Tweede Blad
Ml M15 Juni
Costuums naar maat vanaf
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
F*. JOHAN DE MOL,
f 32.50
PUROL
PUROL
Kinderrubriek.
FEUILLETON
NA WATERLOO
Burgerlijke Stand,
Plaatselijk üieiiws
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
BEHOORENDE BIJ HET
NI
Stalen op aanvraag. Coupeur te
ontbieden.
Voor prima pasvorm en be
werking wordt ingestaan.
Verzuirne niet, zonder eenige ver
plichting stalen aan te vragen.
HEUSDEN.
Doorzitten
Stukloopen
Zonnebrand
en smet te ?i
In de Handelshoogeschool te Rotterdam had de eere promotie plaats van de b.b. G. H. Hintzen
en S. F. Philips, tot doctor honoris causa in de Handelswetenschappen zittend v. ri. r. Prof.
Mr. F. de Vries, Dr. Hint zen, Prol. Brerma, Dr. S. F. Philips, Mevr. Dr. A. S. Philips en Prof.
N. J. Polak.
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen van de vorige raadsels
zijn:
O
Een Boeren verhaal uit den T&unus
door
FRITZ RITZEL.
16
EINDE.
HEUSDEN,
Geboren: Jannigje Maria Adrians
d. v. A. J. v. d. Enlh en J. M, v. Leeuwen
Heodrika Martina Antonetta d. van L. N.
v. Opdorp en M. v. d. Leur.
Ondertrouwd: G. van Rgn 28 j.
en L. G. van Gendt 23 j.
Getrouwd: W. M. Beeren en W.
J. Boeren.
Overleden: C. J. van Leeuwen 3 j.
NEDERHEMERT,
Over de maand Mei.
Geboren: Jan z. van J. Verhei) en
G. van Oogen Johanna Adriana d. van
J. van Oogen en H. A. d. Werken
Daniël Antonie t. van F. v. Genderen en
P. Bodmer.
ALMKERK.
0»er de maand Mei.
G e b o r e b Maria d. vao P. Roeland
v. Andel en P. de GraalAndrina d. van
H. v. d. Pijl en A. N. Noorloos; Jan Jo
hannes z. van G. de Raiter en C. A. de
JongJohanna d. van R. P. de Joode en
A. J. Hager Willem z. van P. M. van
Wijngaarden en A. Donkersloot.
Getrouwd: A. Melsen 23 j. en A.
Jongeriaa 23 j.B. Bras 26 j. en M. P.
Sterkenburg 25 j.B. v. d. Stelt 36 j.
en A. v. d. Assem 26 j.
Overleden: H. Versteeg 3 m.
H. v. Helden 79 j.C. Grooteoboer 57 j.f
echtg. van A. v. d. Stelt.
SPRANG—CAPELLE.
Over de maand Mei.
Geboren: Cornelis Joost z. van Chr.
de Roog en A. MolegraafCarolina d. van
C. v. Zeist en A. CbabotHendrika Jacoba
d. van G. M. de Bie en M. Rijken Ma-
rinus Gerrit z. van C. M. Dekker en J. v.
d. WielJohannes z. van A. Timmermans
en G. J. Geenen Wilhelmina Bernardina
d. van W. J. v. Willigenborg en H. Kis-
temaker Helena Maria d. van A. Brouwer
en I. J. Blom.
Getrouwd: P. v. d. Poorte 26 j.
en W. J. v. Vauren 27 j.J. v. Beek
25 j. en J. A. van Tiggelen, 22 j.J.
Assenberg 23 j. en A. P. Paans, 22 j.
J. Werther 37 j. en E. M. Timmermans
27 j.F. J. van Zuilichem 29 j. en J.
A. Stam 25 j.W. F. Harmsen 47 j.
en A. van Zeist 32 j.J. A. Nederveen
27 j. en H. C. Glavimans 29 j. A. Wa-
gemakers 27 j. en Chr. van Oversteeg
Z2 j.J. J. v. d. Schans 29 j. en J.
Nieuwenhuizen 20 j.
Overleden: C. E. Ophorst, 56 j.
