Geen Geweten.
Parlementair O* erzielit
FEUILLETON
f 32.50
^nd van ALTêna
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4802 Wotn&dag 11 April 1928.
4
4
4
4
4
4
4
Costuums m maai vanaf
F\ JOHAN DE MOL,
llimieiilawl
1st. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Voor prima pasvorm en be
werking wordt ingestaan.
(Wordt vemlgd.)
NIEUWSBLAD
voor lit Laad van Heusdei ei AllyaJeLaiistraat sioe BimlirviirÉ
Dit blad versebynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
AbooneffieDtsprys: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrydagmorgen 9 uur ingewacht.
De vaccine-kwestie in de Kamer
Door het wijzigingsontwerp betr. be
smettelijke ziekten Een overhaast
besluit en een voorzitter die niet
van jachten houdt Vari-t.
's Gravenhage, 5 'April.—
Het was een vrij ingewikkelde geschie
denis en er is heel wat over gezegd in de
Tweede Kamer, Over dat wijzigingsont
werp inzake de besmet telijke ziekten. De
Minister had het noodig geoordeeld, nu
het vaccine-wetje is aangenomen dat tot
schorsing van den vaccine-dwang voor
een jaar strekt, om dit wijzigingsont-
aan de Kamer voor te leggen. Hij was
nu toch immers gedwongen het terrein
van den vaccine-strijd te betreden Het
punt, waar men in de Kamer nu ovor
viel, was ditDe minister had vorig jaar
een amendement Bijleveld onaannemelijk
verklaard omdat het de vac cine-strijd
raakte, hetgeen hij wilde vermijden. Na
die onaamnemelijkverklaring was het dóór
de Kamer verworpen. Een ander amen
dement, nl. van Mevr. de Vries-Bruins
van de 2 artsen, die een bewijs1 voor
vrijstelling van vaccinatie op gr >nd van
gezondheidsredenen zouden kunnen afge
ven, moest een er van steeds te inspec
teur der volksgezondheid of een door
hem aangewezen medicus zijn, dat de
minister ook, om dezelfde reden, onaan
nemelijk had verklaard, werd door de
Kamer aangenomen. En nu, bij de her
nieuwde indiening van het wijzigings
ontwerp, was dat laatste amendement
er wel in opgenomen. Had de minister
blijkbaar geen bezwaar meer tegen
Dat vond men aan a. r. zijde heel
onrechtvaardig. Want - zoo betoogden
de heeren Heemskerk en Bijleveld
het amendement Bijleveld was door de
Kamer verworpen, omdat de minister het
onaannemelijk verklaard. Dat was nu on
rechtvaardig. Iets dat de a. r. niet zoo
gauw zouden vergeten. Waaraan hadden
zij dat verdiend
De minister wees natuurlijk alle par
tijdigheid af en werd gesteund door
Mevr de Vries-Bruins;, die uiteenzette,
dat haar amendement nu eenmaal aan
genomen was en dat van meneer Bijle
veld niet. En nu nog eens over het amen
dement stemmen, dat kon toch niet. Ter
wijl de heer Marchant meende, dat die
zaak toch feitelijk aan de Kamer niets
aanging. De minister moest dit zelf we
ten. Hetgeen de heer Heemskerk niet
met hem eens was, want, hij noemde
dit' een eerekwestie voor de Kam =t. Het
ging ©rt' ia f en toe heel scherp toe
De heer Bijleveld diende een voorstel
in, om nu ook het amendement de Vries-
Bruins te schrappen. De heer Heems
kerk gaf nog als zijn meening te ken
nen, dat juist het schorsingswetje voor
den minister aanleiding had moeten zijn,
om dit wijzigingsontwerp te laten lig
gen. Want het had geen doel maatrege
len te gaan sanctionneeren inzake de
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMAN.
a
U
58)
En Ingeborg vertelde hem inderdaad
alles wat zij wist van Valentin Dü-
xinghoffens uitlatingen op dien bewusten
Pinksterdag tot aan de misdadige han
deling van haar man, waarvan zij zoo
juist ooggetuige was geweest. Want door
de lage wijze, waarop Artois juf
frouw Heieen gedurende eenige minuten
uit de ziekenkamer wist te weren, was
zij door een angstig gevoel overvallen en
had den drang niet kunnen weerstaan om
den ho«k van het- scherm te kijken.
