Tweede Blad
Ho. 4754 Woensdag 26 October
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Parlementair Overzicht.
KLOOSTERBALSEM
Land- en Tuinbouwwereld.
BEHOORENDE BIJ HET
De Tweede Kamer over ver
schillende vormen van slavernij.
Ook in Indië Verlangens
en wenschen omtrent den Post-
raad 7jarige leerplicht
Indië op zijn „qui vive".
'8 Gravenhage, 20 October.
Daar hadden we nu allemaal gevlast
op een hoogst interessante stemming
n.l. over het voorstel van den voorzitter,
om de interpellatie-Weitkamp over de
afwatering in Overijsel niet toetestaaa,
omdat bij de begrooting gelegenheid
zou zijn over deze zaak te sprekenbij
de vorige stemming staakten de stem
men en daar trok waaratje meneer
Weitkamp zijn verzoek in, nadat de
voorzitter op een vraag van dr. de Visser
had geantwoord, dat hij bij „Waterstaat"
een spreektijd zou toestaan van 3 kwar
tier. Zoodat we nu eigenlijk nog niet
weten, hoe de kamer in principe denkt
over interpellatie-verzoeken als deze.
Bij het wetsontwerp tot goedkeuring
van het verdrag inzake slavernij van 25
Sept. 1926 kwam die andere meneer de
Visser (beter bekend als „Lou" of
„Perrol met de roode hand") ons ver
tellen, dat dit verdrag nu weer eens de
heele onwaarachtige beteekenis van den
Volkenbond aantoonde, omdat tal van
die verdragsluitende Staten de dictatuur
en de slavernij in de meest verschrik
kelijke vormen kennen. Slavernij af
schaffen? Er was maar één middel,
volgens Lou, en welafschaffing van
het regiem van het kapitalisme. Kapi
talisme en slavernij waren hetzelfde.
In Indië was de slavernij overheerschend,
n.l. het pandelingschap, d.i. de arbeids
verhouding, waarbij iemand zichzelf of
een andere waarover hij macht heeft,
voor een schuld in pand geeft. De poe
nale sanctie was ook verkapte slavernij,
welke samenhing met den gruwel der
lichamelijke kastijding. Het moet tot
eere van den communist gezegd worden,
dat hij inderdaad in zijn overigens,
volgens Moskousch recept gepekelde en
overdreven rede, de vinger legde op
eenige rotte plekken. Meneer Beumer
(a.r.) gaf dit ruiterlijk toe. Het pande
lingschap was inderdaad een bepaalde
vorm van slavernij. Die zoo spoedig
mogelijk door de regeering onderdrukt
moest worden. Dat de poenale sanctie
ook onder het verdrag zou vallen, be
streed hij. In tegenstelling met den
heer Cramer (s d.), die het verdrag toe-
iuichte en heel voorzichtig de poenale
sanctie onder slavernij wilde rangschik
ken, door te verwijzen naar art. 5 van
het verdrag, dat voorzieningen treft om
trent den gedwongen arbeid, omdat deze
\jmn leiden tot toestanden, die overeen-
DE BEZIGE WERKMAN.
Blaren
en Brandwonden.
AKKER'
komst vertoonen met slavernij, Ook
minister Koningsberger gaf volmondig
toe: het pandelingschap was onjuist.
Maar het was te diep geworteld in den
aard der bevolking om zonder meer het
veto erover uit te spreken. Maar het
was den vasten wil der regeering, dat
het zou verdwijnen. En wel zoo snel
mogelijk. En de poenale sanctie was
geen slavernij, al was het geen ideale
vorm van arbeidsovereenkomst. Maar
het instituut wordt grondig herzien.
Waarna het wetsontwerp z.h.s. werd
aanvaard.
Over het principe van de instelling
van een Postraad een wetsontwerp
dat ook behandeld werd bestond
eigenlijk weinig meeningsverschil. Bijna
allen waren het er over eens, dat het
nuttig kon zijn, al wilden sommigen de
bevoegdheden enz. uitbreiden. Wat
was de bedoeling Een adviseerend
college van buiten, oordeelde minister
van der Vegte. De Postraad moest
uiting geven aan de inzichten, wenschen
en verlangens in de groote maatschappij.
Meneer Braambeek (s d.) had de instel
ling toegejuicht. Maar over de wijze
waarop de zaak geregeld werd, had hij
wel wat aan te merken. Voornamelijk
dan, dat er geen ambtenaren in den
Zes uurIk moet naar
bet stakingsbureau.
Jy moet posten tot twaalf
uur en de onderkruipers uit
jouwen.
Hier heb je 200 biljetten
van het stakingscomité. Die
moet je overal opplakken.
