Tweede Blad
Mo. 4813 jfiWDeceier
Hl
jferfct- a Vfittter-
ktceding uit maat,
voor het Land
van Heusden en Aitena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Onze Jubileum-wedstrijd.
FEUILLETON
rWint er handen'
Kloosterbalsem
itiiiüemibrieKv
VOOR HEERE
damrubriek!
G O R I N C H E
BEHOORENDE BIJ HET
Om joeg te blijven.
Op 16 Dec. a.s. hoopt onze ge
achte brievenbesteller de heer K.
van der Velden te Wijk en Aalburg
den dag te herdenken dat hij voor
25 jaren in dienst der posterijen
trad. Deze dag zal zeer zeker niet
ongemerkt voor onzen vriendelijken,
gedienstigen en hulpvaardigen amb
tenaar voorbij gaan. Hij is en blijft
de vraagbaak voor iedereen en maakt
geen verschil, welke richting of be
ginsel men ook is toegedaan. Voor
iedereen is hij even gedienstig en
behulpzaam, hetzij rijk of arm, klein
of groot. Hierdoor heeft hij dan ook
alle achting bij de burgerij ver
worven en zonder twijfel zich zeer
verdienstelijk gemaakt, want zoowel
in als buiten zijn dienst staat hij
voor iedereen op de bres. Zijn ver
diensten worden te Wijk en Aalburg
dan ook zeer gewaardeerd, hetgeen
hij alleszins waardig is.
Tot spijt van velen ontving de
lieer v. d. Velden in September
1923 het bericht, dat hij werd over
geplaatst naar Veen, wegens wijzi
ging van den dienst der posterijen.
Aan den wensch der ingezetenen van
Wijk en Aalburg om den heer v. d.
Velden te Wijk te laten wonen, werd
door de Administratie der Posterijen
voldaan.
Op 1 Sept. 1926 werd hij weder
overgeplaatst van Veen naar Wijk
en Aalburg. Met veel genoegen zagen
wij hem weder in onze gemeente
terug geplaatst, omdat wij hierdoor
weer onzen hulpvaardigen ambte
naar terugkregen.
Wij hopen, dat hij de nog restende
jaren, die hij de post zal dienen, on
der genot van een volle gezondheid
in deze gemeente mag doorbrengen.
Van der Velden wijdt zijn leven
naast zijn ambt in de allereerste
plaats aan anderen, aan de arbeiden
de klasse, die zijn volle genegenheid
heeft. Hij is in de organisatiewereld
een bekend figuur en steunt moreel
vele vereenigingen.
Naast zijn ambt bekleedt bij
nog verschillende nevenbetrekkingen
waarvoor hem door Hare Majesteit
de Koningin en Zijne Excellentie den
heer Minister toestemming is ver
leend.,
Op 14 Dec. 1917 werd door hem de
Werkliedenvereeniging en Zieken
fonds „Helpt Elkander" opgericht.
Hierdoor zijn de arbeiders zeer ge
baat. want in zieke dagen worden zij
door deze vereeniging gesteund. La
ter is hier nog een fonds van vrije
geneeskundige hulp aan verbonden,
zoodat ieder lid dezer vereeniging
voor f 3.50 per jaar door dr. Schmitz
te Veen vrij geneeskundig behan
deld wordt. Van genoemde vereeni
ging „Helpt Elkander" is van der
Velden vanaf de oprichting reeds
voorzitter.
In Sept. 1919 brachten hem de
kiezers in den gemeenteraad en in
Sept. 1923 werd hij tot 1ste wethou
der gekozen en door B. en W. tot
loco-Burgemeester aangewezen wel
ke functie door hem op 't oogenblik
nog wordt vervuld. Als raadslid en
wethouder heeft hij het recht en het
belang van de gemeente steeds voor
gestaan, zonder aanziens des per -
soons en zonder eenig persoonlijk-
heidsbelang, hetgeen alle respect ver
dient.
