Ingezonden Mollerwangen en gevolgen. Buitenhuid. WINTER, BiiiiiesilaiHi Ook zonder dat we weten, wat de mol eigenlijk doet, weten we toch allen wel, dat hy een zeer nuttig dier ie. Immers bij de meest eenvoudige dierkunde lessen komt dit zoo inheemsche, insectenetende dier ter sprake en men moet al een zeer slecht geheugen hebben indien men althans niet zooveel meer van zoo'n les onthouden kan, dat men zich herinnert, dat hij door den leermeester als een der meest nuttige dieren voor den landbouw werd genoemd. Zeker, de mol is niet overal even gewenscht en in tuinen en vooral aan waterkeeringen kan hij groote schade aanrichten, doch daar kan meD hem voldoende bestrijden door hem te vangen. Het groote nut van den mol bestaat hierin, dat hy lederen dag een respectabel groot aantal insecten vangt, welke hij noodig heeft om zijn haast niet te verzadigen honger te stillen. En dat doet hij door bijna zonder uitzondering insecten te eten, die voor de landbouw zeer schadelijk zijn o.a. engerlingen, regenwormen, aaskevers, veenmollen en als de nood dwingt muizen e'c. Vooral engerlingen zyn voor bera lekkernijen waaraan hij zich niet kan ver zadigen. Men heeft waargenomen, dat hij van deze larven per dag een 150 stuks naar binnen kan werken en dat deze een gewicht hebben van drie viermaal het gewicht van den m il zelf. Wie nu weet, welke schade er kan ontstaan indien deze engerlingen in te groote getale in de wei en hooilanden voorkomen, weet ook welk nut één enkele mol in een dag doet. En wat vraagt hij daarvoor A! heel weinig, want hij is uiterst bescheiden in zijn eischen, d. w. z. ten opzichte van den mensch, want voor zijn soortgeaooten en andere dieren, die hy niet in zijn omgeving duldt, is hij een gevreesde vijand. Hij vraagt niets anders, dan dat men hem rustig ongeveer een halve meter onder den grond een eenvoudig verblijf laat stichten, waaromheen hij eenig gangen graaft, welke zijn jacht terrein uitmaken. Maar tot het graven van die gangen moet hy natuurlijk den losgekomen grond bergen en dat doet hij door die in hoopen boven de oppervlakte op te werpen. Deze hoopen nu zijn de voorwerpen, welke de veehouders eenigen last veroorzaken, doch die zeer gemakkelijk weer over de weilanden zyn te verspreiden en het zyn toch in hoofdzaak de weilanden, welke de mol tot jachtterrein uitkiest, omdat hij daar meer dan elders zijn voedsel vindt en daar dus ook het meeste nut sticht. Plantaardig voedsel neemt hij absoluut niet tot zicb. Hy is daarvan zoo afkeerig, dat hy de insecten, welke overblijfselen van planten in hun darmen hebben, van dezen inhoud ontdoet, alvorens of tijdens hij ze verslindt. De groote vraatzucht van den mol, wordt ons door den Duitschen natuuronderzoeker Sofïól, treffend geillustreerd. Deze toch bevond bij een voederproef, dat een mol in één dag de volgende hoeveelheid voedsel tot zich namEen half uur nadat hy gevangen was, kreeg hy een wijngaardslak 5 groote regenwormen en een stuk paar- denvleesch ter grootte van 5 noten. Nadat hy dit omstreeks 11 uur op had, werd hij onrusting en toonde teekenen die er op wezen dat hy honger had. Hij kreeg toen een volwassen kikvorsch, waarvan om 4 uur slechts de beentjes restten. Daarna kreeg bij dien dag nog 25 meelwormen, waarvan er niet één overbleef. Als men cu nagaat, dat de mol in vrijheid dit ge wicht aan voedsel verorberd in den vorm van schadelijke insecten, dan kan men zich een denkbeeld vormen van het groote