Na de meeting
Zoo luie lamzak, nou kan
je de was wel 's voor me
doen
raad zouden komen. Meneer Krijger
(c.h.) was pal vóór. De Postraad zou er
toe bijdragen, den minister zijn verant
woordelijkheid makkelijker te doen
dragen. De heer Oud (v.d.) verwachtte
er echter niet veel van. Omdat het
lidmaatschap van den raad toch maar
een bijbaantje voor de Leden van dien
Raad zou zijn. We moesten er niet te
veel dus van verwachten. Nu, heel
enthousiast was de heer Boon (v.b ook
niet en hij drong er op aan, dat er
onbevoordeelde vertrouwensmannen zit
ting in moesten hebben, die buiten het
bedrijf stonden. Geen personeel dus.
Zoo raar kan het niet lijken, of de
communistische heer de Visser wist
venijn uit het onschuldige Postraadont-
werp te puren. Het was het resultaat
van het drijven van particulieren, om
hun invloed op het overheidsbedrijf te
versterken. Onder den schijn van be
hartiging van de belangen van het be
drijf werden hier de belangen van de
groot-kapitalistische nijverheid behar
tigd. Zelfs al werd het personeel in
den Postraad vertegenwoordigd, dan nog
was het voor hem onaannemelijk.
Dat is kras, dacht ongetwijfeld mi
nister van der Vegte, die er nog eens
op wees, dat het ontwerp niets met ka
pitalisme te maken had en dat het
moest zijn een adviseerend college van
buiten, niet van binnen. Verder
moest men er niet al te grootsche dingen
van verwachten. Bij de reorganisatie
van het bedrijf was alleen behoefte ge
voeld aan betere voorlichting.
Het eind van het liedje was, dat het
amendement-van Braambeek werd aange
nomen, waarbij de pertinente uitsluiting
van personeel uit den Postraad werd
geschrapt. Al verklaarde de minister,
dat hij toch beslist geen ambtenaren
erin zou opnemen. Dan werd de Post
raad nog gemachtigd van advies te dienen
over personeelszaken en den directeur-
generaal te adviseeren, in zaken, waar
van de beslissing niet bij den minister
ligt. En na deze democratiseering v^i
het ontwerp werd het aangenomen met
zitten en opstaan.
Van de ingediende wetsontwerpen ver
dient aparte vermelding het wetsontwerp
tot wijziging van de leerplichtwet, enz
welke herstel van den 7 jarigen leerplicht
beoogt. Opgemerkt wordt, dat de ver
plichting nimmer eindigt, voordat het
kind den dertienjarigen leeftijd bereikt
en de klasse, waarin het bij het bereiken
van dien leeftijd geplaatst was, door-
loopen heeft. De leerverplichting zal
in elk geval eindigen bij het bereiken
van den veertienjarigen leeftijd.
Dan was daar nog de begrooting voor
Ned.-Indië voor 1928, waarin o.m. wordt
verklaard, dat, opdat het leger in alle
omstandigheden in staat zal zijn, het
gezag te handhaven om orde en rust te
verzekeren, tot uitbreiding van de sterkte,
in het bijzonder van de infanterie moet
worden overgegaan. De kosten bedragen
rond f3 600.000. Rond f 1.900.000 is
meer uitgetrokken ten behoeve van ver
schillende maatregelen tot versterking
van de maritieme weermacht.
Ziektebestrijding bij Ooftteelt en
Wetgeving.
Er wordt al heel wat gedaan aan ziek
tebestrijding en toch nog veel te weinig.
Vele telers zijn laksch, of omdat zij het
nut niet inzien, óf omdat zij meenen
óf doen alsof dat alle bestrijding faalt
zoolang niet alle kweekers ze toepassen.
Dit laatste is slechts ten deele juist, 't Is
waar, dat de bestrijding eerst dan vol
komen doel treft en met de minste
kosten kan gebeuren, als ieder er aan
deelneemt, maar niettemin kunnen tal van
telers uit ervaring getuigeo, dat zy de
ziektebestrijding met succes en voordeel
toepassen, ook al doen hun buurlui dat
niet. Toch blijft het hoogst gewenscht,
en met het oog op de resultaten en met
het oog op de moeilijkheden, welke de
export geeft, als eenige ziekte heerscht,
dat zooveel mogelijk alle kweekers de be
strijding ter hand nemen. Nu hebben we
een Meeldauwwet sedert 1912, in
1915 gewijzigd, en een Plantenziek
te w e t. De eerste verbiedt het te koop
aanbieden, verkoopen, bereideD, vervoeren
en doen vervoeren van struiken of vruch
ten, die aangetast zijn door den Ameri-
kaanschen kruisbessenmeeldauw. En de
Plantenziektewet zegt, dat bij algemeenen
maatregel van bestuur, 't zij voor het ge-
heele land of voor een bepaalde streek
voorschriften tot bestryding kunnen wor
den gegeven, indien ernstig gevaar voor
de cultuur dreigt. Maar wat zien we in
de practyk van de toepassing dier artike
len Er bestaan ook hier en daar ge
meentelijke verordeningen, als te Eist,
Valburg en Herveld, te Zwaag en Blokker
in Limburg en Brabantsche gemeenten zijn
verordeningen, die voorschrijven, dat op
bepaalden datum rupsennesten uit hagen,
struiken en boomen moeten worden ver
wijderd ze worden over 't algemeen ech
ter slecht nageleefd.