Als voorstander van de verbetering
der Volkshuisvesting werd doorhem
een bouwvereeniging „De goede wo
ning" opgericht, waarvan hij voor
zitter is. Deze vereeniging heeft er
voor gezorgd dat voor de arbeiden
de klasse flinke en gezonde woningen
zijn verrezen.
Op zijn initiatief is voor Wijk en
Aalburg en Veen een Groene Kruis
afdeeling opgericht, waarvan hij ook
bestuurslid is.
Zijn werkzaamheden in het belang
van het algemeen moet men zeer
zeker evalueeren.
Verder is hij lid van de Schatlings-
Commissie der Rijksinkomstenbelas-
ting
Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand
Bestuurslid van de leesbibliotheek;
Bestuurslid van de Bijzondere Vrij
willige Landstorm;
Voorzitter van de Sport- en Gym
nastiek vereeniging „Wilhelmina
Eere-voorzitter van de gemengde
zangvereeniging" „Con Amore";
Bestuurslid van het Kinderkoor
„Jong Leven" en
Bestuurslid van de pluimvee ver
eeniging ..Heusden en Omstreken
Ook 'heeft hij ónze zeer gunstig
hekend staande muziekvereeniging
„Oefening en Uilspanning" steeds
een warm hart toegedragen en stond
en staat hij hij gelegenheden steeds
mede vooraan om deze vereeniging
te steunen. Door zijn medewerking
als commissielid heeft „Oefening en
Uitspanning" een prachtige muziek
tent van de ingezetenen van Wijk en
Aalburg ten geschenke gekregen.
Zijn werkzaamheden op vereeni-
gingsterrein zijn dus evenzeer encom-
pensabel.
Ook wij wenschen van der
Velden van harte fêeluk met zijn 25-
jarig ambsjubileum en hopen, dat
hij, wanneer hij den dienst met pen
sioen gaat verlaten, nog vele jaren
in ons midden zal mogen zijn, opdat
hij zijn ijverige werkzaamheden voor
het recht en het belang der gemeente
zal mogen kunnen voortzetten en de
belangen der ingezetenen zal mogen
blijven dienen.
reen goud
;oo goed'
I
Ean Prachtige Collectie Stoffen van
de Goedkoopste tot de Fijnste
Dessins voor
vindt U nergens beter en voordeeliger
dan bij
Redacteur:
M. J. L. BÉNEKER,
Kerkstraat 105 WOUDRICHEM.
Men wordt verzocht alle correspondentie,
Jeze rubriek betreffende, aan bovenstaand
adres te richten.
Hoek Visschersdijk A 290
Coupe en afwerking wordt ten volle
door ons gegarandeerd.
Vraagt s. v. p. stalen of reizigers op advies.
Indrukken van een groot bedrijf.
Een bezoek aan de Philips-Fabrieken.
Oplossing probleem No. 8.
Auteur J. Blankenaar.
De stand in cijfers was
Zwart 8 schijven en 1 dam op 4, 5, 8,
10, 12, 15, 22, 25 en dam op 16.
Wit 9 schijven op: 14, 19, 21, 24, 29,
33, 35, 38, 40.
De jui3te oplossing is
Wit: 35—30 29—23 33—28 23—18
19X30 24X2 2X351
Zwartalles gedwongen.
Goede oplossingen ontving ik van de
heeren A. de Graag eu A. K. Deurloo
te Heusden P. Wilhelm, S. de Joode en
P. van Krieken te Woudrichern R. de
Joode te Meeuwen C. Bax en Ant. Fitters
i te Heesbeen B. de Heer, A. Egas, G.
Sas en C. van Oversteeg te Werkendam;
Joh. Pellekaan te Almkerk G. M. v. d.
Kolk en C. S. de Joode te Genderen H.
Vogelaar te Andel.
Thans zijn we dus genaderd tot bet 10e of
LAATSTE WEDSTRIJDPROBLEEM
Staud in cijfers
Zwart, 5, 7,' 8, 9, 12, 13, 14, 16, 17,
18, 19, 21, 22, 23, 26.
