Tweede Blad
Mo, 4889 Woensflao13 FeUruari
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
m
éSU* mL
Wonden
Parlementair Overzicht.
BEHOORENDE BIJ HET
O, Harry, bet is verschrikkelijk, het is
onze melkboer eo vader zal ongenietbaar
zijn als hij geen room in de kolfie krijgt
Judge.
Kijk eens w© rekenen een kwartje
per uur voor die stoelen bij de muziek,
zoodat je maar beginnen moet met
eerst die menschen te controleeren.
Humorist.
Eerste brutale jongen: »H«t is ook
niet veel wat zjj te eten krijgen. Ieder
een saucijsje.
Tweede brutale jongen »Stil toch,
denk er aan dat het vandaag Vrijdag
is, en ze morgen pas weer geld krygen.c
Humorist.
Vriendelijke dame: Waarom huil je
toch zoo
gt Jongetje >Ik kan die heer niet meer
vinden dien ik gisteren middag in het
zand begraven heb.«
H amorist.
]to;Mail
Vervolg raarlsverslag OUDHEUSDEN.
Wethouder van Herpt zou thans willen
vr arstellen, om de Dorpshoef, de volgende
-vreek opnieuw en dan publiek te ver
pachten.
De heer Brok zou dit bij
Jnschrijving doen geschieden.
Spxengers. Dus dan niet hooien en ook
geen paard er op.
Voorzitter. Neen dan alleen verpachten
als van ouds.
De heer Brok zou er geen bezwaar te
gen hebben, als er ook één paard op
geweid mocht worden.
De heer Sprengers zou zich daarmede
ook wel kunnen vereenigen. Spr. vraagt
of het niet gewensclit zou zijn twee
ledig te doen inschrijven n.l. met en
zonder paard. Een paard er op weiden
is wel schadelijk, doch misschien krijgt
men dan een betere prijs.
Wethouder v. Herpt is het. met het voor
stel van den heer Sprengers eens, ook
de andere heeren verklaren zich er voor,
zoodat met algemeene stemmen wordt
besloten, tweeledig te doen inschrijven
Verpachting Wegen.
Het voorstel van B. en W. luidt: de
Zwegen publiek te verhuren.
De heer Sprengers kan zich met dit
voorstel vereenigen. Met de verpachting
van het overige land wordt gehandeld
als te Drunen, dus ook met de verpach
ting van de wegen lijkt het spr. ge
wensclit te handelen zooals men daar
doet n.l. deze publiek te 'verpachten.
Het 7ou heel lastig zijn voor de wegen
een prijs te stellen waarvoor ze gegund
mogen worden. Met op een 11a alge
meene rt emmen wordt besloten de we
gen bij inschrijving te verhuren.
De heer Brok stemde tegen, deze ver
klaarde zich voor verhuring bij inschrij
ving.
De heer v. Iierpt vraagt wanneer de
verpachting zal worden gehouden, bij
dag of bij avond op het raadhuis of
in een café?
De oorzitter heeft er geen bezwaar te
gen de verpachting op het raadhuis te
houden zooveel menschen komen ex niet.
De heer v. Herpt stelt voor de ver
pachting volgende week te doen houden,
nadat er eerst Zondag a.s. afkondiging a'.
geschied is.
Aldus wordt besloten.
De heer Sprengers zegt dat hij naar
aanleiding van de ziekte van den Bur
gemeester, die naar de Ambtenaar ter
secretarie zoo juist mededeelde misschien
wel langdurig kan zijn, zou willen vra
gen of de grint al is besteld. Misschien
is dit nog niet gebeurd en lijkt het spr.
gewenscht hiernaar een onderzoek in te
stellen.
stellen. De hr. de Baaij, die voor het grin
den in het voorjaar was krijgt zijn zin
nu toch al, als hij nu nog besteld moet
worden, dan wordt het misschien wel Mei
eer hij op de wegen komt, terwijl hij het
meest noodig is als het gaat dooien,
want dan wordt het een modderpoel.
De heer v. Herpt zegt dat in een ver
gadering van B. en W. den Burgemeester
opgedragen is, grint te bestellen, deze
zou de Hart opdragen naar v. d. Piuijm
in Dussen te gaan, of dit gebeurd is,
weet spr. evenwel niet.
