Tweede Blad
Ma. 4872 Mfoensdao 12 Deceiiilier
Jan Geerizen,
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
mummm
Parlementair Overzicht.
Rubriek van den Arbeid
Burgerlijke Stand.
BEHOORENDE BIJ HET
Bezoek
van ouds bekend
H6tel
Café Billard j
Restaurant
Uitspanning.
St. Jafi88traat 10-12
'8 BOSCH.
Tel. Interc. 436
Ruime auto-
garage's
Reclamewagens
speciaal tarief.
POLITICUS.
Waterstaatstoestanden
in het gebied der Bergsche Maas.
Indrukken van een groot bedrijf.
Een bezoek aan de Phiiips-Fabrieken.
DEWERKEN EN SLEEUWIJK.
Geboren.- Cornelia Anna d. van AJ
Slagmolen en J. v. Noorloos Cornelia d.
van J. A. Geenen en J. de Bok Willem
Frans z. van A. Kolijo en M. Ekelmans
Huibert Gjjsbert z. van M. Kramer en A.
de Koter.
Levenl. aangeg. kind van J. Hoeke en
A. Kant.
Getrouwd: D. Biesheuvel 24 j. met
G. van Rosmalen 23 j.W. H. Yerduijn
23 j. met H. v. Rosmalen 20 j.H.
Stapper 25 j. met J. M. Boxman 23 j.
D. J, Kant 22 j. met H. Duiser 20 j.
L. van den Boom 37 j. met S. Ippel 39 j.
Overleden: L. v. Arkel 73 j., echtg.
v. SpieringM. den Haan 66 j., echtg. v,
A. Visser H. C. Biesheuvel 19 j.H.
d. Werken 79 j., wedn. v. M. A. Visser
A. Zwerver 54 jM echtg. v. B. Klop.
's GRAVEMOER.
Geboren: A. z. van G. v. d. Schans-
Blom G. z. van W. Timmermans-Faro
J. W. d. van H. Faro-Heijblom J. M. C,
z. van E. Rutters-Nederveen C. H. d. van
J. v. Dalen-van Dongen.
Overleden: D. Nederveen, echtg.
v. J. Dekkers, 76 j.
jtienwsbtad
Begroctingspraat Ministers op bet
zondaarsbankje Twee ministers in
hetzelfde sciiuitje
Nu, minister Waszink en minister van
der Vegte kunnen elkaar de haul geven
Ze hebben elle twee van den Kamer-
Sint een stevige gart gekregen, al was
die van meneer van Ier Vegte wat gr en
ter dan die van meneer Waszink Da
strengste Sint uit onze jeugd, was nog
maar een vriendelijk oud haas je, vergele
ken bij de gestrengheid, waarmee de Ka
mer de beide excellenties kapittel te. Om
dat ze niet ijverig waren geweest, en
talmden en te weinig hadden uitgev ierd
in het afgeloopen jaar. Zoo ontsnapt zelfs
een Minister er niet aan de straffe ver
maningen van den Sint.
Maar ter zake en op de rij af Eerst
nog wat over „Justitie". De Minister
sprak bestraffend over een kantonrech
ter, die overtredingen van de Zondagswet
eeneir gemeente niet strafte. Dat zou
de minister er niet bij laten zitten. Wee
U, ongehoorzaam kantonrechtertjei Er
werd verder bij deze begroeting nog wat
geklaagd over preventieve hechtenis,
waarna de minister er op wees dat heb
percentage daarvan afnam. Meneer Knot.
tenbelt pleitte voor herziening van hu
welijksgoederenrecht die de minister
in bewerking heeft niet alleen, maar
ook van huwelijkspersonenrecht. Net als
de dames Meyer en Katz. Maar de mini.
ster wilde van ©enige gelijkstelling van
man en vrouw in het huwelijksperson- n.