Wit, 15, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33,
34, 37, 38, 42, 43.
Oplossingen in te zenden vóór 24 Dec. a.s.
(Wordt vervolgd).
ieowsblad
Het feit, dat uw gezondheid te wenschen
overlaat is waarschijnlijk de eenige reden,
dat gij u door lichte zorgen reeds ze
nuwachtig, versleten en oud gevoelt. Mis
schien zijt gij een dier noodelooze slacht
offer^ van een nieraandoening. Laat deze
te voéukomen nierzwakte u niet oud ma
ken vobr uw tijd.
Zoek\en verbeter de oorzaak van uw
kwaal. Tracht weer flink en gezond te
worden, fee pijn in de lendenen, die ellen
dige blaaWoornissen, hoofdpijn en dui
zeligheid, oat afgematte, zenuwachtige ge
voel behoeven u niet langer te kwellen.
'Alle tesamen\maken uw leven tot een last,
die zoodra g\i uw nieren verzorgd hebt,
verdwijnt.
Verzwakte niwen kunnen met Foster's
Rugpijn Nieren villen versterkt worden,
waardoor gij u \n elk opzicht jonger
voelt. Begin onmiddellijk met het gebruik.
Zonder uitstel! Wafcht niet, tot gij last
krijgt van rheumatieV ischias, spit, blaas
ontsteking of waterzucht. Ook tegen der
gelijke ernstige kwale\ worden Foster's
Pillen aanbevolen, dochyvoorkomen is al
tijd beter dan genezen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral opjvbij' apotheken
en drogisten a f 1,75 perXlacon. 31
,,U woont", onderbrak haar begeleider,
als ik goed begrepen heb, op het oo-
genblik aan de Rosküdevej
„Ja. Dezen winter zijn we niet in Skods.
borg gebleven. Mijn vader wordt langza.
merhand een beetje oud en de verre
afstand iederen avond als de schouwburg
afgeloopen was, werd hem een beetje
te veel. En toen kwam er ook nog
iets anders bijwij hebben de villa in
Skodsborg tijdelijk verhuurd. Verhuurd
haast tegen onze >-:igen wil.
Op een middag in September kwam er
een heer bij ons, die ons vertelde, dat
hij onze villa op een uitstapje had ge
zien en ze gaarne voor >een jaar zou wil
len huren. Mijn vader wilde hiervan eerst
niets weten, Heb was geen huurvilla,
zei hij kortaf. Maar de vreemdeling hiela
aan. Toen hij ten slctte zag, dat zijn
kansen s lecht stonden, bood hij een huur-
som, die eigenlijk heelemaal buiten ver
houding tot de waarde van het hors
stond, en die ook voor goed gesitua.rde
menschen eeh klein vermogen vertegen
woordigde. Mijn vader, die geen besluit
kon nemen, riep mij binnen cm mijn mee
ning te hooren.
Ik was ook tegen het verhuren. Ik
dacht aan de vele heerlijke dagen, die
ik met mijn vader en mijn vriendin
nen in het heerlijke buis doorgebracht
had. Want ook 's winters, gingen .wc,
zoo dikwijls wij maar konden er hoen,
en dat zou natuurlijk uit zijn, als we
het huis gingen verhuren.
Ik keek den vreemdeling van terzijde
ongemerkt aan. Hij merkte wel, dat hij
U behoeft niet bang te zijn, ook 's win-
tersXlJw handen te laten zien, want
winterhanden zijn te voorkomen. Akker's
Kloosterbalsem verzacht, herstelt en
voorkomXerger. Neem, zoodra zich de
eerste verschijnselen voordoen, Akker's
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raadsels
tijn:
1. Schaatsen.
2. Kerkrade.
3. Baars, voorn, karper.
En de nieuwe raadsels zijn:
1. Ik heb van twee spreekwoorden in
elk woord de letters doorelkaar gegooid
De woorden zelf list ik evenwel in de
goede volgorde staan. "W is kan de let
ters weer goed zetten, zoodat er twee
bakende spreekwoorden komen te staan?
