Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
9n de Bommelerwaard.
io.4674 woeosdao 19 Januari
Jan Beerizen,
Onberispelijk haar.
T uberculose- bestrijding
v te Andel.
Stikstofbemesting op
grasland.
Binnenland.
De Doorvaart langs de
Westerschelde.
Burgerlijke Stand.
Ruime auto-
garage's
Station N.A.B.O.
SLEE ÜWIJK-'s BOSCH
BKHOORENDE BIJ HET
Woensdagavond werd alhier vanwege
de T.b.c.-vereeniging te Woudrichem, de
film vertoond »Achter de wolken schijnt
de *zon«, welke beoogt de tuberculose en
de bestrijding dezer vreeselijke ziekte in
beeld te brengen.
De Voorzitter der Afd., de heer Gies-
berts uit Woudrichem, opent de vergade
ring en deelt een en ander mede aangaande
de werkwijze der vereen., die o.m. door
het verschaffen van ligtenten, hst verbou
wen van woningen waar dit in het belang
der patiënten noodig is en het geregeld
laten bezoeken der patiënten, tracht de
tuberculose-lijders in deze omgeving zoo
veel mogelijk te helpen en de ziekte te
bestrijden.
Teneinde evenwel eenige meerdere be
kendheid, betreffende deze gevreesde volks
ziekte te geven en in hoofdstukken te laten
zien, wat de Centrale Vereeniging zoo al
in bet werk stelt, teneinde deze ziekte te
bestrijden en het lijden der patiënten te
verzachten, is door de Afd. besloten boven
genoemde film, welke is vervaardigd in
opdracht der Ned. Centrale Vereeniging
tot bestrijding der tuberculose, alhier te
vertoonen.
De film voert ons naar een armoedig
steegje, naar de woning van een schoen
maker, boven wiens hoofd zich donkere
wolken dreigend samenpakken. Het is
nog in den vroegen morgen, doch de vrouw
des huizes is reeds aan den arbeid, terwijl
de anders zoo ijverige schoenmaker nog
te bed ligt.
Het is h e m onmogelijk zoo vroegtijdig
het bed te veriaten, aangezien hij zich den
laatsten tijd steeds zoo moe en loom ge
voeld. En dan dat vermoeiende hoesten,
waarvoor hy maar geen afdoend middel
kan vinden.
Meerdere malen heeft de huisarts hem
reeds aangeraden, zich aan het Consultatie
bureau te laten onderzoeken, doch vader
heeft dezen welgemeenden raad steeds in
den wind geslagen.
Ook zijn dochtertje, liet kleine, bleeke,
magere Annetje, is even lusteloos als hij
en ondanks moeders vermanende woorden
om toch te eten, is ze reeds ettelyke malen
naar school gegaan met een leege maag.
Het is te begrypen, dat zoodoende op
school van leeren ook niet veel komt en
op zekeren dag besloot de onderwijzeres,
die hctf meisje weg zag kwijnen, haar door
den schoolarts te doen onderzoeken.
Deze is overtuigd, dat ingrypen hier
noodzakelijk is en geeft het kind een brief
mee, waarin hij adviseert ten spoedigste
den huisarts te raadplegen. Moeder sluit
zich by het advies van den schoolarts aan
en is van meening, dat zich thans de ge
legenheid voordoet om zich beiden te laten
onderzoeken, doch vader, welke inmiddels
ook het bed heeft verlaten, heeft er geen
ooren na. Hij wil van die flauwiteit
niets weten, 't Is allemaal maar kletspraat
van dien dokter, en om je duiten te doen,
aldus verzekerd hij. Neen, hy weet een
beter middel, dat onfeilbaar is. De drank,
die zal zyn moeiheid en loomheid verdrjjven.
Welaan dan, eerst een paar borrels genomen.
Aangezien hy nog een paar schoenen
bij een zyner cliënten moet bezorgen, ver
laat hij mopperend en kuchend zyne woning.
Op zyn terugweg passeert hy echter
toevallig een poort, waarop een biljet is
aangeplakt van het daar tijdelyk gevestigde
Tuberculosenrtu86um en aangezien de toe
gang vry is, besluit hij eens een kykje
te nemen.