De heer Sprengers merkt op dat men
hiernaar kan informeeren, het raadbe-
iluit is in October al gevallen en nu
ziet men nog geen grint.
De Voorzitter belooft een onderzoek
te zullen instellen.
De heer Sprengers zegt dat zooals men
weet, de vordering voor het G.E.B. moet
zijn ingediend bij den Curator voor 16
April. De vraag is evenwel wie moet
die indienen Gijzeis de gewezen direc
teur \ran het G.E.B. of de gemeente, dit
dient uitgemaakt de worden, anders zou
het kunnen gebeuren, dat de vordering
in het geheel niet werd ingediend.
De Voorzitter antwoordt dat B. en
>W. hierover reeds hebben gesproken, spr.
zou willen Avachten tot de Burgeme'ster
weer beter is, dit zal waarschijnlijk zoo
lang niet meer duren.
De heer Sprengers meent, dat als de
ziekte Aan den Burgemeester werkelijk
van rangdurigen aard zou blijken, het
zou kunnen gebeuren, dat de vordering
verloren ging, door het niet tijdig in
dienen.
Wethouder v. Herpt zegt dat de Bur
gemeester het advies heeft ingewonnen
van Mr. Witlox en deze geeft toe dat
de heer Gijzeis aansprakelijk gesteld kan
worden, alleen, als er werkelijk een raads
besluit zou zijn, dat de heer Gij zeis voor
vorderingen van f 25.— niet aansprake
lijk is, dan zou. de zaak veranderen.
De heer Sprengers kan niet gelcoven
dat er een dergelijk raadsbesluit is ge-
Wallen.
Voorzitter. Ik meen van wel.
v. Herpt. Er is wel ever gesproken,
doch het is gegaan zooals het vaak ge
beurt, er. is yeel gekletst maar een raads
besluit is niet genomen.
SpTengers. Als zoo'n raadsbesluit is
genomen leg ik mij er natuurlijk bij neer,
doch ik kan er mij niets van herinneren.
v. Herpt. Men moet de notulen dan
maar naslaan en in het correspondentie-
register, den brief opzoeken, waarbij Gij
zeis het raadsbesluit is medegedeeld
De heer Sprengers zou nog willen vra
gen, wie er belast is met de uitbe
talingen Am or de brandspuit en derge
lijke dingen.
I De Voorzitter meent dat hiermede de
opperbra nel meester Gij zeis is belast.
De heer Sprengers zegt, dat de brand
spuit in Oudheusden bij een particulier
is ondergebracht, die daarvoor een kleme
vergoeding krijgt, deze heeft evenwel in
geen drie jaar, het hem toekomende be
drag ontvangen. Spr. vindt zoo iets treu
rig, Aerbeeldt U eens dat, de gemeente
cte schande wordt aangedaan, dat de
spuit vandaag of morgen op straat wordt
gezet. Er is al meermalen overgesproken.
Gijzeis te ontsla.au, daarvoor bestaat alle
reden, hij blijft nalatig er voor te zor
gen, dat de brandbluschmiddelen in goe
den staat verkeeren. De doelmatig' wer
kende brandbluschmiddelen zijn niet eens
gcAuld, zcoals bij den laatsten braul nog
gebleken is. Spr. zou den hr. Gijzeis wil
len ontslaan als opperbrandmeetser.
Voorzitter. Het is zoo, u hebt gelijk
maar waarom is door den betrokkene
geen nota ingediend?
De heeren Brok en Lijsten vinden het
onzin het voorstel in omvraag te bren
gen, la; Is de bevoegdheid toch hij B.
en W. berust om ontslag te verleeuen.
Voorzit ter. Ik zal Gijzeis onder het
huiduitslag, springen
de handen, kloven, win
terteenen, dadelijk ver-
zachten en verzorgen metj
AKKER's
KLOOSTERBALSEM
bijt niet!
,Geen goud
zoo goed."
Sprengers. Ik vind het treurig, dat het
zoo moet gaan. De vorige maal was het
ook al drie jaar geleden, voor de man
zijn veigoeding kreeg.
v. Herpt. Als het een vast bedrag be
treft, behoeft men er geen nota voor in te
dienen, het bedrag wordt daarvoor op
de begrooting uitgetrokken. Ik Aveet niet
eens waar de spuit in Oudheusden is
geborgen.
