Tweede Blad voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaartl. ft WL Parlementair Overzicht. BEHOORENDE BIJ HET Dan was daar nog het voorstel in zake opheffing van 33 kantongerechten. (Reeds in het Woensdagnummer opgenomen). Bij het wetsontwerp betreffende steun aan mobilisatie slachtoffers, waarbij een jaarlijksche uitkeering in ééns werd voor gesteld, varieerend van f100 tot f 300, waren vooral de heeren Oud, v.d., en ter Laan, s.da.p., teleurgesteld. De heer ter Laan diende een voorstel in., beoogende verhooging der uitkeeringen tot bedragen varieerend f 200 tot f 700. En de heer Oud, diende een motie in, waarin, hij een andere regeling vroeg en waarbij aan, de slachtoffers uitkeeringen op rechtsaanspra ken worden toegekend. Natuurlijk was de heer Lou de Visser nog erger ontevreden, dan de beide voorgaande heeren. Had de heer ter Laan nog verklaard, dat de sol daten, die ongelukkig in dienst zijn gewor den, worden weggeschopt als oucl vuil, de lieer de Visser legde er nog een schep je op en riep, dat de regeering de mobili satieslachtoffers mishandelde. Zulks, om dat minister Lambooy had verklaard, bij aanneming van de motie-ter Laan, het wetsontwerp te zullen intrekken. Ten slotte werden de beide moties ter Laa'n en Oud verworpen en het wetsvoorstel z.h.s. goed gekeurd. De Tweede Kamer blijkbaar van mee ning, dat de aandacht van, het publiek vooral niet mag worden afgeleid van de eindelooze verdragsdebatten in den, senaat, ging een paar dagen met vacantie, om de wetsontwerpen op de naamlooze vennoot schappen te bestudeeren. Merwedekanaal zou voor Amsterdam geen stuk verloren gaan. Ook het kosten-vraag- stuk was overdreven. Bij aanneming van het verdrag, dienden beide landen zich omtrent de aanlegkosten te verstaan. Kwam men niet tot overeenstemming, welnu, er was niets omtrent arbitrage be- oaald, zoodat België ons nooit kon dwin gen arbitrage te aanvaarden. Er was ver der niets veranderd aan ons recht om Bel gische oorlogsschepen niet op; de Schelde oe te laten. Maar ook bij zijn partijge- nooten vond de heer van, Catwijck geen onverdeelde instemming. Baron de Vos van Steen wijk verliet tijdens de rede demon stratief de zaal. Ook de heer v. d. Hoe ven was tegen, net als de heeren Blomjous, r.k., Polak, s.d., jhr. de Muralt, v.b., de heer v. d. Lande, r.k.,, Briët, a.r., Kos ter, b.v., Westerdijk, v.d., v. d. Bergh, v.b. Telkens en telkens werden de bezwa ren weer herhaald, die kanalen, het Schel- deregime. .Waarom is dat verzet tegen het kanaal Antwerpen-Moerdijk niet eerder ge komen? vroeg minister v. Karnebeek mis moedig. Omdat de gevaren er pas later van zijn ingezien, riposteerde de heer v. d. Bergh, v.b. En zoo gaat het voort, spreker na spreker. Vóór tegen, tegen vóór. Minister van Karnebeek heeft zoo meteen een zware taak. Zal de taak onuitvoer baar blijken? Het verzet te groot? De voorstanders zijn niet optimistisch. Maar minister van Karnebeek heeft het laatste woord nog niet gesproken. Er is nog niets definitiefs te zeggen. En er moeten nog zooveel redevoeringen gehouden worden. POLITICUS. Vergadering van den raad der gemeente DE WERKEN EN SLEEUWIJK op Woensdag 16 Maart des nam. half twee. Voorzitter: Ed. Achtb. Heer W. Beu kenkamp. Secretaris: WelEd. Heer G. Vos. Aanwezig alle leden, behalve de heer de Boon en Pellikaan. In de Eerste Kamer vloeit een eindelooze stroom van redevoeringen, met eindeloos herhaalde argumenten, vóór en tegen., voor al tegen, het Ned.