Door een dokter wordt hy aldaarrond-
.geleid en van dezen hoort hy al datgene
wat in verband staat met het ontstaan,
genezen en voorkomen van tuberculose.
Hy vertelt hem van den Duitschen genees
heer Robert Koch, den grondlegger der
moderne bacteriologie en die beroemd is
geworden door de ontdekking van de
tuberkel- en cholerabacil.
Het gevaar voor besmetting door hoesten,
niezen, op den grond spuwen en het door
lyders by kleine kinderen slapen wordt
hem duidelijk gemaakt, terwyl dokter te
vens zegt, dat tuberculose door goede en
tydige behandeling, zoowel in een sanato
rium als thuis gehezen kan worden.
Goede voeding, licht, lucht en een ge
regelde leefwijze kunnen niet alleen de
tuberculose voorkomen, maar brengen ook
de genezing tot stand.
Als men bedenkt, dan in 1924 by na
8000 menschen in Nederland als slacht
offer dezer gevreesde ziekte zijn gevallen
zal men bovenstaande raadgevingen wel
in acht nemen.
Het betoog van den kundigen dokter
heeft hem geheel van zienswyze doen ver
anderen en ten spoedigste begaf hij zich
nu dan ook met zyn dochtertje naar het
Consultatiebureau, ten einde zich in de
Röntgen-kamer te laten onderzoeken. Voor
vaders gezondheid was het noodzakelijk
dat hij naar een sanatorium ging, terwijl
Annetje voor eenigen tyd den boer op
moest.
Aangezien vader steeds zegeltjes had
geplakt, kwamen de kosten ten bate van
den Raad van Arbeid.
De heerlyke dennenlucht, de koesterende
zonnewarmte en de ligging in de veranda,
waar licht en lucht vrij konden binnen
dringen, naast goede voeding, behandeling
en zindelijkheid deden vader spoedig zijn
levenskracht herwinnen, terwijl ook Ar.netje
in de zuivere buitenlucht spoedig herstelde.
Weldra keerden beiden weer huiswaarts
en verkondigde onze schoenmaker met
luide stem het nut der volkssanatoriums
en het menschlievend werk, dat door de
Nederlandsche Centrale vereeniging tot be
strijding der Tuberculose wordt gedaan.
De zon, welke achter zulke donkere wol
ken was schuil gegaan, straalde weer in
vollen heerlijken luister I
Na de vertooning van den film bracht
de Edelachtbare Heer A. D. van der Schans,
burgemeester dezer gemeente, een woord
van dank aan het Bestuur der Vereeniging
voor de vertooning van dezen leerzamen
film en tevens aan dokter Giesberts en
Juffrouw van Gooi voor het vele werk dat
zij in het belag der tuberculosebestrijding,
zoowel voor deze gemeente als de omgeving
steeds verrichten en spreekt de hoop uit,
dat de vertooning van dezen film aan dat
werk zal ten goede komen.
Neem eiken ochtend slechts een weinig
Purol, wryf het eerst even tusschen de
beide handen en strijk het dan door de
haren. Het haar wordt dadelyk zachter,
glanzend, wat donkerder getint en blyft
den geheelen dag onberispelijk.
(Een voorbeeld uit de practijk.)
Het is al 'n aantal jaren geleden, en
zeker was het voor men hier te lande miet
eene vrij krachtige propaganda voor eente
zware stikstofbemesting op grasland be
gon, dat een landbouwer op 'n zandbedrijf
in de buurt van mijn standplaats een,
aanvang maakte met een jaarjlijksch ge
bruik van vrij veel stikstof op zijn wei
land. De boerderij, die hij bewooqt, was
tengevolge van eene boedelscheiding op
eene zoodanige wijze verklieind, dat de
nieuwe eigenaar maar weinig blijvend gras
land overhield, en omdat hij, met het
oog op de verdere bemesting van zijn
bouwland en met het oog dus tevens opf
de totale inkomsten uit dit bedrijf njct
graag zijn veestapel wilde inkrimpen, was
hij genoodzaakt te probeeren, zijn betrek
kelijk kleine uitgestrektheid grasland tot
grootere productiviteit te brengen. Hij
deed dit door 'n regelmatig gebruik van
een aanzienlijke hoeveelheid stikstofhou-
dende kunstmeststoffen op zijne weiden.
