Tweede Blad
No. 4789 Vrijdag 24 Februari
Qeen Geweten.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Sproeien komen vroeg in
Kinderrubriek.
FEUILLETON
Rechtzaken.
BEHOORENDE BIJ HET
Nierkwalen maken n spoedig ond!
het voorjaar, koop tijdig een pot
Spnutol. Bij alle Drogisten.
Vragen op rechtskundig gebied
De ontwaking van het Oosten.
Wie eenigszins meeleeft met zyn tjjd,
aldus spr. en geregeld de couranten leest,
moet getroffen zyn door het telkens terug-
keerend thema, dat 't onderwerp vormt van
menig gesprek, n.l. de ontwaking van het
OosteD.
Kieuwsblad
Het komt in den middelbaren leeftijd
en daarna maar al te vaak voor, dat men
last krijgt van rugpijn, duizeligheid, ze
nuwpijnen en urinekwalen. Dit is gewoon
lijk een gevolg van overspanning der nie
ren, dat zij sinds lang hulp bfehoeven.
Want gedurende uw heele leven, dag en
nacht, werken de nieren om de vergit
ten uit uw bloed te filtreeren. Als zijt
hierin falen, kunnen ernstige en diepgaan
de kwalen zich ontwikkelen.
Urinezuur-zouten hoopen zich dan in
het bloed op en vormen de kristallen, die
zenuwpijnen en rheumatiek veroorzaken;
of wel wordt een onvoldoende hoeveel
heid water aan het bloed onttrokken,
waardoor zich waterzuchtige zwellingen
kunnen vormen. Ook kunnen ontstaan
blaasstoornissen, niersteen, niergruis, blaas
ontsteking, ischias, spit, vermagering, ze
nuwachtigheid en gebrek aan energie.
Vermijd de ontwikkeling dezer verschijn
selen. Wek de nieren op en versterk ze
niet Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Dit
Specifieke niermiddel werkt rechtstreeks op
de oorzaak ^an uw kwaal, reinigt en ver
sterkt de nieren, lenigt de urinekanal^n
en regelt de werking der blaas.
Zoowel mannen als vrouwen kunnen baat
vinden bij het gebruik van Foster's Rug
pijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
eüketlet hier vooral op) bij apotheken
en drogisten a f 1,75 per flacon. 35
Beste meisjes en jongens.
Bier zijn de antwoorden op de vorige
raadsels
1. Nacht-egaal aardewerk, cichorei,
Haarlem, teugel, eland, gras, ark ar, 1)
Q. Krekel (rekel).
3. Kabeljauw.
De nieuw» raadsels zijn
1. Ik maakte laatst van een stuk cho
colade zonder veel moeite een heale
vrucht. Wie is ex zoo knap, dat hij
dat na kan doen
9. Wie kan de volgende lettergrepen
weer zoodanig bijeenvoegen, dat er een
bekend Hollandsch spreekwoord ge
vormd wordt: JON PEN ZOO DE ALS
PIE GEN OU GEN DE ZON DEN.
3. Wie kan er van een uurwerk een
waterkuil maken?
OOM KAREE.
HEN AVONTUUR IN HET FEEËN
LAND, VRIJ NAAR EEN ENGELSCH
GEGEVEN, DOOR ELLY VAN ZON.
ff oen ze aan een heel groot goulen hek
Kwamen, riep het elfje opeens: Hier is
de poort van het Land der Domkoppen,
Vaarwel Bartje. Met-een was z? verdwe
nen tusschen het dichte loover der boo
toen. Verbaaed keek Bart rond. Er was
Igeen spoor van het elfje 1© zien en
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMAN.
44)
Zij was de keuken al uit, nog voor juf
frouw Leopard een van haar talrijke be
denkingen tot uiting had kunnen, bren
gen en het had ex inderdaad alle schijn
van, alsof geen andere bode haar in snel
heid had kunnen evenaren, want reeds
na verloop van een half uur kwam zij
terug.
