Tweede Blad Mo. 4813 jfiWDeceier Hl jferfct- a Vfittter- ktceding uit maat, voor het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Onze Jubileum-wedstrijd. FEUILLETON rWint er handen' Kloosterbalsem itiiiüemibrieKv VOOR HEERE damrubriek! G O R I N C H E BEHOORENDE BIJ HET Om joeg te blijven. Op 16 Dec. a.s. hoopt onze ge achte brievenbesteller de heer K. van der Velden te Wijk en Aalburg den dag te herdenken dat hij voor 25 jaren in dienst der posterijen trad. Deze dag zal zeer zeker niet ongemerkt voor onzen vriendelijken, gedienstigen en hulpvaardigen amb tenaar voorbij gaan. Hij is en blijft de vraagbaak voor iedereen en maakt geen verschil, welke richting of be ginsel men ook is toegedaan. Voor iedereen is hij even gedienstig en behulpzaam, hetzij rijk of arm, klein of groot. Hierdoor heeft hij dan ook alle achting bij de burgerij ver worven en zonder twijfel zich zeer verdienstelijk gemaakt, want zoowel in als buiten zijn dienst staat hij voor iedereen op de bres. Zijn ver diensten worden te Wijk en Aalburg dan ook zeer gewaardeerd, hetgeen hij alleszins waardig is. Tot spijt van velen ontving de lieer v. d. Velden in September 1923 het bericht, dat hij werd over geplaatst naar Veen, wegens wijzi ging van den dienst der posterijen. Aan den wensch der ingezetenen van Wijk en Aalburg om den heer v. d. Velden te Wijk te laten wonen, werd door de Administratie der Posterijen voldaan. Op 1 Sept. 1926 werd hij weder overgeplaatst van Veen naar Wijk en Aalburg. Met veel genoegen zagen wij hem weder in onze gemeente terug geplaatst, omdat wij hierdoor weer onzen hulpvaardigen ambte naar terugkregen. Wij hopen, dat hij de nog restende jaren, die hij de post zal dienen, on der genot van een volle gezondheid in deze gemeente mag doorbrengen. Van der Velden wijdt zijn leven naast zijn ambt in de allereerste plaats aan anderen, aan de arbeiden de klasse, die zijn volle genegenheid heeft. Hij is in de organisatiewereld een bekend figuur en steunt moreel vele vereenigingen. Naast zijn ambt bekleedt bij nog verschillende nevenbetrekkingen waarvoor hem door Hare Majesteit de Koningin en Zijne Excellentie den heer Minister toestemming is ver leend., Op 14 Dec. 1917 werd door hem de Werkliedenvereeniging en Zieken fonds „Helpt Elkander" opgericht. Hierdoor zijn de arbeiders zeer ge baat. want in zieke dagen worden zij door deze vereeniging gesteund. La ter is hier nog een fonds van vrije geneeskundige hulp aan verbonden, zoodat ieder lid dezer vereeniging voor f 3.50 per jaar door dr. Schmitz te Veen vrij geneeskundig behan deld wordt. Van genoemde vereeni ging „Helpt Elkander" is van der Velden vanaf de oprichting reeds voorzitter. In Sept. 1919 brachten hem de kiezers in den gemeenteraad en in Sept. 1923 werd hij tot 1ste wethou der gekozen en door B. en W. tot loco-Burgemeester aangewezen wel ke functie door hem op 't oogenblik nog wordt vervuld. Als raadslid en wethouder heeft hij het recht en het belang van de gemeente steeds voor gestaan, zonder aanziens des per - soons en zonder eenig persoonlijk- heidsbelang, hetgeen alle respect ver dient. Als voorstander van de verbetering der Volkshuisvesting werd doorhem een bouwvereeniging „De goede wo ning" opgericht, waarvan hij voor zitter is. Deze vereeniging heeft er voor gezorgd dat voor de arbeiden de klasse flinke en gezonde woningen zijn verrezen. Op zijn initiatief is voor Wijk en Aalburg en Veen een Groene Kruis afdeeling opgericht, waarvan hij ook bestuurslid is. Zijn werkzaamheden in het belang van het algemeen moet men zeer zeker evalueeren. Verder is hij lid van de Schatlings- Commissie der Rijksinkomstenbelas- ting Ambtenaar van den Burgerlijken Stand Bestuurslid van de leesbibliotheek; Bestuurslid