Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
üo.4814 woensdao 23 Mei
Kantongerecht Heusden
FEUILLETON
NA WATERLOO
Parlementair Overzicht.
Voor Allen die Sokkelen
Mijnhardt's Laxeertabletten
Vragen op rechtskundig gebied
BEHOORENDE BIJ HET
STRAFZITTING VAN HET KANTON
GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag
4 Mei 1928.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ommeren.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie:
Jhr. Mr. J. Twiss Quarles van Ufford.
Griffier: Mr. W. Ruitinga.
Een Boerenverhaal uit den Taunus
door
FRITZ RITZEL.
9
met Verstopping of moeilyken, tragen
en onregelmatigen Stoelgang zyn
onmisbaar. Werken vlug zonder krampof pyn.
By Apothekers en Drogisten. Doos 30 ct.
In onze gemeente staat eene onbewoon
baar verklaarde woning, waaraan het voor
geschreven kenteeken werd aangebracht.
De bewoner heeft het kenteeken er af
gehaald en de Burgemeester, die dit weet,
neemt geen maatregelen.
Is er wat tegen te doen en zoo ja, wat
K. Een wethouder.
't Bast is, dat U er de aandacht van
een Opper-Wachtmeester der Marechaussé*
ot van een Rijksveldwachter op vestigt.
Deze zyn verplicht, proces-verbaal op te
maken niet omdat U het ais Wethouder
zegt, maar wel omdat ze elk strafbaar
feit by proces-ver baal moeten relateeren.
Ook een gemeente-veldwachter moet proces
verbaal opmaken, maar deze zit meer onder
de plak van den Burgemeester, zoodat hy
in het onderhavige geval door dezen laatste
in niet geringe mate kan worden beïnvloed.
HERPT. Als voorzitter van de hand-
boogschuttery »Ons Genoegend alhier is
gekozen de heer Ant. de Wilt Jacz.
WAALWIJK. In de gehouden vergade-
dering van B. en W. is het bouwen van
een 4-klassige school opgedragen aan den
laagsten inschry-er, den heer J. Tromp te
Waalwijk.
(Wjordt vervolgd
Ktcuwsbtad
H. E. landbouwer te Ammerzoden had
bij aanhouding als verdacht van zich
te hebben schuldig gemaakt aan eene
overtreding der Verordening tot heffing
van weggeld in de provincie Noordbra
bant, aan den Majoor der Rijksveld-1
wacht te Elshout een valschen naam
opgegeven.
Verdachte had in de vorige zitting
kend
De Majoor van den Hout wordt thans
als getuige gehoord. Hij verklaart alius
Ik heb hem eerst te Heusden gezocht
en het bleek toen dat hij niet was Ar-
noldus van den Bosch, zooals hij had
opgegeven. Ten slotte heb ik geïnfor
meerd bij Muskens te Elshout, bij wien
hij geweest moest zijn. Daar kwam ik
na veel moeite te weten dat .hij te Am
merzoden woonde en daar heb ik hem
ook aangetroffen. Verdachte is &en zoon
van een zeer flinken boer. Hij staat niet
gunstig bekent. Ik heb heel wat moeite
gehad om een en ander op te sporen
Kantonrechter: Voor wat, hoort wat en
iemand die aan de politie zooveel moei
te heeft bezorgd, moet dan ook maar-
een© flinke straf hebben Verdachte leef
de natuurlijk in de veronderstelling dat
!&e politie hem toch niet te pakken
kreeg, maai- dat is gelukkig buiten den
waard gerekend. Verdachte zit er warmp
jes in, zoodat eene flinke boete hem niet
zal hinderen. Hij krijgt van my f 40.00
of 20 dagen.
>^'M. A. v. B., huisvrouw van P. d. C. te
Andel had melk verkocht, waarin eene
gioot© hoeveelheid vuil.
Kantonrechter: Beken je wat je ten
laswi wordt gelegd?
Verdachte: De watten, waardoor ik de
melk reinig, waren net op. Nu heb ik de
zaak weer in orde.
Kantonrechter: Maar beken je vuile
melk verkocht te hebben? Dat wil ik
weten. i
Verdachte: Ja 't kan wel gebeuren,
want ik had geen watten
Kantonrechter: Maar je bent al eens
iec-rder voor vuile melk gewaarschuwd
door den Keurmeester is 't niet?