Buiten zichzelf van opwinding liep de
professor in de kamer rond, terwijl zij
sprak; de aderen bij zijn slapen zwollen
onheilspellend op en zijn toorn tegen den
nietswaardige gaf hij telkens lucht door
korte, verontwaardigde uitroep n
„Er is geen twijfel aan deze ont
dekking is alleen het eigendom van Va
lentin Düringhoffens," riep hij tenslotte
uit, „en in vertrouwen daarop, dat de
arme jongen voor altijd zou verstom
men, heeft hij de uitvinding achterge
houden. Maar nog is het tijd hem het
masker van het gelaat te rukken en
zoowaar ik leef ik zal geen oogenblik
aarzelen dat te doen
Hij liet zijn overjas brengen en terwijl
pokken, terwijl de heele vaccine-dwang
een jaar is opgeschorst. Hoe ie het mo
gelijk, dacht de minister, dat meneer
Heemskerk dat kon zeggen. Want hij
had het nu juist een prachtgel' genhead
gevonden om de technische regeling der
besmettelijke ziekten ter hand te nemen.
Ook die der pokken, die er overigeus
slechts een onderdeel van uitmaken
Maar, hoe het ook zij, de heer Heems
kerk was van oordeel, dat men een van
tweeën had moeten doennoch het amen
dement de Vries-Bruins, noch het amen
dement Bijleveld in de wet opnemen,
of wel: h.et amendement de Vr.-B. wel
opnemen, maar dan ook de Kamer de
gelegenheid geven zich vlrij uit 'tei spre-.
ken over het amendement-Bijleveld, dat
tal van bepalingen inzake uitzonderingen
voor gewetensbezwaren enz. behelst.
A
Stalen op aanvraag. Coupeur te
ontbieden.
Verzuim© niet, zonder eenige ver-
plichting stalen aan te vragen.
HEUSDEN.
Nu, van wederschrapping van hvt amen
dement de Vries-Bruins wilde de Kamer
niet hooren. Zoo werd van r. k. zijde,
bij monde van den heer van Sc ha ik be
toogd, dat zulks zou zijn een terug
komen opeen Kamerbesluit. En een be
sluit, dat genomen was, ondanks de on
aannemelijk verklaring van den minister
Maaa wilde men het amendement-Bijle
veld .opnieuw indienen? Daartegen was
geen bezwaar. Omdat de beslissing van
de Kamer daarover niet vrij was ge
weest. Zoo werd het schrappingsvoor
stel met 59 tegen 30 stemmen (a.r., c.h.,
9 Jr k., 2 st. ger.) verworpen. Doch na
aanneming van art. 36 kwam dc heer
Bijleveld de Kamer verrassen met zijn
herleefde amendement. Een verassing in
den uitgebreidsten zin dos woords. De
Kamer had niet eens den tijd gehad het
lijvige amendement te bekijken, doch nam
„bij verrassing" de heele artikelenserie
zonder slag of stoot met 52 tegen 35
stemmen (vrijwel zuiver rechts tegen
links) aan. Waardoor de wetswijziging
wel buitengewoon ingewikkeld werd.
Evenwel, de bezadigde voorzitter vond
dat de Kamer te hard van stapel was
geloopen. We moesten er nog maar eens
kalmp jes over nadenken, meende hij blijk
baar. Reden, waarom hij de eindstem
ming over het wijzigingsontwerp uitstel-
11
hij zich tot uitgaan gei'eed maakte, zei-
jde hij: „Het spreekt vanzelf, dat jij
geen voet meer over den drempel van
een woning mag zetten, waarin deze el
lendeling huist. Je keert in je vaders
huis terug en blijft, totdat de scheiding
uitgesproken is, onder mijn bescherming.