nut van onzen zwarten graver. Ter onzaliger ure is de mensch nu op de gedachte gekomen om den mol zyn peis af te nemen en zichzelf daarin te gaan hullen. De mode eischte dit, anders zouden de dames het wel te vies gevonden hebben om de huid van een mol aan te raken, laat staan er zich mede te kleeden. Maar ter wille van afgod mode worden we grootere opofferingen voor lief genomen. Om de mode nu van bouwstoffen te voorzien, trokken de mollenvangers er op uit om de mollen ter wille van hun pels in hun onderaardsche verblyven te gaan opsporen en vangen. De vraag naar deze huiden werd zoo groot, dat er prijzen werden betaald, welke sommigen menschen het beroep van mollenvanger deden kiezen en die daarmede een behoorlijk loon konden verdienen. Dat was dan ook het eenige zoede, dat van het mollenvaogen kon wor den gezegd. Maar dat bad ook tengevolge dat er een ware vervolging op de mollen losbrak en waar men zyn blikken ook weGdde over de velden, men zag een en niet zelden meer mollenvangers loopen en/of graven, ijverig bijgestaan door hun vier voetige hulp. Het gevolg hiervan was natuurlijk, dat de landbouwers inzagen, dat na verloop van eenige jaren de mollen uitgeroeid zouden zyn en dat men dan de nadeelige gevolgen daarvan zoude onder vin den. Eo terecht. De natuur heeft in alles zijn evenwicht en zoo ook is de ver houding tosschen de mollen en de insecten, welke hy als voedsel nuttigt, zooals die wezen moet. Door bijzondere omstandig leden, van 's menschen handelen onafhar.- telijk, kan de eene tyd van de eens soort 'eens wat meer dan van de andere worden aangetroffen en dit verschil kan som* zulke afmetingen aannemen, dat er van een plaag voor een paar jaren terug o. a. de veelvuldige voorkomende engerlingen tan worden gesproken, maar deze toestao den wyzigen zich vanzelf weer en globaal genomen is er in de natuur te dien op zichte evenwicht. En dit evenwicht laat zich niet verstoren zonder dat de natuur zich wreekt. Er diende dus aan het mollenvangen paal en perk te worden gesteld. Daartoe werd den eenig mogelijke weg bewandeld, en den Wetgever verzocht het eenvoudig bij een wet le verbieden. De Wetgever heeft aan het verzoek voldaan en schreef in den considerans der wet: »hou ende bepalingen tot bescherming der mollen®, zoodat het doel der wet daaruit overduidelijk blijkt. En hier zijn we aangeiand bij hetgeen jiEen Mollenvangers in uw blad van Vrijdag 28 December j.l. de verzuchting deed sla gen, dat het ongehoord is, dat men het mollenvangen niet zonder meer als een geoorloofd beroep toestaat. Niet geheel juist is, hetgeen die mollen vanger zegt omtrent het vangen en ver voeren van mollen. Hij toch schryft, dat iet vangen wel, het vervoeren niet geoor- oofd is. Artikel 1 der Mollenwet zegt, dat het verboden is op gronden, hy anderen in gebruik, mollen te vangen of te dooden, tenzy met schriftelijke machtiging van Onzen Commissaris in de provincie, waar de gron den gelegen zijn, en met schriftelijke toe stemming of in gezelschap van den ge bruiker dier gronden, hetgeen niet van toepassing is op personen, die behooren tot iet gezin van den gebruiker dier gronden of zich bij dezen in dienst bevinden. Het vangen van mollen door anderen dan de in dat artikel genoemde personen is dus zonder meer verbodeü, maar men kan daar toe geautoriseerd worden door den Com missaris der Koningin in de provincie waariu de gronden zijn gelegen. In de praktijk nu wordt den laatsten tyd