O. van Dongen, 69 jwedn. van H. Taktor
A. van Hilkhugzen, 67 j echtg. van D.
Bogers.
VEEN.
Over de maand Mei.
C e b o r e n Jan z. van N. 't Lam en
G. Verbeek.
Getrouwd: D. van Loon 25 j. en
A. Clement 29 j,
ANDEL.
Over de maand Mei.
Geboren: Otto z. van H. Bonman
en A. H. van deo HeuvelGoverdinus
Cornelis z. van G. van der Vliet en C.
van Helden.
Overleden: W. Naaijen 61 j., wedn.
van J. Pellikaan.
GIESSEN.
Ondertrouwd: J. Kant 2S j. en
M. Hak 23 j.
Getrouwd: J. G. Harrems 25 j.
en W. H. Prugsen 20 j.
WOUDRICHEM.
Geboren: Geverdina Jacoba d. van
C. H. Ellens en A. Boterbloem.
Getrouwd: F. W. v. d. Hoeven 32 j.
•n A. Bakker 27 j.A. A. v. d. Wiel 22 j
en E. Pellikaan 22 j.
Overleden: C. Verhoeven 78 j.,
wedn. van A. Kolijn B. C. van Vugt 78
echtg. van M. B. van Andel.
GRAVEMOER.
Over de maand Mei.
Getrouwd: A. Kluytena&r 33 j. en
D. C. Prins 31 j.A. C. Vermeeren 30 j.
en E. Nerings 28 j.W, Meeuse 27 j. en
H. liegblom 25 j.
WERKENDAM.
Over de maand Mei.
Geboren: NeeKje Agatha d. van J.'
C. v. d. Werflf en A. Verbeij Keeltje d.
van C. Hoogendoorn en M. C. Kiebooro
Cornelis z. van C. Viseer en M. van Veen
Klaaeje d. van A. Boumaos eo E. den Dun
nen Herman z. van B. v. d. Stelt en L.
de Koning Anna Cornelia d. van A. Ver
hoeven en J. H. KlopJacobus Antonie z.'
van L. A. de Waal eu M. Visser.
Levenl. aangeg. kiod van J. J. v. Oord
en F. H. Hogenboom 2 kinderen van S.
Kamsteeg en C. J. Klop kind vao C. W.
J. Schreuders en A. v. d. Beek.
Getroowd: A. van Breugel 23 j.'
en A. Aatjes 22 j. J. den Dekker 30
en M, Klop 30 j.
Overleden: M. Potters 55 j., echtg.
van M. Strang.
511,J\HARDT*
Hoofd pijn Tablettca 60 ct
Laxeer Tabletten 60 ct
Zenuw Tabletten 75 ot
Staal-Tabletten 90 ct
Haag-Tabletten 75 ct
Bij Apoth. en Drogisten.
ANDEL. Het zoontje v&d L. Crielaart
kwam dezer dagen te vallen, waarbg zijn
schouder vrg ernstig werd gekneusd. In
roeping van geneeskundige hulp bleek
noodzakelijk.
Mej. M. Tankens brandde dezer
dagen haar arm, tengevolge waarvan bloed
vergiftiging ontstond en zij zich onder
geneeskundige behandeling moest stellen.
's GRAVEMOER. Den Edelachtb. heer
D. Smits, burgemeester alhier, heeft wegens
drukke werkzaamheden ontsiag genomen
ais lid van het Provinciaal College van
Toezicht op het Beheer der Kerkelijke
goederen en fondsen van de Hervormde
Gemeente in Noord-Brabant.
Van betrouwbare zijde, wordt on«i
medegedeeld dat wederom pogingen in het
werk worden gesteld om het kantwerk-
bedrgf, dat in deze gemeente voor oudsher
beoefend werd, wederom te doen opleven.
(Wordt tjervolgd), j
Nieuwsblad
ter ben. Rara, wat is dat.
'■j. De middelste ietter van elk woord
f uit bet volgende rijtje van bc-
ven naar ben^d.n gelezen, vormt
den naam van een vogel
o» X o is een oud familielid.