Oogenblikkelijk zal ik met Edith spre
ken. Zij moet ondanks haar ongesteld
heid er zorg voor dragen, dat je oude
kamer onmiddellijk voor je wordt inge
richt."
Professor Wallroth begaf zich naar de
deur maar Ingeborg versperde hem den
weg. „U mag geen overbodig woord meer
aan die vrouw verspillen, vader, die u
verraden heeft. Het snijdt mij door de
ziel, maar ik kan het u niet besparen.
Hier lees dezen brief!"
„Dat is Edith's hand!" zeide de pro
fessor nadat hij slechts een vluchtigen
blik op den brief had geworpen, maar
toen hij hem haastig had doorgelezen,
vroeg hij met verstikte stem: „En aan
wien aan wien was deze brief ge
richt?"
„Ik vond hem, toen ik naar het glas
met- het poeder zocht in de zak van
mijn man."
Rochelend ontsnapte de adem aan pro
fessor Wallrot-h's borst en zijn gelaat
was donkerrood geworden, alsof hij ge
vaar liep door een beroerte getroffen
te worden. Een paar minuten stond hij
daar midden in de kamer zwijgend en
bewegingsloostoen sprak hij met vreemd
en zonderling klinkende stem„Goed
dan! Laten wij er dus in eens maar een
eind aan maken. Ga naar je kamer. Inge
borg. Het is beter voor je, dat je niets
meer hoort of ziet van datgene, wat
thans moet geschieden."
de tot na de Paaschvacantie.
Langs verschillende min of meer be
langrijke ontwerpjes, die de Kamer met
lofwaardige snelheid afdeed, kwamen we
ook aan de motie-Lingbeek betreffende
wijziging van de L. O. wet ten opzichte
van de regeling van het subsi lie voor
het salaris van kloosterlingen-onder
wijzers. De heer Ling boek was van mee
ning, dat de kloosterlingen, die een ge
lofte van armoede hebben afgelegd, on
mogelijk evenveel kunnen kosten als men-
schen, die zulk een gelofte ni i de
den. Feitelijk zou er dus ieder jaar een
subsidie uit de staatskas aan de kloo
sters gegeven worden. Die dan voor an
dere dan onderwijsdoeleinden, bijv. r.k.
propaganda, zouden worden gebruikt. In
België hield men dan ook rek ning daar
mee in de subsidieregeling.
De heer Albarda, s.d., stootte er zich
ook aan, dat jaarlijks vele millioeuen,
die voor onderwijs bestemd waren, voor
andere doeleinden werden besteed Zelfs
katholieken stootten zich daaraan. Hij
had echter bezwaar tegen het standpunt
van „salaris naar behoefte". De heer
(MolIer, r. k., vond dat de heer Ling-
beek overdreef, toen hij bedragen van
7 en 8 millioen 's jaars noemde, die
de r.k. communiteit van de onderwijs
krachten zou ontvangen. De religieuzen
hadden ook behoeften en moesten ook
arme familie-leden onderhouden De heer
Zijlstra, a.r., kon de motie niet los ma
ken van de anti-katholieke actie van
den heer Lingbeek en was daarom tegen
De heer Kersten, s.g.p., wees weer op
het onrecht, dat de Katholieke actie
met ettelijke millioeuen uit de Staats
kas zou worden gesteund, waarom hij
met de motie meeging, al was zijn voor
naamste bezwaar gericht tegen de on-
derwijswetgeving. Verder toonde de Ka
mer zich nog al gereserveerd, zoodat
de motie ten slotte met 72 tegen 3
stemmen, Kersten, Zandt en Lingbeek,
werd verworpen. Echter niet, dan nadat
de minister op verzoek voornamelijk van
den heer Albarda, had toegezegd, den
feitelijken toestand eens grondig te on
derzoeken, speciaal ook in het buiten
land en daarvan de Kamer bij gelegen
heid verslag uit te brengen
Wat den arbeid van de Eerste Kamer
betreft, verdient de aandacht te wor
den gevestigd op de verklaring van den
Minister van Justitie in de M. v. A.