1 SLA NHEDAD MTOK IS BEENBH
ET ATAL.
2. THE GOO A VN END STEREME
KATMA ET li ADRAP TVE
2. Met a sta ik in de kamer en ben
ik van hout, msit i sta ik op zolder of
in een kelder en ben ook van hout,
met o ben ik cm te eten en met u
vindt men mij aan zee. Rara wat is
dat s
3. Neem een vogeltje. Snijdt het zijn
staartje af (het klinkt wel wreed, maar
we doen het toch ook niet h eusch, hoor
dan krijg je twee rundereni Snijdt
die in tweeën dan krijg je één runl.
En doe bij dat ecne rund nu weer het
staartje van het vogeltjes dan krijg je
iets lekkers i 1
OOM KAREl'J.
alleen maar de poorten van het kasteel
van zijn vader door gehuppeld, op jacht
naar een moei, groeu veertje, djip door
de wind werd meegevoerd. Daarna Lad
hij een vlindertje acht rna geloopen, dar
aldocr maar voor hem heen vloog, -en
dat hij maar niet pakken kon. Toen
•het vindertje verdw men was,, hal hij
opeens ven vogeltje gezien met zulké
mooie roede veertj3, dat hij hom nage-
loopen was, om hem te vragen, hoi Lij
heette. Maar opeens was het vogeltje
weg en stond hij midden in het b;too-
verde woud.
Maar Petertje Gwendoliu wist niet eens,
dat dit het „betocverde woud" was. En
toen hij de mooie boomen en bloemen
zag, wilde bij dadelijk nog verder in
het bosch gaan wandelen. Hij was he:-
lemaal niet bang. Petertje Gwendolin was
nooit bang, voor niets ter wereld, en
niemand was er baug voor hem. Zoo
dra hij dus in het betooverde woud
stond, kwamen van alle kanten de klei
ne, in het wild levende dieren aange
sneld en aangevlogen, cm van achter de
struiken en uit de boomen naar hem
te gluren. Het roedbortje zag hem het
eerste en ri-ep tegen het winterkoninkje
Kijk, kijk, Petertje Gwendolin, die zoo
veel van alle vogels houdt, is bij ons
gekomen
Het winterkoninkje vertelde het wear
aan een konijn, en het konijn vertelde
het aan het eekhoorntje en het eekhoorn
tje vertelde het op zijn beurt weer aan
de vlugge vos. Heb je het gehoord? Goea
nieuws, hoor! Die kleine Petertje Gwen
dolin, die zooveel van alle vogels en die
ren houdt, is bij ons gekomen!
Dat moet het witte hertje dadelijk
weten!, riep de vos uit, en liep zoo hard
hij kon heen, zonder ook maar eventjes
stil te staan om cp adem te kom n.
Hij liep aan een stuk door, tot hij het
witte hertje in een weide vond, met
al de andere herten.
„Hebben jelui het nieuws al gehoord?"
riep hij uit, „Petertje Gwendolin, het
zoontje van den grooten jager, Koning
Gwendolin, is bij ons gekomen! Hij is
heelemaa.1 alleen naar het betooverde
woud gekomen!"
Toen bet witte hertje dat hoorde, liep
ze dadelijk heen, zoo vlug haar ranke,
snelle ponten haar maar dreigen konden
En Petertje had nog niet 'eens met zich
zelf te rade gegaan, welk n weg hij zou
inslaan, toen het witte hertje al bij
hem was aangekomen en zachtjes hij
gend, aan zijn voeten xn liet koele mes
ging liggen. Petertje ging op 'een boom
stam zitten en haalde een honingkoek
uit zijn zak, die hij van thuis had meege-
btracht, en begon die cp te eten. Hij was
heelemaal niet geschrokken, toen hij het
witte hertje zag, want hij had zijn le
ven lang nooit anders hooren spreken
dan over herten en allerlei dieren, en
hij hield van alle dieren org veel.
