Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaartl.
ft WL
Parlementair Overzicht.
BEHOORENDE BIJ HET
Dan was daar nog het voorstel in zake
opheffing van 33 kantongerechten. (Reeds
in het Woensdagnummer opgenomen).
Bij het wetsontwerp betreffende steun
aan mobilisatie slachtoffers, waarbij een
jaarlijksche uitkeering in ééns werd voor
gesteld, varieerend van f100 tot f 300,
waren vooral de heeren Oud, v.d., en ter
Laan, s.da.p., teleurgesteld. De heer ter
Laan diende een voorstel in., beoogende
verhooging der uitkeeringen tot bedragen
varieerend f 200 tot f 700. En de heer
Oud, diende een motie in, waarin, hij een
andere regeling vroeg en waarbij aan, de
slachtoffers uitkeeringen op rechtsaanspra
ken worden toegekend. Natuurlijk was de
heer Lou de Visser nog erger ontevreden,
dan de beide voorgaande heeren. Had de
heer ter Laan nog verklaard, dat de sol
daten, die ongelukkig in dienst zijn gewor
den, worden weggeschopt als oucl vuil,
de lieer de Visser legde er nog een schep
je op en riep, dat de regeering de mobili
satieslachtoffers mishandelde. Zulks, om
dat minister Lambooy had verklaard, bij
aanneming van de motie-ter Laan, het
wetsontwerp te zullen intrekken. Ten slotte
werden de beide moties ter Laa'n en Oud
verworpen en het wetsvoorstel z.h.s. goed
gekeurd.
De Tweede Kamer blijkbaar van mee
ning, dat de aandacht van, het publiek
vooral niet mag worden afgeleid van de
eindelooze verdragsdebatten in den, senaat,
ging een paar dagen met vacantie, om de
wetsontwerpen op de naamlooze vennoot
schappen te bestudeeren.
Merwedekanaal zou voor Amsterdam geen
stuk verloren gaan. Ook het kosten-vraag-
stuk was overdreven. Bij aanneming van
het verdrag, dienden beide landen zich
omtrent de aanlegkosten te verstaan.
Kwam men niet tot overeenstemming,
welnu, er was niets omtrent arbitrage be-
oaald, zoodat België ons nooit kon dwin
gen arbitrage te aanvaarden. Er was ver
der niets veranderd aan ons recht om Bel
gische oorlogsschepen niet op; de Schelde
oe te laten. Maar ook bij zijn partijge-
nooten vond de heer van, Catwijck geen
onverdeelde instemming. Baron de Vos van
Steen wijk verliet tijdens de rede demon
stratief de zaal. Ook de heer v. d. Hoe
ven was tegen, net als de heeren Blomjous,
r.k., Polak, s.d., jhr. de Muralt, v.b., de
heer v. d. Lande, r.k.,, Briët, a.r., Kos
ter, b.v., Westerdijk, v.d., v. d. Bergh,
v.b. Telkens en telkens werden de bezwa
ren weer herhaald, die kanalen, het Schel-
deregime. .Waarom is dat verzet tegen het
kanaal Antwerpen-Moerdijk niet eerder ge
komen? vroeg minister v. Karnebeek mis
moedig. Omdat de gevaren er pas later
van zijn ingezien, riposteerde de heer v.
d. Bergh, v.b. En zoo gaat het voort,
spreker na spreker. Vóór tegen, tegen vóór.
Minister van Karnebeek heeft zoo meteen
een zware taak. Zal de taak onuitvoer
baar blijken? Het verzet te groot? De
voorstanders zijn niet optimistisch. Maar
minister van Karnebeek heeft het laatste
woord nog niet gesproken. Er is nog niets
definitiefs te zeggen. En er moeten nog
zooveel redevoeringen gehouden worden.
POLITICUS.
Vergadering van den raad der gemeente
DE WERKEN EN SLEEUWIJK op
Woensdag 16 Maart des nam. half twee.
Voorzitter: Ed. Achtb. Heer W. Beu
kenkamp.
Secretaris: WelEd. Heer G. Vos.