X o is een huisdier,
o X o is een stuk tuiugereadschao.
o X is een vrucht
X o is oen echtgenoot.
v "V
o A o is een soort \isch
o X o is rond
o X o is een boom.
OOM KAREL.
HET AVONTUUR VAN DEN KONING
Vele, vele jaren geleden, minstens wel
duizend jaar, woonde er in Engeland
een koning, die Alfred heette. Later zou
mi Alfred de Grcote genoemd worden, om
dat hij de verschillende stammen en
volken die in Engeland woonden, tot
cm rijk vercénigde, en het lan-i tot
bloei en welvaart brachtde vijanden, de
N ikings en Denen verjoeg, en als een
zeer wijs en groot man legeerde Maar,
in don tijd waarin de volgende geschie
denis zich afspeelde, heette hij alleen
niyg maar Koning Alfred.
Het was dan op een kouden winter
dag, dat do Koning met zijn leger uit
trek. om de Denen te verslaan, die bet
land waren binnengedrongen, om te roo-
vcn en te plunderen, wat er maar vanhuD
gading was. De Koningin en de kinder
tjes gingen in dien ouden tijd ook mee,
Kii tegen den avond werden er tenten op
geslagen. om den nacht door te bren
gen, terwijl er groote Vuren werden aan-
bn zeide er niets van tegen zijn vrouw,
die druk bezig was met werken. Toen
nu een kwartiert je later de boer naar bui-
ij ging om wat hout te hakken voor
>lU vuur, zeide de vrouw tegen koning
Alfred: Zeg eens, vreemdeling, ik heb
■jaigt deeg tremaakfc, om een lekker brooi
le bakken, en nu moet jij maar eens
goed oppassen, dat het niet aanbrandt
Als de eene kant mooi bruin is, mo;t
e het brood omkeeren. Goed begrepen?
De vrouw zette het brood in een bak
pan op het vuur en de koning beloof
de ervoor te zorgen. Daarna giug d«
vrouw naar den stal, om de koe te mel
ken en eten te geven. Maar de koning
was zoo vermoeid, dat hij bij bet vuur
in slaap viel en niet naar het brood
omkeek, totdat hij opeens met een schrik
wakker werd en zag dat bet brood, bij
na heelemaal verbrand was! Op dat oo-
genblik kwam de vrouw binnen. En toen
ze het zag, werd ze zoo boos, dat ze
hem uitschold voor een luiaard, die al
leen maar van het lekkere brood had
wijlen eten, maar te lammenadig was ge
weest. om ernaar te kijken. De koning
zette een erg zondaarsgezïcht en be
loofde, voortaan beter op te passen, waar
na de vrouw nog wat bromde op hom;
maar toen ze een nieuw brood gebak
ken had, gaf ze hem toch een heerlijk
1, Abrikoos.
2 geel (deel, keel, meel, Neel).
3., Schrijf de letters A M S T R D
in een cirkel; begin met A, dan
rechts naar beneden M, weer rechts
naar beneden S, nu links naar be
neden T, nog eens links naar be
neden E, vervolgens links naar bo
ven R, en nog wat naar boven D
Als je dan door leest, leas ,a Am-
sterdAm.
En de nieuwe raadsels zijn
1. Mijn eerste deel is een vipehtuig,
mijn tweede is de helft van een
os. Mijn geheel is de naaui van
een plaats in Overijsol.
2, Met B leef ik in het wat:r, mat
M vlieg ik in de lucht, met 1'
vindt men mij in de keuken, mat
tv ben ik een schadelijk dier, ter
wijl ik met Z een rare grappemna-
'Be geheele onbuigzame energie van zijn
vader waartegen zij zoo dikwijls vergeefs
gestreden had, sprak uit de woorden,
uit het gezicht van den jongen. Zou de
zoon willen probeeren, wat zijn vader
gelukt was haar wil te buigan? Dat
zou ze hem eens en voor al afleeren?
„Ha, ha," lachte ze spottend „Wil
je mij verbieden? Wat veroorloof jij je
wel tegen je moeder, ontaarde jongen
„Wat ik mij veroorloof, moeder?'' riep
Hansjörg haar fbe. „Dacht u dan, dat
ik met mijn vijf-en-twintig jaren nag
een kind was, dat aan uw rokken hangt?