van de Bijzondere Vrij willige Landstorm; Voorzitter van de Sport- en Gym nastiek vereeniging „Wilhelmina Eere-voorzitter van de gemengde zangvereeniging" „Con Amore"; Bestuurslid van het Kinderkoor „Jong Leven" en Bestuurslid van de pluimvee ver eeniging ..Heusden en Omstreken Ook 'heeft hij ónze zeer gunstig hekend staande muziekvereeniging „Oefening en Uilspanning" steeds een warm hart toegedragen en stond en staat hij hij gelegenheden steeds mede vooraan om deze vereeniging te steunen. Door zijn medewerking als commissielid heeft „Oefening en Uitspanning" een prachtige muziek tent van de ingezetenen van Wijk en Aalburg ten geschenke gekregen. Zijn werkzaamheden op vereeni- gingsterrein zijn dus evenzeer encom- pensabel. Ook wij wenschen van der Velden van harte fêeluk met zijn 25- jarig ambsjubileum en hopen, dat hij, wanneer hij den dienst met pen sioen gaat verlaten, nog vele jaren in ons midden zal mogen zijn, opdat hij zijn ijverige werkzaamheden voor het recht en het belang der gemeente zal mogen kunnen voortzetten en de belangen der ingezetenen zal mogen blijven dienen. reen goud ;oo goed' I Ean Prachtige Collectie Stoffen van de Goedkoopste tot de Fijnste Dessins voor vindt U nergens beter en voordeeliger dan bij Redacteur: M. J. L. BÉNEKER, Kerkstraat 105 WOUDRICHEM. Men wordt verzocht alle correspondentie, Jeze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. Hoek Visschersdijk A 290 Coupe en afwerking wordt ten volle door ons gegarandeerd. Vraagt s. v. p. stalen of reizigers op advies. Indrukken van een groot bedrijf. Een bezoek aan de Philips-Fabrieken. Oplossing probleem No. 8. Auteur J. Blankenaar. De stand in cijfers was Zwart 8 schijven en 1 dam op 4, 5, 8, 10, 12, 15, 22, 25 en dam op 16. Wit 9 schijven op: 14, 19, 21, 24, 29, 33, 35, 38, 40. De jui3te oplossing is Wit: 35—30 29—23 33—28 23—18 19X30 24X2 2X351 Zwartalles gedwongen. Goede oplossingen ontving ik van de heeren A. de Graag eu A. K. Deurloo te Heusden P. Wilhelm, S. de Joode en P. van Krieken te Woudrichern R. de Joode te Meeuwen C. Bax en Ant. Fitters i te Heesbeen B. de Heer, A. Egas, G. Sas en C. van Oversteeg te Werkendam; Joh. Pellekaan te Almkerk G. M. v. d. Kolk en C. S. de Joode te Genderen H. Vogelaar te Andel. Thans zijn we dus genaderd tot bet 10e of LAATSTE WEDSTRIJDPROBLEEM Staud in cijfers Zwart, 5, 7,' 8, 9, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23, 26. Wit, 15, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 37, 38, 42, 43. Oplossingen in te zenden vóór 24 Dec. a.s. (Wordt vervolgd). ieowsblad Het feit, dat uw gezondheid te wenschen overlaat is waarschijnlijk de eenige reden, dat gij u door lichte zorgen reeds ze nuwachtig, versleten en oud gevoelt. Mis schien zijt gij een dier noodelooze slacht offer^ van een nieraandoening. Laat deze te voéukomen nierzwakte u niet oud ma ken vobr uw tijd. Zoek\en verbeter de oorzaak van uw kwaal. Tracht weer flink en gezond te worden, fee pijn in de lendenen, die ellen dige blaaWoornissen, hoofdpijn en dui zeligheid, oat afgematte, zenuwachtige ge voel behoeven u niet langer te kwellen. 'Alle tesamen\maken uw leven tot een last, die zoodra g\i uw nieren verzorgd hebt, verdwijnt. Verzwakte niwen kunnen met Foster's Rugpijn Nieren villen versterkt worden, waardoor gij u \n elk opzicht jonger voelt. Begin onmiddellijk met het gebruik. Zonder uitstel! Wafcht niet, tot gij last krijgt van rheumatieV ischias, spit, blaas ontsteking of waterzucht. Ook tegen der gelijke ernstige kwale\ worden Foster's Pillen aanbevolen, dochyvoorkomen is al tijd beter dan genezen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral opjvbij' apotheken en drogisten a f 1,75 perXlacon. 