Ik meen, dat het voor vele landbouwers'
nuttig zijn kan, eens eenigszins nauwkeu
rig te weten op welke wijze, ondier wélke
omstandigheden en met welke resultaten
hier wordt gewerkt. Eene beschrijving van
een en ander moge daarom hierond(er vol
gen i
Tot het bedrijf van dezen landbou
wer dan, behoort o.a. 3 H.A. grasland,
dat al zeer oud is en waar toch tot den
nazomer tien melkkoeien geriegleld vol
doende te eten vinden. Gehooid wordt
dit land nooit. De grond bestaat, voor
zoover de bovenlaag betreft, uit zland-
grond en ongeveer één steek ondier de
oppervlakte vindt men moer tot vrij groote
diepte. De ligging van het terrein is laag.
Hinder van droogte heeft men nooit en
de stand van het water in de omringende
sloten is zoo, dat het vee gedurendje den
geheelen weide-tijd daaruit drinken kan.
In den winter staat het water bijna met
het maaiveld gelijk.
In vroegere jaren werd dit grasland
door den vader van den tegenwoordigen
eigenaar geregeld en ook uitsluitend mtet
stalmest bemest. Alleen zij opgemjerkt, dat
men 14 tot 16 jaar geleden begonnen is
met elke 6 jaar eene kalibemle$tiing toe te
dienen, berekend tegen 1000 K.G. ge-
bluschte kalk per H.A.
De stalmest die men hier gebrjUiiktje,
werd dikwijls met aarde vermengd, zooals
in de zandstreken vaak wordt gedaan en
het staat zeker met deze gjeregelde stal-
mest-bewerking zonder kunstmest-gebruik
in verband, dat dit grasland voorheen fei
telijk geheel overeenkwam met oud gras
land ,dat men elders in de zandstreken
vond. Het maakte n.l. zeer sterk den in
druk zoogenaamd versleten te zijn. De
grassoorten ,die er groeiden, waren van
minderwaardige kwaliteit,, klavers werden
er geene of uiterst weinig g|evond|en en
er kwamen veel onkruidplanten voor. Het
is bekend, dat dergelijke percieelen gras
land in de zandstreken dikwijls omge
ploegd worden. Het land wordt dan ee
nige jaren als bouwland gebruikt en daar
na weer in hei gras gelegd. In hetgleval,
waarover hier door mij geschreven wordt,
is dit omscheuren echter niet gebeurd.
De boven beschreven bemestings-methode
is evenwel sinds zes jaar, d.i. zoolang de
tegenwoordige eigenaar de boerderij be
heert, zeer ingrijpend gewijzigd. De be
mesting mei kalk op de zoo pas aange
geven wijze, wordt wel is waar voortge-'
zet, maar overigens wordt het land uit
sluitend met kunstmest bemest. Per H.A.
en per jaar wordt geregeld gegfevqn:
700 a 800 K.G. slakkenmeel
en 600 a 800 K.G. Kalizout van 200/o
terwijl daarbij voorts reeds eenige keeren
per jaar eene bemesting m'et stikstofhou-
dende kunstmest wordt toegediend. Als
zoodanig wordt hoofdzakelijk van zwa
velzure ammoniak gebruik gemaakt. In
een bepaaldgeval wordt ook wat chili-
salpeter gegeven en, voor zoovier doze be
schikbaar is, wordt ook gier aangewend.
De geheele wijze van doen, komt op het
volgende neer.
De gier ,die op deze boerderij wordt
geproduceerd, wordt in de eerste plaats
gebruikt voor bemesting van het land,
waar aardappelen, bieten of haver zullen
worden verbouwd. Die, welke er ov,er
blijft, wordt in de eerste dagen van April
op het grasland gebracht en wel in eene
hoeveelheid van 10 a 11 duizend liter
per H.A. Dit zJelfde grasland, dat die
gierbemesting heeft ontvangen, krijgt om
streeks half Juni 150 K.G. chili per
bunder.
