Tweede Blad
Geen Geweten.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
-Atetter-SCÜBEURS
's Bosch=Dordt.
lo.WfiOWoensdag 16 Mer
Kantongerecht Heusden
Ingezonden.
Parlementair Overzicht.
FEUILLETON
BEHOORENDE BIJ HET
STRAFZITTING VAN HET KANTON
GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag
4 November 1927.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ommeren.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
(waarnemend) H. J. van Eggelen.
Griffier: Mr. W. Ruiting».
65 zaken moeten worden behandeld,
waarvan slechts 3 kinderzaken.
Het eerst wordt uitgeroepen de in de
vorige zitting aangehouden zaak tegen
H. C. B. chaufieur te Dussen, van de
N.A.B.O., die op 15 Augustus j.l. zijn
dienst niet volgens de dienstregeling had
gereden.
Als getuige werd nu gehoord W. Stra-
ver, landbouwer te Babiloniënbroek, die
van de overtreding klachten had gedaan.
Deze getuige vertelde dat hij met de bus
van 11.15 op zekeren Maandag uitGor-
cum kwam en dat deze bus door ver
dachte werd bestuurd. Te Dussen ge
komen zei verdachte dat hij niet verder
reed daar hij een reis met muzikanten
naar Ammerzoden had aangenomen. Ver
dachte had door moeten ryden naar
Babiloniënbroek, daar dit op de dienst
regeling was aangegeven en er geen enkel
beletsel bestond.
De Kantonrechter zei dat hij dergelijke
overtredingen heel ernstig vindtde
menschen rekenen op de bus en deze
verschijnt maar niet, enkel en alleen om
dat de Directeuren het niet wenschen.
Zooiets willekeurigs mag niet voorkomen
en daarom moet hier maar eens streng
gestraft worden. Straf f 25,00 boete of
10 dagen hechtenis.
A. H. arbeider te Dussen had in een
roeiboot een aalschaar bij zich gehad.
KantonrechterIs dat zoo
-VerdachteJa Edelachtbare, maar ik
had de aalschaar in het gras gevonden,
toen ik bezig was met het water schoon
te maken. Ik brak er bijna mijn beenen
over.
KantonrechterJe wou zeker het water
schoonmaken van aal en paling?
Verdachte ik zeg de eerlijke waarheid.
KantonrechterJe verhaal is heel
aardig verzonnen, maar toch zal 't je niet
helpen. Als jij een aalschaar vindt moet
je die laten liggen en niet meenemen.
Je krijgt nu f5,00 of 3 dagen en de
aalschaar wordt verbeurdverklaard en
vernietigd.
M. J. C. B. chaufieur te)Wijk was in den
voormiddag van 21 Augustus j.l. met
zijn autobus 5 minuten te vroeg uit
Heusden vertrokken. Zijn concurrenten
C. en M. Bouman hadden dit gemerkt
en aangifte van het geval gedaan.
Verdachte: Ik reed op den juisten tijd
volgens mijn horloge, dat gelijk was met
de klok te 's Bosch.
KantonrechterMaar 's Bosch is Heus
den niet.
C. en M. Bouman als getuige gehoord,
verklaren beiden dat verdachte 5 min.
te vroeg is vertrokken.
De Kantonrechter zegt het ellendig te
vinden dat niet allen over één kam ge
schoren worden. Zoo zijn de autobus
exploitanten, die in beroep zijn gegaan
bij de Kroon met betrekking tot de
concessie, vrijer in hun doen en laten
dan zij, die niet in beroep zijn gekomen
en berust hebben in de beslissing van
Gedeputeerde Staten. De laatste zijn
b.v. gebonden aan vastgestelde tarieven,
waar beneden niet vervoerd mag worden,
terwijl de eerste hunne tarieven kunnen
stellen zooals ze zelf willen. Gevolg
daarvan is natuurlyk eene oneerlijke
concurrentie. Met een en ander wil ik
nu bij de strafmaat rekening houden en
veroordeel verdachte daarom tot f5,00
of 3 dagen, zulks met de toezegging dat
feiten als het onderwerpelijke veel zwaar
der zullen worden gestraft, zoodra alle
concessie's in gesloten vaten zijn.