Achter haar aan klom een kleine, zon-
idexling uitziende man de trap op. Hij
had een schrale, nietige gestalte; maar
tusschen zijn hoekige schouders verhief
zich een energieke kop van zulk een ei
genaardige karakteristiek, dat men den
kleinen man stellig niet langer vpor een
onbeteekend iemand hield, wanneer men
eerst de moeite had genomen dezen kop
Vrat nader te beschouwen. Knap was hij
zeker niet want hij had. dikke, omgekrul
de negerlippen, een platgedrukte neus en
groote, van het hoofd afstaande oor
schelpen. Een kort geknipte, stoppeli
ge volle baard, die bepaald hel rood was
en kort, borstelig hoofdhaar van dezelfde
kleur, voltooide het in zijn geheel zoo
weinig bekoorlijke beeldmaar onder dit
borstelige hoofdhaar welfde zich een
machtig breed voorhoofd van klassieke
schoonheid en schitterenden twee scherpe
Brands oogesn me een glanst en een uit-
daar was de poort van het land der
domkoppen, maar die was gesloten door
een groot, zwaar gouden hek. En ach
ter dat hek stonden twee klein» ka
bouters, met witte baarden, en roode
puntmutsen op, en hielden de wacht
Bartje ging naar het hek toe, stak zijn
hoofd door de tralies en vroeg heel
beleefd: „Meneer Kabouter, zou ik mis
schien asjeblief binnen mog n komen,
ik zoek mijn broer Keesje.1'
„Zoo," zei de eene kabouter, "zoek
ie je broertje? Maar weet je wei, dat
je zoo niet binnen kunt komen? Je zou
eerst omgetooverd moeten worden tot
©en klein kabouter jongetje. En boven
dien, wie hier eenmaal binnenkomt, mag
tr niet zoo gemakkelijk weer uit. Weet je
dat wel 1"
„Nee, dat wist ik niet," antwoordde
Bart. „Maar ik wil toch erg graag mijn
broertje zoeken. Dus laat U me dan
opviel was, dat hun ruggen allemaal zoo
prachtig glommen. Het leken wel spie
gels, zoo mooi. En hij kon zich niet
weerhouden aan een mooie zwarte bak
kerstor te vragen„Wat glimt Uw rug
mooi? Hoe komt dat zoo?"
„Nu," zei de bakkers tor vriendelijk, „jij
bent zeker ook niet lang in dit land,
anders zou je wel weten, dat de jon-
getjes of meisjes, die voor straf in het
Land der Domkoppen komen, de ruggen
van alle torren en kevers moeten poet
sen, eiken dag"! Er is pas we r zoo'n
jongetje aangekomen. Hij doet erg zijn
best, mijn rug heeft hij ten minste mooi
zwart en glimmend gepoetst."
warmte.
Mijn vraag is ca deze Mag mgn bnur-
man zulks na doen, terwijl ik cadeel hier
van ondervind.
B. 0.
Uw bourman mag de schatting zoo hoog
maken als by zelf wilU kunt daar Diets
tegen doeD.
Ik heb achter in de huif van mijn kar
een ruit laten maken volgens voorschrift.
Na kom ik in de provincie Gelderland
en wordt door de Rijksveldwacht aange
houden, omdat geen spiegel op de kar
bevestigd is.
Na is mijn vraagwanneer de rait
achter in de huif aan de wet voldoet, ben
ik dan ook nog verplicht een spiegel op
de kar te laten bevestigen.
B. W.
X V-~
iktP
T' - - I 'i- - -
x m w v - v m
- V*
rl - |jp
Mi /ft»
HET ENGELSCHE VRACHTSCHIP »SH0NGA«.
Het Engelsche vrachtschip nShonga®, dat naby Ymuiden gestrand is en door midden brak, is thans aan de
elementen overgeleverd. De bemanning werd ten leste gered, na veel moeite, daar de Z.-W. storm het heel
moeilyk maakte. De reddingboot »Dorus Rijkers® is er in geslaagd iedereen van het schip te ha'en. Hierboven
het voorstuk van het schip met op den voorgrond de reddingbooten.
maar binnen, asjeblief."
De kabonter haalde uit zijn broekzak
een lief klein too vers tok je te voorschijn,
zwaaide er drie koer mee boven zijn
hoofd en sprak een tooverwoord, dat Bart
niet kon verstaan. Maar het volgende
oogenblik voelde hij, dat hij eensklaps
hoe langer hoe kleiner begon te worden,
totdat hij nog kleiner was, dan do ka
bouters achter het hek. Daarna nam de
kabouter die hem betooverd had, een
gouden sleuteltje en sloot het hek open.
Zoo stapte Bartje naar binnen toe „En
kunt U me nu ook zeggen, waar ik mijn
broertje Kees kan vinden?" vroeg hij
aan de kabouters. Maar deze- schudden
alle twee him doofden en de andere zei-
de: „Nee, dat kunnen we niet zeggen
en dat mogen we ook niet zeggen. Zoek
zoek, zoek!"