Wordt vervolgd.)
we dezen dag wel iets heel bijzonders
hebben beleefd.
Mant wat staan wij, die dagen kunnen
doorbrengen in een Louvre of Maurits-
huis, urenlang neuzeud voor een klein
ons dierbaar schilderijtje, iie wekenlang
snuffelen in oude boekerijen, in incuna
belen, die ons soms niets leeren, ver
van het waarachtige, k> eppende, rnyth*
mische leven van dezen tijd en. wat
is dit alles grootsch, overweldigend, wat
leert het ons duidelijk, dat er evolutie
is, dat de wereld vooruitgaat, zoolang
er de energieën zijn als deze, die niet
alléén haar bedrijf vooruitstuwen, maar
ook zorgen, dat haar werk tot een cul*
tirfceele macht en kracht wordt, die zorgt,
dat het leven voor den eenvoudig en
mensch, die zijn brood met handenar
beid verdient, beter en schooner wordt,
danf biet vroeger was,. O zeker, er is in
dit alles een sterk bewijs, dat er evolutie
is en men behoeft uiet te betwijfelen*
dat de moderne techniek ertoe bijdraagt,
Dat enkele kunstzinnige naturen gen
kwetst worden door de onaangename dins
gen, die er nu nog noodzakelijkerwijs
aan de moderniteit vverbonden zijn, als
daar zijn lawaai, onrust, gejaagdheid, ver
dwijnen van de dingen die lief, rustig,
vertrouwd en mooi waren, doet er niets
aan toe of af. Mant dat alles is slechts
tijdelijk en alleen omdat de gewone
menschheid nu eenmaal niet in staat was
gelijken tred te houden met den razend
snellen wereldvooruitgang. Het is de ont*
zettende vaart, die een tijdelijke verbif*
stering veroorzaakt. Maar als we het!
jonge geslacht zien, dat opkomt in da
nieuwe wereld en vooral daar in dat ar-:
beiderscentrum en heiligdom van de
schoonste resultaten der moderne tech.*
nische wetenschappen, dat aldus wel als
een symbool mag beschouwd worden van
de heela toekomstige maatschappij, dan
beseffen we, dat werkelijk de we re la
gaat naar een rijker en intenser leven*
dat een nieuwe schoonheid zal komen in-:
plaats van de oude. En dat het onze fout
is te treuren om Beetho ven en Rembrandt*
terwijl we niet zien willen, dat er iets
anders voor hen in de plaats zal komen.
De herinnering is iets heel teeders én
beheerscht veelal den menschelijken géést
Maar ze belet ons te vaak de toekomst
te zien!
DE TERUGKEER VAN PETERTJE
GWENDOLIN.
Op zekeren dag heel, heel lang ge
leden in de heerlijke Meimaand, toen
de heele wereld prachtig mooi groen
en goud was, en, alles oven mooi «n
blij, terwijl de hemel blauw was en de
zon zoo vroolijk scheen of ze zelf ple
zier in het geval had, ging Petertje
Gwendolin, de zcon van Koning Gwen
dolin, den groeten jager, heelemaa.1 al
leen naar het groote Woud, dat het „be
tooverde woud" genaamd wordt.
Eindelijk was hij heel niet van plan
geweest, er heen te gaan. Mant hij was
„Nu hebt U het belangrijkste wel zoo-
wat gezien", zege de geleider.
Als we des avonds in den trein de
laatste glansen van de zich met vurige
roode letters tegen den nachthemel af.
teekenenden naam Philips langzaam zren
verschemeren, bedenken we nog. evén, dat
aan mij geen steun had. Ik zal niet
zeggen dat hij er onsympathiek uitzag.