Voorzitter. Ik wel maar ik begrijp niet,
als de man bet bedrag niet thuis ge
stuurd krijgt, dat hij dan niet even een
rekening indient.
Sprengers. Het bedrag van f 2.50 dat
hij er per jaar voor krijgt is toch al
weinig en dan nog jaren er op te moe
ten wachten. Bovendien niemand weet
of dé spuit Averkt of niet, en of de
slangen stuk zijn, want ze wordt, nooit
geprobeerd. Ik kan er niet mede ver
eenigen, dat het er zoo naar toe gaat en
ik kan de verantwoordelijkheid als raads
lid er niet voordragen.
Voorzitter. Ik zal Gijzeis op zijn na
latigheid wijzen.
Sprengers. En ik zou voorstellen om
hem te ontslaan.
Voorzitter. B. en W. hebben alleen de
bevoegdheid een Opperbrandmeester te
ontslaan.
v. Herpt. Ik zou het voorstel van den
heer Sprengers willen steunen, de raad
kan zich dan uitspreken, welke uitspraak
vcor B. en Wl dan een vingerwijzing is,
te handelen zooals de raad het wil heb
ben.
Voorzitter. Ik zou daarmede willen
wachten tot de Burgemeester beter is.
Sprengers. Ik wil geen dingen ophalen,
die de Burgemeester zelf aangaan, als
hij er niet bij is.
Voorzitter. Ik zal Gij zeis het verkeer
de zijner handelingen onder het oog bren
gen.
v. Herpt. Ik zou. het voorstel van den
heer Gijzeis in om-vraag gebracht willen
zien, al is het waar dat de bevoegdheid
tot het geven van ontslag bij B. en W.
berust.
oog brengen, dat er verandering moet
komen, dat wij anders andere maatre
gelen zullen nemen.
Sprengers. Ik ben van de verartw lor
ding af. Gijzeis schuift alles maar af
op den Burgemeester, dat alleen is reeds
motief genoeg, om hem te ontslaan.
Voorzitter. Ja, ja, ik weet het wel en
ik handhaaf hem ook niet, we zullen
hem negeens ernstig waarschuwen.
Sprengers. In dien zin is reeds in de
vorige vergadering gesproken.
Voorzitter. Wethouder van Herpt zal
zeggen ontslaan, ik zeg -van niet, dan
blijft de beslissing dus bij den Bur
gemeester, daarom zou ik willen wachten
tot die er is.
Sprengers. Dan trek ik me er verder
ook niets meer van aan en als er iets
van komt, verwijs ik, naar den Burge
meester. Zoo is het ook met de kwestie
van het indienen van de vordering.
Van Herpt. Laat de ambtenaar <lan
den brief zoeken, Avaarin Gijzeis het
raadsbesluit over de f 25.-- is medege
deeld.
De Ambtenaar verklaart niet te weten,
w-aar die is te vinden. De Burgemees
ter heeft alles mede naar den Bosch
en Den Haag genomen, die weet dus
Avaar hel afschrift, als het er is, is te
vinden.
Voorzitter. Ik weet wel dat Gïjzels be
richt heeft gehad, mondeling of op
schrift, als het op schrift is geschied,
dan is de kwestie opg-elost, maar nadien
is begonnen de schuld aan te zuiveren.
v. Herpt. Nadat het G.E.B. was CA'er-
gegeven, dat was werk van de secretarie;
niet a-an Gijzels.
Sprengers. We komen hier om hesluiten
te nemen, die in de notulen behooren
te worden opgenomen. Staat het er niet
in, dan hebben wij er ook niets mede
te maken Zoolang ik raadslid ben, heb
ik nooit gemerkt, dat hier iets achter
baks gehouden wordt, als er iets be
sleten is, staat het ook in de notulen.
Voorzitter. U hebt gelijk, maar het
staat er niet in, ik heb het nagezien
Sprengers. Dan dient de raad te be
sluiten, dat kan niet blijven liggen. Ik
kan begrijpen, dat men liever heelt, 'lat
de Burgemeester er bij is, maar tengevolge
van de ziekte van den Burgemeester kun
nen de belangen van de gemeente niet
achterwege gelaten worden.
Voorzitter. Heeft iemand nog iets te
zeggen? Niet, dan heb ik nog wat. Wij we-
weten allen, dat de Burgemeester ziek
is en er een plaatsvervanger moet zijn.