De perceelen grasland, die geen gier
ontvangen, worden omstreeks half April
bemest met 100 K.G. zwavelzure ammo
niak, plm. half Mei wederom met 100
K.G. zwav. ammoniak en plm. half Juni
nogmaals met dezelfde hoeveelheid van
deze meststof. Al deze kwantiteiten zijn
per H.A. bedoeld. Het grasland, dat om
streeks half Juni vrij komt, omdat het
vee daaruit naar een ander perceel wordt
gebracht, ontvangt dan nog 100 K.G. chi-
lisalpeter per bunder.
Het is te begrijpen, dat door deze wij
ziging in de bemesting, vergeleken bij
die van vroegere jaren, ook een heele ver
andering in den toestand van het land is
ontstaan. Het onkruid is bijna geheel ver
dwenen,-de slechte grassen hebben plaats
gemaakt voor goede en de klaverplanten
hebben zich sterk vermenigvuldigd.
Voorts staat met dit pen en ander in ver
band, dat de tien melkkoeien, waarvan
hierboven sprake is, tot het begin Aug.-
volop te eten hebben op dezie 3 H.A.
grasland. Na dien tijd krijgen ze nog
1 H.A. etgroen (is toemaat) erbij en als
het September isgeworden, gaat mjen
wat koek bijvoeren in de weide. Hotëveel
dit is, is moeilijk te zeggen, 't Hangt
van verschillende omstandigheden af; voor
namelijk van den tijd van het kalven der
koeien. Gemiddeld is het ongeveer twee
K.G. per koe en per dag.
Over de wijze van gebruik en de ver
pleging van zijn weiden deelde de eigenaar
mij het volgende mee.
Het land ligt in vijf perceelen, namel.
4, die elk een halve H.A. groot zijn en 1
van een H.A., het vee wordt dus dikwijls
van het eene perceel naar het andere ge
bracht. Op. de kleine perceeljen loopjen
ze gemiddeld zes dagen achtereen en op
het groote plm. 12 dagen. Van het erg
kort afbijten van de planten is de eige
naar geen voorstander. Hij is van meening
dat de planten vlugger weer flink uit
schieten als ze niet te kort afgegraasd,
zijn. Vtoorts houdt men zich ook niet
bezig met het geregelde uitspreiden van
de vaste uitwerpselen der wjeidiende die
ren. Gevreesd wordt, dat het gras dan te'
veel met mest wordt bevu/ld en die die
ren het dan minder graag zullen eten.
Wel wordt er op geregelde tijden gebloot,
maar overigens vindt men het niet nood
zakelijk, nog verdere bijzondere verple-
gingsmaatregelen toe te passen, het slech
ten der molshoopen buiten beschouwing
gelaten.
Voor het zooveel mogelijk profiteeren
van het grasland is de boven beschreven
verdeeling in vijf perceelen natuurlijk ook
wel van belang. Dit zal stellig ten ge
volge hebben, dat minder gras onder de
pooten der dieren door vertrapping ver
loren gaat. Voorts komen de koeien onder
deze omstandigheden ook dikwijls in een
versche weide en de landbouwer hieeft
de ervaring opgedaan, dat hij, aldus han
delende, slechts zeer geringe schommelin
gen in de melkopbrengst waarneemt.
Wat deze melkopbrengst betreft, ik ben
tot mijn spijt niet in staat tot in alle bij1-
zonderheden veel hierover wrede te deelen.
Het moge voldoende zijn, als ik zeg, dat
deze tien koeien te zamen per jaar pro-
duceeren plm. 40760 liter melk. Hierin
is ook begrepen de melk, die voor eigen
gebruik in de huishouding noodig is.
De koeien waar van hier sprake is, be-
hooren grootendeels tot het Zwartbonte
Hollandsch veeslag en ook zijn er een paar
rood-bonte bij. 't Is geen stamboek vee en
er zijn ook geen pogingen ijn het werk
gesteld om speciaal uit zeer melkrijke sla
gen individuen machtig te worden. Het
zijn dus gewone melkkoeien, zooals men
er ook elders in de zandstreken van Wjes-
telijk Noordbrabant vele vindt.
Na het bovenstaande zij het mij tenslot
te vergund nog de opmerking! te maken,
dat er in den laatsten tijd veel propaganda
voor het gebruik van veel stikstof op'
grasland wordt gemaakt, ook bij ons te
lande, maar in het buitenland, met name
in Duitschland en Denemarken, houdt men
zich daarmee al langeren tijd bezig. Voor
zoover mij bekend is, zijn daar op ver
schillende plaatsen ook reeds gunstige re
sultaten verkregen, d.w.z. uitkomsten, die
er op wijzen, dat dikwijls veel meer stik
stof met voordeel op grasland gebruikt
kan worden, dan tot dusverre wordt aan
gewend.