31 ,,U woont", onderbrak haar begeleider, als ik goed begrepen heb, op het oo- genblik aan de Rosküdevej „Ja. Dezen winter zijn we niet in Skods. borg gebleven. Mijn vader wordt langza. merhand een beetje oud en de verre afstand iederen avond als de schouwburg afgeloopen was, werd hem een beetje te veel. En toen kwam er ook nog iets anders bijwij hebben de villa in Skodsborg tijdelijk verhuurd. Verhuurd haast tegen onze >-:igen wil. Op een middag in September kwam er een heer bij ons, die ons vertelde, dat hij onze villa op een uitstapje had ge zien en ze gaarne voor >een jaar zou wil len huren. Mijn vader wilde hiervan eerst niets weten, Heb was geen huurvilla, zei hij kortaf. Maar de vreemdeling hiela aan. Toen hij ten slctte zag, dat zijn kansen s lecht stonden, bood hij een huur- som, die eigenlijk heelemaal buiten ver houding tot de waarde van het hors stond, en die ook voor goed gesitua.rde menschen eeh klein vermogen vertegen woordigde. Mijn vader, die geen besluit kon nemen, riep mij binnen cm mijn mee ning te hooren. Ik was ook tegen het verhuren. Ik dacht aan de vele heerlijke dagen, die ik met mijn vader en mijn vriendin nen in het heerlijke buis doorgebracht had. Want ook 's winters, gingen .wc, zoo dikwijls wij maar konden er hoen, en dat zou natuurlijk uit zijn, als we het huis gingen verhuren. Ik keek den vreemdeling van terzijde ongemerkt aan. Hij merkte wel, dat hij U behoeft niet bang te zijn, ook 's win- tersXlJw handen te laten zien, want winterhanden zijn te voorkomen. Akker's Kloosterbalsem verzacht, herstelt en voorkomXerger. Neem, zoodra zich de eerste verschijnselen voordoen, Akker's Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raadsels tijn: 1. Schaatsen. 2. Kerkrade. 3. Baars, voorn, karper. En de nieuwe raadsels zijn: 1. Ik heb van twee spreekwoorden in elk woord de letters doorelkaar gegooid De woorden zelf list ik evenwel in de goede volgorde staan. "W is kan de let ters weer goed zetten, zoodat er twee bakende spreekwoorden komen te staan? 1 SLA NHEDAD MTOK IS BEENBH ET ATAL. 2. THE GOO A VN END STEREME KATMA ET li ADRAP TVE 2. Met a sta ik in de kamer en ben ik van hout, msit i sta ik op zolder of in een kelder en ben ook van hout, met o ben ik cm te eten en met u vindt men mij aan zee. Rara wat is dat s 3. Neem een vogeltje. Snijdt het zijn staartje af (het klinkt wel wreed, maar we doen het toch ook niet h eusch, hoor dan krijg je twee rundereni Snijdt die in tweeën dan krijg je één runl. En doe bij dat ecne rund nu weer het staartje van het vogeltjes dan krijg je iets lekkers i 1 OOM KAREl'J. alleen maar de poorten van het kasteel van zijn vader door gehuppeld, op jacht naar een moei, groeu veertje, djip door de wind werd meegevoerd. Daarna Lad hij een vlindertje acht rna geloopen, dar aldocr maar voor hem heen vloog, -en dat hij maar niet pakken kon. Toen •het vindertje verdw men was,, hal hij opeens ven vogeltje gezien met zulké mooie roede veertj3, dat hij hom nage- loopen was, om hem te vragen, hoi Lij heette. Maar opeens was het vogeltje weg en stond hij midden in het b;too- verde woud. Maar Petertje Gwendoliu wist niet eens, dat dit het „betocverde woud" was. En toen hij de mooie boomen en bloemen zag, wilde bij dadelijk nog verder in het bosch gaan wandelen. Hij was he:- lemaal niet bang. Petertje Gwendolin was nooit bang, voor niets ter wereld, en niemand was er baug voor hem. Zoo dra hij dus in het betooverde woud stond, kwamen van alle kanten de klei ne, in het wild levende dieren aange sneld en aangevlogen, cm van achter de struiken en uit de boomen naar hem te gluren. Het roedbortje zag hem het eerste en ri-ep tegen het winterkoninkje Kijk, kijk, Petertje Gwendolin, die zoo veel van alle vogels