Aanwezig alle leden, behalve de heer
de Boon en Pellikaan.
In de Eerste Kamer vloeit een eindelooze
stroom van redevoeringen, met eindeloos
herhaalde argumenten, vóór en tegen., voor
al tegen, het Ned.-Belg. verdrag over de
geduldige toehoorders. De bezwaren wor
den uit den treure herhaald, door verte
genwoordigers van diverse fracties. In de
eerste plaats de kanalen, dan de beheer
commissie over de Schelde; onze souve-
reiniteit werd door dit regime meer be
perkt dan billijk en rechtvaardig is, ver
klaarde prof. de Savornin Lohman, c.h.,
De heer Rink, v.b., had twee politieke
bezwaren, n.l. de beperking van de vol
ledige jurisdictie welke eiken onafhanke-
1 ijken staat toekomt, en het onzeker stel
len van hetgeen tot dufsver niet onzeker
was, van ons recht om Belgische oorlogs
schepen, ook in tijd van oorlog te weren,
Een grondwettelijk bezwaar erkende hij
echter niet.
Een stem vóór kwam er van de zijde
van Baron van Wassenaar van Catwijck,
c.h., die inzake het Moerdijkkanaal op
merkte, dat voor Amsterdam geen groot
nadeel daardoor zou ontstaan. Door het
Verzoek van den heer Bras, brandstof-
fenhandelaar, waarin deze mededeelt aan
de leverantie van kolen aan het gemeente
bestuur een strop te hebben gehad, waar
om hij verzoekt hem terwille te zijn en
hem een kleine tegemoetkoming te schen
ken.
De' Voorzitter zegt dat B. en W. van
oordeel zijn, dat aan dat verzoek moei
lijk is te voldoen. De steenkolenhandelaar
Koek had ingeschreven voor steenkolen
voor 1,79, eierkolen f 1,49 per H. L.
Bras voor steenkolen 1,525, eierkolen f 1,24
en voor de Werken steenkolen, voor f 1,625
B. en W. meenden dat Bras nog ouden
voorrad had en nu vraagt hij het zoo te
schikken dat hij f 1,90 per H.L. zou ont
vangen, het college is van oordeel dat
aan het verzoek niet kan worden voldaan.
De heer Gulden merkt op, dat de Voor
zitter in zlfh toelichting zegt dat B. en
W. meenden dat Bras tijdens de aanbeste
ding voorraad van kolen zou hebben ge
had, hebben B. en W. zich daarvan over
tuigd? Dan zou dit de grondslag kunnen
vormen om afwijzend te beschikken, doch
men zou dan niet moeten zeggen dat men
meent dat er voorraad was. Spr. vindt het
'ook een moeilijke kwestie om op het ver
zoek in te gaan. Is de man er door on
voorziene omstandigheden echter in ge-
loopen, dan schijnt het spreker niet on
redelijk dat eenige tegemoetkoming wordt
gegeven, al is het dan ook dat men tot
het bedrag van f 1,90 per mud vergoedt.
Het betreft een jong zakenman, die mis
schien een goede kans krijgt zich behoor
lijk te vestigen, door stroppen wordt dit
des te moeilijker voor hem.
De heer Walraven is het hiermede niet
eens. De kwestie is zoo dat er publiek
is ingeschreven. B. en W. behoevien, n,iet
te onderzoeken of er oude voorraad is of
niet. Als men in den. vermeenden strop
gaat tegemoet komen, zal de andere in
schrijver misschien zeggen, ik had ze voor
het ingeschreven bedrag geleverd. Als
het al was, zou men niet meer dan
een cent of 5 kunnen vergoeden, althans
zeker niet boven het bedrag mogen gaan,
waarvoor de ander heeft ingeschreven.
Doch spreker is er tegen vergoeding te
geven, door zaken te doen moet men_ lee-
ren, 'tis jammer als de man er efn strop
strop aan heeft jgjphad, doch op het ver
zoek in te gaan is naar spreker's mee
ning onmogelijk.