De Ambtenaar ter Secretarie Krol doet
ijverig zijn best en nu zou ik willen voor
stellen hem <laarvoor een kleine vergoe
ding toe te kennen, wat denkt de raad
daarvan
Sprengers. Als de Burgem. lang ziek
blijft zullen er maatregelen getroffen moe
ten worden. Krol heeft het altijd Avaarge-
ncmen, ik zou het voorloopig maar op
den ouden wet doen voortgaan. Als wij ie
mand gaan aanstellen, dan krijgen Avij
de verplichting, een salaris vast te stel
len.
Voorzitter. Als de Burgemeester ziek
is, dan is het billijk, dat de ambtenaar
een kleine vergoeding voor de Avaarneming
krijgt.
Herpt. Ik geloof dat de vorige Burge
meester der vervanger heelemaal in zijn
hemd liet staan.
Voorzitter. U kunt gelooven wat u
Avilt, doch moet het zeker weten.
v. Herpt. Achterom heeft hij aan Ged.
St.. ges. breven om hem er uit te trappen.
De Ambtenaar Krol merkt op dat als
hij wegblijft, de secretarie gesloten blijft.
Sprengers. U moet niet met dreigBmen-
ten komen, U kunt wegblijven wanneer je
-wilt, zoolang hier Averkzaamheden op de
secretarie worden gedaan, die er niet
thuis behcoren, zooals, voor den gemeen
te-ontvanger en den Armmeester en de
Buigemeester strijkt lesgeld op van de lui
die cp de secretarie werkzaamheden ver
richten, ben ik er tegen geld uit te ge
ven aan secretariepersonè'ël.
v. Herpt. De Burgemeester ontvangst
van Krol f 100.— naar ik hoor.
De ambtenaar Krol zegt dit te moeten
tegen spreken, waarop de heer v. Herpt
opmerkt, dat de Burgemeester dan de
wethouders heeft voorgelogen.
Sprengers. Als de secretarie morgen
gesloten blijft, dan zal ik wel even naar
den Br ach gaan om maatregelen te tref
fen. Dan zal er best iemand komen,
misschien dat dan dingen aan den dag
komen, die voor sommige personen min
der aangenaam zijn. Het gaat niet te
gen den persoon van den Ambtenaar, deze
doet naar ik algemeen hoor goed zijn
best, doch ik blijf er tegen, geld uit te
geven, als hier werkzaamhedn worden ver
richt die hier niet thuis hooren. De Arm
meester en de Ontvanger moeten maar
zeggen, wij zullen de jongen Avat geven,
als dan,de raad ook wat doet, is er niets
tegen, het gaat niet tegen KroL
Herpt. Wij zijn over Krol best te
vreden en ik zou er ook niet tegen zijn,
om hem later voor zijn werkzaamhe
den een kleine vergoeding te geven.
Voorzitter. Zeker Sprengers heeft gelijk,
alleen als Krol wegblijft, moet er toch
een ander komen, om den Burgemeester te
A-ervangen.
v. Herpt. Jij gaat ook iederen dag
toch naar de secretarie, jij zou dan ook
eeu veigoeding moeten hebben.
Voorzitter. Ik kom er niet om te wer
ken.
v. Herpt. Kom je er dan alleen maar
om jc voeten te Avarmen?
Sprengers. Er zijn hier al meer din
gen gebeurd, die voor sommige personen
niet aangenaam Avaren. Waar Gijzels zelf
geteekend heeft dat hij niet in aanmer
king behoefde te komen voor wachtgeld,
waar blijft don de zedelijke plicht?
Voorzitter. Wij komen zoo toch aan
geen eind, is er nog iemand, die iets
voor de vergadering heeft, dan sluit ik ze.
De bank kwam van dit vonnis in hoogeï
beroep bij de rechtbank te Alkmaar,-
Avelke het vonnis, oorspronkelijk door den
kantonrechter gewezen, bekrachtigde,
daarbij overwegende, dat S. toen de be
trekken balans Averd opgemaakt, en goed
gekeurd geen lid meer was van die banki
zoodat hij niet gebonden werd door het
besluit tot -vaststelling Ier balans en
de rechter derhalve tot taak heeft tet
onderzoeken, indien daarover verschil be
staat, of in werkelijkheid 't bedrijf van de
bonk verlies heeft geleden en gemeld ver
liescijfer van f7292.85 juist avos, het
geen do./r de Rechtbank onbewezen werd
geacht. De bank teekende vau dit von
nis cassatie aan en zag alsnog het von
nis van den kantonrechter vernietigd en
hare vordering toegewezen.