•Moeder," ging hij toen zachter voort,
„wind u toch niet zoo op! Deuk toch
eens na en kijk eens wat door de vin
gers! Ik kan u honderd eeden zweren,
dat er tusschen mij en Paulien n ots
onbehoorlijks is voorgevallen."
„Niets onbehoorlijksbarstte de boer
in los. „Heb ik niet zelf gezien, hoe je
haar geliefkoosd en gekust hebt'? En
die gemeene meid laat zich dat maar
welgevallen!"
Bij de laatste grove beleediging brak
het jonge meisje in bittere tranen uit
on snelde, met- de schort voor het ge
zicht, den molen binnen, terwijl Hansjörg,
doodsbleek geworden, als dreigen met
gestoken om het eten op te koken, en
cm zich te verwarmen.
Nu was koning Alfred een zeer moe
dig man. Daarom verliet hij in den p'.k-
dojpkeren avond het kamp, om alleen te
gaan kijken, of hij dén vijand ook ont
dekken kon. Zijn kroon liet liij thuis
achter, en hij zette een gewone muts op
Niemand had dus kunnen zien, dat hij
de koning was. Toen hij eenigen tijd
door het stikdonkere boscli geloopenhad
begon h«t eensklaps te sneeuwen en te
hagelen en het werd zoo koud, dat de
koning in zijn dikke mantel liep te bib-
laren van de kou. Tot overmaat van
ramp was hij de n weg bijster geraakt
en hij wist niet. hoe hij weer thuis zou
moeten komen. Bedroefd dwaalde de ko
ning door bet boscli, want hij vond
liet niets prettig, den gelieelen nacht
in de kou te moeten loopeu, tot liet
den volgenden dag weer licht zou zijn
gewerden. Maar toen hij daar zoo liep
te dwalen, zag hij opeens een lichtje
tusschen de boomen schijnen. Hij liep
er op af en weldra zag hij een klein
botrenhutje. Op zijn kloppen deed de
beer hem open, en deze noodigde hem
gastvrij uit, om binnen te komen en
bij tiet vuur te komen zitten. De boer
had dadelijk den koning herkend, maar
opgeheven hand op zijn moeder afkwam
,,.\locder," zei hij met onderdrukte, be
vende stem, „wat u daareven tegen Pau
lien gezegd hebt, dat vergeet ik nooit!"
„Wat moet dat beteekenen?" v'org de
boerin wankeld tusschen toorn en
schrik.
„Dat moet beteekenen dat Paulien mijn
meisje is en dat ik met niemand an
ders trouw dan met haar! Zoo,, nu weet
je liet. Dacht u, dat ik niet gemerkt had,
dat u me aan dat moienpeerd van neef
wou koppelen? Dacht n, da;; ik mijn
leven lang een vrouw aan den hals wou
hebben hangen, die ik niet kan uitstaan?
Lang genoeg heb ik me gebukt en heb
ik me laten commandeereu als een klei
ne jongen! Dat is nu voorbij! God zij
dank, dat ik in een andere lucht ben
gekemen, waar ik geleerd heb, dat ik
cok een wil heb Mk ben die slappeling
van vroeger niet meer, dat wil ik u eens
voor al zeggen!"