De Voorzitter zegt, dat het niet aan
gaat, om, zooals de heer Gulden beweert,
van B. en W. te verlangen, dat zij' bewij
zen dat er ouden voorraad was. Gaat
men hiernaar bij de betrokkene informee-
ren, dan kan men bezwaarlijk aannemen,
dat hij zeggen zal, dat hij' voorraad had,
dus hoe moet men dit bewijzen. Daarbij
in den tijd der aanbesteding was de ko-
lenstaking er reeds. Spreker stemt toe,
dat de prijs der kolen verder is opge-
loopen, dan men toen. mocht verwach
ten, doch Bras had nog al ouden voor
raad. Spreker is het mét den heer Wal
raven eens dat men moeilijk op het ver
zoek kan-ingaan, waar Koek voor f 1,49
en Bras voor f 1,42 heeft ingeschreven,
maakt dit slechts een verschil van 7 ct.
per H. L., voor de 20 H. L. slechts f 1,40.
De heer v. Driel vraagt, wanneer de
inschrijving heeft plaats gehad, waarop
de Voorzitter antwoordt, in de maand
September. De heer v. Driel zegt hier
op dat hij in 't laatst van September bij
Bras is geweest en deze toen nog veel
voorraad had, daarbij Bras is slechts tus-
schenhandelaar, de leverancier is eigen
lijk de handelaar v. d. Spek uit Gorinchem.
De heer v. Arkel verklaart in October
nog 20 mud te hebben ontvangen voor
f 1,50.
De heer Gulden zegt dat hij zijn mee
ning heel te goeder, trouw heeft gezegd
en daarbij slechts rekening heeft gehou
den met de buitengewone onvoorziene om
standigheden, na de gevoerde discussie
kan hij zich evenwel goed met het voor
stel van B. en W. vereenigen..
Nota van aanmerkingen, op de gemeen
tebegroting.
Deze aanmerkingen zijn, slechts van ad
ministratieven aard, zoodat ze in handen
van B. en W. worden gesteld ter afdoe
ning.
Verzoek van het Wit-Gele Kruis om
een subsidie ter bestrijding van de kin
dersterfte. B. en W. stellen mét het oog
op 't algemeen belang voor een subsidie van
f 10 toe te kennen.
De heer Gulden wil zijn instemming be
tuigen met het voorstel van B. en W.
want de kindersterfte in de provincie
Noordbrabant is zeer hoog, daarom doet
het spreker buitengewoon veel genoegen,
dat het voorstel van B. en W. anders
luidt als bij een vorige aanvrage.
De Voorzitter gelooft niet dat er reeds
eerder eenzelfde verzoek is ingekomen, de
Secretaris zal dit evenwel bij gelegen
heid wel eens nazien.
Schrijven van den heer A. Dekker, waar
in hij kenrtis geeft, ontslag te nemen als
lid der Schattingscommissie. Wordt aan
genomen voor kennisgeving.
Bericht van Ged. St., dat afwijzend is
beschikt op het beroep tegen den fo
rensen-aanslag van. J. J. v. Oord.
B. en W. stellen voor tegen deze be
slissing niet in beroep te gaan, omdat
de jurisprudentie gelijk is gebleven.
De heer Gulden vraagt, waarop de aan
slag was gebaseerd.
De Voorzitter antwoordt, dat dit ge
heel op wettelijke gronden was geschied.
De heer v. Oord heeft in de gemeente
een inrichting beschikbaar tot uitoefening
van Zijn bedrijf. De Raad van State acht
dit een motief.om iemand in de forensen
belasting aan te slaan. In. 1925, onder Mi
nister Colijn, is hiervan echter afgeweken
en thans is het noodig dat 't bedrijf persoon
lijk wordt uitgeoefend. Zoolang er dus geen
wetswijziging komt, heeft men met hooger
beroep weinig of geen kans op succes.
Spreker stelt voor ook te berusten in de
beslissing van Ged. Staten, inzake de fo
rensenbelasting van, T. de Klerk, notaris
Paap, M. J. v. Oord, en C. H. Bogers.
De raad gaat met dit voorstel accoord.