De Hooge Raad besliste daarbij, dat een
uitgetreden lid krachtens de tijdeus zijn
lidmaatschap geldende statutaire voor
schriften ook gehouden kan zijin aan de
na zijn uittreding genomen besluiten, zijn
de in casu S. gebonden door het besluit
der ledenvergadering tot goedkeuring de*
balans over het boekjaar 1925, in zooi-
verre als bij dat besluit verliezen zijn
vastgesteld.
Door dit arrest van ons hoogste rechts
college is dus definitief uitgemaakt, dat
jde leden van een Boerenleenbank, die
om een of andere reden hu.n lidmaatschap
hebben verloren hun aandeel moeten be
talen in 't door de balans aangegeven
verliessaldo der bank, ook voor dit ver-
liessauto mocht zijn ontstaan enkel en
alleen door overname van een gedeelte
van de door de AIkmaarsc he Centrale go-
leden tekorten.
a.;
mS&nr,
HOLLAND OP HET IJS.
Holland bindt de schaatsen onder,
:t- Wemelt weer op plas en sloot
Van de rijdsters en de rijders,
Rijk en arm en klein en groot,
't Schaatsenrijden is een sport, die
Zich niet stoort aan rang of stand,
't Zij in pij of pels gedoken,
Elk geniet naar d'ouden trant,
't Kleine grut, de schaatsen onder,
Scharrelt voort, met arm en been;
Zwaaiend, sling'rend, grijpend, gooiend
In de ruimte om zich heen;
Tuim'lend op de gladde ijsbaan
No-oit verliezend lust en moed,
Wie wat bang- is voor een stootje,
Leert het rijden nimmer goed.
En de grooten, zie hen zwieren,
Stalen Avieken aan den voet.
Golvend, wiegend, deinend, zwevend,
Wat de wangen kleuren doet.
Holland is niet oud geworden!
Zeker Holland niet op 't Sjs!
Waar zich jong en oud vermeien
Op oud vaderlandsche Avijs.
Vele jaren vloden henen
Zonder ijspret, zooals thans.
Maar ons Holland is present weer,
Geeft de winter slechts een kans.
Klagen zij, die koude vlieden,
Liefst in 't hoekje van den haard,
Holland, Holland op de schaatsen
Is de pret die koude waard.
's Zomers op- en in het water,
't Winters op de gladde baan,
Daar voelt Holland zich pas lekker,
Komt het nimmer achteraan!
FOREST.
Aansprakelijkheid van leden van Boe
renleenbanken.
De statuten der Coöperatieve Boeren
leenbank II te Zuid-Schaxwoude, inder
tijd aangesloten bij de Coöp. Centrale
Landbouwbank te Alkmaar, leggen den
leden de verplichting op om bij het ein
de a-an hun lidmaatschap, hun aandeel
te betauen in de door de bank geleden ver
liezen op 't einde van het boekjaar,
waarin of Avaarmede het lidmaatschap
is geëindigd, zooals die zullen worden
vastgesteld door de algemeene vergade
ring bij de goedkeuring van de desbetref
fende balans.
In den loop van 1925 zegde een zeke
re S. zijn lidmaatschap op. HoeAvel blij
kens de door de algemeene vergadering
goedgekeurde balans per 31 December
1925 over het jaar 1925 zelf een winst
was gemaakt van f 282.45, prijkte op
de balans nog een nadeelig saldo groot
f7292.85 van vorige jaren, zoodat er per
saldo een verlies was per 31 December
1925 groot f7010.40. Het uitgetreden lid
werd dus door de Bank tot betaling van
zijn aandeel in dit saldo aangesproken.
S. weigerde te betalen en de Bank liet
den man dagvaarden. De kantonrech
ter verk1 aarde de bank in haar vordering
niet ontvankelijk, overwegende, dat de
benk zelf Avinst had gemaakt, terwijl het
saldo verlies was ontstaan door overname
eener schuld der Centrale van Alkmaar,
waarbij de bank was aangesloten en daar*
vcor achtte hij de leden der baak niet
aansprakelijk,
De Eerste Kamer weer bijeen Re-
geeringsbeleiclcauserie Ministcriee-
le politiek onder de loupe Nieuwe
ontAVerpen.