-Belg. verdrag over de geduldige toehoorders. De bezwaren wor den uit den treure herhaald, door verte genwoordigers van diverse fracties. In de eerste plaats de kanalen, dan de beheer commissie over de Schelde; onze souve- reiniteit werd door dit regime meer be perkt dan billijk en rechtvaardig is, ver klaarde prof. de Savornin Lohman, c.h., De heer Rink, v.b., had twee politieke bezwaren, n.l. de beperking van de vol ledige jurisdictie welke eiken onafhanke- 1 ijken staat toekomt, en het onzeker stel len van hetgeen tot dufsver niet onzeker was, van ons recht om Belgische oorlogs schepen, ook in tijd van oorlog te weren, Een grondwettelijk bezwaar erkende hij echter niet. Een stem vóór kwam er van de zijde van Baron van Wassenaar van Catwijck, c.h., die inzake het Moerdijkkanaal op merkte, dat voor Amsterdam geen groot nadeel daardoor zou ontstaan. Door het Verzoek van den heer Bras, brandstof- fenhandelaar, waarin deze mededeelt aan de leverantie van kolen aan het gemeente bestuur een strop te hebben gehad, waar om hij verzoekt hem terwille te zijn en hem een kleine tegemoetkoming te schen ken. De' Voorzitter zegt dat B. en W. van oordeel zijn, dat aan dat verzoek moei lijk is te voldoen. De steenkolenhandelaar Koek had ingeschreven voor steenkolen voor 1,79, eierkolen f 1,49 per H. L. Bras voor steenkolen 1,525, eierkolen f 1,24 en voor de Werken steenkolen, voor f 1,625 B. en W. meenden dat Bras nog ouden voorrad had en nu vraagt hij het zoo te schikken dat hij f 1,90 per H.L. zou ont vangen, het college is van oordeel dat aan het verzoek niet kan worden voldaan. De heer Gulden merkt op, dat de Voor zitter in zlfh toelichting zegt dat B. en W. meenden dat Bras tijdens de aanbeste ding voorraad van kolen zou hebben ge had, hebben B. en W. zich daarvan over tuigd? Dan zou dit de grondslag kunnen vormen om afwijzend te beschikken, doch men zou dan niet moeten zeggen dat men meent dat er voorraad was. Spr. vindt het 'ook een moeilijke kwestie om op het ver zoek in te gaan. Is de man er door on voorziene omstandigheden echter in ge- loopen, dan schijnt het spreker niet on redelijk dat eenige tegemoetkoming wordt gegeven, al is het dan ook dat men tot het bedrag van f 1,90 per mud vergoedt. Het betreft een jong zakenman, die mis schien een goede kans krijgt zich behoor lijk te vestigen, door stroppen wordt dit des te moeilijker voor hem. De heer Walraven is het hiermede niet eens. De kwestie is zoo dat er publiek is ingeschreven. B. en W. behoevien, n,iet te onderzoeken of er oude voorraad is of niet. Als men in den. vermeenden strop gaat tegemoet komen, zal de andere in schrijver misschien zeggen, ik had ze voor het ingeschreven bedrag geleverd. Als het al was, zou men niet meer dan een cent of 5 kunnen vergoeden, althans zeker niet boven het bedrag mogen gaan, waarvoor de ander heeft ingeschreven. Doch spreker is er tegen vergoeding te geven, door zaken te doen moet men_ lee- ren, 'tis jammer als de man er efn strop strop aan heeft jgjphad, doch op het ver zoek in te gaan is naar spreker's mee ning onmogelijk. De Voorzitter zegt, dat het niet aan gaat, om, zooals de heer Gulden beweert, van B. en W. te verlangen, dat zij' bewij zen dat er ouden voorraad was. Gaat men hiernaar bij de betrokkene informee- ren, dan kan men bezwaarlijk aannemen, dat hij zeggen zal, dat hij' voorraad had, dus hoe moet men dit bewijzen. Daarbij in den tijd der aanbesteding was de ko- lenstaking er reeds. Spreker stemt toe, dat de prijs der kolen verder is opge- loopen, dan men toen. mocht verwach ten, doch Bras had nog al ouden voor raad. Spreker is het mét den heer Wal raven eens dat men moeilijk op het ver zoek kan-ingaan, waar Koek voor f 1,49 en Bras voor f 1,42 heeft ingeschreven, maakt dit slechts een verschil van 7 ct. per H. L., voor de 20 H. L. slechts f 1,40. De heer v. Driel vraagt, wanneer de inschrijving heeft plaats gehad, waarop de Voorzitter antwoordt, in de maand September. De heer v. Driel zegt hier op dat hij in 't laatst van September bij Bras is geweest en deze toen nog veel voorraad had, daarbij Bras is slechts tus- schenhandelaar, de leverancier is eigen lijk de handelaar v. d. Spek uit Gorinchem. De heer v. Arkel verklaart in October nog 20 mud te hebben ontvangen voor f 1,50. De heer Gulden zegt