L. d. B. te Geertruidenberg had op 18
September j.l. des avonds te 9 uur te
Dussen uit baldadigheid een rijwiel weg
genomen, hetwelk stond tegen het koffie
huis van P. Weterings; op dit rijwiel
was hij vervolgens weggereden.
Kantonrechter: Waarom heb je dat
gedaan?
VerdachteIk heb het gedaan met
een dronken gezicht. Ik heb er mee
naar huis gereden en 's anderen daags
's morgens weer mee terug naar het
Keizersveer, waar ik de fiets tegen het
wachthuis heb gezet. De schade die ik
aan de fiets heb toegebracht heb ik aan
den eigenaar van der Plnijm betaald
Getuige van der Pluijm zegt dat zijn
fiets was weggehaald, maar dat het zeker
niet in de bedoeling van verdachte beeft
gelegen om de fiets te houden. 'tWas
wel een beroerde grap, maar verdachte
was zeker dronken.
Getuige Jacobus van Gerven, veer-
knecht te Keizersveer zegt dat hij ver
dachte te 9 uur had overgezet en dat
deze toen wat in den olie was verdachte
had een fiets bij zich.
Kantonrechter: Je bent eep arme
weduwnaar daarom wil ik wat clement
zijn, hoewel ik je handelwijze ten hoogste
afkeur, 't Zijn geen manieren om zonUer
meer eens anders rijwiel maar weg te
nemen om het te gebruiken, al hadtje
het je ook niet willen toeeigenen. Je
krijgt nu nog omdat je niet slecht be
kend staat f 3.00 boete of 3 dagen hechte
nis.
M. J. C. B. chaufieur te Wijk kwam
deze zitting voor de tweede maal voor
de groene tafel en wederom doordat zijne
autobusconcurrenten C. B. en M. B.
beiden te Aalburg een klacht tegen hem
hadden ingediend. Thans betrof het
het feit dat verdachte genoemde concur
renten aan de Haarsteeg niet had willen
laten passeeren, toen hij voor hen reed.
Verdachte zeide niet geweten te hebben
dat de?„Altena" achter hem reed.
Getuige C. BoumanVerdachte reed
betrekkelijk :Aalmgwant'een extra wagen
van de Onderneming was toch al vooruit.
Verdachte trachtte ^ons achter zich te
houden en Bij Piet van der Loo konden
we hem eerst voorbij.
Kantonrechter]: j^Met";welke (snelheid
reed verdachte ongeveer?
Getuige C. Bouman Ongeveer 20 K.M.
Kantonrechter]:3Danimoet je verdachte
feitelijk dankbaar zijn dat hij je niet
heeft laten passeeren, want dan zou je
de maximum-snelheid, die te Haarsteeg
20 K.M. bedraagt hebben overschreden
en dat zou je dan mogelijk een proces
verbaal hebben gekost. Als je toch
iemand wilt passeeren, die 20 K. M.
snelheid rijdt, moet je natuurlijk zelf
met grootere snelheid rijden en dan
overschrijdt je de maximum-snelheid.
Getuige Bouman r Ik reed achter ver
dachte van Heusdèn tot Haarsteeg en
kon hem niet voorbijkomen. Hij reed
17 k 18 K.M. Een extra wagen van Fur-
ster reed voor om passagiers op te laden.
Ten slotte reden we voorbij bij van
der Loo.
De Heer Ambtenaar requireerd vrij
spraak.
KantonrechterZat er nog iemand in
jullie bus, die een en ander heeft ge
zien.
Getuige B. BoumanJa, Arie Kant.
Kantonrechter: Dan wil ik nog wel
eens wat meer weten en gelast daarom
de dagvaarding van Kant tegen de vol
gende zitting.