recht niets weten. Verder vond mini
ster Dormer specialiseering van straf
rechtspraak nog niet rijp voor beslis
sing. Ook keuvelden we nog wat over
openluchtgevangenissen, die zoo best voor
de gevangenen waren, we discusseerden
wat over de lectuur, die de gevangenen
mochten hebben, waarbij de minister wei,
dat hij het maar het beste vond, den
gevangene zijn krantje te geven, dat hij
voer zijn verblijf in het staatshotel ook
las. De celstraf werd aangevallen, maar
tot ernstige klachten kwam het niet,
„ijver en gedrag: redelijk", kreeg de mi
nister dus op zijn gedragboekje vermela
Bij Landbouw natuurlijk divsrse min
of meer belangrijke wenschen en wen.
ken. Er werd, geklaagd over de weinig
snelle manier, waarop de boeren verlof
krijgen tot jacht op schadelijk wild, voor
namelijk het „haas". Wat meneer .Sluis
deed veronderstellen, dat de rechtsposi
tie van het haas aanmerkelijk beter was,
dan die van den boer. Maar de minister
zou probeeren, de procedure tot ver]of-
ver leen ing tot bemachtiging van scha
delijk wild te verkorten. Belangstelling
was er ook voor 's ministers Kan uit
eenzetting van zijn stappen inzake be
houd van de landgoederen De Wolfsberg
en de Muntberg, die hij eerst voor het
Rijk had willen kocpen, maar waarvoor
hij geen geld van meneer de Geer kon
loskrijgen, weshalve hij een overeenkomst
aanging met de Ver. t. behoud v. Na
tuurmonumenten in Nederland, die, met
bepaalde steunmaatregelen, de landgoe
deren zou koopen. Maar toen de Kamer
uitrekende, dat dit er saldo nog on.
voiordeeliger voor den Staat zou wor ten,
liet men den minister belooven, alsnog
met meneer de Geer te overleggen, om
een weg te vinden, dat de landgoederen
toch staatsbezit werden. Zoodat hij lus
tot taak kreeg, meneer de Geer te be
wegen, niet al te onbeweeglijk op de g-dd.
kist te blijven zitten. Het gedragboekje
van meneer Kan?: IJver en gedrag: 10'"
Maar deksels, die brave excellenties
van der Vegte en Donner, als die hun ge.
dragboekje dat ze van de kamer uitge
reikt kregen, eens moesten toonem Het
Wla-s om te huilenIJver en gedrag: O"
zou er op staan.
Wat ze dan allemaal zeiden? Eerst
over „Waterstaat" van meneer v. d. Veg
te. Niet doortastend genoeg bij da Wa
terstaatsorganisatie zeiden meneer Krijger
en meneer Ebels. Te veel getreuzel én
daardoor schade voor den landbouw, zei
meneer Weitkamp. Onvoldoende afwate
ring in Brabant, zeiden ie heeren Sass
van IJsselt en v. J. Heuvel. Getreuzel
met de versterking der rivierdijken iu
Gelderland, klaagde meneer v. Voorst.
Dubbele rijwielbelasting in BrebantGe
treuzel met de Amsterdam—Rijnverbin.
ding! „Slechte verkeerspohtiekBescher
ming der spoor, en tramwegen, ten koste
der autobussen, die ncta bene het plat
teland uit zijn isolement verheffen en
dus een cultuurbelang zijn: De mini.
ster in te bedachtzaam. De afschaffing
der tollen gaat te langzaam". Zoo gingen
ze met zijn een—en—dertigen—sprekers te.
gen den eenen minister te keer. Die tcch
ook maar een mensch is, en het omvang
rijkste departement van liet heele kabinet
heeft. En daarom verzuchtte, dat hij
toch waaratje niet tooveren kom Een
enkele was er, die een goed woori had
voor 's ministers verkeerspolitiek. Dat
was meneer Braambeek, die het redelijk
vond, dat de minister beducht was vcor
het doodconcurreexen van de spoor- en
tramwegen door autobussen, vanwege het
grocte kapitaal dat daarin zit (700 mill,
in spoorwegen, waarvan 300 mill. v. d.