't Blijft te betreuren, dat ernstige kwee
kers, die alles doen om een goed produkt
te kweeken, door de nalatigheid van an
deren op hoogere kosten worden gejaagd
dan noodig is, en vaak niet d i e uitkom
sten zien, welke men zou mogen verwach
ten als ieder meedeed. Propaganda is
daarom noodig: le om de telers voor te
lichten2s om ze allen in de organisaties
te brengen. Van een organisatie kan de
meeste kracht uitgaan. De Boomkwee-
kersvereeniging te Oudenbosch (N.*Br.)
schryft aan haar leden de verplichting
voor omi de bestrijding naar gegeven des
kundige voorlichting uit te voeren. Zoo
moet het. Door gezamelijk de handen in
een te slaan kan zeer veel worden bereikt.
En als dan hier ook een wet kwam, ge-
lyk in verschillende Amerik. Staten, die
de telers den plicht oplegde zich aan te
sluiten, dan kwamen we aardig in de
goede richting. Intusschen laten alle
deskundige, goedgezinde kweekers het
voorbeeld geven De resultaten zullen
anderen doen volgen.
Vergadering van den Gemeenteraad
d*r gemeente BRAKEL op Vrijdag
21 October 1927.
VoorzitterEd. Achtb. Heer S.
van Dalen.
Tegenwoordig alle leden.
Nadat de vergadering is geopend en de
notulen der vorige vergadering zonder dis-
cusie onveranderd zyn vastgesteld, wordt
door den Voorzitter mededeeling gedaan van
de volgende ingekomen stukken
Verzoek van de beide onderwijzeressen
in de gemeente om haar, ten behoeve van
een te geven cursus in handwerken, eene
subsidie van f 175.te verleenen, om dezen
cursus bestaanbaar te doen zyn.
De Voorzitter zegt, dat vorige jaren dit
verzoek steeds is toegestaan en stelt voor
dit ook nu te doen. Met algemeene stem
men aldus besloten.
Schrijven van den Kerkeraad der Ned.
Herv. Kerk alhier om de kermis, welke
elk jaar in de gemeente wordt gehouden,
af te schaffen.
De Voorzitter zegt dat al meer een der
gelijk verzoek is ingekomen en dat B. en
W. voorstellen afwijzend daarop te be
schikken. Aldus met algemeene stemmen
besloten.
Verder is ingekomen een schryven van
Mr. E. J. E. G. Vonkenberg, advocaat en
procureur te Gorinchem, die de raadsman
der gemeente is in het proces met den polder.
Hy zendt bij dat schrijven toe een afschrift
van een vonnis der Arr. Rechtbank te Tiel
dd. 2 September j.l. i.z. de vordering van
den polder van Brakel tot ontruiming van
een stukje grond door de gemeente, waarop
het gebouw der voormalige electrische cen
trale is gebouwd, over welken grond reeds
eerder een proces met den polder, betref.
fende het eigendomsrecht, is gevoerd.
In het vonnis wordt overwogen, dat de
gemeente in 1918 van den polder had ge
kocht een stukje grond, groot circa 100
M9., deel uitmakende van het perceel sectie
A no. 2020 en later heeft geweigerd de
koopsom ad f 50,te betalen, omdat,
naar de gemeente beweerde deze grond
aan haar toebehoorde, wat bij het besluit
tot aankoop niet bekend was
voorts dat op diverse door de gemeente
aangevoerde gronden de rechtbank de niet-
ontvankelijkheid der vordering van den pol
der tot ontruiming, niet kan inzien
dat derhalve moet worden nagegaan of
de polder het eigendomsrecht van den grond
heeft dat de gemeente bij zijn besluit van
1918 dat recht heeft erkend
dat daarop thans weliswasr door de ge
meente iSj; teruggekomen, doch de tegen
woordige ontkenning uitsluitend wordt ge
motiveerd door beroep het gebruiksrecht,
een weiderecht van derden
dat wat hiervan ook zij, een dergelijk
recht het eigendomsrecht van den polder
niet vermag uit te sluiten en" nu niet vol
doende door de gemeente is aangetoond,
wie dan wél eigenaar is, het eigendoms
recht van den polder als vaststaand kan
worden aangenomen
dat daarom de gemeente den grond ten
onrechte in gebruik heeft en de polder
ontvankelijk dient le worden verklaard in
de vordering tot ontruiming. De gemeente
veroordeelende den grond te ontruimen, aan
de tegenpartij geleden schade te vergoeden
en veroordeelende de gemeente in de kosten
van het proces.