Verdachte: Ja Edelachtbare
Kantonrechter: Hoe het ook zij, jij
Q
- A
*u
Hansjörg stond nog enkele oogenblik-
kea besluiteloos, toen nam hij de zeis
over den schouder en liep op het pad
af, dat onder aan de weide over de
broede beek leidde. Hij volgde den met
gras begroeiden weg naar beneden en
moest nog meerdere malen over de beek
springen, totdat bij na een half uur
bij den Grondmolen aankwam. Als een
beeld van vrede en rust, stak het wit
te huis af tegen het lichte groen der
lage beuken, die op de berghelling groei
den In het tuintje met de groenge
verfde schutting keken tusschen de
groentebedden rozen, violieren, muurbloe
men en andere kinderen van den vroegsn
zomer; achter de helder gewasschen
raampjes hingen sneeuwwitte gordijnen
men kon zien, dat hier orde en net
heid heerschten.
ÜEen oogenblik bleef Hansjörg staan
•tn. liet zijn blik rusten op bet liefelijke
beeld. Een behagelijk gevoel kwam over
hem bij bet doffe klapperen en stam
pen van den molen, het geplats van het
water, dat van het molenrad omlaag
viel, en hij kon het bijna niet begrijpen,
dat bij 's middags den rijweg langs den
molen vermeden bad, als hij er aan dacht,
dat voox een van de kleine raampjes
bent de verantwoordelijke persoon en jij
en niemand anders hebt er voor te
zorgen dat je schoone melk verkoopt en
gttn melk vermengd met drek. Ziehier
dit watje eens, waardoor de keurings
dienst je melk heeft gezeefd, 't Ts meer
dan schande zoo vuil als ze was. Je
krijgt nu f 10.00 of 5 dagen, maai- als je
.veer met vuilen melk aankomt, krijg
je minstens f 100.00 boeten, want vuilig
heid hebben je klanten niet nooiig Wees
dus gewaarschuwd
P. A. L. slager te Heusden had vleest h
vervoerd in een kar zonder gladden bo
dem en zonder het vleesch bedekt te heb
ben met een zindelijken witten doek
Kantonrechter: Piet, Piet waarom heb
je de voorschriften niet opgevolgd
Veidachte: Ik wist er niets van dat
het moest.
Kantonrechter: Enfin, jij bent de
kwaadste nog al niet. Ik geef je echter
den raad een wetje te koopen en van
buiten te leeren. Dan zal ik je maar
f3.00 of 2 dagen geven.
O. H. K. voerman te Drunen was niet
behoorlijk naar rechts uitgeweken hij het
ingehaald worden door een auto.
Getuige Molenbrugge, chauffeur te
Dninen: Ik wou voorbij, maar verdachte
week niet uit. Op 100 meter afstand hal
ik reeds een sein gegeven en na dien
heb ik nog wel 4 £eer geseind. Verdachte
wijkt nooit uit.
Getuige Priem, chauffeur te Drnnen:
Hij wou onze bus ook nu niet voorbij
laten en we hebben reeds dikwijls last
van verdachte gehad, op 100 meter af
stand hebben we signaal gegeven.
Kantonrechter: Verdachte is niet ver
schenen, zeker omdat hij bang was voor
een standje. Dit standje loopt hij nu
vrij, maar of dat beter voor hem is,
is nog de vraag. Verdachte heeft na
tuurlij ik weer loopen te praten met een
collega en bij zich zelf gedacht -,voor die
ellendige auto's ga ik toch niet op zij"
Die gedachte is toch glad verkeerd, want
onwil in uitwijken wordt eenige weken
later op het Kantongerecht omgezet in
een flinke boete. Den onwil zet ik nu
om in f20.00 boete of 10 dagen hech
tenis
Varia uit Eerste en Tweede Kamer
Voor betere wegen Schoolkwes
tie De tandtechnici en nog
iets.
'"s Gravenhage, 18 Mei.