dat hij zijn mee ning heel te goeder, trouw heeft gezegd en daarbij slechts rekening heeft gehou den met de buitengewone onvoorziene om standigheden, na de gevoerde discussie kan hij zich evenwel goed met het voor stel van B. en W. vereenigen.. Nota van aanmerkingen, op de gemeen tebegroting. Deze aanmerkingen zijn, slechts van ad ministratieven aard, zoodat ze in handen van B. en W. worden gesteld ter afdoe ning. Verzoek van het Wit-Gele Kruis om een subsidie ter bestrijding van de kin dersterfte. B. en W. stellen mét het oog op 't algemeen belang voor een subsidie van f 10 toe te kennen. De heer Gulden wil zijn instemming be tuigen met het voorstel van B. en W. want de kindersterfte in de provincie Noordbrabant is zeer hoog, daarom doet het spreker buitengewoon veel genoegen, dat het voorstel van B. en W. anders luidt als bij een vorige aanvrage. De Voorzitter gelooft niet dat er reeds eerder eenzelfde verzoek is ingekomen, de Secretaris zal dit evenwel bij gelegen heid wel eens nazien. Schrijven van den heer A. Dekker, waar in hij kenrtis geeft, ontslag te nemen als lid der Schattingscommissie. Wordt aan genomen voor kennisgeving. Bericht van Ged. St., dat afwijzend is beschikt op het beroep tegen den fo rensen-aanslag van. J. J. v. Oord. B. en W. stellen voor tegen deze be slissing niet in beroep te gaan, omdat de jurisprudentie gelijk is gebleven. De heer Gulden vraagt, waarop de aan slag was gebaseerd. De Voorzitter antwoordt, dat dit ge heel op wettelijke gronden was geschied. De heer v. Oord heeft in de gemeente een inrichting beschikbaar tot uitoefening van Zijn bedrijf. De Raad van State acht dit een motief.om iemand in de forensen belasting aan te slaan. In. 1925, onder Mi nister Colijn, is hiervan echter afgeweken en thans is het noodig dat 't bedrijf persoon lijk wordt uitgeoefend. Zoolang er dus geen wetswijziging komt, heeft men met hooger beroep weinig of geen kans op succes. Spreker stelt voor ook te berusten in de beslissing van Ged. Staten, inzake de fo rensenbelasting van, T. de Klerk, notaris Paap, M. J. v. Oord, en C. H. Bogers. De raad gaat met dit voorstel accoord. Voorschot van f 500 aan de Bijzondere Lagere School. B. en W. stellen voor, overeenkomstig de wet, aan het verzoek te voldoen, met welk voorstel de raad accoord gaat. Beredeneerd verslag Volkshuisvesting. Wordt ter inzage gelegd. Voorstel van B. en W. tot verlaging der zekerheidsstelling van den Gemeente- Ontvanger. De Voorzitter zegt dat een zekerheids stelling is aangevraagd van f 8893,33. De Vereeniging die deze zekerheidsstelling ver schaft heeft de bescheiden ontvangen en daaruit is gebleken, dat deze zekerheids stelling niet zoo hoog behoeft te zijn. Omdat de Gem.-Ontvanger geen hooger bedrag in kas mag hebben dan f 1000 en de gemeente met de Bank van Nederland- sche gemeenten een overeenkomst heeft gesloten, dat de gestorte bedraden niet mogen worden opgenomen zonder mach tiging van Burg. en Weth., wordt een zekerheidsstelling van f 5000 voldoende ge acht. Ged. Staten, hierover advies ge vraagd, deelden mede, dan tegen deze ver laging hunnerzijds geen. bezwaar bestond. Walraven. Is deze verlaging ook 'in het belang van de gemeente, het persoonlijke wil ik er geheel buiten laten, doch de wet schrijft voor dat een tiende van de ont vangsten als borgstelling moeten gelden. Wij kunnen wel verlagen,, doch dit ligt niet in den geest van den raad. Toen ik dit punt op de agenda zag staan, dacht ik: storm verwacht, attentiesein neer, hoe kan dat, ik wist niet wat ik er van denken moest. De vraag is zijn wij met deze verlaging gevrijwaard voor de wet en voor onze gemeente? Voorzitter. Het voorstel is juist over eenkomstig de wet. Als door den raad bepaald is, dat de Ontvanger slechts een zeker bedrag in kas mag hebben en het meerdere moet overstorten, dan zegt de wet, dat met een minder bedrag als borg stelling