Ingezonden
Mollerwangen en gevolgen.
Buitenhuid.
WINTER,
BiiiiiesilaiHi
Ook zonder dat we weten, wat de mol
eigenlijk doet, weten we toch allen wel,
dat hy een zeer nuttig dier ie. Immers
bij de meest eenvoudige dierkunde lessen
komt dit zoo inheemsche, insectenetende
dier ter sprake en men moet al een zeer
slecht geheugen hebben indien men althans
niet zooveel meer van zoo'n les onthouden
kan, dat men zich herinnert, dat hij door
den leermeester als een der meest nuttige
dieren voor den landbouw werd genoemd.
Zeker, de mol is niet overal even gewenscht
en in tuinen en vooral aan waterkeeringen
kan hij groote schade aanrichten, doch daar
kan meD hem voldoende bestrijden door
hem te vangen.
Het groote nut van den mol bestaat hierin,
dat hy lederen dag een respectabel groot
aantal insecten vangt, welke hij noodig
heeft om zijn haast niet te verzadigen
honger te stillen. En dat doet hij door
bijna zonder uitzondering insecten te eten,
die voor de landbouw zeer schadelijk zijn
o.a. engerlingen, regenwormen, aaskevers,
veenmollen en als de nood dwingt muizen
e'c. Vooral engerlingen zyn voor bera
lekkernijen waaraan hij zich niet kan ver
zadigen. Men heeft waargenomen, dat hij
van deze larven per dag een 150 stuks
naar binnen kan werken en dat deze een
gewicht hebben van drie viermaal het
gewicht van den m il zelf. Wie nu weet,
welke schade er kan ontstaan indien deze
engerlingen in te groote getale in de wei
en hooilanden voorkomen, weet ook welk
nut één enkele mol in een dag doet. En
wat vraagt hij daarvoor A! heel weinig,
want hij is uiterst bescheiden in zijn eischen,
d. w. z. ten opzichte van den mensch, want
voor zijn soortgeaooten en andere dieren,
die hy niet in zijn omgeving duldt, is hij
een gevreesde vijand. Hij vraagt niets
anders, dan dat men hem rustig ongeveer
een halve meter onder den grond een
eenvoudig verblijf laat stichten, waaromheen
hij eenig gangen graaft, welke zijn jacht
terrein uitmaken. Maar tot het graven
van die gangen moet hy natuurlijk den
losgekomen grond bergen en dat doet hij
door die in hoopen boven de oppervlakte
op te werpen. Deze hoopen nu zijn de
voorwerpen, welke de veehouders eenigen
last veroorzaken, doch die zeer gemakkelijk
weer over de weilanden zyn te verspreiden
en het zyn toch in hoofdzaak de weilanden,
welke de mol tot jachtterrein uitkiest, omdat
hij daar meer dan elders zijn voedsel vindt
en daar dus ook het meeste nut sticht.
Plantaardig voedsel neemt hij absoluut
niet tot zicb. Hy is daarvan zoo afkeerig,
dat hy de insecten, welke overblijfselen
van planten in hun darmen hebben, van
dezen inhoud ontdoet, alvorens of tijdens
hij ze verslindt.
De groote vraatzucht van den mol, wordt
ons door den Duitschen natuuronderzoeker
Sofïól, treffend geillustreerd. Deze toch
bevond bij een voederproef, dat een mol in
één dag de volgende hoeveelheid voedsel
tot zich namEen half uur nadat hy
gevangen was, kreeg hy een wijngaardslak
5 groote regenwormen en een stuk paar-
denvleesch ter grootte van 5 noten. Nadat
hy dit omstreeks 11 uur op had, werd hij
onrusting en toonde teekenen die er op
wezen dat hy honger had. Hij kreeg toen
een volwassen kikvorsch, waarvan om 4
uur slechts de beentjes restten. Daarna
kreeg bij dien dag nog 25 meelwormen,
waarvan er niet één overbleef. Als men
cu nagaat, dat de mol in vrijheid dit ge
wicht aan voedsel verorberd in den vorm
van schadelijke insecten, dan kan men zich
een denkbeeld vormen van het groote nut
van onzen zwarten graver.