Voorschot van f 500 aan de Bijzondere
Lagere School. B. en W. stellen voor,
overeenkomstig de wet, aan het verzoek
te voldoen, met welk voorstel de raad
accoord gaat.
Beredeneerd verslag Volkshuisvesting.
Wordt ter inzage gelegd.
Voorstel van B. en W. tot verlaging
der zekerheidsstelling van den Gemeente-
Ontvanger.
De Voorzitter zegt dat een zekerheids
stelling is aangevraagd van f 8893,33. De
Vereeniging die deze zekerheidsstelling ver
schaft heeft de bescheiden ontvangen en
daaruit is gebleken, dat deze zekerheids
stelling niet zoo hoog behoeft te zijn.
Omdat de Gem.-Ontvanger geen hooger
bedrag in kas mag hebben dan f 1000 en
de gemeente met de Bank van Nederland-
sche gemeenten een overeenkomst heeft
gesloten, dat de gestorte bedraden niet
mogen worden opgenomen zonder mach
tiging van Burg. en Weth., wordt een
zekerheidsstelling van f 5000 voldoende ge
acht. Ged. Staten, hierover advies ge
vraagd, deelden mede, dan tegen deze ver
laging hunnerzijds geen. bezwaar bestond.
Walraven. Is deze verlaging ook 'in het
belang van de gemeente, het persoonlijke
wil ik er geheel buiten laten, doch de wet
schrijft voor dat een tiende van de ont
vangsten als borgstelling moeten gelden.
Wij kunnen wel verlagen,, doch dit ligt
niet in den geest van den raad. Toen ik
dit punt op de agenda zag staan, dacht
ik: storm verwacht, attentiesein neer, hoe
kan dat, ik wist niet wat ik er van denken
moest. De vraag is zijn wij met deze
verlaging gevrijwaard voor de wet en
voor onze gemeente?
Voorzitter. Het voorstel is juist over
eenkomstig de wet. Als door den raad
bepaald is, dat de Ontvanger slechts een
zeker bedrag in kas mag hebben en het
meerdere moet overstorten, dan zegt de
wet, dat met een minder bedrag als borg
stelling kan worden volstaan, onder goed-
keuring van Ged. Staten.
Walraven. Ik kan mij er niet mede ver
eenigen.
Gulden. Het standpunt door den heer
Walraven ingenomen, is ook het mijne
zonder wantrouwen tegenover den per
soon, dit laat ik er buiten, bewijst de prak
tijk toch, nog slechts kort geleden, dat
door een gemeente-ambtenaar malversa-
tie's Zijn gepleegd, die zijn ^borgstelling
verre overtroffen. Ik vind het onaange
naam, dat nu de ambtenaar reeds is be
noemd op een borgstelling van. ruim f 8000
men nu afhet het voorstel komt deze te ver
lagen tot f 5000, dit was beter en aange
namer "als dit reeds Van te voren in het
reine was geweest. Ik voor mij wil tot
deze verlaging in geen enkel opzicht me
dewerken. Hoewel ik geen feiten kan. aan
voeren, zijn mij vrijwel officieele geruch
ten ter oore gekomen, die niet pleiten
voor de voorgestelde verlaging. Ter over
tuiging wil ik een voorbeeld noemen, uit
zeer betrouwbare bron.
Voorz. Geen persoonlijkheden, U hebt
het over den Ontvanger en, deze is hier niet
tegenwoordig en mag zich hi et verde
digen, het is ook niet mijne bedoeling,
het raadslid Koman, als belanghebbende
over deze kwestie te doen meestemmen.
Gulden. Wat ik ga zeggen is niet pret
tig voor den betrokkene en ik voel er
weinig .voor het te zeggen.- Doch ik voel
mij verplicht in het belang der gemeente
de raadsleden kenbaar te maken, wat ik
weet en waarvan ik de betrouwwbaarheid
niet in twijfel trek. Ik stel er evenwel
geen prijs op dit in een openb. vergadering
te zeggen.
Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar te
gen aan het verzoek van mijnheer Gulden
te voldoen en de vergadering te schor
sen.
v. Straten. De vorige spreker heeft ge
zegd, dat hij zijn bezwaren wil doen
kennen om de belangen der gemeente te
dienen, ik stel er ook prijs op even in
de openbare vergadering te zeggen, dat
ik bij het uitbrengen van mijn. stem ook
het belang der gemeente zal dienen, al
ben ik misschien van ander gevoelen.
Koman. En ik wil als raadslid even zeg
gen, dat mij niets bekend is, dat het dag
licht niet mag zien.
Hierop schorst de Voorzitter de open
bare vergadering en gaat de raad over in
geheime zifting. Na heropening te 3,55
uur zegt de heer Koman, dat hij wil voor
stellen om de geheimhouding over het ge
sprokene in de besloten vergadering op
te heffen, zoodat dit ter algemeene kennis
kan worden gebracht.
Voorzitter. Dat kan als de raad daartoe
besluit en de geheimhouding wil prijs ge
ven.
v. Driel. Ja, daar ben ik voor.
Walraven. Neen, ik ben er tegen.
Koman. Ik vind dat het gerust in het
publiek mag worden gezegd.
Walraven. Ik ben er tegen op grond
van Wethouder Verhagen.
Koman. Daar wordt Verhagen niets me
de gekwetst.
Gulden. U hebt gelijk, van Uw stand
punt zou ik hetzelfde verlangen.
Voorzitter. Er ligt rehabilitatie in voor
Wethouder Koman.
v.' t Sant. Hoewel ik het standpunt van
Weth. Koman kan deelen, zou ik het niet
doen, omdat het ageeren is tegen Weth.
Verhagen.
Koman. Het is geen ageeren tegen Wet
houder Verhagen.
Voorzitter. In Uw voorstel ligt reeds de
rehabilitatie opgesloten.
Het voorstel van Wethouder Koman, om
de geheimhouding op te heffen, hierop in
stemming gebracht wordt verworpen met
5 tegen 4 jstemmen. Vóór stemden de hee
ren v. Driel, Gulden, v.'tSant en Koman.
Koman. Al zal het mijn kop kosten, ik
hou het niet geheim.
Voorzitter. U mag het niet bekend ma
ken.
Hierop wordt het voorstel van B. en
W. in stemming gebracht oin de zekcr-
heidsstelling van den Gem.-Ontvanger te
verlagen." Vóór dit voorstel stemmen de
heeren v. Driel, v. 't Sant, Verhagen en
v. Straten, tegen, de heeren Gulden, Dek
ker, v. Arkel en Walraven. De heer Ko
man bleef buiten stemming. Aangezien de
stemmen dus staken zal het voorstel in
de eerstvolgende vergadering opnieuw aan
de orde worden gebracht.
Ontwerp besluit tot het aangaan eener
rekening-courant overeenkomst met de Bank
voor Ned. Gemeenten voor de opneming
en storting van kasgeld.
De Voorzitter zegt dat het slechts een
formeele kwestie betreft, deze overeen
komst wordt elk jaar aangegaan. Beslo
ten wordt deze overeenkomst aan te gaan
tot een bedrag van ten hoogste f 10,000
ia 5 'pCt., terwijl ook het overtollige kas
geld bij de Bank zal worden gestort, waar
voor deze een rente van 21/2 pCt. zal
vergoeden.
Benoeming van leden der Schattings
commissie Inkomstenbelasting.
De aftredende leden D. Koman, A. v.
d. Stelt Czn. en L. B. v. Straten, worden
herbenoemd.
In de vacature ontstaan door het be
danken van den heer A. Dekker wordt bij
de tweede stemming met 5 van de 8 stem
men gekozen de heer v. 'tSant.
Benoeming van leden en plaatsvervan
gende leden der stembureaux voor de ver
kiezing van leden der Prov. Staten en den
gemeenteraad.
Vorfr. het stemdistrict I worden benoemd
de heeren C. Verhagen, D. v. Arkel en als
plaatsvervangers L. v. 't Sant en A. Kolf.
Voor stemdistrict II de heeren O. Wal
raven,- C. Pellikaan en W. J. Gulden,
plaatsvervangers J. v. d. Stelt en H. de
Ruiter.