Daarna keerden de kabouters zich om
en lieten Bart aan zijn lot over. Er zat
(niets anders voer hem op, hij moest
zelf gaan zoeken. Dus zocht hg al zijn
moed bij elkaar eh ging op weg. Langs
een smal paadje, met dichte bosohjee
aan weeskanten, kwam hij op een open
plekje in het bosch, dat geheel met zacht
groen mos begroeid was. Tot zijn groote
verbazing zag Bartje hier een heelaboel
zwarte en bruine kevers en torren, die
hier in de zon rondkropen. Wat hein erg
drukking van wilskracht, zooals men dat
slechts bij groote mannen ziet.
Dat was doctor Giersberg, de stichter
en leider van het wereldberoemde sanato
rium, die op het bericht van de ziekte
van zijn chemiker zonder een seconde te
verliezen a lies, wat hem juist bezig hield,
in den steek gelaten had om de brengster
van dit ongeluksbericht te volgen. On
derweg had hij slechts enkele korte vra
gen naar de kenteekenen van de ziekte
gedaan en had, toen Heieen hem geen
bevredigend antwoord wist te geven, iet-s
van „vrouwenonkunde", in zijn. stoppe-
ligen baard gebromd.
Nu deinsde hij voor het groote op
schrift op de deur met een adelaar er
boven, hevig ontsteld een schrede terug.
„Bij een deurwaarder? Voor den dui
vel 1" bromde hij, „ik hoop dat die me
niet in den weg zal loopen."
„Het is mijn vader, doctor," zeide He-
leen zacht. „En u kunt mij gerust
gelooven, dat hij een beste man is,
hoewel men hem dit weinig benijdens
waardige ambt heeft opgedragen."
Doctor Giersberg bleef haar het ant
woord op deze uitlegging schuldig en
liet zich naar de kamer van den zieke
brengen. Op hetzelfde oogenblik, dat hij
de deur achter zich gesloten had, had
er een zonderlinge verandering in zijn
gelaatstrekken plaats. De juist nog zoo
norsche, barbaarsohe uitdrukking was ge
heel en al verdwenen; dezelfde zachte
vriendelijkheid die thans in zijn heldere
oogen schitterde, scheen ook zijn ruwe
grove trekken te ontspannen.
„Wel, mijn waarde jonge vriend, wat
zijn dat voor kunsten!" aldus b gon hij
het gesprek, terwijl hij op het bed toe
trad, ,En nog altijd je kleeren aan?
't Is wat mooie, ie er hier dan geen
„Wat je maar mooi noemt!", bromde
een bruine "meikever, die het gesprek ge
hoord had. „Iedereen weet dat een mei
kever bruin is en dat zijn rug met
bruine was gepoetst moet worden! En
dat nieuwe jongetje is zoo dom geweest,
mijn rug met zwarte schoensmeer te poet
sen! Wat lijkt het wel! Daar ben ik
minstens een week mooi mee!'"
„Nu ja," zeide de vriendelijke bak-
keistor, „maar het glimt toch erg mooi
hoor, en het jongetje was ook nog zoo
erg nieuw. Morgen zal lig het wel beter
doen."
„Maar," vroeg Bartje, „zoudt U mij
misschien ook kunnen zeggen, waar ik
dat jongetje kan vinden?"
„Jawel," zei de zwarte bakkerster.
„Maar het is heel moeilijk te vindon.
Wacht, ik zal je er wel even heen bren
gen, volg me maar."
(Worclt vervolgd
n buurman heeft op de scheiding
van zijn land, grenzende aan de Zuidzyde
van myn land, een plm. 1.50 M. hooge
riete schatting geplaatst.
Door de plaatsing vae deze schnttiag
wordt myn land verstoken van de zonne-
enkel menschelijk wezen, dat je een beet
je had kunnen helpen
En met een zorgvuldige handigheid,
die de meest geoefende verpleegster tot
voorbeeld had kunnen strekken, begon
hij den patient te ontkleeden om hem
daarna zoo doelmatig en gemakkelijk als
het maar eenigszins mogelijk was, de
kussens onder het hoofd te schuiven en
flink onder de dekens te stoppen. Tege
lijkertijd scheen hij ook reeds zijn onder
zoek geëindigd te hebben; want hij kwel
de den jongen man noch door vragen
naar zijn gezondheid, noch door verde
re overbodige handelingen.
„De hoofdpijn is momenteel het ergste,
niet waar? Ja, maar ik denk wel, dat
wij die op de vlucht zullen jagen, wan
neer wij het energiek aanpakken. Je weet
toch genoeg van de geneeskunde, Dü
ringhoffen, om te weten, dat hoofd
pijn gelukkigerwijze nog nooit iemand is
gestorven."
„U bent heel vriendelijk, doctor," zeide
de zieke met een dankbaren blik „En
daft u ;zich de moeite heeft getroost, om
voor mijn lichte ongesteldheid zelf hier
heen te komen."