Het voorbeeld üat ik hierboven be
schreven heb en waar ik iw de buurt van
mijn woonplaats n.l. te Ginniken, ken
nis mee maakte, heeft betrekking op gras
land, dat zeer zeker wat de watervoor
ziening betreft, onder bijzondere omstan
digheden verkeert. De tijd zal nog moeten
leeren hoe de resultaten zullen zijn, als
de toestanden o.a. met betrekking toti
grondsoort en watervoorziening anders
zijn. Het is om deze reden, dat meerdere
landbouwers, naar ik hoop, door deze
beschrijving tot proefnemingen in bedoel
de richting aangespoord zullen worden,
en men behoeft zich hierbij zieer zéker
volstrekt niet tot de zandgronden alleen te
bepalen en ook niet alleen tot di,e gron
den, waar men 'n hoogen grondwater
stand heeft.
Ik heb hierboven de toestanden be
schreven, zooals «ze werkelijk zijn, maar
bedoel hiermee volstrekt niet, dat men bij
eventueele proefnemingen, deze bemes-
tingsmetnode precies moet navolgen. Men
kan b.v. de stikstofbemesting ook zeer
goed deels uit ureum laten bestaa i en dan
heeft deze meststof, die 46 pCt. stikstof
bevat, het voordeel, dat ze zeer snel werkt,
volkomen onschadelijk is voor de dieren
en dus desnoods tusschen het weidende
vee op het land kan worden uitge
strooid.
Voor zoover men de proeven op zand
grond neemt, meen ik dat men vooral
daar, wel kans zal hebben op gunstige
resultaten, waar men op geregelde tijden
van matige hoeveelheden schuimaarde ge
bruik heeft gemaakt. De kalktoestand moet
n.l. voor den grasgroei op humushou-
dende zandgronden ongeveer nul zijn
en als men bovenbedoelde schuimaarde
bemestingen heeft .toegepast, dan zal de
kalktoestand over 't algemeen althans waar
schijnlijk korter bij 't gewenschte punt zijn
dan daar, waar zoo'n bemesting met schuim
aarde niet heeft plaats gevonden. De
goede werking van schuimaarde voor den
grasgroei o.a. op zandgrond is in Wes
telijk Noordbrabant zeer goed bekend en
ik meen dit zeer zeker met den kalktoe
stand van den grond in verband te moe
ten brengen.
De Rijkslandbouwconsulent,
H. E. HUIZENGA.
Breda, 8-l-'27.
De landbouwer, op wiens be
drijf bovenstaande beschrijving betrek
king heeft, heeft er geen bezwaar te
gen dat zijn naam bekend wordt ge
maakt. Men kan dezen dus ten allen
tijde van mij gewaar worden. Hij heeft
er echter wel bezwaar tegen, dat zijn
naam in couranten en brochures prijkt.
Ik heb dit bezwaar meenen te moeten
eerbiedigen.
Bezoek
van ouds bekend
H6tel
Café Restaurant
Uitspanning.
St. Janstraat 10-12
'8 BOSCH.
Tel. Interc. 436
IV- >.j
Mededeelingen van den Belgischen Mi
nister.
Minister Vandervelde heeft eenige da
gen geleden schriftelijk geantwoord op
de vragen, die senator Lamborelle hem
had gesteld met betrekking tot het N.ed.-
Belgische Verdrag en het Scheid-regime.
Uit het antwoord van den Minister
Vandervelde blijkt op de eerste plaats,
dat de rechten van Nederland op het
Nederlandsche g edeelte van de Schelde die
zijn van eiken souvereinen Staat, in* zoo
verre zij niet beperkt worden door inter
nationale overeenkomsten.