Ter onzaliger ure is de mensch nu op
de gedachte gekomen om den mol zyn peis
af te nemen en zichzelf daarin te gaan
hullen. De mode eischte dit, anders zouden
de dames het wel te vies gevonden hebben
om de huid van een mol aan te raken,
laat staan er zich mede te kleeden. Maar
ter wille van afgod mode worden we
grootere opofferingen voor lief genomen.
Om de mode nu van bouwstoffen te
voorzien, trokken de mollenvangers er op
uit om de mollen ter wille van hun pels
in hun onderaardsche verblyven te gaan
opsporen en vangen. De vraag naar deze
huiden werd zoo groot, dat er prijzen werden
betaald, welke sommigen menschen het
beroep van mollenvanger deden kiezen en
die daarmede een behoorlijk loon konden
verdienen. Dat was dan ook het eenige
zoede, dat van het mollenvaogen kon wor
den gezegd. Maar dat bad ook tengevolge
dat er een ware vervolging op de mollen
losbrak en waar men zyn blikken ook
weGdde over de velden, men zag een en
niet zelden meer mollenvangers loopen en/of
graven, ijverig bijgestaan door hun vier
voetige hulp. Het gevolg hiervan was
natuurlijk, dat de landbouwers inzagen, dat
na verloop van eenige jaren de mollen
uitgeroeid zouden zyn en dat men dan de
nadeelige gevolgen daarvan zoude onder vin
den. Eo terecht. De natuur heeft in
alles zijn evenwicht en zoo ook is de ver
houding tosschen de mollen en de insecten,
welke hy als voedsel nuttigt, zooals die
wezen moet. Door bijzondere omstandig
leden, van 's menschen handelen onafhar.-
telijk, kan de eene tyd van de eens soort
'eens wat meer dan van de andere worden
aangetroffen en dit verschil kan som* zulke
afmetingen aannemen, dat er van een plaag
voor een paar jaren terug o. a. de
veelvuldige voorkomende engerlingen
tan worden gesproken, maar deze toestao
den wyzigen zich vanzelf weer en globaal
genomen is er in de natuur te dien op
zichte evenwicht. En dit evenwicht laat
zich niet verstoren zonder dat de natuur
zich wreekt.
Er diende dus aan het mollenvangen paal
en perk te worden gesteld. Daartoe werd
den eenig mogelijke weg bewandeld, en
den Wetgever verzocht het eenvoudig bij
een wet le verbieden. De Wetgever heeft
aan het verzoek voldaan en schreef in den
considerans der wet: »hou ende bepalingen
tot bescherming der mollen®, zoodat het
doel der wet daaruit overduidelijk blijkt.
En hier zijn we aangeiand bij hetgeen
jiEen Mollenvangers in uw blad van Vrijdag
28 December j.l. de verzuchting deed sla
gen, dat het ongehoord is, dat men het
mollenvangen niet zonder meer als een
geoorloofd beroep toestaat.
Niet geheel juist is, hetgeen die mollen
vanger zegt omtrent het vangen en ver
voeren van mollen. Hij toch schryft, dat
iet vangen wel, het vervoeren niet geoor-
oofd is. Artikel 1 der Mollenwet zegt,
dat het verboden is op gronden, hy anderen
in gebruik, mollen te vangen of te dooden,
tenzy met schriftelijke machtiging van Onzen
Commissaris in de provincie, waar de gron
den gelegen zijn, en met schriftelijke toe
stemming of in gezelschap van den ge
bruiker dier gronden, hetgeen niet van
toepassing is op personen, die behooren tot
iet gezin van den gebruiker dier gronden
of zich bij dezen in dienst bevinden.
Het vangen van mollen door anderen dan
de in dat artikel genoemde personen is dus
zonder meer verbodeü, maar men kan daar
toe geautoriseerd worden door den Com
missaris der Koningin in de provincie waariu
de gronden zijn gelegen. In de praktijk
nu wordt den laatsten tyd tot het afgeven
san die machtigingen niet veelvuldig over
gegaan, omdat de Minister van Birmen-
andsche Zaken en Landbouw aan de Com
missarissen d. Koningin heeft doen weten, dat
zij van hunne bevoegdheid te dien opzichte
een te groot gebruik maakten door te vlug
tot afgifte van die machtigingen over te
gaan. Dit alweer als gevolg van bij den
Minister van landbouwerszijde ingekomen
klachten over het te veel vangen van mollen.
