Tweede Blad Mo, 4918 vrijaas 24 Mei DE LENTEFEE voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. UpDjjfG Kinderrubriek. FEUILLETON Huiduitslag smaakt ah room Zorg voor een genotvollen dag 2. JULES MARY. 38 Door motorpech ge noopt terug te komen, zette de „Graf Zeppelin" voor de tweede maal op hoogte van de Spaansche Kust weer koers naar Friedrichshaven, doch zij slaagde er niet in, haar basis weer te bereiken, en moest bij Cuers Pier, een noodlanding maken, die dank zij de Fransche hulp schitterend verliep. De „Graf Zeppelin" in de BaDgar te Cuers Pierrefeu. InzetDr. Eckener (rechts) naast Kap. Hanon, Comman dant van het vliegveld Cuers- Pierrefeu BEHOORENDE BIJ HET Jfienwsblail Ouderdom is niet enkel een kwestie van jaren. Velen voelen zich, jonger op 70-jarigen leeftijd dan anderen van 60 of zelfs 50 jaar. Dit is een ontegen zeggelijk feit, en men kan er verschil lende oorzaken voor aangeven. Gewoonlijk hebben ouden van dagen met een jong gemoed behoorlijk zorg gedragen voor Jiun nieren. Een oude spreekwijze zegt: i,Als gij uw nieren gezond houdt, houdeD deze u gezond". En ouden van dagen kan zooytèel leed bespaard worden, want veel rugpijn, uri- nestocrnissen, ischias, spit, rhéumatische pijnen en graveel worden dikwijls noo- deloos geleden. Den nieren ontbreekt het vaak aan hulp. Zij behoevgn de bijzonde re versterkende hulp vaji Foster's Rug pijn Nieren Pillen. Door de opwekkende kracht van dit r.ierimddel wordt de, werkzaamheid der nieren hersteld; hetversterkt de nieren en. helpt deze om het bloed te filtree- ren, terwijl de afmattende ziekteverschijn selen der nieraÊandoening verdwijnen. W 'aarom zou der* ouden van dagen nog langer lijden, aas zij de benoodigde hulp onder hun bereik hebben? Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken jén drogisten a f 1.75 per fla con. 33 mer geleerd had, kwam klokslag twaalf uur de kok aangestapt, met een groote zilveren schotel op een groot blad.C Ach ter hem aan kwamen twee koksmaat'es, eik ook met een blad met een zilveren schotel er op. De kok hield zijn hoofd op zij, alsof hij vooral niet wilde ruiken, wat hij in den schotel droeg. Met een vies gezicht en,o pgetrokken neus zette hq Je schaal voor de prinses neer, en ging toen weer heen, terwijl hij een gezicht trok, als wilde hij zeggen: Hoe kan een mensch in vredesnaam zcó-iets eten Het prinsesje prikte eens met haar gouden vork in de uien met gekrulde biet, proefde wat van de zuurkool met gebakken bloedworst, en van den schoen- la p-perl jestaart, en begon toen smakelijk te eten. Haar gezichtje klaarde lieele- Wat is er nu weer gebeurd?" ,,Ik weet het niet, Majesteit, de prin ses weet het zelf niet, zegt ze, maar ik geloof, dat ze teveel, hm, teveel ge krulde uien en gebakken biet, hm, en ge- Kakken zuurkool eu bloedworsttaart heeft gegeten. Drie schalen volzei de oudste professor. ..Ach wat," zei de koning. Daar ge- loof ik niets van. Roep dadelijk alle da mes en heeren en alle dienaars van het hof bij elkaar, ik wil hen raadple gen." Even later stond de heele hof- j houding met bedrukte gezichten bij el- kaar. Niemand kon maar raden, wat er nu eigenlijk het prinsesje zoo bedroefd maak te Eindelijk trad één van de keksmaatjes naar voren, ging op zijn teenen staan, en fluisterde den koning wat in het. oor. De koning keek eerst ongeloovig, tigd heeft schilder Cornelis Gelrjns 7e. een schrijven van mej. Ph. J. C, schoonzoon van Gijshertus Blom alhier, I van Herwerden, onderwijzeres aan de TO. die in de vorige vergadering van de ge- J L. schoot alhier d.d. 25 April j.l., die gemeentelijke verfwerken is uitgesloten, j op medisch advies reeds geruimen zfekr- Waar Gelijns een goed vakman schijnt teverlef is verleend, met verzoek om eer- te ?ijn zal hij in aanmerking komen voor vol ontslag als zoodanig met ingang het gemeenteverfwerk. 2e. dat hij op 27 April .jl. eene ver gadering van de Donge-Commissie heeft bijgewoond, ingesteld ter bestudeering v. het vraagstuk der Dongevervuiling. Spr. heeft een overzicht van het in die ver gadering besprokene. 