Het is met onze brave volksvertegen-
diging hollen of stilstaan De eene week
willen alle 150 leden allemaal iets zeg
gen en dan nog liefst zooveel mogelijk,
zooveel zelfs, da.t de voorzitter van de
Eerste Kamer met invoering van een
spreekrantsoen dreigde. En een andere
week vliegen de wetsontwerpen en con
clusies onder den hamer door en wordt
er amper een woord gezegd. Zoo bijvoor
beeld einde vorige week bij de bègroo-
ting voor het Wegenfonds. Toen wilde
zoo ongeveer elk lid van de Tweede
Kamer den minister duidelijk maken,hoe
zeer hij aan snelle uitvoering der voor
genomen wegverbeteringen en diverse an
dere wenschelijkheden als daar zijn brug
genbouw enz. hechtte. De minister giug
gr niet al te diep op in. Hield zich
op de vlakte en gaf te kennen, dat
het kon vriezen, maar dat het ook kon
dooien. Dat wil zeggen: het voorloo-
- -- - A
zeker een lief meisjesgezicht, omlijst door
zwarte vlechten, naar hem had uitge
zien. Ja, Paulien! Zoodra hij in haar na
bijheid kwam, voelde hij zich aange
trokken als de mot door het licht 1 Wat
moest dat worden als zijn strenge moe
der te weten kwam, Mat hij met zoo'n
eenvoudig meisje ging moeder, die
hem dagelijks voorhield dat hij toch
eindelijk eens aan trouwen moest gaan
denken, en wel met een rijke boeren
dochter?
Als hij aan zijn moeder dacht, dan
overviel hem een beklemmende angst,
want ondanks zijn 23 jaren kwam hem
een zelfstandig handelen en denken te
gen den wil van die energieke vrouw
in, voor als een ongehoorde brutaliteit,
waartoe hem de moed geheel ontbrak
Een gerammel aan een van de raamp
jes onderbrak zijn gedachtengang en de
heldere stem van Paulien riep hem toe:
„Hé, Hansjörg, leef je nog? Wil je
niet even binnenkomen?"
In een oogwenk waren alle bedenkingen
van den jongen boer verdwenen Ter
wijl hij zijn zeis tegen het tuinhekje zet
te, liep hij vlug de steenen trapjes af
naar de huisdeur en trok het meisje, dat
hem tegemoet kwam, hartelijk naar zich
toe, terwijl hij een zoen op haar frissche
lippen drukte. Ongeduldig liet Paulien
zich deze liefkoozing welgevallen en trok
den jongen man aan de hand de kamer
in, waar ze een eindje van hem af ging
staan en op zeer beslisten toon vroeg:
„Waarom zien we elkaar heelemaal niet
meer, Hansjörg? Dat is nu al bijna veer
tien dagen, dat je niet meer gekomen
bent
„Veertien dagen? Och nee! Veertien
dagen alWat gaat die tijdstotterde de
jongen verlegen. „Weet je, Paulien, we
hebben zoo vreesdijk veel te doenl We
pi ge wegenplan voor vijf jaren was een
minimum. Wat evenwel niet wilde zeg
gen, dat er bovendien nog niet meer
zou gebeuren. Wat? Ja, dat zei de mini
ster niet. We moesten maar moed hou
den. Zoodat al de heeren, met al hun
wenschen, hoewel niet geheel tevreden
gesteld, toch een hart onder den riem
gestoken kregen. Eenige punten waren er,
die de minister beslist van de band wees
Van bijdragen van het Rijk voor de ge
meentelijke traversen wilde hij niets we
ten En dan die Wegenraad, die door den
h?cr v d. Waerden bij motie geeischt
was en waarvoor vele leden een lans
braken. De minister had geen Wegenraai
noudig, om met hém' en zijn ambtena
ren over de uitvoering van de wegenwet
te redekavelen, die natuurlijk een woord
je zou willen zeggen in de weggelibelas-
ting en mee zou willen administreeren in
het beheer van de wegen. Dat kon z.exc.
alleen wel. Geen pottenkijkers dus. Maar
de Kamer had nu eenmaal haar zinnen
gezet op een Wegenraad en nam met 59
teven 19 stemmen de motie- v. d. Waer-
aan (tegen o.a. a.r., v.d. en 4 c.h.).
Maar de minister had nog te kennen ge
geven, dat hij toch de bevoegdheid van
den Wegenraad veel beperkter zou ma
ken, dan de heeren Kamerleden wel
wenschten.