Tegenwoordig wint de Commissaris der
Kouingin op dit punt in den regel eerst
het gevoelen in van de besturen van land
bouwers-organisaties en uaar hun wenschen
wordt de afgifte der machtigingen tot het
vangen van mollen geregeld.
Men mag dus mollen vangen, mits men
voorzien is van de vereischte machtiging
en de schriftelijke vergunning van den land-
gebruiker. Een schriftelijke ver
gunning is vereischt, omdat anders in de
praclyk weer de moeilijkheid zou ontstaan,
dat men eerst om vergunning ging vragen
wanneer het mollenvangen door de politie
ambtenaren werd geconstateerd en de land-
gebruiker zou dan in het geven van de
toestemming minder vrij staan, daar hij
om met den mollenvanger op goeden voet
te blijven dan alsnog vergunning zou geven,
hoewel de mollenvanger voordien tevergeefsch
om een schriftelijke toestemming zou hebben
aangeklopt.
Onder ongeveer dezelfde restrictie is het
ten verkoop in voorraad hebben, te koop
aanbieden, verkoopen of vervoeren van
molien of huiden van mollen geoorloofd.
Man dient dan voorzien te zijn van een
schriftelijke machtiging van den Commissaris
der Koningin in de provincie waar men het
feit pleegt. Een machtiging om mollen te
vangen houdt tevens ook altijd de bepaling
in dat daarop de mollen en de huiden daar
van mogen worden ten verkoop in voorraad
gehouden, te koop aangeboden, verkocht
en vervoerd. Man ziet, de mogelijkheid
om mollen te vangen enz. is niet geheel
uitgesloten, maar in de practijk is die moge
lijkheid wel uiterst miniem, temeer daar
artikel 3 der Mollenwet zegt, dat de mach
tigingen slechts worden verleend aan per
sonen, die te goeder naam en faam bekend
zijn. We zouden dus aan den mollenvanger
den raad willen geven tracht een dergelijke
machtiging tot het vangen en vervoeren
van mollen te bekomen en ge kunt uw
beroep uitoefenen zonder dat iemand u lastig
valt. Maar als ge dan van de landbouwets
de vereischte toestemming hebt gekregen,
geeft dan geen aanleiding dat ge bun anti
pathie tegen a opwekt door gaten te graven
waarin een veulen schuil gaat en die open
te laten liggen. De ervaring heeft geleerd,
dat sommige mollenvangers buiten het van
gen der mollen z>ch ook aan deze euveldaden
schuldig maken. En dan nog het niet te
onderschatten bezwaar, dat als in het late
nataar het vee nog in de weilanden ver
toeft eu de mollenvangers zich vaD de met
mond- en klauwzeer besmette terreinen be
geven op audere nog niet besmette ter
reinen. Men zal begrijpen, dat de vee
houders op dergelijke bezoekers niet gesteld
zyo. Nog dit najaar, toen het vee door
de gunstige weersomstandigheden zoo lang
in de weide kon blijven, zag ik herhaaldelijk
dat mollenvangers zich aan het op dezs wijze
besmetten van terreinen schuldig maakten.
Ter wille van een paar mollen, werden
veestapels van eenige duizenden guldens
aan deze vreeselyke veeziekte prijs gegeven.
Het mollenvangen moest absoluut verboden
worden, zoolang niet aile vee in de stallen is.
Verder zullen we den vMoilenvangerc
in zyn betoog niet volgen. Het meeste
vao wat hy daar schryft doet niet ter 2ake.
Ook at werd de Mollenwet op den dag van
heden ingetrokken, dan zouden wij daardoor
de politie nog uiet afschaffen en de mollen
vanger is zelf het levende bewijs dat wij
ze nog niet kunnen missen. Was er trou
wens nog geen politie geweest, dan zou hij
ook geen mollenvanger meer zijn, om do
doodeenvoudige reden dat er dan ook geen
mollen meer zouden zyn. Ik meen daarom
dat de Regeering en de belastingbetalers
nog zoo dom niet zyn als de Mollenvanger®
ons wil doen gelooven.