Met een beslist handgebaar stuitte doc
tor Giersberg zijn woordenvlo d. „Ten
eerste is het mijn plicht, want ik ben
arts; ten tweede moet ik toch wel bij
jou komen, wanneer jij niet bij mg kunt
komen ja en ten derde is het toch
wel een beetje zacht uitgedrukt, als je
van een lichte ongesteldheid praat. Je
hebt het leelijk te pakken, jonge vriend,
en dat ik oprecht met je te doen heb,
heb je stellig wel verdiend."
Valentin Düringhoffen knikte licht met
het hoofd. „Ik weet wel, dat ik zwaar
ziek ben, doctor," antwoordde hij zacht,
„en het is mij zelfs te moedes alsof a
Een ry- of voertuig, waarmede over een
weg wordt gereden, moet voorzien zijn van
een spiegel, waardoor de bestuurder van
zijne zitplaats het links achterliggend weg
gedeelte kan overzien, tenzy de bestuurder
eene zitplaats inneemt, zóó, dat hy vandaar
bet verkeer op het bedoelde weggedeelte
zonder spiegel gemakkelyk kan waarnemen.
Wanneer U nu achter in de huif van uw
kar een ruit hebt laten aanbrengen, die
voldoende groot en voldoende helder is om
het links achterliggend weggedeelte goed
te kunnen overzien, dan behoeft U geen
spiegel op de kar te laten bevestigen.
Wanneer men bij verkoop van een kistje
sigaren tegen gebandoleerde prijs, den koo-
per een nummer geeft als bewijs, wanneer
het nummer er nitgetrokken wordt, het
extra gestelde cadeau ten deel komt, of
het onder de loterijwet valt, ja of neen
A. V.
BOSSCHE RECHTBANK.
Uitspraak.
F. H., Rotterdam, f150 of 30 dagen
hechtenis.
niet heel lang meer met mij te doan
zult hebben. Maar daaromtrent kan men
zich als patient wel vergissen en daar
om daarom zon ik u dringend willen
verzoeken, mij heel openhartig een vraag
te beantwoorden. Is mijn ziekte van
dien aard, dat ik er mij op voorb.reiden
moet te sterven?"
„Maar beste vriend, wat is dat nu voor
een vraag? Je bent nu al sinds drie
maanden aan mijn sanatorium verbonden,
waarin minstens driemaal per dag onze
geneeskundige beweringen te schande
worden gemaakt. Je ziet, dat men men-
schen bij mg brengt, aan wie men vol
gens mijn overtuiging beter de sacramen
ten der stervenden dan een medicijn zou
kunnen toedienen en die toch vier weken
later gezond en frisoh weer rondloopen
en je ziet ook, dat men andere patiën
ten naar hun laatste rustplaats draagt,
die ik vol vertrouwen weer gezond dacht
te maken. Dit alles kan onmogelijk aan
je scherpe oogen ontgaan zijn en toch
heb je den moed mij door zulk een vraag
in verlegenheid te brengen."
„Ik verlang ook geen voorspelling van
u, doctor, maar er zijn toch wel bepaalde
vermoedens, bepaalde teekenenn zult
begrijpen, wat ik bedoel."
„En waarom wensch je volstrekt te
weten, wat voor bepaalde teekenen ik
bij je gevonden heb? Ben je niet een al
leenstaande, onafhankelijke jonge man,
die vrouw noch kinderen heeft? Kun je
het niet met een gerust hart aan de al
wetende en eenig almachtige natuur over
laten, om over jb lot te beslissen?"
„U meent het goed, doctor! Maar al
zou ik behalve mijn moeder en zusters
ook geen andere familieleden achterlaten,
toch heb ook ik in zeker opzicht een
testament te maken. En ik kan niet
ARR.-RECHTBANK TIEL,
Vonnissen, uitgesproken door den Politie
rechter op 15 Febr. 4928.
W. L, C. te Zaltbommel, beleedigiDg
van een ambtenaar, f 25 of 40 d. h.
E. D. te Aalst, wederspannigheid, vonnis
13 Febr. 4928.
Vonnis uitgesproken door den Kinder
rechter op 46 Febrnari 1928.
W. v. M. te Brakel, mishandeliog, f 25
of 1 m. tuchte.
Dit was het onderwerp, waarmee Mr„
Byleveld van den Haag Vrijdagavond I.!.
optrad in 't Instituutlokaal aan den Nieowen-
dyk voor 't Comité van Winterlezingen.
Omstreeks 7 uur opende de voorzitter
de heer Wisse de vergadering. Hy liet
zingen Psalm 87 3 en 4, ging in gebed
voor en sprak een welkomstwoord. Hierop
verkreeg de spreker de leiding.