R. J. v. D. klompenmaker te Dussen
was op 12 September j.l. dronken ge
weest en op 18 September j.l. nog eens.
Op 12 September was op hem bevonden
een vlijm scherp mes in een Iedere schede
en bovendien een vlijmscherp gesloten
knipmes.
Kantonrechter: Hoe zit dat met jou?
VerdachteIk had misschien op 12
Sepember 10 glazen bier op, maar ik was
niet erg dronken. Op 18 September
was ik niet dronken want ik was pas
even in het café geweest, 't Was toen
nakerm is.
Kantonrechter Neen man, de naker-
mis vier je vandaag hier. Wat deed je
met die ellendige messen in je zak? ?tls
mij ter dege bekend dat je graag van
een mes gebruik maakt als je aan het
vechten bent en dat is een schande.
Dat zal je laten en afleeren zal ik het
je. Ik heb nergens meer het land aan
dan aan die vervloekte messen, die bij
ruzie's dienst moeten doen. Je krijgt nu
2 boeten ieder van f 10,00 of 2 maal 5
dagen hechtenis en dat ik je messen
verbeurd verklaar zul je zeker wel be
grijpen. En kom nu niet meer hier voor
feiten, waarbij je gewapend bent met
scherpe messen, want dan zal ik je on
gelooflijk zwaar straffen, wees daarvan
verzekerd.
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN,
Uitspraak 4 November.
Wet middelen van vervoer C. H. B.,
Dussen, f25 of 10 d.
VisscherijwetL. V. en J. v. d. W.,
W'dam, f 5 of 3 d.
Stierenregl.A. K. en J, V., Wyk,
H. S Veen, G. V., Genderen, ieder fl
of 1 d.
459 Sr.J. V., Baardwijk, f 5 of 3 d.
Gem.-verord.I. P. W., Haarlem, f 10
of 5 d.A. v. O., en G. V. W'dam, f5
of 3 d.G. G., idem, f3 of 2 d.J. v.
W., Herpt, ontslag van rechtsvervolging.
M. R.regl.M. T., GendereB, f5 of
3 d.J. E., Veen, 2 X f 5 of 2X3 d.
M. R.wetL. V., Wijk, A. v. Z.,
Sprang-Capelle, C. J. v. W., Wyk, A. P,
v. W., Kaatsheuvel, ieder f 3 of 2 d.
W. G. v, W„ Genderen, f2 of 1 d.
D. v. W., Aalburg, f 5 of 3 d.
453 Sr.A. v. S., Dussen, H. V.,
Almkerk, f5 of 3 d.C. v. B., zwervende,
f 15 of 10 d.
Rijwiel z. lichtJ. P., W'dam, e. a.,
ieder f 3 of 2 d.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
De zegeningen van artikel 19 der
Motor- en Rijwielwet.
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik U een weinig plaats
ruimte in uw blad, teneinde zooveel mogeijk
de automobilisten, welke genoodzaakt zyn
des avmds langs de wegen te rijden, te
waarschuwen voor de onaangenaamheden,
welke door het in werking treden van de
Nieuwe Motor- en Rywielwet, voor hen
zyn weggelegd. Ongetwijfeld is het de
bedo^jin^der wet, dat het verkeer in beter
banen Wrdt geleid, en dat, door de stren
gere bepalingen, de veiligheid van iederen
weggebruiker wordt verhoogd.
Niemayd zal er misschien, bij aandach
tige be'sVfdeering van de wetsartikelen ooit
aan gedacht hebben, dat deze wet gelegen
heid biedt om er een nieuwe vorm van
autoval. uit te distilleeren. Volgens art. 19
der nieuwe Motor- en Rywielwet is men
verplicht, bij avond, de groote lichten te
dooven wanneer men een tegenkomend
rijwiel, rij- of voertuig, rij- of trekdier tot
op 100 M. is genaderd. Volgens de be
doeling der wet zijn alle rijwielen, welke
tusschen een half uur na zonsondergang
en een half uur voor zonsopkomst, op den
openbaren weg worden bereden, van lichten
voorzien.