Met stomme ontzetting had vrouw
Schilling geluisterd naar den hartstoeh-
tc-lijken uitval van haar zoon. Was dat
haar Hansjörg? Een herinnering aan een
lang vervlogen tijd kwam bij haar op Pre
cies zoo, met dezelfde oogen, dezelfde
klank van zijn stem had haar man eens
haar voorstel afgewezen, om zijn twee
den zoon, haar jongen, de boerderij te
geven, en deze zoon, waarvoor ze ge
streden had, ter wille van wien ze een
zware schuld op zich had genomen, die
verzette zich nu tegen haar Een angst
btving haar, als ze -traan dacht, dat
cr tusschen haar en haar, ondanks haar
ntrsch karakter, in baar binnenste hart
stochtelijk geliefden eenigen zoon een
onverzoenlijke vijandschap zou kunneno
ontstaan. Het denkbeeld, dat Hansjörg
het echter zou wagen, haar dat armelijke
stuk ervan. De koning moest inwendig
natuurlijk hartelijk lachen. Toen de boer
thuiskwam, en hoorde, wat er gebeurd
was, vertelde lig zijn vrouw, wie do
vreemdeling was. De vrouw schrok heel
Sff en "wist niet, wat ze moest begin-
n. n. Maar de koning stelde haar ge
nist, zei dat hij het heelemaal niet erg
v nd, dat ze hem had uitgescholden en
dat hij heb dubbel en dwars verdiend l.ad
En teen hij later den vijand verjaagd
had, schonk lig hen ,»en mooie boer-
d. Jij
schepsel als dochter thuis te brengen,
deed weliswaar haar woede weer krachtig
opvlammen, maar ze beheerschte zich,
■daar ze inzag, dat een nieuwe uitval
van haar- kant, tot de gevreesde breuk
ken voeren en ze zei schijnbaar rustig:
„Denk eraan, Hansjörg, dat ik je moe
der ben, die je bestwil op het oog
heeftWeet je wat ih den Bijbel staat?
„De zegen des Vaders bouwt den kinde
ren buizen, maar de vloek der moedir
rukt ze terneder Ga naar huis, Hans
jörg, daar zullen wé verder praten!"
„Moeder, er staat ook in den Bijbel
„De vrouw zal vader en moeder verla
ten en den man volgen!" riep Hansjörg
„Maar jij bent de vrouw niet, jij bent
do man! Wil je hebben dut een vreemde
zich tusschen ons stelt, tusschen ons,
ihc altijd in vrede geleefd hebben? Volg
me, mijn jongen, ga naar huis, binnen
een goed half uur kom ik je ri3Ik heb
hier nog iets te bepraten!"
„Moeder, ik laat Paulien niet loopen.
al zou het mijn ongeluk zijn! Denk er
aan, dat ik mét mijn vrouw moet leven
Wilt u mij dwingen, zender liefde te
t ouwen? Dan liever in het geheel niet!"
Hansjörg zei dit met een zweem van
zijn oude weekheid, waardoor het als
een smeekbede, als een beroep op het
moederhart klonk Met voidóenig hoorde
het scherpe oor van de boerin dit. zach
te beven dat scheen haar immers
de zekerheid te geven, dat de zoon hei
niet tot het uiterste zou laten komen Br.
toen de jonge man voortging:
„Moeder, wat hebt u nog te bepraten?
U wilt toch om 's hemels wil niet naar
binnen, om Paulien—" toen viel ze hein
zeker van de overwinning in de rede
„Ja, dat wil ik! Ik wil Paulien met
haar vader eens op hun plaats zetten,
en als je er pleizier in hebt, kun je er
bij blijven!"
„Dat laat ik niet toe, moeder, dal laat,
ik niet toe!" riep Hansjörg weer op
stuivend, terwijl hij zijn hand op haar
arm legde.
„Wil jij bet me misschien verhinderen?
Dat zou ik wel eens. willen zien!"
Daarmee bevrijdde de boerin met een
krachtigen ruk haar arm en ging met
rasse schreden de steenén af, die naar
de lage deur van het huis vomrde. ge
volgd door haar zoon, die in sprakelooze
opwinding met beide handen door het
haar voer.
In de groote woonkamer van den mo
len vertoonde zich hier een weinig op
wekkend schouwspel. Paulien zat op dé
bank, ze had. haar hoofd in haar ar
men verborgen op de groote eikenhouten
tafel en schreide hartverscheurend, ter
wijl haar vader -een korte, ge
zette man met grijzen baard zijn hand
op haar schouder gelegd had en haar
troostend toesprak. Men kon aan het
gezicht van den man zien, dat de wilde
smart van zijn kind een diepen indruk op
li-m maakte, want steeds weer streek
hij met- zijn ruwe werkhand over de zwar
te vlechten van het meisje en zei smee-
kend
„Maar Pauli entje dan, huil niet zoo!