Wat betreft het vervoeren van de huiden
in den vorm van mantels etc., strikt ge
nomen is dit evenmin toegestaan als het
vervoeren van de mollen en da niet-bereide
huiden daarvan. Maar de Wetgever heeft
nu eenmaal de mogelijkheid open gelaten
om met inachtneming van de wettelyke
voorschriften mollen te vangen en te ver
voeren en als nu een dergelijk voorwerp
van deze huiden vervaardigd is, dan zou
het m. i. toch al van weiuig practisch in
zicht getuigen, indien men de dragers van
die kleeding lastig ging vallen door ze hun
af te nemen, hoewel ik er persoonlijk veel
voor zou gevoelen indien men het dragen
van kleeding van mollentiuiden vervaardigd
evengoed verbood als het vangen van mollen.
Maar daarmede zou de mollenvanger ook
weer niet gebaat zyn, niettegenstaande hij
er zicb ook uiet mee kan vereenigen dat
die kleeding gedragen wordt. Voor een
dergelijk verbod mag men echter ook weer
niet uit het oog verliezen, dat by over
stroomingen de mollen by de waterkeeringen
voor het oprapen liggen en men zou dan
ook moeten kunnen goedvinden dat deze
daar als zijnde zonder eenige waarde bleven
liggen en tot rotting overgingen, waarmede
men niet alleen het doel van het verbod
om mollen te vangen immers bescher
ming van de mollen voortij zou zien,
maar als ze daar blevevi liggen zou het
schadelyke rottingsproces tevens zijn na-
deeligen invloed uitoefenen.
Gezien het vorenstaande, Mijnh. de Red.,
meen ik, dat het nog te betwijfelen valt
of de Mollenwet een wantoestand schept
als waarvan ïEen Mollenvariger« aan het
slot van zijn ingezonden stukje gewaagt.
v. Kr. te Z.
op uit, maar toen deze er na 2 uren in
slaagde de plaats des onheib te bereiken,
vond zij de lijken der verongelukten.
Pogingen om de levensgeesten weder
op te wekken bleven vruchteloos.
Griep epidemie te Berlijn.
Men geeft thans toe, dat er te Berlijn
een griep-epidemie heerscht. Het algemeen
stedelijk ziekenfonds met 465000 leden
heeft alleen al 35000 zieken aan griep.
Alle ziekenhuizen zijn tjokvol.
In Frankrijk:
Io geheel Frankrijk is de winter inge
treden. Ten gevolde van de hevige sneeuw
stormen, die in het Zuid-Oosten van Frankrijk
woedeD, zyn vele telegraaf- en telefoon
verbindingen verstoord.
Ook in de Rtviera heeft de sneeuwstorm
groote schade aangericht.
Het treinverkeer ondervindt op vele
plaatsen tengevolge van de veie sneeuw
vertraging.
Te Parijs en in de provincie zijn vijf
personen om het leven gekomen, doordien
zy doodgevroren zyn of door de gladheid,
een gevolg van da vorst, kwamen te vallen.
In Duitschland:
Uit verschillende deelen van Duitschland
worden berichten omtrent hevigen sneeuw
val ontvangen, die op sommige plaatsen
zoo sterk is, als men sedert jaren niet
heeft gekend. In de Bsiersche Alpen zijn
de wegen voor een groot gedeelte onbe
gaanbaar geworden. Het autoverkeer is
daar geheel onmogelijk geworden. Ook in
Ttiü-ingen is buitgewoon veel sneeuw ge-
valleD, zoodat auto's en postwagens in de
sneeuw bleven steken en de wegen eerst
vry gemaakt moesten worden.
Uit Madrid wordt gemeld dat in ver
schillende provincies, vooral in Valencia er.
Caialomë, veel sneeuw gevallen is. Te
Lerida is het Estagento meer dichtgevroren.