Staat, 100 mill, tramwtgen, waarvan 34
mill. v. h. Rijk). Maar overigens.... De
minister trachtte de critiek te weerleg,
gen, deed velerlei meledeelingen ovér ovér.
leg dat gaande was, mogelijkheden, enz
De minister zou de reorganisatie van Wa
terstaat bespoedigen, zlu een directeur-
generaal benoemen, die veel meer de
vrije hand zou krijgen. Na het Kerstr.cès
zou hij voorts met een plan voor de
Amsterdam—Rijnverbinding komen. En
verder velerlei toezeggingen. Wat meneer
Vos deed vragen, of minister al Sinter
klaas had gevierd en soms een poeler
kwast had gekregen, om alles ai tra
poeietnen
En dan Onderwijs. Bijna niets dan cri.
tuk. Met af en toe e en vriendelijk woord
De minister had veel t e w-inig ge laan
En dat terwijl hij aan het bewin i kwam
met een berg werk voer zich, dat kon
wdrdm gedaan, en met het financieel
evenwicht dat hersteld was. De mini
ster was niet sterk genoeg geweest. Had
niet genoeg dubbeltjes uit meneer da
Geer's buidel weten los te peuteren. Die
dekseisclie meneer de Geer, ilj man
op den staatsgeldkist zat, als een bek
op de haverkist. De minister had zei
meneer Moller, dis ook voor onderwijs
in de streektaal in diverse gebieden van
ons land pleitte, wat menen Schaper
fel hekelde, omdat hij daardoor taalstrijd
voorzag zijn taak in dit kabinet niet
mogen aanvaarden, teen hij wist dat
dit kabinet de bedoeling had de toelas-
tingen omlaag te brengen. Nu kon hij de
verantwoordelijk voor eten stilstand van
het onderwijs niet van zich wijzen. De
minister had velen teleurgesteld, op het
gebied van het Nijverheidsonderwijs, leer
plicht voor schipperskinderen, onderwijs
voer blinde en stomme kinderen, voor
bereidend onderwijs, het zevende leer
jaar enz. enz. En meneer Duymaer van
Twist was verschrikkelijk boos over de
wijze, waarop de minister reageerde op
zijn nota over de wensc(lelijkheid van
een leerstoel voor de homoeopathic.
Neen, meneer v. d. Vegte en meneer
Waszink hebben, perlementair gesproken,
een lammenadige Sinterklaas gehad
Blijkens de „Handelingen van de Twee.
de Kamer" sprak 't Kamerlid dhr. Ch. v.
d. Heuvel, naar aanleiding van da be
antwoording door fden Minister van Wa
terstaat op vragen over bovenstaand on
derwerp gedaan, de navolgende rede uit:
In de tweede plaats wil ik iets zeg
gen over den wateretaats toestand in
N.ocoxl.Westo 1 ijk Brabant. Op bladz. 12
der Memorie van antwoord zegt de Mi
nister
„Over den toestand van de kanalen ia
Nocrdwestelijk Noordbrabant, in het bij
zonder in het Land van Heusden en
Altena, hebben den ond irgeteekenie tot
dusver geen klachten uoreikt.
Het is! hem, bij gebreke van nadere
aanduiding, niet wel mogelijk de ge
maakte opmerking te beantwoorden."
Dat is toch een zeer zender ling ant.
woerd. Als een Minister van Waterstaat
zegt, dat hem geen klachten hebben be
reikt ten aanzien van den toestand in
Noord-Wes te lij k Brabant, dan moet ik
dat natuurlijk aannemen, maar dan is
het toch wel vreemd, dat ieder in dit
land over den waters laatstce&tancL daar
klaagt dat die klachten den Minister van
Waterstaat niet bereiken.
Als het met iets anders niet in orde
is, dan zegt men weleens, er zit hier
of daar een lek, maar hier zit vast
hier of daar een verstopping, waardoor
deze klachten den Minister niet be rei
ken.
Ieder klaagt over den ellendigen toe
stand in Noord-Westelijk Brabant en ik
begrijp dus niet, dat die klachten den
Minister niet hebben bereikt, Maar bo
vendien meen ik, dat hetgeen in het Voor.
loopig Verslag is opgenomen, voor den
Minister juist aanleiding had moeten zijn
om dan eens even na te denken over ae
klacht, die hier verleden jaar, bij de
toenmalige behandeling van dit onder
werp, zijn geuit door verschillende geach
te afgevaardigden. Naar het mij voor.
komt, is op goed gedocumenteerde wijze
aangetoond, dat ten aanzien van alle
dingen in noordwestelijk Brabant ge
klaagd moest worden; dat de toestand
van het Noorderafwateringskanaal te wen.
schen overlaatdat die van het Zui
dera fwateringskanaa 1 slecht is, dat de
loozing van de Alm niet in orde is.