over de Justitie-begrooting, waar hij zei-
de, dat bij het overleg tusschen „Binnen-
landsche Zaken" en „Justitie", waaraan
ook de beide inspecteurs van het krank
zinnigenwezen deelnemen, verschillende
middelen overwogen worden, die meer
waarborg beoogen te geven tegen niet
voldoend gegrond verblijf in het krank
zinnigengesticht. Ook dient nog ver
meld de opmerking van minister inzake
de Robaver-affaire, dat het flatteren der
balansen door hem geenszins in be
scherming wordt genomen. Doch een
strafbaar feit was slechts, indien opzet- fii fl 3 CC 85 Pl\ï^
telijk een onware balans openbaar wordt HNt&i
gemaakt.
FOLITICUS,
Terwijl zij zwijgend aan zijn beval ge
hoorzaamde, stapte hij hoog opgericht
dooi- verscheidene kamers tot aan het
boudoir van zijn vrouw. De deur was
gesloten en op zijn kloppen kreeg hij
geen antwoord.
„Doe open!" beval hij heesch. „Ik moet
je spreken I"
Wederom bleef alles stil. Toen pakte
de sterke man de deurkruk met beide
handen vast en schudde er zoo hevig
aan, dat het omgedraaide slot met een
luide tik opensprong. Hij duwde de deur
wijd open en stond recht tegenover zijn
mooie vrouw. Zij was geheel gekleed en
op het punt te vertrekken; in trotsche
houding stond zij midden in de kamer,
hem met haar groote, donker omscha-
duwde oogen onbevreesd in het gelaat
ziende.
„Wie heeft dit geschreven?" vroeg hij
met donderende stem, terwijl hij haar
den ompromitteerenden brLf voor
hield. Edith keurde het epistel echter
nauwelijks een vluchtigen blik waardig
en zeide volkomen rustig: „Ik! Maar
waarom geef je je nog de moeite mij
daar naar te vragen; je weet het immers
al!"
„Ellendige!" riep hij uit. „En je hebt
zelfs nog den moed mij dat driest en
schaamteloos te bekennen? Niet alleen
ten opzichte van mij wilde je een mis
dadigster worden, maar ook )en aan
zien van mijn ongelukkig kind, dat op
Tweeërlei wijze door jou te gronde is
gericht? Tegen iedere menschelijke en
goddelijke wet in wilde je zondigen
en waarom —zeg mij in 's hemelsnaam:
waarom
Haar lippen vertrokken zich tot een
hoonenden grijns en terwijl zij hem van i
Door vallend puin gedood.
Eenige werklieden waren bezig aan den
Lage Westzeedijk pand 75 te Rotterdam
te sloopen. Groote stukken steen werden
daarbij geregeld omlaag gestort, toen
plotseling de 43-jarige C. J. van Zand
wijk, uit de Breedestraat, de onvoorzich
tigheid beging, zich op de gevaarlijke
plaats ,waar iederen keer de brokken
steen vielen te begeven. Hij kreeg1 een
groot stuk steen op het hoofd. Zwaar
gewond werd hij naar het ziekenhuis
aan den C ooisingel vervoerd Bij aan-
aldaar bleek hij reeds te zijn overleden
O
Een 100-jarige.
Naar wij vernemen, zal de heer Roe
lof van der Kleij, wonende aan de
Vrouwesteeg no. 6 te Gouda, op 5 Juni
a.s. den leeftijd van 100 jaaT bereiken.