Men is echter óók verplicht de groote
lichten te dooven, wanneer men een wiel
rijder zonder licht tegenkomt en zelfs straf
baar wanneer men door de duisternis dezen
wielryder niet heeft gezien. Dit ondervond
ik Dinsdagavond (8 Nov.) omstreeks 6 uur op
den rivierdijk tusschen Heusden en Wou-
drichem. 't Was oogeveer in de nabijheid
van Ryswijk, dat ik, plotseling, 2 mare
chaussees met hun onverlichte rijwielen voor
een, door mij bestuurde auto zag en welke
marechaussees mij gelastten te stoppen. Op
het moment, dat ik hun zag, liepen zij
naast hun rywiel Mij werd gevraagd of
ik wist, dat ik verpljcht was mijn groote
lichten te dooven waanneer ik tot op 100
M. tegenkomende wielrijders genaderd was.
Op mijn bevestigend antwoord volgde weer
de vraag, waarom ik zulks dan niet had
gedaan. Ik vroeg hun toen wie de wiel
rijders waren. Waarop ik ten antwoord
kreeg dat zij zelf mg rijdende tegemoet
waren gekomen en op korten afstand voor
den wagen waren afgestapt. Ik vroeg hun
toen waarom zy dan geen licht op hadden,
daar ik in dat geval zeker myn lichten bad
gedoofd, doch hen nu niet eerder had gezien.
Dat zy zonder licht reden ging my niet
aan, was het aDtwoord en in hetschynsel
van de greote lampen, had ik hen zeker
moeten zien. Iedereen die in den avond
wel eens langs een kronkelende rivierdijk
heeft gereden weet, dat de lichtbundels van
de groote lampen voortdurend van richting
veranderen en langs de kanten van den
dyk donkere schaduwplekken veroorzaken
welke zoo bijzonder geschikt zyn voor som
mige doeleindenb.v. om ongemerkt te
naderen. Ziet men dan op eenigen afstand
een menschelijk wezen, dan onderscheidt
men nog dikwijls niet of dat individu loopend
of wielrydend is zonder licht. Mijn per
soonlijke meening van dit geval is, dat hier
een overtreding is geforceerd. Hadden be
doelde marechaussees licht op gehad, dan
had ik geen overtreding begaan en myn
lichten gedoofd.
Herhaaldelijk is reeds in de automobi-
listische pers op afkeurende wijze geschreven
over de manieren, welke de plattelands-
politie toepast, om de maximum-snelheid te
constateeren. De nieuwe vorm van autoval
werkt echter veel secuurder. Bij de over
treding van de maximum-snelheid is men
eerst gewaarschuwd door het bekende bordje
en geschiedt de controle bij daglicit. De
nieuwe methode werkt onverwachts, in het
donker en op iedere willekeurige plaats.
H.H. Automobilisten, wat wilt U daartegen
beginnen
Zoudt U het prettig vinden indien er
plotseling iemand uit de struiken kwam en
U met een revolver dreigde met de woor
den «Je geld of je leven Ne«n, na
tuurlijk 1 't Verschil is echter thans met
zoo heel groot. Men wordt ook plotseling
overvallen en mag zyn geld in den voim
van boete afstaan. Voor de betrokken hand
havers der wet, een zeer verhefienden taak.
Hopende met deze regels vele chauffeurs
en auto-eigenaars tet nadenken te bi engen,
alvorens een avondrit te ondernemen en U
Mijnheer de Redacteur nogmaals beleefd
dankend voor de plaatsruimte, verbijjf ik
Hoogachtend,
J. STRAASHEIJM,
Monteur-chauffeur der Z H.B.
Nijverheidsplein 8
GORINCHEM.
Het verlanglystje van de Tweede
Kamer Ode aan de coalitie
Op zoek naar een nieuwe meerder
heid Hulde en critiek jegens de
regeering.
't Gravenhage, 10 November.