Deze uitdrukking moet toegepast op
allerlei verschijnselen en vele uiteenloopend»
gebeurtenissen. In O.-Indië wijzen we b.v.
op den communi8tischen opstand, dan weer
vertoont 't verschijnsel zich in anderen
vorm, maar de grondgedachte der ver
schynselen is, een probeeren zich volmaakt
te onttrekken aan alle overheersehing van
den Westerling. Deze beweging bespeurt
ge over het geheele Zuid-Halfrond.
Ontwaking. De gewone beteekenis van
dit woord iswakker worden. In figuur-
lijken zin gesproken, kunnen we zeggen,
dat de Oostersche volken tot voor korten
tijd, in een politieken en socialen sluimer
verzonken zyn geweest.
Plots echter is er aan dien apathischen
toestand een einde gekomen. Ons land
interesseert zich natuurlijk 't meest voor
wat gebeurt in Indië. Maar bet verschijusel
daar, is niets anders, dan de lichte na-
kabbeling van het geheele proces, dat zich
gaandeweg voltrekt.
Allereerst dient de vraag besproken, hoe
't kontakt met 't Oosten is aangebracht.
Hoe dus het Oostersche vraagstuk is ont
staan. We moeten daarvoor terug naar
de 15e eeuw. Toen vertoonde Europa een
geheel ander aspect dan nu. In 't N.-O,
was ons werelddeel afgesloten door 't toen
grooterideels nog onbekende Rusland. Ook
in 't Z.-O. lag een barrière, die 't Westelijk
Europa absoluut afsloot. We bedoelen
Turkjje. Zoo aan deze zjjde geïsoleerd,
wilde ons werelddeel wegen zoeken naar
het vermoede® deel der aarde. Het is
dan ook niet by geval, dat de ontdekkings
reizen in deze periode der geschiedenis
spelen. We zien hier de wjjsheid Gods.
Onder Hendrik den Zeevaarder van Portugal
wordt de W. kust van Afrika ontdekt.
Vasco di Gama vindt den zeeweg naar
Iudië, Columbus landt te Guanahani en
betreedt de Nieuwe wereld. Zoo komt het
W. in kontakt met 't O. En in de 17e
eeaw werkt 't proces door. We wijzen
op de kolonisatie in Yirginië, Maryland, enz.
Dan, na de reis van Houtman, de oprich
ting van de V. O. I. C., de drukke handel
met de Muiukken, gepaard gaande met de
overheerschiDg van dat gebied. Engeland
breid zyn machtigen vleugel uit over Britsch
Indië. Het kontakt wordt zoo geboren.
Het merkwaardig gevolg daarvan is, dat
de supremate van 't W. over 't O. een
van zelfsprekende zaak werd. Het aan
voeren van een goeden rechtsgrond voor
de in bezitneming van die gebieden, gaat
•weten, hoe lang het verloop van mgn
ziekte mg nog tijd, zon laten, zuiks te
doen."
De kleine doctor kuchte en keek met!
zijn heldere oogen den patient ernstig
aan.
„Zijn testament kan men altijd maken,
beste Düringhoffen 1 Ik denk wel, dat wij
de ziekte baas zullen worden, maar als
het een geruststelling voor je i® je aari-i
se he aangelegenheden in goede orde te
weten, doe dat dan in 's hemelsnaam,
vandaag neg, vooraoovex je krachten je
dat veroorloovem."
„Ik dank u," zei Düringhoffen zacht.
Daarop draaide hij zijn gezicht i is meer
naar den muur de doctor Giersberg stond
op.
„Ik zal er zorg voor dragen, dat er
voor jon zoo snel mogelijk gebeurt, wat
gebeuren moet," merkte hij op. „In mgn
inrichting mag ik je helaas niet opnemen,
maar het zal je niettemin aan niets ont
breken. Ik zend je mijn beste ver
pleegster en tegen den avond ben ik zelf
weer hier. Tot vanavond dus -m hoofd
omhoog, beste jonge vriend!" Hg boog
zich over den zieke heen en legde zgn
fraai gevormde, bijna vrouwelijk zachte
hand gedurende eenige seconden op zijn
door koorte verhit voorhoofd.
Toen hij zich weer oprichtte en behoed*
zaam het vertrek verliet, was zgn ge
zicht tot aan de slapen donkerrood ge
kleurd en zgn trekken vertoonden een
nog grimmiger uitdrukking dan bij zijn
komst, toen hij het groote naambord
met den adelaar er boven ontdekte.
(Wordt vervolgd.)