kan worden volstaan, onder goed- keuring van Ged. Staten. Walraven. Ik kan mij er niet mede ver eenigen. Gulden. Het standpunt door den heer Walraven ingenomen, is ook het mijne zonder wantrouwen tegenover den per soon, dit laat ik er buiten, bewijst de prak tijk toch, nog slechts kort geleden, dat door een gemeente-ambtenaar malversa- tie's Zijn gepleegd, die zijn ^borgstelling verre overtroffen. Ik vind het onaange naam, dat nu de ambtenaar reeds is be noemd op een borgstelling van. ruim f 8000 men nu afhet het voorstel komt deze te ver lagen tot f 5000, dit was beter en aange namer "als dit reeds Van te voren in het reine was geweest. Ik voor mij wil tot deze verlaging in geen enkel opzicht me dewerken. Hoewel ik geen feiten kan. aan voeren, zijn mij vrijwel officieele geruch ten ter oore gekomen, die niet pleiten voor de voorgestelde verlaging. Ter over tuiging wil ik een voorbeeld noemen, uit zeer betrouwbare bron. Voorz. Geen persoonlijkheden, U hebt het over den Ontvanger en, deze is hier niet tegenwoordig en mag zich hi et verde digen, het is ook niet mijne bedoeling, het raadslid Koman, als belanghebbende over deze kwestie te doen meestemmen. Gulden. Wat ik ga zeggen is niet pret tig voor den betrokkene en ik voel er weinig .voor het te zeggen.- Doch ik voel mij verplicht in het belang der gemeente de raadsleden kenbaar te maken, wat ik weet en waarvan ik de betrouwwbaarheid niet in twijfel trek. Ik stel er evenwel geen prijs op dit in een openb. vergadering te zeggen. Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar te gen aan het verzoek van mijnheer Gulden te voldoen en de vergadering te schor sen. v. Straten. De vorige spreker heeft ge zegd, dat hij zijn bezwaren wil doen kennen om de belangen der gemeente te dienen, ik stel er ook prijs op even in de openbare vergadering te zeggen, dat ik bij het uitbrengen van mijn. stem ook het belang der gemeente zal dienen, al ben ik misschien van ander gevoelen. Koman. En ik wil als raadslid even zeg gen, dat mij niets bekend is, dat het dag licht niet mag zien. Hierop schorst de Voorzitter de open bare vergadering en gaat de raad over in geheime zifting. Na heropening te 3,55 uur zegt de heer Koman, dat hij wil voor stellen om de geheimhouding over het ge sprokene in de besloten vergadering op te heffen, zoodat dit ter algemeene kennis kan worden gebracht. Voorzitter. Dat kan als de raad daartoe besluit en de geheimhouding wil prijs ge ven. v. Driel. Ja, daar ben ik voor. Walraven. Neen, ik ben er tegen. Koman. Ik vind dat het gerust in het publiek mag worden gezegd. Walraven. Ik ben er tegen op grond van Wethouder Verhagen. Koman. Daar wordt Verhagen niets me de gekwetst. Gulden. U hebt gelijk, van Uw stand punt zou ik hetzelfde verlangen. Voorzitter. Er ligt rehabilitatie in voor Wethouder Koman. v.' t Sant. Hoewel ik het standpunt van Weth. Koman kan deelen, zou ik het niet doen, omdat het ageeren is tegen Weth. Verhagen. Koman. Het is geen ageeren tegen Wet houder Verhagen. Voorzitter. In Uw voorstel ligt reeds de rehabilitatie opgesloten. Het voorstel van Wethouder Koman, om de geheimhouding op te heffen, hierop in stemming gebracht wordt verworpen met 5 tegen 4 jstemmen. Vóór stemden de hee ren v. Driel, Gulden, v.'tSant en Koman. Koman. Al zal het mijn kop kosten, ik hou het niet geheim. Voorzitter. U mag het niet bekend ma ken. Hierop wordt het voorstel van B. en W. in stemming gebracht oin de zekcr- heidsstelling van den Gem.-Ontvanger te verlagen." Vóór dit voorstel stemmen de heeren v. Driel, v. 