En' al deze klachten worden niet al
leen nu, maar zijn reeds jaar op jaar
bij deze begrooting herhaald. En wan
neer de Minister zegt, zoo laconiek als
alleen deze Minister dar kan zeggen,
mij hebben geen klachten bereikt om
trent den toestand van den waterstaat
in noordwestelijk Brabant, dan maakt
dit, zeer zacht uitgesproken, >een iet
wat vreemden indruk.
Ik zal niet herhalen, wat- ik verLdon
jaar over dit vraagstuk heb gezegd; ik
zou de toen gehouden redevoering van
a. tot z opnieuw kunnen houden, behal
ve wat betreft den toestand in het Neer.
der—afwateringskanaal, die ©enigszins be
ter is dan het vorige jaar. Maar vcor het
overige is de toestand nog even slecht
als die verleden jaar was, toen de haei
Vos en anderen over dit vraagstuk heb
ben gesproken.
Ik zal niet in herhaling treden van
hetgeen teen is gezegd en mij nu be
palen tot een paar ze?r kcrire opmer
kingen en ik wil er op aandringen
Ten eerste, dat de Minister nu eens
eindelijk indien 'rijn ambtenaren hem
daartoe niet willen adviseeren last
geeft om los te laten di dwaze bepa
ling, dat bij het Zuiderafwateringskanaal
alleen mag gemalen worden, indien Ie
peilschaal te Grave zekere hoogte aan
geeft. In deze dagen kan men zien, welk
ten beteekenis de peilschaal in een plaats
heeft voor den toestand op een anlere
plaats. De peilschaal te Grave is b.v.
of dit oogenblik niet bijzonder hoog, ter
wijl in andere streken van ons land men
in het water verdrinkt. Laat men zich
daarom toch bij dsze dingen op het
nuchtere standpunt plaatsen, dat er ge
malen wordt, als er te veel water is.
Dat is toch een zeer redelijk verlan
gen, en niet dat het malen afhankelijk
gesteld wordt van de vraag of het wa
ter in Grave, eenigs uren ten Oosten van
de betrokken plaats, em bepaalde hoogte
aanwijst.
In de tweede plaats wil ik wijzen
op de onvoldoende capaciteit van het
stoomgemaal aan den Nieuwendijk. Ook
in dit opzicht kan ik mij geheel aan
sluiten bij hetgeen verleden jaar dorr
den heer Vos en andereu hierover is ge
zegd.
In het algemeen zou ik ten aanzien
van deze streek er op willen aan
dringen om een andera methode toe
te passen bij het bekijken der dingeD
Nu stelt men zich op het standpunt:
jullie zijn zoo goed af; omdat de Maas
mond is verlegd, jullie behoeft dus niet
ongerust te zijn voor het gevaar van
overstrooming, houd je daarom maai' wat
stil. Dat is toch geen standpunt, dat
men mag innemen.
Indien het waar is, dat door. de ont
wikkeling van de landbouwwetenschap en
andere dingen is komen vast te staan,
dat 't tegenwoordig waterpeil te hoog
is, moet men niet' te angstvallig vasthou.
den aan wat dertig jaar geleden is over
een gekomen. Men moet zich dan niet
houden aan de letter van hetgeen toen
is toegezegd.