Toen de Eerste Kamer Dinsdag einde
lijk Aveer bijeenkwam in openbare zitting,
was dit feitelijk niet meer dan een aan
loopje voor het grocte hegrootingsfee3t.
Alleen was er dit nieuws, dat het wets
ontwerp betreffende het Indische regee-
ringf.beleid naai- voorzitter böroa v an
Voorst tot Voorst mededeelde behan
deld zal AVorden na de algemeene beschou
wingen der Rijksbegrooting 1929. Zulks
in verband met den door kamerleden ge-
oefenden drang om dit ontwerp niet te
ispcedig te behandelen, daar er nogal
zoo het een en nader aan vast zit.
Verder nam de Kamer zonder ho-of.'le-
I ijke stemming- de verlaging van den
drankaccijns met 40 pCt. aan. Neder
land mv cht niet langer op de kurk}
van de drankflesch drijven, motiveerde
de s.d. Heer Hermans zich voor.
Het handelsA'erdrag met Turkije werd
met 31 tegen 3 stemmen aanvaard. Na.
eenige discussie. j
Vooiproefje van wat we bij de alge
meene en andere beschoivwingen over de
begroeting in onzen senaat te hooren krij
gen, Avas overigens het lijvige voorloo-
pige a-erslag. Van bijzondere originali
teit getuigden deze senntoriale algemee
ne beschouwingen nu bepaald niet. De
Tweede Kamer had zich al uit den treure
in denzelfden geest uitgesproken. Al moet
toegegeven worden, dat het inderdaad ook
(moeilijk is, over al die lang en breed
besproken zaken en bekende feiten nog
iets origineels te vertellen. Wereldschok
kend was het dus geenszins, dat „vele
leden" den huidigen politieken toestand
onbevredigend achtten Avegens het ont
breken van een parlementair kabinet,. En
dat de aanstaande verkiezingen tot het
optreden van zulk een kabinet zouden
leiden, vonden velen nog onwaarschijnlijk,
Waarbij „sommige leden" verklaarden, dat
de vroeger gecoaliseerde groote partijen
den grondslag voor samengaan hoe lan
ger hoe meer verliezen. Terwijl verder
de r.k. staatspartij nog niet rijp scheen te
zijn voor een samengaan met de s.d.
Nogmaals „vele leden" stippelden bij
voorbaat uit, hoe het eerstvolgende „ex
tra-parlementaire" kabinet dan zou moe
ten handelenbeginsel van persoonlijke
vrijheid en vrijen handel handhaven, zui
nigheid betrachten, tot verwezenlijking
van de vredesgedachte meewerken, de
maatschappelijk zwakken steunen, den so
cialen vrede bevorderen en in zijn bestuur
onpartijdig en nauwgezet zijn! Ja, als
Ave zóó'n braaf en het volmaakte nabij
komend ministerie zouden krijgen, dat
zou op den steun van een aanzienlijk ge
deelte van de Volksvertegenwoordiging
kunnen rekenen. Volgens de „vele leden",
En dat is graag te gelooven.
En dan waren er vele ontevreden. Die
niet veel goeds van het kabinet van he
den wilden zeggen. Die vonden dat da
minister -van onderwijs te kort was ge
schoten, om van dien van Waterstaat nog
maar niet, eens te reppen. Er Averd ge
klaagd ever de teleurstellende herziening
der ambtenaarssalarissen, over het „geor
ganiseerd Overleg", dat in de praktijk
niet zou bestaan. En nog veel meer.
Maar dan kwamen de „vele andere le
den" aan het woord, die het niet netieg
vonden, om het ministerie zoo te kijk tg
zetten, en die het voor deze ministers
in hun weinig behagelijke extra-parle
mentaire positie opnamen, en zeiden, da|
we dankbaar moesten zijn, dat die man
nen ïn moeilijke tijdsomstandigheden hetj
bewind op zich hadden willen nemen.
Maar, wie nu verwacht had, dat de ove
rige leden zich met het schaamrood op
de kaken hadden teruggetrokken en uitj
puur berouw elk woord verder inslikten^
die heeft het mis.
Want daar had je het Koloniale be
leid. Dat behoorde een onderwerp vanj
Algemeen Regeeringsbeleid te zijohe|