houdt, is bij ons gekomen Het winterkoninkje vertelde het wear aan een konijn, en het konijn vertelde het aan het eekhoorntje en het eekhoorn tje vertelde het op zijn beurt weer aan de vlugge vos. Heb je het gehoord? Goea nieuws, hoor! Die kleine Petertje Gwen dolin, die zooveel van alle vogels en die ren houdt, is bij ons gekomen! Dat moet het witte hertje dadelijk weten!, riep de vos uit, en liep zoo hard hij kon heen, zonder ook maar eventjes stil te staan om cp adem te kom n. Hij liep aan een stuk door, tot hij het witte hertje in een weide vond, met al de andere herten. „Hebben jelui het nieuws al gehoord?" riep hij uit, „Petertje Gwendolin, het zoontje van den grooten jager, Koning Gwendolin, is bij ons gekomen! Hij is heelemaa.1 alleen naar het betooverde woud gekomen!" Toen bet witte hertje dat hoorde, liep ze dadelijk heen, zoo vlug haar ranke, snelle ponten haar maar dreigen konden En Petertje had nog niet 'eens met zich zelf te rade gegaan, welk n weg hij zou inslaan, toen het witte hertje al bij hem was aangekomen en zachtjes hij gend, aan zijn voeten xn liet koele mes ging liggen. Petertje ging op 'een boom stam zitten en haalde een honingkoek uit zijn zak, die hij van thuis had meege- btracht, en begon die cp te eten. Hij was heelemaal niet geschrokken, toen hij het witte hertje zag, want hij had zijn le ven lang nooit anders hooren spreken dan over herten en allerlei dieren, en hij hield van alle dieren org veel. Wordt vervolgd.) we dezen dag wel iets heel bijzonders hebben beleefd. Mant wat staan wij, die dagen kunnen doorbrengen in een Louvre of Maurits- huis, urenlang neuzeud voor een klein ons dierbaar schilderijtje, iie wekenlang snuffelen in oude boekerijen, in incuna belen, die ons soms niets leeren, ver van het waarachtige, k> eppende, rnyth* mische leven van dezen tijd en. wat is dit alles grootsch, overweldigend, wat leert het ons duidelijk, dat er evolutie is, dat de wereld vooruitgaat, zoolang er de energieën zijn als deze, die niet alléén haar bedrijf vooruitstuwen, maar ook zorgen, dat haar werk tot een cul* tirfceele macht en kracht wordt, die zorgt, dat het leven voor den eenvoudig en mensch, die zijn brood met handenar beid verdient, beter en schooner wordt, danf biet vroeger was,. O zeker, er is in dit alles een sterk bewijs, dat er evolutie is en men behoeft uiet te betwijfelen* dat de moderne techniek ertoe bijdraagt, Dat enkele kunstzinnige naturen gen kwetst worden door de onaangename dins gen, die er nu nog noodzakelijkerwijs aan de moderniteit vverbonden zijn, als daar zijn lawaai, onrust, gejaagdheid, ver dwijnen van de dingen die lief, rustig, vertrouwd en mooi waren, doet er niets aan toe of af. Mant dat alles is slechts tijdelijk en alleen omdat de gewone menschheid nu eenmaal niet in staat was gelijken tred te houden met den razend snellen wereldvooruitgang. Het is de ont* zettende vaart, die een tijdelijke verbif* stering veroorzaakt. Maar als we het! jonge geslacht zien, dat opkomt in da nieuwe wereld en vooral daar in dat ar-: beiderscentrum en heiligdom van de schoonste resultaten der moderne tech.* nische wetenschappen, dat aldus wel als een symbool mag beschouwd worden van de heela toekomstige maatschappij, dan beseffen we, dat werkelijk de we re la gaat naar een rijker en intenser leven* dat een nieuwe schoonheid zal komen in-: plaats van de oude. En dat het onze fout is te treuren om Beetho ven en Rembrandt* terwijl we niet zien willen, dat er iets anders voor hen in de plaats zal komen. De herinnering is iets heel teeders én beheerscht veelal den menschelijken géést Maar ze belet ons te vaak de toekomst te zien! DE TERUGKEER VAN PETERTJE GWENDOLIN. Op zekeren dag heel, heel lang ge leden