Ik zou den Minister willen vragen ol
hij op een goeden dag college zou wil
len houden voor zijne ambtenaren en
hun zou willen vertellen, dat zij er zijn
voor het Nederlandscbe volk, dat er vooi
hun functie op zichzelf geen reden van
bestaan is, dat de ambtenaren van den
waterstaat alleen beteekenis hebben, als
zij zorgen voor de belangen van veilig
heid, verkeer en productie; dat, ais
die belangen er niet waren, er geen en.
kei ambtenaar van den Waterstaat in
Nederland noodig zou zijn, dat zij allen
dan ontslagen zouden kunnen worden
Ik zou den Minister willen veTzoekeu
die ambtenaren te genezen van de ver-
waande ambtenaarshocgheid, die voor- bij
de ambtenaren van den Waterstaat in
Noordbrabant tot uiting komt; die ae
menschen durven 'toevoegenhoud je
mond maar, want dertig jaar geleden zat
je in de benauwdheid, dat je overstrcomd
zou kunnen werden, wees dus nu maai
tevreden.
Ik gelocf, dat men met de belangen
van deze streek, diet 40.000 H.A. groet
is, en waar geen sprake is van een
tegenstelling tusschen de belangen van
verkeer en productie, meer rekening be
boert te houden.
De Regeering heeft voer een© Land
bouwschool in deze streek belangrijks
sommen beschikbaar gesteld. De sch~o]
is er. Ik zou willen vragenwat is h et
voer een toestand, dat het ©ene Departe.
ment belangrijke gelden toestaat cm d?
boeren te loeren, dat de grootste vijan,"4
van den boer is het water, en dat het
andere Departement laat voortbestaan
toestanden, waarbij deze vermeerdering
van hun kennis voer de boeren niets
anders is dan vermeerdering van smart.
Mijnheer de Voorzitter! Ik hoop, dat,
wanneer wij het volgend jaar weer als
Minister en volksvertegenwoordiger te
genover elkander komen te staan, ik
vriendelijker zal kunnen spreken, niet
voo)r den Minister, want. die trekt ei
zich toch niets van aan, maar voor mij
zelf, omdat ik mij niet graag boos mank
en vooral voor de belangen van de be
trokken streek.
Een Fordbusje brengt, ons naar cte Glas.
fabriek, die op eenigen afstand van de
gloeilampenfabriek ligt. Eerst ©en onaf
zienbare lange hal, waar de potten van
vuurvaste klei gemaakt worden voor cte
glasovens. Deze worden hier met ae hand
vervaardigd. We zien er de arbeiders, dia
de klei met zorg eerst met de voeten kne
den, dan zien we, I103 de grove vorm
wordt opgezet en eindelijk, hoe met on-
eindigde zorg de pet voltooid wordt.
Deze moet volkomen homogeen zijn, om
dat er anders bij de ontzaglijke tempera
tuur van 1200 gr. Celsius barsten zou
den ontstaan. W© zien .den arbeider zijn
werk volbrengen met de toegewijde aan.
dacht van een kunstenaar en het re
sultaat is waarlijk als een kunstwerk, zoo
fijn en volmaakt afgewerkt. Aangezien
deze potten slechte 6 a 7 weken kunnen
worden gebruikt en] 5 a 6 maanden moe
ten drogen, kan men zich voorstellen
welk een ontelbaar aantal hier opgesteld
staan.
Dan, de afdeeling waar de grondstoffen,
die later het glas zullen vormen, gemengd
worden in groote schudmachines. IV it
zand en roode menie en potasch en soda
liggen er in hoopen. Hst is weer voor den
leek het mysterie, dat uit deze staff.en
het wonderlijke glas ontstaan zal. Het
is den scheikundige misschien heel dui
delijk onze geleider lacht wat om
onze verbluftheid maar den ter zake
onwetende is dit alles wel erg onbegrij
pelijk.
I>e mannen dragen hier stofmaskers,
want sommige dezer grondstoffen zouden
nadeelig voer de gezondheid kunnen zijn,
maar Philips zorgt voorbeeldig voor zijn
menschen en op deze wijze is gevaar uit
gesloten.
Dan: de glasblazerij zelf. Een onal=
zienbaxe hal met talrijke ronde verhan
gingen, waarop glascvens met hun bla
kende menden van vuur. Daarcinhe-sn
de glasblazers met de tlaasroeren,, waar
aan de vurige bolletjes glcei end glas. Dui
zenden dansende dwaallichtjes.