tot het afgeven san die machtigingen niet veelvuldig over gegaan, omdat de Minister van Birmen- andsche Zaken en Landbouw aan de Com missarissen d. Koningin heeft doen weten, dat zij van hunne bevoegdheid te dien opzichte een te groot gebruik maakten door te vlug tot afgifte van die machtigingen over te gaan. Dit alweer als gevolg van bij den Minister van landbouwerszijde ingekomen klachten over het te veel vangen van mollen. Tegenwoordig wint de Commissaris der Kouingin op dit punt in den regel eerst het gevoelen in van de besturen van land bouwers-organisaties en uaar hun wenschen wordt de afgifte der machtigingen tot het vangen van mollen geregeld. Men mag dus mollen vangen, mits men voorzien is van de vereischte machtiging en de schriftelijke vergunning van den land- gebruiker. Een schriftelijke ver gunning is vereischt, omdat anders in de praclyk weer de moeilijkheid zou ontstaan, dat men eerst om vergunning ging vragen wanneer het mollenvangen door de politie ambtenaren werd geconstateerd en de land- gebruiker zou dan in het geven van de toestemming minder vrij staan, daar hij om met den mollenvanger op goeden voet te blijven dan alsnog vergunning zou geven, hoewel de mollenvanger voordien tevergeefsch om een schriftelijke toestemming zou hebben aangeklopt. Onder ongeveer dezelfde restrictie is het ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen of vervoeren van molien of huiden van mollen geoorloofd. Man dient dan voorzien te zijn van een schriftelijke machtiging van den Commissaris der Koningin in de provincie waar men het feit pleegt. Een machtiging om mollen te vangen houdt tevens ook altijd de bepaling in dat daarop de mollen en de huiden daar van mogen worden ten verkoop in voorraad gehouden, te koop aangeboden, verkocht en vervoerd. Man ziet, de mogelijkheid om mollen te vangen enz. is niet geheel uitgesloten, maar in de practijk is die moge lijkheid wel uiterst miniem, temeer daar artikel 3 der Mollenwet zegt, dat de mach tigingen slechts worden verleend aan per sonen, die te goeder naam en faam bekend zijn. We zouden dus aan den mollenvanger den raad willen geven tracht een dergelijke machtiging tot het vangen en vervoeren van mollen te bekomen en ge kunt uw beroep uitoefenen zonder dat iemand u lastig valt. Maar als ge dan van de landbouwets de vereischte toestemming hebt gekregen, geeft dan geen aanleiding dat ge bun anti pathie tegen a opwekt door gaten te graven waarin een veulen schuil gaat en die open te laten liggen. De ervaring heeft geleerd, dat sommige mollenvangers buiten het van gen der mollen z>ch ook aan deze euveldaden schuldig maken. En dan nog het niet te onderschatten bezwaar, dat als in het late nataar het vee nog in de weilanden ver toeft eu de mollenvangers zich vaD de met mond- en klauwzeer besmette terreinen be geven op audere nog niet besmette ter reinen. Men zal begrijpen, dat de vee houders op dergelijke bezoekers niet gesteld zyo. Nog dit najaar, toen het vee door de gunstige weersomstandigheden zoo lang in de weide kon blijven, zag ik herhaaldelijk dat mollenvangers zich aan het op dezs wijze besmetten van terreinen schuldig maakten. Ter wille van een paar mollen, werden veestapels van eenige duizenden guldens aan deze vreeselyke veeziekte prijs gegeven. Het mollenvangen moest absoluut verboden worden, zoolang niet aile vee in de stallen is. Verder zullen we den vMoilenvangerc in zyn betoog niet volgen. Het meeste vao