-o—
Bij Koninklijk besluit van 24 Maart
(Staatsblad no. 84) is wijziging gebracht
in de samenstelling der districten, waar
in het Rijk i s verdeeld ten opzichte van
het veeartsenijkundig staatstoezicht.
Aan het district Oostelijk Noord-Bra
bant worden toegevoegd de navolgende
Gelderschè gemeenten:
Ammerzoden, Appeltern, Balgoy, Ba
tenburg, Beesd, Bergharen, Beuningen,
Beusichem, Brakel, Buren, Buurmalsen, j
Culemborg, Deil, Dreumel, Drie1. Dru-
ten, Echteld, Est en Opijnen, Ewijk, Ga
meren, Geldermalsen, Groesbeek, LLa'aften,
Ibdel, Heerewaarden, Herwijnen, Heu—
men, Horssen, Hurwenen, Kerkwijk. Mau-
rik, Milligen, Nederhemert, Nijmeg~in, Op-
hemert, Overasselt, Pouderoijen, Rossum,
Tiel, Ubbergen, Varik, Vuren, Waarden
burg, Wadenoijen, Wychen, IJzéndoorn,
Zait-Bommel, Zoelen, Zuilichem
Als inspecteur-districtshoofd treedt op
Dr. J. H. Picard, 's-Hertogenbosoh,
(woonplaats Vught.)
—o
Het eiland Palmas.
De heer Max. Huber, scheidsrechter
in het tusschen Nederland en de Veree-
nigde Staten van Amerika gerezen ver
schil ten Li an zien van de souvereini-
teit over het eiland Palmas (of Mian-
gas) h eeft vonnis gewezen in deze zaak,
waarvan de beslechting bij het op 23
Januari 1925 te Washington geteekend
compromis aan het Permanente Hof van
Arbitrage was opgedragen.
De scheidsrechter heeft beslist, dat be
doeld eiland in zijn geheel deel uit
maakt van het Nederlandsche grondge
bied.
-o
Hondententoonstelling te Breda op
Zendag 22 April 1928.
De inschrijving van de te houden Hon
dententoonstelling op Zondag 22 April
het hoofd tot de voeten mat, antwoord
de zij op rjskouden toon: „Omdat ik niet
langer adem kan halen in dit huis, om
dat ik alles verafschuw, wat mij hier
omgeeft alles alles. En omdat ik
liever barrevoets langs de straat wil be
delen, dan dat ik dit leugenachtig spel
nog langer voortzet."
De handen van den professor balden
zich tot vuisten; maar hij bedwong zich
en na diep te hebben ademgehaald, zei
de hij uiterlijk volkomen kalm: „Daar
ik mijn dochter weer bij mij in huis
heb genomen, kan je natuurlijk niet lan
ger onder dit dak vertoeven. Jij kunt
naar je moeder terugkeeren, of je kunt
gaan waarheen je wil. Ik zal je met vol
doende middelen uitrusten, om je voor
ellende en ontbering te behoeden. Wat ik
verder over onze toekomst heb besloten,
zul je vernemen, zoodra ik den tijd daar
toe gekomen acht. Thans verlang ik
slechts van je, dat je vertrekt on
middellijk vertrektwant ik zou voor
waar voor niets kunnen instaan, als je
me nog eenmaal onder de oogen mocht
komen."
Hij keerde haar den rug toi eu ver
wijderde zich met dreunende stappen.
Edith staarde hem eenige seconden lang
na, +oen streek zij met de hand langs
haar voorhoofd en stiet een kort, spot
tend gelach uit.
„Enfin, zoo is er toch ook een einde
aan gekomen!" sprak zij luid. „En ik
wilde immers vrij zijn tegen eiken prijs
Gevlucht of verstooten voor mij komt
tenslotte alles toch op hetzelfde neer.
Als ik maar weg kan, ver weg!"