Onwillekeurig denkt men even: „Als
droomkoninkje, die hier later zelf werkte,
toen hij een greote jongen was geworden,
dit eens had mogen zien, teen hij nog
het kleine kereltje was, dat op aien
avond in den trein zoo verrukt was van
het sprookjesachtige, groote fabrieksge
bouw. Hoe prachtig zou hij dit toen ge
vonden hebben! Waar de indruk zelfs
voer een volwassene tooverachtig is.
In dit fabri&ksgedeelte heerscht nog
de handenarbeid en dat maakt het mis
schien juist zoo boeiend. Hier is iedere
arbeider een persoonlijkheid, een kun
stenaar, en schijnt het haast, of hij als
kunstenaar iets meegeeft van zijn per
socnlijkheid aan het ding, dat hij maakt.
Zie, hoe onbeschrijflijk handig hij het
klontje vloeiend glas, aan het uiteinde
van zijn blaasroer, wentelt, zwaait, weer
wentelt, er even wat lucht in blaast en
weer wentelt tot het zoowaar al den
vorm van een gloeilamp begint te krij
gen, dan even in den vorm aan zijn voe
ten en de oervorm van den ballon komt
glanzend te voorschijn. Het. is de tel
kens weerkeerende verrassing, het te voor.
schijn komen van die volmaakte glasvor
men in allerhande maten en modellen,
tot de groote melkglazen (Argenta) ar
maturen toe. Zie dan hoe handig het jeug
dig maatje na even vijlen den te lan
gen hals van de blaaspijp aftikt. En zie
dan vooral ook het buizentrekkea.
„Kijk hier", zegt onze geleider en Meurt
ons mee. Een lange haan. Een der glas
blazers heeft uit den oven een klomp
gloeiend gals gencmen aan rijn blaasroer
en na verschillende ons onbegrijpe
lijke manipulaties van het glas rond
draaien op e«n ijzeren plaat en weer nieuw
vloeibaar glas er bij nemen en weer draa.
ien, komt er een ander bij, die met zijn
pijp waaraan hij reeds een soort glazen
schaaltje gemaakt heeft, den glasklomp
opvangt en nu gaan beiden langzaam,
zeer zorgvuldig, zeer voorzichtig achter-
uitloopen, steeds blazend met geweldig!
bolle wangen, als de wind uit het sprook
je en wij zien het uocdgloeiende glas
plotseling werden tot een kristal hel
dere glazen, buis. Een. ander paar is naast
deze twee bezig. Aan het einde van
de baan zit een manneke en snijdt met
een laconiek gezichtje de buizen nat-
jes tot stukken van gelijke lengte.
De buizen zijn van verschillende door
snede. „Dat doen ;,e op het gevoel, me
neer, handigheid, oefening", zegt de in
genieur. Jawel oefening, maar liet blijft
toch onbegrijpelijk, dat ze dat kunnen
11 m.m., 15 m.m., 20 m.m., precies de
maat, het scheelt geen fractie van een
millimeter.
Het blijkt ook de zwaarste en veelei-
schend s te arbeid (e zijn, dat buizentrek-
ken. „Daarom doen we het óók al mecha
nisch", en twee minuten later staan we
in de afdeeling, waar dit gebeurt. Voor
den technicus misschien overweldigend,
deze machines, die tot in het oneindige
buizen produceeren, maar ons overwel
digde toch meer die eenvoudige' mannen,
die zoomaar op het gevoel de buizen
op precies de gewenschte dikte wis
ten te trekken.
„Nii gaan we kijken hoe de lampen
gemaakt worden", zegt de geleider, die
nog heel jooig is en die wel heel erg
knap moet zijn, want ondanks zijn jeugd
is hij al jaren ingenieur. Dit zijn wei de
menschen, die ze hier hebben ma3ten en
die mede helpen kunnen de zaak steeds
grooter te maken. Vaart is er in alles
en een ieder schijnt er van bezeten te
zijn. Tenminste wij krijgen geen gele
genheid ergens lang te blijven kijken en
de indrukken op ons te laten inwerken
We kunnen slechts even vluchtig de ra.
dio-fabriek, waar de ontvangtoestellen,
gelijkrichters, luidsprekers enz. gemaakt
worden, het laboratorium, Je papier- en
ca rtonnagefabriek bezichtigen.