Wie heeft je wat gedaan? Toen ik een
half uur geleden in den molen was, had
ja nog zoo'n schik met Hansjörg! Wat
is er dan nu op eens gebeurd?" f j
Het geluid van naderende voetstappen
d; cd hem opzien en toen hij vrouw Schil
ling herkende, ging er iets als een plot
selinge schrik over zijn gerimpeld ge
zicht. Xu begreep hij de situatie vol
komen, hij wist, wat zijn anders zoo
vroolijk kind overkomen was. Met een
HERPT. Zondagavond hield da hand-i
bcogschutterij „Ons Genoegen" haren I
wedstrijd om het koningschap. Na een vu-
rigen strijd mocht liet den heer G PL
ron gelukken de overwinning te behalen
met 148 punten iii 10 pijlen. Door den
heer Anto-on de Wilt, voorzitter van „Ons
Genoegen" werd de nieuws koning in
zijne waardigheid bevestigd en met het
koningskruis omhangen. Hierna bleef men
nog een tijdje in gezellige stemming;
bijeen.
RED1KHU IJZEN -
De fruittuihen on bessènbeplantin-i
gen ondervinden veel nadeel van de on
gunstige weersomstandigheden en van de
insectenplagen. Eerst kwam koning vorst
ons veel ontnemen op den voet gevolgd
door de bladluis, die haar hoogtij vier
de. Daarna- kwamen legioenen meikevers
cm het vernielingswerk te volbrengen. En
heden lijden, aardappelen, boonen, sla n
wat al niet onclev een waren slakken-
plaag. Voorwaar een mooi vooruitzicht
voor fruitteler en groehtehhandelaar j
Naai- men ons mededeelt zijn reeds
nkele bietenvelden door de bietenvliegj
aangetast. Een aammaniug voor de land
bouwers om op hun hoede te wezèh en
met kracht de bestrijding ter hand t&
nemen.
LAND VAN ALTENA. Na «en enkel*»
dag regen zijn de vooruitzichten voor het
landbouwbedrijf veel gunstiger gewor
den. Dreigde eerst ih sommige weilanden
gebrek aam gras te komen, als een too-
denker gezicht wachtte hij tot de vrouw
die als een gebiedster over den drem
pel trad, begon te spreken, zonder een
groetend woord voor haar te vinden,
of ecu uitnoodigende beweging" naaf een
van de tegen den muur staande stoelen
te maken.
„Dat moet- ik zeggen, ar gebeuren hiet
bij jou mooie dingen, Andries!" begon
vrouw Schilling, terwijl ze als dreigend
op den ouden man afkwam, „heb je j»
eenig kind zoo slecht opgevoed, dat ze
zicb zoo met j'ongè rhamhti ophoudt? Als
dat je Willemien wist, dan draaide zb
zich in haar* graf om
Een vlammend rood vloog over de ver
weerde trekken van den ouden man. Als
legde hij een eed af slak hij zgn rech
terhand omhoog en zei mét vaste stem
„Vrouw Schilling, laat mijn Wiilémrin
met rust! Dié weet, dat ik geeu onges
rechtigheden t-oesta!"
„Zoo sta jij geen ongerechtigheden toe?
Dam is het goedDan weet je niet, dat
die- twee daar met elkaar vrijen, als-t
of ze verloofd zijn? Dat weet jij' niet
n je bent er maar een paar schreden
vandaan?"
„Dat Hansjörg belöofd heeft met- Pau
lien te zullen tróuweh, dat weet ik! Is
het een schande, dat ik 'daarbij ja en
ahorn zeg?"
„Ha, ha! Je vraagt, of dat schande is*
dat je daarbij ja en amen zegt? Heb
ik ooit van mijn. leven. Het is Schande,
als jé duldt, dat je» raeisjè haar g6e-
uen naam verliest, wamt- je zult toch
we] op je vingers kunnen natellen, dat
van een huwelijk tusschen ihijn zoon
en jouw dóchter in alle eeuwigheid niets
kan komen!"