wat hy daar schryft doet niet ter 2ake. Ook at werd de Mollenwet op den dag van heden ingetrokken, dan zouden wij daardoor de politie nog uiet afschaffen en de mollen vanger is zelf het levende bewijs dat wij ze nog niet kunnen missen. Was er trou wens nog geen politie geweest, dan zou hij ook geen mollenvanger meer zijn, om do doodeenvoudige reden dat er dan ook geen mollen meer zouden zyn. Ik meen daarom dat de Regeering en de belastingbetalers nog zoo dom niet zyn als de Mollenvanger® ons wil doen gelooven. Wat betreft het vervoeren van de huiden in den vorm van mantels etc., strikt ge nomen is dit evenmin toegestaan als het vervoeren van de mollen en da niet-bereide huiden daarvan. Maar de Wetgever heeft nu eenmaal de mogelijkheid open gelaten om met inachtneming van de wettelyke voorschriften mollen te vangen en te ver voeren en als nu een dergelijk voorwerp van deze huiden vervaardigd is, dan zou het m. i. toch al van weiuig practisch in zicht getuigen, indien men de dragers van die kleeding lastig ging vallen door ze hun af te nemen, hoewel ik er persoonlijk veel voor zou gevoelen indien men het dragen van kleeding van mollentiuiden vervaardigd evengoed verbood als het vangen van mollen. Maar daarmede zou de mollenvanger ook weer niet gebaat zyn, niettegenstaande hij er zicb ook uiet mee kan vereenigen dat die kleeding gedragen wordt. Voor een dergelijk verbod mag men echter ook weer niet uit het oog verliezen, dat by over stroomingen de mollen by de waterkeeringen voor het oprapen liggen en men zou dan ook moeten kunnen goedvinden dat deze daar als zijnde zonder eenige waarde bleven liggen en tot rotting overgingen, waarmede men niet alleen het doel van het verbod om mollen te vangen immers bescher ming van de mollen voortij zou zien, maar als ze daar blevevi liggen zou het schadelyke rottingsproces tevens zijn na- deeligen invloed uitoefenen. Gezien het vorenstaande, Mijnh. de Red., meen ik, dat het nog te betwijfelen valt of de Mollenwet een wantoestand schept als waarvan ïEen Mollenvariger« aan het slot van zijn ingezonden stukje gewaagt. v. Kr. te Z. op uit, maar toen deze er na 2 uren in slaagde de plaats des onheib te bereiken, vond zij de lijken der verongelukten. Pogingen om de levensgeesten weder op te wekken bleven vruchteloos. Griep epidemie te Berlijn. Men geeft thans toe, dat er te Berlijn een griep-epidemie heerscht. Het algemeen stedelijk ziekenfonds met 465000 leden heeft alleen al 35000 zieken aan griep. Alle ziekenhuizen zijn tjokvol. In Frankrijk: Io geheel Frankrijk is de winter inge treden. Ten gevolde van de hevige sneeuw stormen, die in het Zuid-Oosten van Frankrijk woedeD, zyn vele telegraaf- en telefoon verbindingen verstoord. Ook in de Rtviera heeft de sneeuwstorm groote schade aangericht. Het treinverkeer ondervindt op vele plaatsen tengevolge van de veie sneeuw vertraging. Te Parijs en in de provincie zijn vijf personen om het leven gekomen, doordien zy doodgevroren zyn of door de gladheid, een gevolg van da vorst, kwamen te vallen. In Duitschland: Uit verschillende deelen van Duitschland worden berichten omtrent hevigen sneeuw val ontvangen, die op sommige plaatsen zoo sterk is, als men sedert jaren niet heeft gekend. In de Bsiersche Alpen zijn de wegen voor een groot gedeelte onbe gaanbaar geworden. Het autoverkeer is daar geheel onmogelijk geworden. Ook in Ttiü-ingen is buitgewoon veel sneeuw ge- valleD, zoodat auto's en postwagens