In Valencia bleven de treinen in de sneeuw
steken. In den Dancia pas werd een trein
ingesloten. De passagiers konden met
groote moeite een dorp bereiken. Met ver
scheidene plaatsen zijn alle vei bindingen
verbroken.
Sedert meer dan 30 jaar heeft men niet
zoo'n sneeuwstorm gehad, als gewoed heeft
langs de Zuid Siavisch-Italiaansche grens.
Op sommige punten ligt de sneeuw meer
dan 3 M. hoog. Het spoorwegverkeer tos-
schen Adelsberg en Tnëst is stopgezet.
De Orient-Express is niet vertrokken. Van
Itaiiaausche en Zuid-S'avische zijde zyn
ploegen soldaten naar de grens gezonden
om de banen vrij te maken.
Zijn vader met een hamer gedood.
Te Helmstedt ontstond een twist tusschen
een bakkerspatroon en zyn zoon, waarbij
de zoon zyn vader met een hamer ver
scheidene slagen toebracht, zoodat deze
kort daarop overleed. De dader werd in
hechtenis genomen. Hy beweert uit nood
weer gehandeld te hebben.
Door het ys gezakt.
Nabij Wehrden (Pruisen) zijn 3 school
jongens van 8, 10 en 41 jaar door het
ijs gezakt en verdronken. Het was niet
mogelijk hen te redden, daar het ongeluk
midden op de rivier plaats had en het ijs
te zwak was om de redders te dragen.
Drama op zee.
Bij Oran (Algerië) is een Spaansch
watervliegtuig aangespoeld. Het bleek het
toestel te zijn dat voer eenige dagen van
Cartagena naar Meiilla opsteeg en sedert
vermist werd. Van de vier inzittenden
werd geen spoor gevonden.
Een nalatig brievenbesteller.
Te Weymouth stond een 19 jarig brieven
besteller terecht, die een aantal brieven,
in plaats van ze te bezorgen, in een ko
nijnenhol had weggestopt. Hij was een
voudig te lui om ze te bestellen.
Daar men aannam, dat hij geen mis
dadige bedoelingen gehad had en er geen
geld uit de brieven vermist was, werd hij
van rechtsvervolging ontslagen onder voor
waarde, dat hij zijn leven moest beteren.
Onder een lawine bedolven.
Twee skiloopers geraakten in het
Piscbka-gebied by Davos in een lawine
Onmiddellijk trok een reddingsbrigade er
pm spreek ik hem vrij.
M. J. G, B. monteur te Wijk had gare-
Hen met een vrachtauto, die niït voor
zien was van een nummer aan voor- en
achterzijde.
Verdachte: Ik beken mijne overtreding
ï)e carrosserie was juist gemaakt bij Uit
hoven te Genderen en nu reed ik ér méé
naar Heusden naar den eigenaar de Gouw.
't Was slecht weer en in Genderen moest
de wagen buiten blijven staan.
Kantonrechter: Dus je reedt er alleen
maar mee vanaf Genderen naar de plaats
van bestemming.
Verdachte: Ja Edelachtbare.
KantonrechterDan is het nog al zoo
prg niet. Je komt er met 50 cent of
1 dag af.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
In Spanje:
In Italië:
gerde de motor. De eerste onbekéndé bood
•welwillend zijn hulp aan om het euvel
te verhelpen, stapte op liet rijwiel en rééd
iermee weg. Toen hij na geruimm tijd
Hvachtens niet terugkwam, begon de Duit
scher tegen den tweeden onbekndé té
mopperen D ze verklaarde den motor-
vluchteli.og geheel niet te kennen én ver
dween n1 een poosje ook. Xa :ang wach
ten kwam de inwoner van Gelsenkirchen
tot de ontdekking, dat hij de dupe was
geworden van twee handige oplichters.
o-
Aan d; gevolgen overleden.
Het li jarig dochtertje van den he;r
A. Noten te Budel, dat dezer dagen kokm-
de koffie over het lichaam kreeg en
ernstige brandwonden opliep, is aan de ge.
volgen overleden.
o—
o—
Brand to Amsterdam.