Een andere kwestie was de interpel
latie-Ketelaar over een schoolkwestie te
Ootmarsum. Daar had een r.k. kerk
bestuur een nieuwe school gewensoht,
waarop de burgemeester het leegstaande
openbare schoolgebouw aanbood Maar
de raad voteerde eenvoudig een nieuw
schoolgebouw, wat duizenden meer zou
kosten. Waarop de burgemeester vernie-
ting van dit raadsbesluit bij Gedepu
teerde Staten vroeg. Toen begon de mi
sère van twee ambtelijke slordigheden
Gedeputeerde Staten treuzelden met het
verzoek om nietigverklaring en zonden
het ten slotte aan het verkeerde adres
door, liet Dept. v. Onderwijs, in plaats
van aan de Kroon. Onderwijs liet het
weer liggen, omdat het niet voor Onder
wijs bestemd was, waarna de termijn
van schorsing van het raadsbesluit ver
liep en dus dit besluit van kracht werd,
Toon het eindelijk zoo ver was, had mi
nister Kan- die destijds minister Was
zink verving gemeend, dat hij nu ach
teraf het Raadsbesluit niet meer kon
vernietigen, omdat er dan heelemaal geen
school zou komen. En tocli meende mi
nister Kan en ook minister Waszink,
dat de burgemeester groot gelijk had.
Nu was het eenige wat nog gedaan kon
werden. Gedeputeerde Staten „opstoken"
de uitvoeringsbesluiten van den gemeen
teraad van Ootmarsum, als liet op gel
den voor schoolbouw aankwam, niet goed
te keuren. Maar dat vonden sommige le
iden ook weer niet in den haak. En het
eind van het liedje was, dat de minister
dan toch nog maar ernstig in overwe
ging zou nemen, het betrokken raadsbe
sluit „vertraagd" te vernietigen. Een ding
siond in ieder geval als een paal bo
ven water. Een nieuw gebouw zou er
iu Ootmarsum voor -Ie gevraagde school
niet komen. En dat was de bedoeling
vsn den heer Ketelaar
Na deze wijdloopige discussies, nam
de Kamer eensklaps een aanloop en
sprong over een heele serie agenda-pun
ten zonder boe of ba heen. De nominatie
voor den Hoogen Raad kwam er zonder
kunnen geen knecht krijgennu moet
ik zelf zoo aanpakken, dat ik 's
avonds doodmoe ben! Ik heb ook vee van
de markt moeten halen; nu zijn we in
oen hooitijd dien langen weg van de
boerderij naai' hier, daar gaat wel meer
dan een uur mee heen
„Nou, vroeger vond je den weg toch
niet zoo lang!" viel het meisje hem in
de rede. „Toen was je iederen avond zoo
op tijd, als de belastingman op Mar
tini! Maak me toch niks wijs! Ik beval
je zeker niet meer! Maar als je gelooft,
dat ik me voor den gek laat houden,
dan heb je het toch mis!
Ze stond voor hem met fonkelende oo-
gen, haar regelmatig ovaal gezichtje zag
vuurrood. De besliste trek die om haar
kiemen mond lag deed vermoeden, dat
dit meisje zich niet zou laten gebrui
ken als speelgoed, dat men weggooit,
wlanneer men er genoeg van heeft. Ze
was wel in staat ging het Hansjörg
docx zijn hoofd om naar zijn moeder
te gaan en hem, die honderdmaal be
loofd had met haar te zullen trouwen,
als haar eigendom op te eisehen. Al
"kreeg hij het benauwd bij deze ge-:
dachte, toch scheen hem het bezit van
dit mooie meisje, dat zoo liefelijk en
slank in haar eenvoudige heldere japon
voor hem stond, op dit oogenblik ba-
ven alles begeerenswaard. De opwinding
waarin ze zich bevond, verhoogde nog
haar bekoorlijkheid en deed het beeld
van de andere, waarvoor hij de banden,
die hem hier bonden, had willen verbre
ken, geheel vexbleeken. Hoe kon hij die
andere toch boven Paulien stellen, Pau
lien, van wie iedere beweging, zooals
nu weer die onnavolgbare wending van
haar hoofdje, hem in verrukking bracht,
met haar koolzwarte oogen, die hem tot
in het binnenste van zijn ziel brandden!