in de sneeuw bleven steken en de wegen eerst vry gemaakt moesten worden. Uit Madrid wordt gemeld dat in ver schillende provincies, vooral in Valencia er. Caialomë, veel sneeuw gevallen is. Te Lerida is het Estagento meer dichtgevroren. In Valencia bleven de treinen in de sneeuw steken. In den Dancia pas werd een trein ingesloten. De passagiers konden met groote moeite een dorp bereiken. Met ver scheidene plaatsen zijn alle vei bindingen verbroken. Sedert meer dan 30 jaar heeft men niet zoo'n sneeuwstorm gehad, als gewoed heeft langs de Zuid Siavisch-Italiaansche grens. Op sommige punten ligt de sneeuw meer dan 3 M. hoog. Het spoorwegverkeer tos- schen Adelsberg en Tnëst is stopgezet. De Orient-Express is niet vertrokken. Van Itaiiaausche en Zuid-S'avische zijde zyn ploegen soldaten naar de grens gezonden om de banen vrij te maken. Zijn vader met een hamer gedood. Te Helmstedt ontstond een twist tusschen een bakkerspatroon en zyn zoon, waarbij de zoon zyn vader met een hamer ver scheidene slagen toebracht, zoodat deze kort daarop overleed. De dader werd in hechtenis genomen. Hy beweert uit nood weer gehandeld te hebben. Door het ys gezakt. Nabij Wehrden (Pruisen) zijn 3 school jongens van 8, 10 en 41 jaar door het ijs gezakt en verdronken. Het was niet mogelijk hen te redden, daar het ongeluk midden op de rivier plaats had en het ijs te zwak was om de redders te dragen. Drama op zee. Bij Oran (Algerië) is een Spaansch watervliegtuig aangespoeld. Het bleek het toestel te zijn dat voer eenige dagen van Cartagena naar Meiilla opsteeg en sedert vermist werd. Van de vier inzittenden werd geen spoor gevonden. Een nalatig brievenbesteller. Te Weymouth stond een 19 jarig brieven besteller terecht, die een aantal brieven, in plaats van ze te bezorgen, in een ko nijnenhol had weggestopt. Hij was een voudig te lui om ze te bestellen. Daar men aannam, dat hij geen mis dadige bedoelingen gehad had en er geen geld uit de brieven vermist was, werd hij van rechtsvervolging ontslagen onder voor waarde, dat hij zijn leven moest beteren. Onder een lawine bedolven. Twee skiloopers geraakten in het Piscbka-gebied by Davos in een lawine Onmiddellijk trok een reddingsbrigade er pm spreek ik hem vrij. M. J. G, B. monteur te Wijk had gare- Hen met een vrachtauto, die niït voor zien was van een nummer aan voor- en achterzijde. Verdachte: Ik beken mijne overtreding ï)e carrosserie was juist gemaakt bij Uit hoven te Genderen en nu reed ik ér méé naar Heusden naar den eigenaar de Gouw. 't Was slecht weer en in Genderen moest de wagen buiten blijven staan. Kantonrechter: Dus je reedt er alleen maar mee vanaf Genderen naar de plaats van bestemming. Verdachte: Ja Edelachtbare. KantonrechterDan is het nog al zoo prg niet. Je komt er met 50 cent of 1 dag af. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) In Spanje: In Italië: gerde de motor. De eerste onbekéndé bood •welwillend zijn hulp aan om het euvel te verhelpen, stapte op liet rijwiel en rééd iermee weg. Toen hij na geruimm tijd Hvachtens niet terugkwam, begon de Duit scher tegen den tweeden onbekndé té mopperen D ze verklaarde den motor- vluchteli.og geheel niet te kennen én ver dween n1 een poosje ook. Xa :ang wach ten kwam de inwoner van Gelsenkirchen tot de ontdekking, dat hij de dupe was geworden van twee handige oplichters. o- Aan d; gevolgen overleden. Het li jarig dochtertje van den he;r A. Noten te Budel, dat dezer dagen kokm- de