In de commissie van herziening van de
verdragen van 1839, de zoogenaamde com
missie van XIV, die in 1919 en 1920 in
gesteld werd, heeft de Belgische dele
gatie de stelling verdedigd, dat een derge
lijke beperking inderdaad bestond, daar
bij steunende op een sinds jaren gevolgde
gewoonte betreffende de doorvaart van
Belgische Oorlogsschepen langs de Neder
landsche Schelde. Die stelling werd ech
ter door de afgevaardigden der andere mo
gendheden in de commissie van XIV)
(Amerika, Engeland, Frankrijk, Italië en
Japan) verworpen, als zijnde niet in over
eenstemming met de beslissing van den
Oppersten raad (4 Juni 1919), waardoor
iedere oplossing werd uitgesloten, die eerr
overdracht van souvereniteit of het schep
pen van een internationaal servituut zou
hebben ingesloten.
Onder zulke voorwaarden blijkt het dus
onbetwistbaar, dat Nederland, daar zijn
souvereiniteit niet is beperkt door eenig
internationaal accoord, het recht heeft,
het Nederlandsche gedeelte van de Schel
de voor alle oorlogsschepen, van welke
nationaliteit dan ook, gesloten te houden,
(behalve natuurlijk de verplichtingen, wel
ke voor ons land voortvloeien uit het
Volkenbondspact.)
Dit is het antwoord van den Belgischen
Minister van Buitenlandsche Zaken, een
antwoord ,dat niet anders luiden kon.
De meesten, die het Nederlandsch-Bel-
gisch Verdrag in Holland dan ook cri-
tisch beschouwen, vallen voor het meeren-
deel niet over de vraag, of Nederland, in
vrede of in oorlog, de Schelde sluiten kan
iets waartoe wij volkomen gerechtigd
blijven doch over een menigte andere
kwesties van meer internen, wij zouden
haast zeggen van meer huiselijken aard.
Hoofdzaak blijft voor de meesten, of
het Nederlandsch-Belgische Verdrag on
zen handel al of niet schade zial doen,
voor anderen weder de vraag, of er vol
doende n ationaliteitsgevoel uit het Neder
landsche gedeelte van bovengenoemd ver
drag spreekt.
Wat de Eerste Kamer zal doen? Wij
wetën het niet. Binnen eenige dagen zal
er een beschouwing van onzen Senaat
komen. Zal deze beïnvloed blijken door
de verschillende adressen die hem hebben
bereikt? Zal het oordeel der Leden over
eenstemmen, met wat men, niettegenstaan
de het votum der Tweede Kamter, ge
rust de meerderheid van het Nederland
sche Volk kan noemen?
De tijd zal het moeten leeren. In ieder
geval ziet een ieder mlet belangstelling
naar de behandeling van de aangelegen
heid uit. Valt in de Eerste Kamer een be
slissing overeenkomstig aan die, der Twee
de Kamer, dan komt het Nederlandsch-
Belgisch Verdrag tot stand. Wij meenen
echter te kunnen gelooven, dat aanneming
van het Verdrag in 2ijn huidigen vorm
door de Eerste Kamer wel uitgesloten
zal zijn. Zeer waarschijnlijk zullen daarin
eenige veranderingen worden aangebracht,
die, volgens de meening van talloozen,
noodwendig aangebracht moeten worden.
Laten wij niet op de feiten vooruitloo-
pen. Wij moeten afwachten.
ANDEL, over December 1926.
Geboren: Cornelis, z. v. AVerwys
en S. J. van Eeten Huibert, z. v. G. de
Fyter en N. de Fyter Elizabeth Hendrina,
d. v. J. Nieuwenhuizen en A. Verschoor.
Getrouwd: R. F, Stam 23 j. en
W". Pieterse 21 j.
Overleden: Hendrikje Torsius 73 j.,
wed. van E. G. Overkamp Jannige Kuil
68 j., wed. van T. v. Tilborg Johanna
Cornelia van Hemert 81 j. wed, van J.
van Andel.
HERPT. over December 1926.
Geboren: Cornelia Gerdina, d. v.
Jac. van Lang en W. M, Rijken Petrus
Jacobus, z, v. P. Jac. v. d. Broek en Joh.
E. de Wilt.
Overleden: Anna M. J. Buys, 48 j.
WOUDRICHEM,
Geboren: Barbera Rebekka, d. v.
L. G. de Joode en B. R. Berm.
Overleden: Adriaan Baks, 21 j.
Nieuwsblad