaartuig, in het nachtelijk uur de oorzaak der geheim zinnigheden. Op de jaarmarkt heeft hjj 'n koetsier en een dienstbode gehuurd, die hem naai 't kasteel vergezeilan. Zijn koetsier ia een blufferige Normandiër, die leugenachtig voorstelt een meisje van den dood gered te hebben. Ontmaskerd door den markies wordt hjj gestraft en in een harnas gestoken en be vend van angst in de spookzaal als wacht opgesteld. Rillend wacht hy in het harnas de dingen die komen zullen. Dan verschijnt met z'ii dievenlan taarn een oude Normandiër, Gaspard, 'n gierigaard, die zich tijdens de afwezigheid van den markies van diens schatten meester maakte. De vrek verlustigt zich daar boven f de ridderzaal in het ongestoorde bezit van 't lieve geld en rommelt met z'n gouden schyven en zingt een hartstochtelijk liedje van gelddorstdan hult hy zich in 't spooklakeri en danst voor de vensters en daarbuiten beven de bewoners van Corneville voor de geestverschijning I Plotseling wordt hij verrast I De gezellen van den markies, die 't kasteel doorzocht hebben, zingen een helsch liedje in de oude wapenzaalGaspard schrikt zóó hevig, dat hy krankzinnig van angst op den grond stort. Dd&r, in die spookachtige omgeving, ont vlamt de liefde van den markies voor Germaine, de nicht van den vrek Een lieve vondelinge, Serpolette, even eens door Gaspard opgevoed, ziet zich op eens door op de perkamenten, in 't slot gevonden, tot maikiezinne uitgeroepen. Haar vreugde is echter van korteu duur, want uit een zoekgeraakt blad van 't stads- register blijkt, d*t aan Germaine die titels toekomen. G&spard, de spokende, krankzinnige vrek, speelt door de opera heen als een sterk dramatische fuguur, sterk contrasteerende met den nobelen markies. De blufferige koetsier Grénicheux wordt door de markies ontmaskerd, wijl hij zelf de redder van Germaine geweest is. Nu nadert het einde, waarin »ze-mekaar- krijgen«, zooals in ieder opera pleegt te gebeuren. De vrek geneest en bekent en als de klokken van het kasteel luiden, schiet Amor twee harten stuk voor altijd. Dit alles w>rdt in melodieusen trant muzikaal geïllustreerd, boeiend en onder houdend. Het voert ons door bosscheu en ridderzalen, bij dag en nacht, door bloemrijke parken naar een feestelijke ontknooping. Bekende melodieën zijn in de muziek geweven. Een voorname rol vervullen de koret die voortdurend de solisten omstuwen visschers en boerenvolk, matrozen, soldaten, rechters, raadsheeren en een zielige baljuw, die op z'n ouden dag een gedwongen blauwtje loopt, z'n reputatie verliest en zelfs in een markttwist zijn pruik kwijt raakt. 't Is een-en-al levendige vroolykhriii, gemengd met bijgeloovigen angst - schil derachtige bedryvigheid in een Normandi eh visschersstadje. Over heel deze opera ligt een toon van Fransche blijgeestigheid. De keuze van Mannenkoor is wel een zeer gelukkige geweest, wijl ook muzikaal het geheel zóó in 't gehoor van hst publiek ligt. By de eerste opvoeringen te Parijs, Inter ook hier te lande, was het succes enorm, zoodat nog steeds deze comische opers* tot de meest populaire zangspelen behoort. Voor deze uitvoering ontwierp do heer H. Moerkerk een affiche alsmede eenige teekeoingeu voor de costumes. Dit affiche en deze teekeringen van de costuums der verschillende personen, die in dit stuk optreden, zijn geëxposeerd in de vitrines van den Muziekhandel Mosmars, Kerkstraat, 's Botch. Uitspraak van 17 Dec. 1926 455 Sr. H. v. V. Wyk, 15of2w.T.S. Gem. verord. J. W. L B.-Broek f 25 of 10 d. Jachtwet. A. S. Veen f 5 of 3 d. 460 Sr. A. S. Veen f 5 of 2 <1. Visscherywet. J. S. Veen f 0 50 of 1 d, J. v. d. W. W'dari) f 10 of 5 <1. v. v. Invaliditeitswet. A. B. W'dari), 23 X f 0.50 of 23 X 1 d-H. G. W'dam, 38 X f 0.50 of 38 X 1 d. Motorregl, A P. v. B. Wyk f 5 of 3 d. Binnenvaartregl, H. J. C, M. H. 's Bosch, f 5 of 3 d. Stierenregl. J. L. K. W'dam, J. K. v. L, Dussen, ie r f 1 of 1 d. Leerplicht. L. L. Dussen f 1 of 1 d. 427 Sr. A. K L. Kaatsheuvel f 3 of 2 d. M.R.wet, W. d. D. AndelG. v. R. Schyndel, ieder f 3 of 2 d. Prov wegenregl. .1 S. B. Broek F. C. Andel, ieder f3 of 2 d.C. M. D. en S. G. M. beide te Drongclen, C, v, d. M. Gen- deren, ieder f0.50 of ld.; C. d. J. Genderen en A. v. d. L. W'dam, ieder f3 of 2 d.; D. B Wyk f 2 of 2 d. Ryw. z. licht. C. A. v, d. H. Wijk, e. a. ieder f3 of 2 d. o Jfieawsblad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 5