koffie over het lichaam kreeg en ernstige brandwonden opliep, is aan de ge. volgen overleden. o— o— Brand to Amsterdam. Door het omstooten van een petroleum toestel in de schoenmakerswerkplaats, op zolder van liet perceel Commelinstraat 104 re Amsterdam, door den schoenmaker J. P., di - beschonken was, ontstond Zafcer. dagavond 11 uur brand. De vlammen sloe, gen even fel uit. Zij werden, door da brand, (weer gebluscht- met een straal op de mo torspuit. Na liet blusschen vond men den schoenmaker bewusteloos. Hij liad ernsti ge brandwonden aan hoofd en armen. Xa (door de brandweer te zijn bijgebracht, 'werd hij door den geneeskundigen dienst naar het O.L. Vrouwengasthuis vervoerd. De werkplaats brandde uit. -o- De verdwenen filiaalhouder. Krokodillentranen. Vier maanden geleden had de manufac- luirier J. G., uit Groningen, te Botterdam oen filiaal gevestigd, waarvan als houder optrad A. J. A. In den beginne ging liet filiaal zeer4 goed, want A. vroeg' gere geld nieuwe voorraden coupons heeren en dame «stoffen aan. Toen evenwel de af. trlekeiiing van de verkochte goederen niét erg vjottei kwam G. naar hier om eens een onderzoek] in te stellen. Daarbij bleek (hem, dat de coupons voor het overgroots Ideel niet verkocht maai- door A. beleend (waren, terwijl' het geld, dat deze daarvoor (gekregen had, niet meer aanwezig was Hij onderhield hierover den filiaalhou. der, die ender tranen zijn misslag bekende Hierdoor geroerd, nam G. genoegen met leen regeling, waarbij A. geregeld eén gé- Ideelte van zijn oude schuld zou aflossen ITevens kreeg hij weer nieuwe voorraden. Toen nu dezer dagen de eerste térmijn van (de aLcssing vervallen was en G. niets 'meer hr orde, toog hij ten tweede male naar Rotterdam. Het filiaal bleek gesloten 'te zijn en A. wa,s zonder adres achter te Ipten, verdwenen. Van de na de regeling gezonden goederen,' was zoo goed als niet? meer over. Blijkens aangifte bij de politie (heeft A. ongeveer 800 coupons stof ver duisterd ter waarde van circa f 10.000. In een mes gevallen. Te Zuid—Berghuizen viel het c.a, 2- jarig zoontje van den fabrieksarbeider AYienk met het hoofdje op een broodmes dat op aen grond lag. Het mes drong bo ven het eene oog vrij diep in het hoofd, zoodat Let door de moeder er uitgetrokkm moest worden. Het knaapje is tengevolge der verwending overleden. o Onder curateelestelling van drankzuch tigen. Xaar de ,.Rsb." verneemt is aan den Raad van State toegezonden een wetsont werp, waarbij het mogelijk zal worden drankzuchtigen, als zoodanig, onder cu- rateele te stellen. —o Met een snijmachine gespeeld In Arnhem lreeft een achtjarig jon getje, dat alleen thuis was gelat-en, met :n bieten-snijmacliine gespeeld, met het gé Volg, dat zijn midden- en wijsvinger van de linkerhand werden afgesneden. Het knaapje is ter verpleging iu het Diacones, senhuis te Arnhem opgenomen. e> Overreden. Tengevolge van het schrikken van het paard van z;keren A. H., landbouwer te Leur, sloeg dit op hol en was de eigenaar niet meer bij machte liet in bedwang te houden. II. viel van de kar met hot onge lukkig gevolg, dat hij beide wielen over hr-t lichaam kreeg. In deerniswekkend en tec-stand werd hij opgenomen. f» Ergerlij ke dierenmishandeling. De keurmeester van vee en vléésch 'te Deventer heeft bij een slager aldaar een nog levend kalf aangetroffen, waar- Van een der achterpooten boven de lioef geheel en de andere achterpoot gédééi- ftelijk was afgesneden of, juister