't Sant, Verhagen en v. Straten, tegen, de heeren Gulden, Dek ker, v. Arkel en Walraven. De heer Ko man bleef buiten stemming. Aangezien de stemmen dus staken zal het voorstel in de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde worden gebracht. Ontwerp besluit tot het aangaan eener rekening-courant overeenkomst met de Bank voor Ned. Gemeenten voor de opneming en storting van kasgeld. De Voorzitter zegt dat het slechts een formeele kwestie betreft, deze overeen komst wordt elk jaar aangegaan. Beslo ten wordt deze overeenkomst aan te gaan tot een bedrag van ten hoogste f 10,000 ia 5 'pCt., terwijl ook het overtollige kas geld bij de Bank zal worden gestort, waar voor deze een rente van 21/2 pCt. zal vergoeden. Benoeming van leden der Schattings commissie Inkomstenbelasting. De aftredende leden D. Koman, A. v. d. Stelt Czn. en L. B. v. Straten, worden herbenoemd. In de vacature ontstaan door het be danken van den heer A. Dekker wordt bij de tweede stemming met 5 van de 8 stem men gekozen de heer v. 'tSant. Benoeming van leden en plaatsvervan gende leden der stembureaux voor de ver kiezing van leden der Prov. Staten en den gemeenteraad. Vorfr. het stemdistrict I worden benoemd de heeren C. Verhagen, D. v. Arkel en als plaatsvervangers L. v. 't Sant en A. Kolf. Voor stemdistrict II de heeren O. Wal raven,- C. Pellikaan en W. J. Gulden, plaatsvervangers J. v. d. Stelt en H. de Ruiter. Voor stemdistrict III de heeren L. W. v. Straten, D. Koman en K. C. de Boon, plaatsvervangers W. v. Driel en A. Dek ker. Voor het Hoofdstembureau de heeren C. Pellikaan, D. v. Andel, C. Verhagen en A. Kolf, plaatsvervangers W>. J. Gulden, Donker en v. 't Sant. Af- en overschrijving begrooting 1927. De Voorzitter deelt mede dat de heer v. d. Assem, administrateur van het G.E.B. door B. en W. met ingang van, 1 Maart is benoemd tot klerk ter secretarie. Aan gezien zijn bezoldiging tot heden, geschied de uit den post schrijfloonen, moet daar voor thans een begrotingswijziging plaats hebben, tevens moet de begrooting gewij zigd worden, met het oog op het ontvan gen en verstrekte voorschot van f 3200, ingevolge de Landarbeiderswet. Zonder discussie aldus besloten. Het zelfde geschiedt met de begrootingswij ziging 1926 waarvan enkele postjes moe ten worden gewijzigd. Aanbieding plannen los- en laadplaats. De Voorzitter zegt dat ingevolge op dracht van den raad het de bedoeling van B. en W. is een los- en laadplaats aan te leggen bij de haven, waarvoor een cre- diet van f 10,000 is toegestaan. Een com missie buiten de raadsleden en een, com missie uit den raad zijn tenslotte gekomen tot het plan, dat hierbij den raad wordt aangeboden. Dit plan is verder opge maakt in overleg met den Ingenieur van den Rijkswaterstaat. B. en W. vragen den raad thans machtiging om tot aanbesteding over te gaan. De heer Walraven vindt ,dat, met het oog op zware vrachten, de buitenmuur wel Wat dun is, hij acht het beter deze wat zwaarder te nemen. Spreker heeft wel tegen de plannen, gestemd, omdat hij de kosten te hoog vond, als men echter de los- en laadplaats gaat maken dan moet men het goed doen. De Voorzitter zegt dat de plannen zijn gemaakt in overleg met den bouwkundige Schermers uit den Nieuwendijk en deze acht de muur zwaar genoeg, ook B. en W. hadden hetzelfde bezwaar geopperd als de heer Walraven. De heer Gulden deelt het bezwaar van den heer Walraven, verder heeft spreker nog een bezwaar, n.l. dat een architect buiten de gemeente is genomen. B. en W. zijn de menschen uit hun eigen gemeente voorbij geloopen, spreker acht dit ver keerd. De Voorzitter merkt op dat dit niet door B. en W. alleen is gedaan, deze han delden in overleg met de raadscommissie. De heer Gulden vindt het toch jammer, dat de ingezetenen zijn gepasseerd, naar Zijne meening waren er hier best lui te vinden die hiervoor in aanmerking komen, wier capaciteiten thans miskend worden en die ervan verstoken blijven iets er aan te verdienen. De heer Walraven vraagt of hier men schen Zijn, die voor deze functie in, aan merking kunnen, komeft, de heer Dekker, lid der raadscommissie zal dit toch wel weten. De heer Dekker erkent dat er wel per sonen in de gemeente Zijn, die er voor in aanmerking