Voor stemdistrict III de heeren L. W. v.
Straten, D. Koman en K. C. de Boon,
plaatsvervangers W. v. Driel en A. Dek
ker. Voor het Hoofdstembureau de heeren
C. Pellikaan, D. v. Andel, C. Verhagen
en A. Kolf, plaatsvervangers W>. J. Gulden,
Donker en v. 't Sant.
Af- en overschrijving begrooting 1927.
De Voorzitter deelt mede dat de heer
v. d. Assem, administrateur van het G.E.B.
door B. en W. met ingang van, 1 Maart
is benoemd tot klerk ter secretarie. Aan
gezien zijn bezoldiging tot heden, geschied
de uit den post schrijfloonen, moet daar
voor thans een begrotingswijziging plaats
hebben, tevens moet de begrooting gewij
zigd worden, met het oog op het ontvan
gen en verstrekte voorschot van f 3200,
ingevolge de Landarbeiderswet.
Zonder discussie aldus besloten. Het
zelfde geschiedt met de begrootingswij
ziging 1926 waarvan enkele postjes moe
ten worden gewijzigd.
Aanbieding plannen los- en laadplaats.
De Voorzitter zegt dat ingevolge op
dracht van den raad het de bedoeling
van B. en W. is een los- en laadplaats aan
te leggen bij de haven, waarvoor een cre-
diet van f 10,000 is toegestaan. Een com
missie buiten de raadsleden en een, com
missie uit den raad zijn tenslotte gekomen
tot het plan, dat hierbij den raad wordt
aangeboden. Dit plan is verder opge
maakt in overleg met den Ingenieur van
den Rijkswaterstaat. B. en W. vragen den
raad thans machtiging om tot aanbesteding
over te gaan.
De heer Walraven vindt ,dat, met het
oog op zware vrachten, de buitenmuur
wel Wat dun is, hij acht het beter deze
wat zwaarder te nemen. Spreker heeft
wel tegen de plannen, gestemd, omdat hij
de kosten te hoog vond, als men echter
de los- en laadplaats gaat maken dan moet
men het goed doen.
De Voorzitter zegt dat de plannen zijn
gemaakt in overleg met den bouwkundige
Schermers uit den Nieuwendijk en deze
acht de muur zwaar genoeg, ook B. en W.
hadden hetzelfde bezwaar geopperd als de
heer Walraven.
De heer Gulden deelt het bezwaar van
den heer Walraven, verder heeft spreker
nog een bezwaar, n.l. dat een architect
buiten de gemeente is genomen. B. en W.
zijn de menschen uit hun eigen gemeente
voorbij geloopen, spreker acht dit ver
keerd.
De Voorzitter merkt op dat dit niet
door B. en W. alleen is gedaan, deze han
delden in overleg met de raadscommissie.
De heer Gulden vindt het toch jammer,
dat de ingezetenen zijn gepasseerd, naar
Zijne meening waren er hier best lui te
vinden die hiervoor in aanmerking komen,
wier capaciteiten thans miskend worden en
die ervan verstoken blijven iets er aan
te verdienen.
De heer Walraven vraagt of hier men
schen Zijn, die voor deze functie in, aan
merking kunnen, komeft, de heer Dekker,
lid der raadscommissie zal dit toch wel
weten.
De heer Dekker erkent dat er wel per
sonen in de gemeente Zijn, die er voor in
aanmerking konden, komen, over een ver
gadering van de raadscommissie heeft hij
echter nooit gehoord. Spreker kan
wel met begrooting, bestek en teekemng
dezer plannen meegaan. Hij heeft ook het
zelfde bezwaar geopperd als de heer Wal
raven, de architect zei echter dat de muur
zwaar genoeg was.