Een uur later rolde een rijtuig weg,
waarin mevrouw Edith Wallroth het huis
van haar echtgenoot verliet. Op den bok
a.s., is verlengd tot Zaterdag 14 April'
1928.
Inschrijvingsbiljetten worden op aan
vrage direct toegezonden, zoodat hier
door nog ieder in de gelegenheid wordt
gesteld alsnog te Breda te exposeer en.
Het secretariaat is gevestigd te Brella
Yxedenburchstraat 18,
O
De moordpartij op Nieuw-Guinea
Aneta seint uit Singaradja:
De vermoedelijke oorzaak van de moord-,
pari ij op Nieuw-Guinea, waar de bevol
king zan Zuid Vogelkop vijf patrouil-;
leerende landschapspolitiedienaren heeft
vermoord, schijnt te zijn gelegen ineen,
ontstemming over de inning van belasi-
tingen onder de bevolking.
Er liepen geruchten afkomstig uit
het binnenland, dat eenige in de bergen
gelegen kampongs op hun fiscaal ver
mogen zouden worden getaxeerd Bij de
verzetsplannen, die naar aanleiding van
deze geruchten zouden zijn gesmeed, zijn*
500 personen betrokken.
O
Een lange soldaat.
Bij de gehouden keuring voor de mi li hiel
te Sittaxd was een jongeman, die meer,
dan gewone lengt© had van 1 98. Vol-t
geus den voorzitter van den keuringst-
[raad is dit tot nu toe de langste, di©
voor den raad is geweest.
o
Brutale aanranding te Amsterdam,
i Een tot nu toe onbekend gebleven per
soon heeft Vrijdagmorgen getracht zich'
op brutale wijze meester te maken van
een taseh met geld, die een meisje bij!
zich had. Een vrouwelijke bediende van
de firma Karl Meijer aan de Wetering;
schans1 deed dien morgen tegen tien uur
eenige boodschappen in het nieuwe post
kantoor aan den N. Z. Voorburgwal. Daar,
na begaf zij zich naar het oude postkan
toor om geld te innen. Naast het loket
stond een man en het schijnt dat deze
haar is gevolgd. Het meisje begaf zich'
bij den koetsier stond een reusachtige
koffer en ook aan kleine handbagage)
ontbrak het binnen in het rijtuig niet.,
Aan het station kocht Edith een kaartje
eerste klasse naar München en gaf toen,-
eer zij in den trein stapte, een telegram!
op aan doctor Siegmund Artois, dat niets)
anders bevatte, dan de vijf woorden: „Ikj
verwacht je in Rome."
Door de gesloten deur wer1 den pri-i
vaatdocent het bezoek van zijn schóóns
vader aangekondigd en Artois had niet!
den moed den professor te lal en weten,
dat hij voor niemand te spreken was". Hij)
schoof den grendel terug en strekte ruefl
geveinsde opgewektheid beide handen
naar den binnentredende uit Maar zijn
armen vielen slap langs zijn lichaam neer,;
toen hij het onheilspellend gelaat varü
van Wallroth zag en de vroolijke wooth
den, waarmee hij den professor had wile
len begroeten, bestierven hem op de lipe
pen. Mocht hij inderdaad getwijfeld heb-i
ben, of hij het niets goeds voorspellende)
gezicht van zijn bezoeker wel de juisn
te be teekenis baed gegeven, dan werd zijn)
laatste twijfel wel grondig opgeheven
door de woorden van professor Wall-i
roth.
„Geen comedie meer, als ik u ver-i
zoeken mag!" zeide Wallroth kort en
bondig, zonder hem een groet waardig
te keuren. „Mijn vrouw heeft mij alles
bekend."
Artois verbleekte en week onwillekeurig
een schrede terug. „Zij is half waanzin-;
nig," bracht hij stamelend uit, „en ikj
zweer u, dat ik nooit in ernst daaraan
gedacht heb