Door het omstooten van een petroleum
toestel in de schoenmakerswerkplaats, op
zolder van liet perceel Commelinstraat
104 re Amsterdam, door den schoenmaker
J. P., di - beschonken was, ontstond Zafcer.
dagavond 11 uur brand. De vlammen sloe,
gen even fel uit. Zij werden, door da brand,
(weer gebluscht- met een straal op de mo
torspuit. Na liet blusschen vond men den
schoenmaker bewusteloos. Hij liad ernsti
ge brandwonden aan hoofd en armen. Xa
(door de brandweer te zijn bijgebracht,
'werd hij door den geneeskundigen dienst
naar het O.L. Vrouwengasthuis vervoerd.
De werkplaats brandde uit.
-o-
De verdwenen filiaalhouder.
Krokodillentranen.
Vier maanden geleden had de manufac-
luirier J. G., uit Groningen, te Botterdam
oen filiaal gevestigd, waarvan als houder
optrad A. J. A. In den beginne ging liet
filiaal zeer4 goed, want A. vroeg' gere
geld nieuwe voorraden coupons heeren
en dame «stoffen aan. Toen evenwel de af.
trlekeiiing van de verkochte goederen niét
erg vjottei kwam G. naar hier om eens
een onderzoek] in te stellen. Daarbij bleek
(hem, dat de coupons voor het overgroots
Ideel niet verkocht maai- door A. beleend
(waren, terwijl' het geld, dat deze daarvoor
(gekregen had, niet meer aanwezig was
Hij onderhield hierover den filiaalhou.
der, die ender tranen zijn misslag bekende
Hierdoor geroerd, nam G. genoegen met
leen regeling, waarbij A. geregeld eén gé-
Ideelte van zijn oude schuld zou aflossen
ITevens kreeg hij weer nieuwe voorraden.
Toen nu dezer dagen de eerste térmijn van
(de aLcssing vervallen was en G. niets
'meer hr orde, toog hij ten tweede male
naar Rotterdam. Het filiaal bleek gesloten
'te zijn en A. wa,s zonder adres achter te
Ipten, verdwenen. Van de na de regeling
gezonden goederen,' was zoo goed als niet?
meer over. Blijkens aangifte bij de politie
(heeft A. ongeveer 800 coupons stof ver
duisterd ter waarde van circa f 10.000.
In een mes gevallen.
Te Zuid—Berghuizen viel het c.a, 2-
jarig zoontje van den fabrieksarbeider
AYienk met het hoofdje op een broodmes
dat op aen grond lag. Het mes drong bo
ven het eene oog vrij diep in het hoofd,
zoodat Let door de moeder er uitgetrokkm
moest worden. Het knaapje is tengevolge
der verwending overleden.
o
Onder curateelestelling van drankzuch
tigen.
Xaar de ,.Rsb." verneemt is aan den
Raad van State toegezonden een wetsont
werp, waarbij het mogelijk zal worden
drankzuchtigen, als zoodanig, onder cu-
rateele te stellen.
—o
Met een snijmachine gespeeld
In Arnhem lreeft een achtjarig jon
getje, dat alleen thuis was gelat-en, met :n
bieten-snijmacliine gespeeld, met het gé
Volg, dat zijn midden- en wijsvinger van
de linkerhand werden afgesneden. Het
knaapje is ter verpleging iu het Diacones,
senhuis te Arnhem opgenomen.
e>
Overreden.
Tengevolge van het schrikken van het
paard van z;keren A. H., landbouwer te
Leur, sloeg dit op hol en was de eigenaar
niet meer bij machte liet in bedwang te
houden. II. viel van de kar met hot onge
lukkig gevolg, dat hij beide wielen over
hr-t lichaam kreeg. In deerniswekkend en
tec-stand werd hij opgenomen.
f»
Ergerlij ke dierenmishandeling.
De keurmeester van vee en vléésch
'te Deventer heeft bij een slager aldaar
een nog levend kalf aangetroffen, waar-
Van een der achterpooten boven de lioef
geheel en de andere achterpoot gédééi-
ftelijk was afgesneden of, juister gezegd,
afgezaag I
Het dier is op last van den keur
meester onmiddellijk afgemaakt en de
politie heeft op de pooten beslag gelegd,
De commissaris van politie stelt een ern
stig onderzoek in.