in de heerlijke Meimaand, toen de heele wereld prachtig mooi groen en goud was, en, alles oven mooi «n blij, terwijl de hemel blauw was en de zon zoo vroolijk scheen of ze zelf ple zier in het geval had, ging Petertje Gwendolin, de zcon van Koning Gwen dolin, den groeten jager, heelemaa.1 al leen naar het groote Woud, dat het „be tooverde woud" genaamd wordt. Eindelijk was hij heel niet van plan geweest, er heen te gaan. Mant hij was „Nu hebt U het belangrijkste wel zoo- wat gezien", zege de geleider. Als we des avonds in den trein de laatste glansen van de zich met vurige roode letters tegen den nachthemel af. teekenenden naam Philips langzaam zren verschemeren, bedenken we nog. evén, dat aan mij geen steun had. Ik zal niet zeggen dat hij er onsympathiek uitzag. Integendeel: het was een knappe, slanke voornaam uitziende heer. Niet jong meer; hij zal zoowat midden vijftig zijn. Maar in zijn groote donkere, nog bijzonder jeug dige oogen schitterde iets zeldzaams, dat ik niet kon verklaren. Het scherpe pro fiel met den energieken neus, de op él- kaar geklemde lippen en zijn heerschers- manieren deden me van het eerste oo genblik af aan een gezicht denken, dat ik eens gezien had. Ik zocht» lang in mijn herinnering na. En plotseling wist ik het: het was de kop van Napoleon. Duidelijk stond de Bonaparte-buste voor mijn oogen, zoo als ik die gezien had in de Glvptothek va^i het Thorwaldsenmuseum. De snit van zijn pak was buitenlandsch en ook aan zijn uitspraak van het Deensch, dat hij overigens vloeiend sprak, kon men mer ken, dat hij een buitenlander was." „Hoe heette die heer?" vroeg de Eu- gelschman. „Hij gaf ons zijn visitekaartje; daar op stond Frederik Johnstrup. Maar ik had het vaste gevoel, dat dit niet zijn eigenlijke naam was. En eigenaardigde ze man scheen een bijzondere overheér- scliende wil te bezitten. Wij beiden, mijn vader en ik, waren besloten, niet te verhuren. En niettegenstaande dat een kwartier later, nog vcordat we recht tot bezinning waren gekomen, was het contract geteekeni, en meneer Frederik Johnstrup was een jaar lang huurder van onze villa in Skcdsborg." „En.... Gebeurde er iets bijzonders, dut U spijt ervan hebt?" Ze schudde nadenkend het hoofd. „Neen. Tot nog toe niet. Een paar maal maakten we uitstapjes naar het mooie Skodsborg en zochten onze ken nissen op. Daar hoorden we, dat de huurder van ons huis zich nog haast niet had laten zien. Behalve een wan deling, die hij geregeld iederen mor gen van zeven tot acht uur doet, heb ben de menschen hem nog niet gezrên 'Verder vertelde men ons, lat meneer Johnstrup een massa- brieven en tele grammen krijgt." „Zoo, ik begrijp het", knikte de bege leider van de jonge dame, de bedien den zijn uitgeboord." „Neen. Want hij heeft geen bedienden. Alleen een oude vrouw, de weduwe van den veldwachter, die niet heelemaal wel bij het hoofd is. komt iederen dag een paar uur om het huiswerk te doen en h et eten voor hem uit het 1 radhotel te halen. Maar die mag ook alleen in de keuken en de eetkamer komen. Alle andere ka mers zijn afgesloten." „Dan is Uw huis wel", haar begelei der glimlachte, „in Skodsborg het mid delpunt van de algemeens belangstelling „De menschen daar willen natuurlijk gaarne hun nieuwsgierigheid bevredigen Maar het huis met den grooten tuin is geschapen voor {iemand die niet opge merkt wil worden. Het geheele terrein is met een manshooge haag omgeven De diepe tuin is verwilderd; de oeroude beuken en het dichte struikgewas weren iedere blik. Een enkel weggetje slin gert zich tusschen het dichte geboomte U zult zich daarover misschien verw m- deren, maar wij hebben expres het ro mantische karakter van het oark be houden en met een zekere piëtiet héb ben we er aan gedacht hoe mijn >ver- gToot-vader het geheel al gezien heeft zooals het nu is. 