Integendeel: het was een knappe, slanke
voornaam uitziende heer. Niet jong meer;
hij zal zoowat midden vijftig zijn. Maar
in zijn groote donkere, nog bijzonder jeug
dige oogen schitterde iets zeldzaams, dat
ik niet kon verklaren. Het scherpe pro
fiel met den energieken neus, de op él-
kaar geklemde lippen en zijn heerschers-
manieren deden me van het eerste oo
genblik af aan een gezicht denken, dat
ik eens gezien had.
Ik zocht» lang in mijn herinnering na.
En plotseling wist ik het: het was de
kop van Napoleon. Duidelijk stond de
Bonaparte-buste voor mijn oogen, zoo
als ik die gezien had in de Glvptothek
va^i het Thorwaldsenmuseum. De snit van
zijn pak was buitenlandsch en ook aan
zijn uitspraak van het Deensch, dat hij
overigens vloeiend sprak, kon men mer
ken, dat hij een buitenlander was."
„Hoe heette die heer?" vroeg de Eu-
gelschman.
„Hij gaf ons zijn visitekaartje; daar
op stond Frederik Johnstrup. Maar ik
had het vaste gevoel, dat dit niet zijn
eigenlijke naam was. En eigenaardigde
ze man scheen een bijzondere overheér-
scliende wil te bezitten. Wij beiden, mijn
vader en ik, waren besloten, niet te
verhuren. En niettegenstaande dat een
kwartier later, nog vcordat we recht
tot bezinning waren gekomen, was het
contract geteekeni, en meneer Frederik
Johnstrup was een jaar lang huurder
van onze villa in Skcdsborg."
„En.... Gebeurde er iets bijzonders, dut
U spijt ervan hebt?"
Ze schudde nadenkend het hoofd.
„Neen. Tot nog toe niet. Een paar
maal maakten we uitstapjes naar het
mooie Skodsborg en zochten onze ken
nissen op. Daar hoorden we, dat de
huurder van ons huis zich nog haast
niet had laten zien. Behalve een wan
deling, die hij geregeld iederen mor
gen van zeven tot acht uur doet, heb
ben de menschen hem nog niet gezrên
'Verder vertelde men ons, lat meneer
Johnstrup een massa- brieven en tele
grammen krijgt."
„Zoo, ik begrijp het", knikte de bege
leider van de jonge dame, de bedien
den zijn uitgeboord."
„Neen. Want hij heeft geen bedienden.
Alleen een oude vrouw, de weduwe van
den veldwachter, die niet heelemaal wel
bij het hoofd is. komt iederen dag een
paar uur om het huiswerk te doen en h et
eten voor hem uit het 1 radhotel te halen.
Maar die mag ook alleen in de keuken
en de eetkamer komen. Alle andere ka
mers zijn afgesloten."
„Dan is Uw huis wel", haar begelei
der glimlachte, „in Skodsborg het mid
delpunt van de algemeens belangstelling
„De menschen daar willen natuurlijk
gaarne hun nieuwsgierigheid bevredigen
Maar het huis met den grooten tuin is
geschapen voor {iemand die niet opge
merkt wil worden. Het geheele terrein
is met een manshooge haag omgeven
De diepe tuin is verwilderd; de oeroude
beuken en het dichte struikgewas weren
iedere blik. Een enkel weggetje slin
gert zich tusschen het dichte geboomte
U zult zich daarover misschien verw m-
deren, maar wij hebben expres het ro
mantische karakter van het oark be
houden en met een zekere piëtiet héb
ben we er aan gedacht hoe mijn >ver-
gToot-vader het geheel al gezien heeft
zooals het nu is.
's Nachts, als de herfstwind van Llal-
land over de Sund kwam aangieren en
in de donkere boomen huilde, dan ver
beelden wij ons dikwijls, als wij in het
stille buis zaten te luisteren, dat we in
een sproc kjesslot waren
„Hebt U Meneer Johnstrup neg w»l
eens gezien?"