gezegd, afgezaag I Het dier is op last van den keur meester onmiddellijk afgemaakt en de politie heeft op de pooten beslag gelegd, De commissaris van politie stelt een ern stig onderzoek in. O Door een vallenden laadboom getroffen. Op de scheepswerf van de firma. J. ien K. Smit te Kinderdijk kreeg de ruim 60-jarige C. Roodnat uit Xieuw—Lekker land een vallenden laadboom op het hoofd. De man was op slag dood. —o Door een tak getroffen. Bij het rooien van boomen in liet Zoe- lenscbe bosch te Zoelen is de 17-jarige D. Bronk door een neervallenden tak ge<- troffen en onmiddellijk gedood. o Het wrak van de „Salento". Het wrak van liet gestrande Italiaan- ische stoomschip Salento" is door een IJmuider combinatie aangekocht. Ge. itracht zal worden bij gunstig weer zoo veel mogelijk van het wrak nog te ber. g[en De lading is als een totaal verlies te beschouwen. -o Burgerlijke Stand afgeschaft. In Y> ijdenes, een fliuk welvarend dorp nabij Hoorn, is in 1928 geen enkel huwe lijk gesloten. In December werd er ook niemand geboren! en ging er geen mensch ,dood. O Het ijs. In d? Zuiderzee bevindt zich veel drijf- ijs. Ook is er al heel wat grondijs ge vormd. De Zuiderzeevisschers hebben hun bedrijf gestaakt en ook de zeilvaart heeft ,het moeten opgeven. In de Noordelijke (provincies heeft de scheepvaart zeer véél llast] van het ijs, al is men er in geslaagd, de groofe waterwegen open te houden. Nieuwe oplichterstruc. De metorfiets van f85. i De 40-jarige Duitscher G. B. uit Ge] jsenkirchen werd op den Mest zeedijk te Rotterdam aangesproken door een hem on. Rekenden man, die hem vertelde dat één (tweede onbekende, die op eénigén afstand met een motorrijwiel stond, hem om f IOC (had gevraagd in ruil waarvpor hij dan zijn motorrijwiel zou afstaan. De eerste onbekende1 vertelde geen motorrijwiél noo- (dig te hebben, doch vroeg den Duitscher, iof het soms iets voor hem was. Aan gelokt door het koopje, begon B. te on derhandelen met den eigenaar van het motorrijwiel, die hem vertelde dat hij naai Maastricht moest en dringend om geld Verlegen zat. Tenslotte werd men het ieens over den prijs van het motorrijwiel. Dit werd voor f85 aan den Duitschei Verkocht. Toen deze het rijwiel eens wil. ;|de probeeren, nadat hij betaald had, wei- Een gevangene ontvlucht. Uit het politiebureau te Almelo is ont vlucht J. D„ sedert jaren een „goede." be kende Aan politie en justitie, dia, verdacht Van diefstal, was gearresteerd en naar het Huis van Bewaring, zou worden overge bracht. Het is nog niet gelukt den vluclite ling te1 vatten. Eenige jaren geladen is J. J>. uit het Huis van Bewaring te Almelo (ontvlucht en gelukte het eerst na veel moeite hem weer te arresteérén. Huldiging Koningin-Moeder. Zooals bekendis, bestaat in verschillen. |de plaatsen het voornemen om door mid. idel van luidsprekers in kerken en andere gebouwen te doen hooren de muziekuitvoe. <ring ter eere van het goud&n feest van H. M. de Koningin.Moeder, welke vanwege ,het Haagsch Comité 1929 op Donderdag j.0 Januari 1929, aanvangende te 8V2 uur des avonds, wordt gegeven. Reeds uit 125 plaatsen zijn meer dan 50 exemplaren van het programma bij het Comité aangevraagd. Argentinië gaat invoerrecht op eieren heffen. Het Tweede Kamerlid, de heer Korten, horst heeft aan de Ministers van Binnen landsche Zaken en Landbouw en van Bui. tenlandsche Zaken de volgends vragen ga,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1929 | | pagina 2