O
Door een vallenden laadboom getroffen.
Op de scheepswerf van de firma. J.
ien K. Smit te Kinderdijk kreeg de ruim
60-jarige C. Roodnat uit Xieuw—Lekker
land een vallenden laadboom op het hoofd.
De man was op slag dood.
—o
Door een tak getroffen.
Bij het rooien van boomen in liet Zoe-
lenscbe bosch te Zoelen is de 17-jarige
D. Bronk door een neervallenden tak ge<-
troffen en onmiddellijk gedood.
o
Het wrak van de „Salento".
Het wrak van liet gestrande Italiaan-
ische stoomschip Salento" is door een
IJmuider combinatie aangekocht. Ge.
itracht zal worden bij gunstig weer zoo
veel mogelijk van het wrak nog te ber.
g[en De lading is als een totaal verlies
te beschouwen.
-o
Burgerlijke Stand afgeschaft.
In Y> ijdenes, een fliuk welvarend dorp
nabij Hoorn, is in 1928 geen enkel huwe
lijk gesloten. In December werd er ook
niemand geboren! en ging er geen mensch
,dood.
O
Het ijs.
In d? Zuiderzee bevindt zich veel drijf-
ijs. Ook is er al heel wat grondijs ge
vormd. De Zuiderzeevisschers hebben hun
bedrijf gestaakt en ook de zeilvaart heeft
,het moeten opgeven. In de Noordelijke
(provincies heeft de scheepvaart zeer véél
llast] van het ijs, al is men er in geslaagd,
de groofe waterwegen open te houden.
Nieuwe oplichterstruc.
De metorfiets van f85.
i De 40-jarige Duitscher G. B. uit Ge]
jsenkirchen werd op den Mest zeedijk te
Rotterdam aangesproken door een hem on.
Rekenden man, die hem vertelde dat één
(tweede onbekende, die op eénigén afstand
met een motorrijwiel stond, hem om f IOC
(had gevraagd in ruil waarvpor hij dan
zijn motorrijwiel zou afstaan. De eerste
onbekende1 vertelde geen motorrijwiél noo-
(dig te hebben, doch vroeg den Duitscher,
iof het soms iets voor hem was. Aan
gelokt door het koopje, begon B. te on
derhandelen met den eigenaar van het
motorrijwiel, die hem vertelde dat hij naai
Maastricht moest en dringend om geld
Verlegen zat. Tenslotte werd men het
ieens over den prijs van het motorrijwiel.
Dit werd voor f85 aan den Duitschei
Verkocht. Toen deze het rijwiel eens wil.
;|de probeeren, nadat hij betaald had, wei-
Een gevangene ontvlucht.
Uit het politiebureau te Almelo is ont
vlucht J. D„ sedert jaren een „goede." be
kende Aan politie en justitie, dia, verdacht
Van diefstal, was gearresteerd en naar het
Huis van Bewaring, zou worden overge
bracht. Het is nog niet gelukt den vluclite
ling te1 vatten. Eenige jaren geladen is J.
J>. uit het Huis van Bewaring te Almelo
(ontvlucht en gelukte het eerst na veel
moeite hem weer te arresteérén.
Huldiging Koningin-Moeder.
Zooals bekendis, bestaat in verschillen.
|de plaatsen het voornemen om door mid.
idel van luidsprekers in kerken en andere
gebouwen te doen hooren de muziekuitvoe.
<ring ter eere van het goud&n feest van
H. M. de Koningin.Moeder, welke vanwege
,het Haagsch Comité 1929 op Donderdag
j.0 Januari 1929, aanvangende te 8V2 uur
des avonds, wordt gegeven.
Reeds uit 125 plaatsen zijn meer dan
50 exemplaren van het programma bij
het Comité aangevraagd.
Argentinië gaat invoerrecht op eieren
heffen.
Het Tweede Kamerlid, de heer Korten,
horst heeft aan de Ministers van Binnen
landsche Zaken en Landbouw en van Bui.
tenlandsche Zaken de volgends vragen ga,