De raadsman der gemeente, Mr. Von
kenberg, wijst er op dat misschien ten aan
zien van sommige punten van het vonnis
op formeele gronden wel eenige kans zou
bestaan dat dit vernietigd zal worden, doch
wat de hoofdzaak betreft, zooals hy reeds
eerder heeft doen weten, de zaak voor de
gemeente zwak staat. Zijne conclusie is
dan ook om niet in hooger beroep te gaan.
De Voorzitter Ik stel dan ook voor dat
de raad zich bij het vonnis zal neerleggen.
M. i, is het nutteloos daarvoor nog meer
geld uit te geven, en bovendien, al zou de
gemeente het winnen, wat heeft men dan
nog. Ik zie hier geen gemeentebelang.
De heer Van Veenendaal In het belang
der gemeente is het van begin af al niet
geweest.
De heer v. Zanten Maar waarom laat
de Rechtbank geen getuigen hooren
X)
Voorzitter: Dat ziet op het weiderecht,
wat de Rechtbank thans echter niet in
aanmerking neemt. Het gaat nu over den
eigendom.
De heer v. Zanten Waar heeft de polder
dan den eigendom vandaan
Voorzitter Dat weet ik niet, maar ge
ziet dat de Rechtbank zegt, dat de ge
meente Diet kan bewijzen, dat die er wél
recht op heeft.
De heer Klop Ik zou er maar niet lang
over twisten. Breng de zaak maar in
stemming.
De heer v. Dam v. BrakelIk zou ook
nog vóór hooger beroep willen stemmen,
als de raadsleden besloten de kosten per
soonlijk te dragen. Maar het is schande
lijk op deze wijze nog langer met de geiden
der gemeente te gooien.
De heer Klop Daar zitten we hier niet
voor. We zitten voor het gemeentebelang
en daar komen we voor op.
De heer v. Dam Ik zou denken, dat
wat ik voorstel zeer in 't belang is.
De heer v. d. Bogerd is het daarmee
eens.
De heer v. Zanten Maar de ingezetenen
komt het weiderecht toe en daar gaat het
over.
De heer v. Dalen Wel als ge zoo zeker
bent te zullen winnen, kunt ge zeker geen
bezwaar hebben het zelf te betalen.
De heer v. Wijgerden Maar dat gaat
toch nier, dat de leden bet zelf betalen.
De heer v. Dam v. BrakelIk zou wel
eens willen weten waarom niet Dat gaat
heel best.
De Voorzitter Ik zal thans in stemming
brengen of er al of niet in hooger beroep
wordt gegaan.
De heeren Klop, v. Wygerden, v. Zanten
en v. Veenendaal verklaren zich vóór hooger
beroep, de heeren v. Dam. v. Dalen en v.
den Bogerd tegen.
Aan de orde is de begrooting voor 1928.
Nadat deze post voor post is behandeld
en door den Voorzitter enkele vragen zijn
beantwoord, wordt deze zonder verdere
discussie met algemeene stemmen vastge
steld in ontvangst en uitgaaf op f 38616.62.
De heer v. Veenendaal stelt voor in de
gemeente het rondleiden van dekbokken te
verbieden.
Wordt met algemeene stemmen aldus
besloten.
De heer v. Dalen wijst er op, dat mo
gelijk eene vacature zal komen in het on
derwijzend personeel en dat het dan aan
beveling zou verdienen iemand te benoemen
met akte landbouw.
De Voorzitter zegt, dat hy die meening
deelt en te zyner tijd hieraan aandacht
zal schenken.
Hierna sluiting.
—o— i i
ALLEMAAL VOOR DE DOLLARKONINGEN
Uitvoering van het Dawesplan, waarbij de ezels juichen 1
(Deutsche Zeitung.)
jVieuwsblad
Geen Goud
zoo goed.
randwonden, waarop on-
mMdellijk een lapje Akker's
Kloosterbalsem wordt gedaan,
doen \fadelijk minder pijn en
genezei^poedig zonder zelfs lit-
teekens achter te laten. Blaren,
trekken in\pn oogwenk weg.