Op den terugweg naar de grocte fa brisk
komen we voorbij een allerliefst mo
dern gebouwtje: Philips Kleuterschool
Even er in. Het is alleraardigst. Onge
looflijk keurig ingericht en popperig klein
alles, de stoeltjes, de tafeltjes, de bankjes
voor de kleuters. Hier wordt het kroost
van Philips' arbeiders overdag zoet ge
houden en zoo wordt reeds op dezen jeug
digen leeftijd de eerste' grondslag gelegd
veer een betere toekomst. Want in zoo
verzorgde omgeving, onder zoo goede lei
ding, moet het komende geslacht, dat liier
reeds zoo vroeg den invloed ondergaat
van netheid, reinheid, licht en lucht,
wel opgroeien tot een psychisch en levens
standaard van beter en hooger kwaliteit
dan de vorige generaties.
Dan weer de gloeilampen, en radiolam-
penfabtriek. Weer eindelooze zalen. Nu
alles machines. Maar machines, die van
een zoo wonderbaarlij ka ingenieuziteit
zijn, dat ze soms wel menschelijk sc'nij.
ncn, zooals ze, als met voorzichtige meu-
schelijke handen, de onderdeden aanvat
ten en zorgvuldig in elkaar zetten. Hier
zien we het heele proces, hoe de gloei-
lichamen, die in de gloeilamp behoo-
ren, eerst in elkaar gezet werden, hoe die
dan weer in de ballons werden gebracht,
hoe er de koperen dop opgezet wordt,
hoe tenslotte het fabrieksmerk erop ge
bracht wordt en hce ze proeffarandsn De
kamer met de brandramen, waar Ie dui
zenden lampen branden. ,,'N lampies, 'n
lichiesje moet- er dcor een donker
glaasje kijken, anders zou je er verblind
vandaan komen.
We zien, hoe de wolfraamdraoci getrok
ken wordt, een blijkbaar enorm geniaal
proces, omdat het wolfraam een poe
der is, dat bijna niet in vasten toestand
te brengen is, we zien den draaa eerst
als een telefoondraad zoo dik gewondsn
worden om immense spoelen en dan om
steeds kleinere spoelen, tot hij zoo dun
is, dat de microscoop er op gesteld- moet
worden om te controlerenvijf maai dun
ner nog dan een menschenhaar. Wa zien
de meisjes, met een onbeschrijflijke nan.
digheid, de draden op het glazen raampje
aanbrengen,, dat later als geheel het glori.
lichaam zijn zal, we zienwe zieh.... zoo
veel, dat het niet meer te onthouden is,
dat het wordt als het flitsen van een
mederne film, dat de indrukken werden
verward in ons brein tot een baeld. als
een futuristische creatia van Kandinsky
of Picasso en dat is waarlijk niet be
vorderlijk voor de klaarheid van be-
girïP-
Na een kijkje in de radiolampanafdee
ling te hebben genomen, wippen we neg
even de polikliniek binnen en zien er
de prachtige moderne inrichting*
die werkt voor het lichamelijk heil der
arbeiders, we krijgen een kijkje op het
psychotechnisch bureau, waar de men
schen die solliciteeren cp hun psychische
kwaliteiten beproefd werden en waar met
wonderlijk systeem van bladen papier met
puntjes bezaaid, waardoor ze verticale en
horizontale strepen zetten moeten, met
strikvragen en associatieve woorden,, die
onthouden moeten worden en nog veel
meer, na te gaan is, of ze bruikbarai
krachten zijn.
Dit systeem schijnt zeer bi voldoen en
Philips is natuurlijk weer een der oerste
industrieën, die het toepaste in ons land.
Het heeft dit groote voordeel, dat men
er een zekerder selectie van werkkrachten
maakt en vele menschen er de ellende
door bespaart van aangenomen te worg
den, terwijl spoedig daarop blijkt, dat
ze niet geschikt zijn. Dan is het avmd
geworden en merk m we, dat we een gan-
schen dag in deze enorme fabriek hebben
doe rgebracht.
Wordt vervolgd.)