slag of «stootde aanbeveling van het col
lege werd overgenomen. De Surinaamscke
bankwet werd z.h.s. goedgekeurd, de wij
ziging van de stoomwet ook Over hit
voorstel v. d. Waerden tot wederinstel
ling van een Kort Verslag maakte men
geen woord vuil. Zeker, omdat het, na
dat bij eerste stemming de stemmen
staakten, bij de herstemming toch ver
worden zou worden. Alleen bij een adres
van eenige tandtechnici en ie conclusie
van de commissie daarop, die Jen mini
ster adviseerde aan de bezwaren van de
belanghebbenden tegemoet te komen,
werd een en ander gezegd, meestentijds
in sympathie met de conclusie Want
zoo vroeg men, wat moeten de menschen,
wit-n hun bevoegdheid is ontnomen, nu
beginnen? Zoo drongen sommige leden
aan op een beroepsinstantie, andere op
een examen, dat dan vooral op de prak
tijk gericht moest zijn. Nu, als de zaak
zoo stond, voelde de minister het meest
voor een examen. Of hij dan, als de
betrokkenen aan het -examen voldoen,
hen den titel van tandarts zal geven?
Aanvankelijk niet. Er werd genoeg ge
daan, wanneer gepoogd werd ^en zuivere
uitwerking te geven aan de wet die er
was, toen hij minister werd. En hierop
nam de Kamer de conclusie aan met
68 tegen 5 stemmen. Zoodat aan „de be
zwaren van belanghebbenden tegemoet zal
worden gekomen".
Bij de behandeling van het wetsontwerp
tot nadere regeling ten aanzien van de
uitoefening der geneeskunst werd een a-
mende-ment van de commissie van rap
porteurs aangenomen (met 48 tegen 6
siemmen) om ook de tandheelkundigen
onder het wetsvoorstel te doen vallen
Niettegenstaande de minister tegen het
mendement van de commissie van rap-
aan het uitsterven" waren Het wetsont
werp zelf werd met 38 tegen 14 stemmen
goedgekeurd.
Bij de begrooting van het Zuiderzee-
fonds bepleitte de heer Drop (s.d.) de
belangen der arbeiders bij de Zuiderzee
werken, hun arbeidsvoorwaarden en huis-
vesting, waarvan hij een zwart beeld
op-hing. Ook meneer Sme-enk (a.r.), als
mede de heer Bakker (c„h.) en meneer
v. d. Bilt (r.k.) braken een lans voor be
tere arbeidstoestanden. De minister vond
echter, dat de heer Drop schromelijk
overdreef, als hij zei: Wat voor de huis
vesting is gedaan is geen cent waard,
en „de toestand is menschonteerend".
Dat was niet waar! Maar natuurlijk, spr
zou gaarne verbeteren, wat te verbe
teren viel, al moest men niet vergeten,
dar de werken niet in eigen beheer wor
den uitgevoerd en men dus met aanne
mers te doen heeft. Meneer Drop kon
het echter niet op zich laten zittenreen
motie in te dienen, om de regeering de
noodige maatregelen te doen nemen voor
de huisvesting en ontspanning der axoei-
ders, en dat nog wel met spoed. De
Kamer vond dit na 's ministers verze
keringen overbodig, en verwierp de mo
tie met 36 tegen 17 stemmen (v.d. en
s.d.). Een sympathiek geluid deed de
Leer Duymaer van Twist (ar.) hooren
bij art. 18, inzake een betere behartiging
van de belangen der Zuiderzeevisschers
Do Zuiderzee-steunwet moest op de hel
ling! En daarom vroeg hijwijziging der
Zniderzeewet, de visschersoredieten weer
buiten de Zuiderzeesteimwet te plaat
sen en het bedrag van twee ton op dit
art. weer belangrijk te verhoogen. Ook
de heer v. d. Bilt (r.k.) had het over de
Nee, met haar kon en mocht hij niet bre
ken, het zou een ongeluk voor zijn ge-
heeie leven zijn, als liij haar niet tot
vrouw kreeg daarvan was Hansjörg
in dit oogenblik vast overtuigd, Daar
om klonken zijn woorden ook innig en
warm, toen hij tegen het meisje zei:
„Maar Paulien, hoe kun je zooiets den
ken? Ik jou voor den gek houden? Het
liefst zou ik ons vandaag nog bij den
dominee laten inschrijven; maar je weet
toch, hoe mijn moeder is!"
.„Hoe je moeder is, dat weet ik niet;
naar dat jij een lafaard ieent, dat weet
ik! Het zou beter zijn, als ik je nooit
van mijn leven gezien had!"
De stem van het meisje had veel van
haar boosheid verloren, maar kreeg nu
dien trillenden klank, die op onderdrukte
tranen wijst. Ze keerde zich om, haalde
een zakdoek uit de vouwen van den rok
en snoot haar neus, toen ging ze naar
«en van de kleine raampjes en keek zwij
gend naar liet met bloemen bezaaide
voortuintje.