Het hek is van den dam en onze brave
volksvertegenwoordigers vermeien zich in
het ten toon spreiden van ai hun redenaarsta
lenten. Het is immers begrootingsiyd
Nu is het de tyd der politieke geloofsbe
lijdenissen. En uit de verschillende rede
voeringen sprak een voorzichtig voelen en
REIN HOLD ORTMAN.
n
V t
iü
10)
Professor Walroth Heb je meT hem
over mij gesproken N
«O, meer dan eens Bijna bij al mijd
bezoeken komt het gesprek ook op jou.c
«Je komt dus vaak bij den professor aan
huis
«Zeer zeker I En ik mag gerust zeggen
ik wordt daar ontvangen als een vriend.
Een gezellige huiselijkheid nietwaar
«Daar kan ik niet over oordeelenwant
ik vereer den professor weliswaar uit het
diepst van myn bart, maar ik ben nooit
anders met hem in aanraking geweest, dan
betreffende onzen gemeenschappelyken we-
tenschappeljjken ar beid.
«Dat is zonderling I Een ander in jouw
plaats zou de bescherming van den beroemden
geleerde waarschijnlijk nuttiger hebben aan
gewend.
«Nuttiger Dat begrjjp ik niet I Om
welke gunst zou ik hem dan wel hebben
moeten vragen
Doctor Artois lachte sarcastisch. «Ja
mijn waarde, dat is ook moeifyk uit te
leggen aan iemand, die zulk een vraag kan
stellen. En de juiste gelegenheid is nu
waarschynlyk ook al voorbij I Maar ter
zake, nu we toch over den professor spreken,
ken je ook juffrouw Ingeborg, zyn bekoorlyk
dochtertje
Ditringhoffen scheen opeens heel nood
zakelijk iets te moeten rangschikken tus
schen zijn flesschen en glazen.
«Ik heb de jonge dame eenmaal in mijn leven
gesproken,antwoordde hij, nadat hij zonder-
lingerwyze eerst eenige seconden had laten
verloopen. «Zy lykt zeer veel op haar vader.«
«Nu ja, voorzoover een jong meisje in
den schoonsten bloei van baar jeugd kan
gelyken op een tameljjk grijs heer van vjjftig
jaar.\ Maar je bezit zeker over 't algemeen
geen èterk ontwikkeld gevoel voor vrouwe
lijke schckqiheid ?c
Düringhoffen scheen den spot in deze
vraag niet te bemerken. Hij wendde zijn
gelaat weer naa> den doctor en in zijn
oogen schitterde ..iets ongewoons,
«Het was nu niet bepaald een lichamelijke
gelykenis, waarop ik zooeven doelde,zeide
hij, «want ook ik ben van meening, dat
juffrouw Ingeborg Wallroth een van de
bekoorlijkste en lieftalligste wezens is, dui
zendmaal beminnelijker dan alles, wat ik
ooit eerder gezien heb
Een wolk van misnoegen vertoonde zich
op het gelaat van doctor Artois.
«Zoo zoo* viel hy hem in dè rede.
«Het was dus slechts een geestelijke ge
lijkenis, waarop je zinspeelde. No, ik ben
juist op het punt ten huize van den pro
fessor een soort van zielsonderzoek aan te
vangen en het zal mij genoegen doen, als
ik je meening bevestigd vind. Maar, wat
ik nog zeggen wilde, beste vriend, zou je
geen lust hebben je slecht betaalden as-
sistentenpost met een beduidend betere
positie te verwisselen Het zou n.l. kun
nen zijn, dat ik iets geschikts voor je
had.*
»Jy, Artois Maar heb je voor jezelf
dan al wat gevonden
»Ik zal bij den aanvang van het rfiéuwe
semester mijo intrede als privaat-docent
doen. Tenslotte is de academische loop
baan toch de eenige, die een man met
eenige eerzucht kan bevredigen.