SAMENWERKING TUSSCHEN WERK*
GEVERS EN ARBEIDERS.
In het begin van dit jaar hebben wi|
in onze Rubriek van den Arbeid de sa
menwerking tusschen werkgevers en ar-!
beiders uitvoerig behandeld en daarbij dei
hoop uitgesproken, dat deze samenwerk
king zich steeds verder zou voltrekken-
Er hebben nu in de laatste weken eenigei
dingen plaats gevonden, die doan vern
mo&den, dat deze samenwerking indern
daad tot resultaten zal leiden.
Het eerste geval betreft het z,g. Fa-)
brieksartsenwet je, dat, dit zij terloops!
gezegd, Maandag 19 November j.1. inj
werking is getreden. Voor de uitvoering;
van dit wetje had het Bestuur van de
Rijksverzekeringsbank het advies ge-,
vraagd van de verschillende centrale or-i
ganisaties van werkgevers en arbeiders-
Nu had elke vereeniging dit op zich
zelf kunnen geven en dan had de R.V.B-
daar een geheel van kunnen maken. Men.
heeft echter een andereu weg bewandel:c
en het gevolg daarvan is, dat helt Ver
bond van Nederl. Werkgevers, de Alge-
meene R. K. Werkgevers vereeniging, de
Christel. M'erkge vers vereeniging, hefci
Christel. Nationaal Vakverbond, het R.K-
Werkliedenverbond in Nederland en heb
Nederl. Verbond van Vakvereenigingen^
m.a.w. dus de zes belangrijkste centra
le organisaties van werkgevers en arbei
ders, zich gezamenlijk tot het Bestuur van
de Rijksverzekeringsbank hebban gewand]
met een advies over verschillend© uitvoer
ringsmaatregelen van het' Fabrieksartsen-t
wetje. Wij behoeven hier cp dit adviesl
zelf niet in te gaan, omdat dit van zui-i
ver technischen aard is. Hoofdzaak is*
dat liet advies gezamenlijk is gegeven 'i/m
dat het daarna in een gezamenlijke b**.-
spreking nog mondeling aan het Bestuurt
van de R.V.B. is toegelicht.
Het tweede feit betreft da vragenlijst
ten van het Internationaal Arbeidsbureau-
Op de Intern. Arbeidsconferenties wor-i
den vragenlijsten vastgesteld, welke aan
de regeeringen der aangesloten landen ter
beantwoording worden gezonden. Tot nog;
toe beantwoordde onze .Regeering dez'a
lijsten zonder voorafgaand overleg meti
de betrokken werkgevers- en arbaidersor-
ganisaties. Door het; Verbond van Nederl*
Werkgevers het Nederl. Verbond van;
Vakvereenigingen, het R.K. Werklied an
verbond en het Chr. Nationaal Vakvei'4
bond is thans gezam&lijk aan den Mini-*
ster van Arbeid, Handel en Nijverheid het|
verzoek gericht om deze vragenlijsten!
in het vervolg voor de beantwoording!
om advies nog, toe te sturen aan de meest
representatieve organisaties van werkg3-t
vers en arbeiders, waarbij de vereeniginj
gen er op wijzen, dat verschillende bui-
tenlandsche Regeeringen deze handelwijs
ze ook volgen en dat dit ook door denl
Directeur van het Internationaal Arbeids
bureau op prijs wordt gesteld. Ook gaata
liet weer minder om de zaak zelf dan wel
om het feit, dat er te dezer zake eenl
samenwerking tusschen werkgevers- en are
beidersorganisaties heeft plaats gevonden*
Inderdaad het zijn misschien nog
slechts kleine kwesties, waarvoor dazel
sapienwerking reeds is tot stand geko-i
men, maar het toont toch aan, dat efl
in deze richting iets gebeurt. Het is tel
hopen, dat deze samenwerking zich ver
der zal weten te ontwikkelen, omdat,,
zooals wij zoo dikwijls hebben betoogd*
tenslotte slecht® bij' een algeheel© samen
werking der betrokkenen zich een bloe
iend bedrijfsleven kan ontwikkelen, dat
wij in ons land zoo zeer noodig hebben,