„Eenmaal was mijn vader bij hem om
over een reparatie te spreken. Menéér
Johnstrup entving hem beleefd, maar hij
wo-s erg kortaf. Hij opende zelf de tuin-
poert toen mijn vader belde, en in ae
j tuin sprak hij met mijn vader af Se
dert hebben wij nooit meer wat van h m
gehoord. Wij vernemen alleen dat me
neer Johnstrup zco nu en dan bezo-.k
van onbekenden ent vangt, die na een
paar uur weer weggaan. Mij dachten
ock niet meneer Johnstrup ooit w. x te
zifn, als een paar dagen g leden niet
iets gebeurd was waardoor mijn val r
direct met hem in aanraking kwam
Dien avond ging in de Koninklijke
Schouwburg „De Schenker'' van Holberg
en mijn vader speelde daarin een klei
ne rol.
Ik was in de schouwburg. Ik heb de
gewoonte mijn vader in de pauzn even
te gaan opzoeken. In de derde acte had
mijn vader niets te doen 'en ik hiel'a hem
in de artistenfoycr gezelschap. De teui
werd geopend en de theater knecht kwam
binnen, in zijn hand een visitekaart:je
„Meneer Carstens", zei hij, in de gang
buiten staat een lieer, die U wil spreken."
Mijn vader neemt liet kaartje aan -en
leest wat er op staat. Toen schudde hij
zijn hoofd en gaf mij het kaartje. Ik las
van Dij men,
Directeur van de Dia na-Filmmaatschappij.
Een paar oogenblikken later kwam een
al wat oudere, deftig uitziende heer met
rustige, zekere passen binnen. Hij keek
mijn vader vriendelijke aan, boog en zei:
„Heb ik het- genoegen met den grooten
Peter Carstens te spreken?"
Mijn vader zou geen tooneelspeler zijn,
als bij zich door deze vraag niet ge.
vleid had gevoeld. Een beetje verlegen,
maar toch met een gelukkig gezicht boeg
hij eveneens en zei
„Teveel eer. Mijn naam is wel I'eter
Carstens."
De heer glimlachte en stond op. „Ik
ben,, zooals U op mijn kaartje hebt ge
lezen directeur van de Diana.Filmmaat-
schappij. Ik vermoed, dat de firma U
wel bekend is."
Mijn vader haastte zich ja te zeggen*
hoewel hij, zooals hij mij later bek mde,
nog nooit van deze firma had gehoori.-
„Meneer Carstens", ging de vreemde!
verder, „de reden, dat ik bij U kom*
betreft U zelf. Om kort te zijn: ik heb
het gevoel, dat men U en Uw talent
hier aan het theater miskent.. Ik wil U)
wel bekennen, dat wij al een tijdje Uw
ca rrière gevolgd hebt en en dat we met
ergernis zien, wat voer kleine rollen men
U steeds geeft, terwijl U zulke geweldige
capaciteiten hebt."
„Jawel", weerde hij met zijn hand af*
toen mijn vader dit bescheiden wilde
tegenspreken, „geweldige capaciteiten, mé*
neer Carstens. Daarvan krijgt men ver*
stand, als men een jaar of twintig dagen
lijks met tooneelspel ers omgaat. En daar*
o'm wilde ik U een aanbod doen." Ik
keek mijn vader tersluiks aan en zag
wat voor groote oogen hij opzette en hoe|
hij vol vreugdevolle verwachting was.
„Meneer Carstens", ging de directeur;
verder, „we hebban hat plan een serié
films te maken, waarin U de hoofdrol
krijgt. Al deze films worden in Denemar*
kcn opgenomen.
De eerste film is -vn liefdesdrama*
Deze speelt aan die Oresund. Ja", ea
hier glimlachte de vreemde, „en ik zal
L nog meer verraden cok: niet alleen
U, maar pok Uwe bezitting in Skodsa
borg zullen een rol in deze film heb*
ben."
Toen mijn vader verbaasd opkeek, ging
de bezoeker glimlachend varder.
„Ja, meneer Carstens: de voornaamste
scene van de tweede acte zal opgenomsn
worden in Uw sprcokjestuin in Skodsa
borg."