«Maar het is bekend, dat zij groote of
fers eischt, waardoor een zekere welge
steldheid onvoorwaardelijk is.c
«Dat hangt er vanaf! Ook met andere
hulpmiddelen kan ik mijn doel wel bereiken.
En bovendien zou ik geen voordeelig
huwelijk kunnen sluiten
«Schaam je, Artois, om de verdenking
van zulk een neiging alleen al te voorkomen,
dient men er zelfs niet schertsend over te
spreken. Men trouwt, wanneer men zich
een positie veroverd heeft, maar niet om
zich een positie te verschaffen.
«Enfin, daaromtrent kunnen de meeningen
nog wel eens uiteenloopen. Maar wij dwalen
van ons chapiter af. Voel je er niets voor
om in je eigen voordeel van betrekking te
veranderen
Düringhoffen dacht aan vader Leopard
en aan het onderhoud, dat hy met juffrouw
4
Heieen gevoerd had. Eenigszins aarzelend
antwoordde hij «Ik zou het laboratorium
van den professor slechts heel ongaarne
verlaten maar ter wille van zekere ver
plichtingen zou ik toch ook geen neen mo
gen zeggen, indien zich een gelegenheid
voordeed, om myn positie te verbeteren.*
«Dat is verstandig gesproken! Je kent
doctor Giersberg, den kleinen zonderling,
die hier een sanatorium voor alle mogelijke
ziekten heeft ingericht eh die bijna even
beroemd is wegens zijn ruwheid als we
gens zijn wonderkuren. De man heeft
een chemiker noodig voor het aan zijn
inrichting verbonden laboratorium. De
werkkring is niet bepaald inspannend en
voor iemand, die met de physiologische
en pathologische chemie een beetje op de
hoogte is, slechts kinderspel. In hoofdzaak
zullen steeds dezelfde soort onderzoeken
en dezelfde soort analyser te verrichten
zijn. Vrjje woning kan de doctor wegens
de beperkte ruimte niet beschikbaar stellen
maar hy garandeert volle kost en boven
dien een salaris van 150 Mark per maand,
latere verhooging natuurlijk niet uitge
sloten. Is dat niet een alleszins aanneem
bare post
«Stellig Maar hoe weet je, dat doctor
Giersberg geneigd zou zijn, mij te enga-
geeren
«Uit zyn eigen mond I Eigenlijk had ik
de betrekking voor mezelf aangenomen
daar echter ondertusschen myn toekomst
plannen een grondige verandering hebben
ondergaan, trok ik mij terug en gedachtig
aan onze oude vriendschap stelde ik den
doctor voor jou in myn plaats te enga-
geeren. Natuurlyk heb ik by die gelegen
heid niet nagelaten je in alle toonaarden
te prijzen. De zaak is al zoo goed als
beklonken en ook de professor is bereid
je op elk gewenscht oogenblik je ontslag
te verleenen.*
Met steeds stijgende verbazing had Dü
ringhoffen hem aangehoord. «Ik weet
inderdaad niet, waarmee ik zooveel vriend
schappelijke opoffering verdiend heb,< zeide
hij. «Onze inzichten liepen vroeger zoo
dikwijls uiteen en wij hadden zoo weinig
gelegenheid, eikander nader te leeren ken
nen
«Och wat, wij waren toen nog maar
echte jongens,* weerde Artois haastig at,
terwyl hy opstond. «Je ziet immers, d«c
die kleine oneenigheden uit dien tyd mij
niet belet hebben het eerst aan jou te
denken, toen het er op aankwam een van
mijn kennissen dezen kleinen dienst te
bewijzen. Je neemt het natuurlyk aan
«Ik zou het nog wel eens een paar da
gen in overweging willen houden, Artois
De professor zou my voor ondankbaar
kunnen houden, wanneer ik hem zoo over
haast verliet, zoodra er ergens anders een
voordeeltje te behalen is.
«Maar ik geef je de verzekering, dat
daarvan in 't geheel geen sprake kan zyn.
(Wjordt vtrv*lgd.)
i i
t
Kieuwsblad
ROMAN VAN