konden, komen, over een ver gadering van de raadscommissie heeft hij echter nooit gehoord. Spreker kan wel met begrooting, bestek en teekemng dezer plannen meegaan. Hij heeft ook het zelfde bezwaar geopperd als de heer Wal raven, de architect zei echter dat de muur zwaar genoeg was. Walraven. Als de raad een commissie benoemd, moet met deze menschen reke ning worden gehouden. Onze vriend Dek ker verklaart er zoo wat niets van te heb ben gezien, hebben ze hem njct gewaar deerd Voorzitter. Ik geloof dat men het ver keerd begrijpt, alle plannen zijn, door B. en W. in overleg met beide commissie's homogeen genomen. Men heeft zich neer gelegd bij een deskundig oordeel. Nu komt uit den boezem van den raad het zelfde bezwaar naar voren, zoodat men de vraag mag stellen, ziet de deskundige het bezwaar niet. Walraven. Zooals ik het bedoel, is,dat de commissieleden niet op alle vergaderin gen Zijn tegenwoordig geweest. Dekker. En er ook niet in gekend. Voorzitter. U hebt die vergaderinge* dus niet bijgewoond? Dekker. Neen ik heb nooit een aparte vergadering bijgewoond. Gulden. Waarom niet? Dekker. Omdat ik er geen kennis va* heb gehad. De Secretaris verklaart hierop ook den heer Dekker een oproeping voor die vergaderingen te hebben gezonden. Dekker. Ik heb er nooit geen mensch over bij m ijjgehad, nooit of te nimmer. Voorzitter. Als lid der commissie hadt U het recht de plannen op te nemen, U hebt zelf meer dan een vergadering bij gewoond, in elk geval zeker op de ver gadering waar het plan is vastgesteld. Walraven. Dekker heeft mij wel eens ge zegd, ze hebben mij nooit gekend. Ik ben tegen het geheele plan, maar daarom vind ik het toch vervelend, dat onze vertegen woordigers niet worden gekend. Voorzitter. De Secretaris, die zeer «e- cuur is, zegt dat hij Dekker een op roeping heeft gestuurd en dat Dekker op de twee belangrijkste vergaderingen Js tegenwoordig geweest. Dhr. Gulden zou in ernstige overweging willen geven, om voortaan zooveel moge lijk in de gemeente te blijven. B. en W. hadden er voor moeten waken, dat een architect buiten de gemeente is genomen. De heer v. Arkel vraagt, of als de los plaats klaar is, de gemeente dan het recht heeft kadegeld te heffen, waarop de Voorzitter toestemmend antwoordt. Nieuwsblad Snap-shots uit Eerste en Tweede Kamer. De Land- en tuinbon w- ongevallemvet in de Tweede Kamer. Nog steeds bet Ned.-Belgisch ver drag in den senaat. Door het groote aandeel, dat de debat ten over het Ned.-Belgisch verdrag van de publieke belangstelling opeischten, zou warempel de Tweede Kamer in het nauw komen. En toch waren daar juist»een paar interessante ontwerpen aan de orde. Daar was nu bijv. de wijziging van de land- en tuinbouwongevallenwet - van 1922, waarbij de bedrijfsverenigingen voortaan, f 125,000 inplaats van f 25,000 per jaar in de ad ministratiekosten hebben bij te dragen. Er was eigenlijk niemand, die een, goed woord voor dit voorstel over had. De heeren van Voorst tot Voorst, r.k., v. Rappard, v.b., Ebels, v.d., en Bierema, v.b., veroordeel den het allen, omdat zij f 25,000 ruim voldoende achtten en anders de admini stratiekosten de helft van de op te bren gen premies gingen bedragen. Dat was te wijten aan administratieve rompslomp. De heer Ebels diende een motie in, om de kosten van toezicht op naleving en uit voering van de wet door het rijk te doen dragen. De heer Hiemstra, s.d.a.p., was vóór het ontwerp, evenals de heer Snoeck Henckemans, c.h., en de heer v. Dijk, r.k. die tegen de motie Ebels waren, evenals natuurlijk minister Slotemaker de Bruine, die ongerust was over de financiëele con- sequentres van de motie. Welaan, de mo tie werd verworpen, maar een amende ment v. Gijn, tot verlaging van, de bij drage van f 125,000 tot f90,000 werd aangenomen met 57 tegen 10 stemmen. (Vervolg en Slot.) *3fc3lt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1927 | | pagina 5