's Nachts, als de herfstwind van Llal- land over de Sund kwam aangieren en in de donkere boomen huilde, dan ver beelden wij ons dikwijls, als wij in het stille buis zaten te luisteren, dat we in een sproc kjesslot waren „Hebt U Meneer Johnstrup neg w»l eens gezien?" „Eenmaal was mijn vader bij hem om over een reparatie te spreken. Menéér Johnstrup entving hem beleefd, maar hij wo-s erg kortaf. Hij opende zelf de tuin- poert toen mijn vader belde, en in ae j tuin sprak hij met mijn vader af Se dert hebben wij nooit meer wat van h m gehoord. Wij vernemen alleen dat me neer Johnstrup zco nu en dan bezo-.k van onbekenden ent vangt, die na een paar uur weer weggaan. Mij dachten ock niet meneer Johnstrup ooit w. x te zifn, als een paar dagen g leden niet iets gebeurd was waardoor mijn val r direct met hem in aanraking kwam Dien avond ging in de Koninklijke Schouwburg „De Schenker'' van Holberg en mijn vader speelde daarin een klei ne rol. Ik was in de schouwburg. Ik heb de gewoonte mijn vader in de pauzn even te gaan opzoeken. In de derde acte had mijn vader niets te doen 'en ik hiel'a hem in de artistenfoycr gezelschap. De teui werd geopend en de theater knecht kwam binnen, in zijn hand een visitekaart:je „Meneer Carstens", zei hij, in de gang buiten staat een lieer, die U wil spreken." Mijn vader neemt liet kaartje aan -en leest wat er op staat. Toen schudde hij zijn hoofd en gaf mij het kaartje. Ik las van Dij men, Directeur van de Dia na-Filmmaatschappij. Een paar oogenblikken later kwam een al wat oudere, deftig uitziende heer met rustige, zekere passen binnen. Hij keek mijn vader vriendelijke aan, boog en zei: „Heb ik het- genoegen met den grooten Peter Carstens te spreken?" Mijn vader zou geen tooneelspeler zijn, als bij zich door deze vraag niet ge. vleid had gevoeld. Een beetje verlegen, maar toch met een gelukkig gezicht boeg hij eveneens en zei „Teveel eer. Mijn naam is wel I'eter Carstens." De heer glimlachte en stond op. „Ik ben,, zooals U op mijn kaartje hebt ge lezen directeur van de Diana.Filmmaat- schappij. Ik vermoed, dat de firma U wel bekend is." Mijn vader haastte zich ja te zeggen* hoewel hij, zooals hij mij later bek mde, nog nooit van deze firma had gehoori.- „Meneer Carstens", ging de vreemde! verder, „de reden, dat ik bij U kom* betreft U zelf. Om kort te zijn: ik heb het gevoel, dat men U en Uw talent hier aan het theater miskent.. Ik wil U) wel bekennen, dat wij al een tijdje Uw ca rrière gevolgd hebt en en dat we met ergernis zien, wat voer kleine rollen men U steeds geeft, terwijl U zulke geweldige capaciteiten hebt." „Jawel", weerde hij met zijn hand af* toen mijn vader dit bescheiden wilde tegenspreken, „geweldige capaciteiten, mé* neer Carstens. Daarvan krijgt men ver* stand, als men een jaar of twintig dagen lijks met tooneelspel ers omgaat. En daar* o'm wilde ik U een aanbod doen." Ik keek mijn vader tersluiks aan en zag wat voor groote oogen hij opzette en hoe| hij vol vreugdevolle verwachting was. „Meneer Carstens", ging de directeur; verder, „we hebban hat plan een serié films te maken, waarin U de hoofdrol krijgt. Al deze films worden in Denemar* kcn opgenomen. De eerste film is -vn liefdesdrama* Deze speelt aan die Oresund. Ja", ea hier glimlachte de vreemde, „en ik zal L nog meer verraden cok: niet alleen U, maar pok Uwe bezitting in Skodsa borg zullen een rol in deze film heb* ben." Toen mijn vader verbaasd opkeek, ging de bezoeker glimlachend varder. „Ja, meneer Carstens: de voornaamste scene van de tweede acte zal opgenomsn worden in Uw sprcokjestuin in Skodsa borg."

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5