Walraven. Als de raad een commissie
benoemd, moet met deze menschen reke
ning worden gehouden. Onze vriend Dek
ker verklaart er zoo wat niets van te heb
ben gezien, hebben ze hem njct gewaar
deerd
Voorzitter. Ik geloof dat men het ver
keerd begrijpt, alle plannen zijn, door B.
en W. in overleg met beide commissie's
homogeen genomen. Men heeft zich neer
gelegd bij een deskundig oordeel. Nu
komt uit den boezem van den raad het
zelfde bezwaar naar voren, zoodat men de
vraag mag stellen, ziet de deskundige
het bezwaar niet.
Walraven. Zooals ik het bedoel, is,dat
de commissieleden niet op alle vergaderin
gen Zijn tegenwoordig geweest.
Dekker. En er ook niet in gekend.
Voorzitter. U hebt die vergaderinge*
dus niet bijgewoond?
Dekker. Neen ik heb nooit een aparte
vergadering bijgewoond.
Gulden. Waarom niet?
Dekker. Omdat ik er geen kennis va*
heb gehad.
De Secretaris verklaart hierop
ook den heer Dekker een oproeping voor
die vergaderingen te hebben gezonden.
Dekker. Ik heb er nooit geen mensch
over bij m ijjgehad, nooit of te nimmer.
Voorzitter. Als lid der commissie hadt
U het recht de plannen op te nemen, U
hebt zelf meer dan een vergadering bij
gewoond, in elk geval zeker op de ver
gadering waar het plan is vastgesteld.
Walraven. Dekker heeft mij wel eens ge
zegd, ze hebben mij nooit gekend. Ik ben
tegen het geheele plan, maar daarom vind
ik het toch vervelend, dat onze vertegen
woordigers niet worden gekend.
Voorzitter. De Secretaris, die zeer «e-
cuur is, zegt dat hij Dekker een op
roeping heeft gestuurd en dat Dekker
op de twee belangrijkste vergaderingen Js
tegenwoordig geweest.
Dhr. Gulden zou in ernstige overweging
willen geven, om voortaan zooveel moge
lijk in de gemeente te blijven. B. en W.
hadden er voor moeten waken, dat een
architect buiten de gemeente is genomen.
De heer v. Arkel vraagt, of als de los
plaats klaar is, de gemeente dan het
recht heeft kadegeld te heffen, waarop de
Voorzitter toestemmend antwoordt.
Nieuwsblad
Snap-shots uit Eerste en Tweede
Kamer. De Land- en tuinbon w-
ongevallemvet in de Tweede Kamer.
Nog steeds bet Ned.-Belgisch ver
drag in den senaat.
Door het groote aandeel, dat de debat
ten over het Ned.-Belgisch verdrag van
de publieke belangstelling opeischten, zou
warempel de Tweede Kamer in het nauw
komen. En toch waren daar juist»een paar
interessante ontwerpen aan de orde. Daar
was nu bijv. de wijziging van de land- en
tuinbouwongevallenwet - van 1922, waarbij
de bedrijfsverenigingen voortaan, f 125,000
inplaats van f 25,000 per jaar in de ad
ministratiekosten hebben bij te dragen. Er
was eigenlijk niemand, die een, goed woord
voor dit voorstel over had. De heeren van
Voorst tot Voorst, r.k., v. Rappard, v.b.,
Ebels, v.d., en Bierema, v.b., veroordeel
den het allen, omdat zij f 25,000 ruim
voldoende achtten en anders de admini
stratiekosten de helft van de op te bren
gen premies gingen bedragen. Dat was te
wijten aan administratieve rompslomp. De
heer Ebels diende een motie in, om de
kosten van toezicht op naleving en uit
voering van de wet door het rijk te doen
dragen. De heer Hiemstra, s.d.a.p., was
vóór het ontwerp, evenals de heer Snoeck
Henckemans, c.h., en de heer v. Dijk, r.k.
die tegen de motie Ebels waren, evenals
natuurlijk minister Slotemaker de Bruine,
die ongerust was over de financiëele con-
sequentres van de motie. Welaan, de mo
tie werd verworpen, maar een amende
ment v. Gijn, tot verlaging van, de bij
drage van f 125,000 tot f90,000 werd
aangenomen met 57 tegen 10 stemmen.
(Vervolg en Slot.)
*3fc3lt