„Kom, Paulien, wees maar weer goed
en buil niet!" begon de jongen weer, ter
wijl hij hartelijk haar neerhangende rech
terhand greep. „Als je liet hebben wilt,
dan zal ik weer iedereen avond bij je
komen
Waarom ben je dan gisteren -en eer
gisteren en vanmiddag niet voorbijge
komen, nu je toch op de wei bent?"
vroeg ze weer scherp.
„Och, ik ben het pad naar beneden ge
gaan, omdat dat richter is!"
„Eni 's avonds ben je het pad ook weer
opgeklommen, is het niet."
„Ja zeker, want als ik niet op tijd thuis
ben, maakt moeder iederen keer ©in spek
takel van je welste! Ik denk wel eens,
dat ze het moet hebben gemerkt!"
„O, jou leugenaar! Hoe wil je dan 's
klachten der Zuiderzeevisschers, terwijl
de heer Zadelhoff (s d.) de ellende in
vele visschersgezinnen besprak. Niemand
was tevreden over de uitvoering der Zui
derzee steunwet, vond meneer Bakker
Nu, de minister bleek vol goeden wil, be
loofde de wet op „de helling" te bren
gen en te zorgen voor een aanvullen
de begrooting, als er meer geld
n- odig was. Waarna de begrooting z.h.s.
werden aangenomen.
De Eerste Kamer nam met een vaartje,
nr- de antwoordrede van den minister
terzake van de opmerkingen naar aan-
le'ding van de Indische begrooting, de
Guiaeaosche begrooting, de wijziging van
de Ongevallenwet (fabrieksartsen), het
Opiumwetje en het Radio-wetje enz aan.
Stippen wij nog aan uit de „Indische
rede" van minister Koningsberger, -;lat
hij na zou gaan, of er in individueel© ge-
va1 len voor de oud-ge pensionneerden nog
iets te doen zou zijn, en dat liij zeker
ge.oofde, dat het Nederlandsch gezag
te afzienbaren tijd in Nederlandsch In-
dië moest blijven prevaleeren. Verder had
hij den G.G. reeds verzocht een eind
te maken aan het roekeloos omspringen
met de zeldzame dieren in Indië, terwij Ier
reeds vijftig „Nationale parken" waren
Waaronder verschillende zoo groot als
een Nederlandsche provincie en een, zoo
groot als Nederland! Op dat punt kon
de heer Polak dus wel gerust zijn!
Politi-. as,
avonds bij me komen?
„Als moeder denkt, dat ik naar bei
ben! Dan ga ik door de schuur en den
tuin er van door!"
Over de openhartigheid, waarmee de
jongen zijn streken opbiechtte, moest'
Paulien lachen.
„Je bent er me eenl" zei ze. „Hij is
ang voor zijn moeder als een kleine
jongen! Krijg je ook nog wel eens een
pak slaag, Hansjörg?,,
Hij bromde verlegen sen paar onver-
st'; anbare woorden, maar trok meteen
paitij van haar vroolijkheid door haar
naar zich toe te trekken. De verzoening
werd gesloten en steeds weer gaf Hans
jörg zijn meisje de verzekering dat ze
eens als meesteres op de Rodeberger-
Loeve haar intrede zou nemen Het was
hem daarmee ook volkomen ernst. Ma»'
toen hij na een lang afscheid met de
zeis over den schouder over den straat
weg naar huis liep, doken de onderdrukte
bedenkingen over de vervulling van zijn
wenschen in heviger mate weer op. Hoe
waagde hij het er aan te denken, om
zijn moeder de eenvoudige molenaars
dochter als zijn vrouw in huis te bren
gen De strenge opvoeding, die Hansjörg
gekregen had, deed het hem bij zijn op-
pcjvlakkig karakter als vanzelfsprekend
oorkomen, dat zijn moeder bij zijn hu
welijk de beslissende stem zou hebben
Hansjörg was, zooals men dat noemt,
een goeie kerel, maar die ook geen greint
je mannelijke standvastigheid en zelf
standigheid bezat. Zich door zijn moe
der laten leiden en besturen, dat was hem
zoo tot een gewoonte geworden, dat ie
der verzet tegen haar wil hem een on
mogelijkheid leek.