3e. dat hij ter Provincie Griffie de gevoerde correspondentie met het Ge meentebestuur van Werkendam, inzake van 1 Mei 1929. Dit verzoek is vergezeld van eene geneeskundige verklaring vna Dr. H. C. Rümke te Amsterdam. In dit verhand wordt tevens mededeeling ge daan van een schrijven van de Inspec- trice van het L. O. in de Inspectie Tilburg van 3 Mei 1929, benevens de bescheiden ingekomen tijdens de onge steldheid van mej. Van Herwerden, ter voorziening in de tijdelijk open gevalle» de verrekening krachtens de Lager On- j plaats. Burgemeester en Wethouders stel- Jl-i_ J_ J "t- A n C-+- M/\ M/i T A W IT AA V* rviTÖVZmw I r A rv\ «f rr aA tr ViS A '1 maal op. Dat was eten, dat ze nog en begon dan te glimlachen. Dan op- nooit geproefd had en het smaakte haar i eens stuurde hij alle menschen weg, en derwijst, ter inzage heeft gegeven. De •a ijzc waarop de gemeente Werkendam in deze aangelegenheid de correspondentie gevoerd heeft, vond men ter Griffie be neden peil en niet een gemeentebestuur e/te jongens en meisjes. Be* I^e oplossingen van de vorige raad sels zijn: 1. 3. 4. De vogels. Komen de vogels en eten die het zaad op, dan komt de haver niet op. Komen de vo gels niet, dan komt de haver wel op- Molenwieken, horloge of klok. Mond met tanden. Wie niet sterk is moet slim zijn. En de nieuwe raadsels zijn: 1. Wie weet waar de rook begint en het vuur eindigt? 2. Ik zal eens iets heel raars zeg gen, dat toch waar is„Jelui kunt j vast en zeker niet lezen, net zoo als je niet schrijven kunt". Rara, hoe kan dat nu waar zijn? 3. Meestal treft men mij aan in het kippenhok. Maar met een „1" er- hij, vindt je mij op de scholen. Zei men er nog een k voor, dan word ik een vruchtbare grond. Ra ra wat is dat? OOM KAREL. HET GEHEIM VAN PRINSESJE GWENDOLEE. III. Toen het prinsesje weer den heelen morgen met de knappe professors uit 'de dikke leeren boeken in de torenka- DOOR -*> Ik ben hier, mevrouw; ik heb u wak ker gemaakt. Waarcm, mijn kind? Gij waart zoo opgewonden. Gij hebt Zieker akelig gedroomd 't ScheeD alsof gij veel leedt. Een akelige droom. Zacht zeide ze tot zichzelf: Helaas, ware 't maar een droom. Heb ik dan iets gezegd? Gesproken? vroeg ze luider. Jaeenigewoorden. Hebt ge ze gehoord? Hebt ge ze be grepen? O, mevrouw, uw droom was zoo ver ward. Zeg 't maar, mijn kind, zeg 't mij. In uwe koortsachtigen droom hebt gij mijnheer den graaf Laurens de Soulai- mes voor een moordenaar, voor een dief gehouden. Ach, ik heb gedroomd, wat een onzin. Zij trachtte te glimlachen, maar in haar oogen welden twee tranen cp, die langs haar gezicht op 't dek vielen. Marie-Rose begreep, dat er van een geheim sprake was geweest, maar zij was er verre van verwijderd, haar Laurens len voor overeenkomstig verzoek mej. Van Herwerden eervol ontslag te ver leunen als onderwijzeres aan de O. L. school, en tevens den Minister van On derwijs ontheffing te vragen van de ver plichting om de vacature uit de wacht gelders aan te vullen. Hiertoe wordt me$ algemeene stemmen besloten. 8e. een schrijven van de vereeniging van ambtenaren der gemeente financietn, gemeentebedrijven en gemeentedienst» té Rotterdam, met verzoek eene bijdrage te verleenen ter bestrijding van de kosterij die door de ingestelde commissieën zul- wet? naar Amerika ter len wcrden gemaakt voor de rapporten, weg naar AmeriKa, ter inzake de begrootings boekhouding, uit- best. De professoren keken met gefrons- de wenkbrauwen toe en knepen onge merkt hun neuzen dicht. Even later kwam de koning binnen, om te kijken, hoe het prinsesje het maakte. Hij snoof de eet- lucht eens op, en kwam nader bij. Als je goed toegekeken had, zou je hebben.kun nen zien, dat de koning waterlande. Hij was een klein beetje misselijk van al die sla groom en roomsoezen en mokkas taar ten, die de kok altijd voor hem bakte omdat hij de koning was. En hij vond de gebakken uien heerlijk ruiken. Toen het prinsesje dus even opkeek, pakte hij gauw een uitje weg en at het op. Dat ging zoo door, tot alle drie de schalen schoon leeg waren. Teen vroeg de koningHeeft het ge smaakt, prinsesje Gwendolee. „Heerlijk", lachte de prinses, „jammer dat het op is." Toen de professoren dat hoorden, kwa men ze verwonderd toeloopen en sloe gen hun handen in elkaar, terwijl ze mompelden. „Hoe is het mogelijk, da,t een jrinses zóóveel kan eten." Maar de koning lachte vroolijk en zei: ,,Zoo, dan ga ik maar weer, straks kom ik nog even zien, hoe het prinsesje het verder maakt." Toen hij echter een paar uurtjes la ter het was in den zomer en het z,onnet je scheen heerlijk buiten, terwijl de vogels vroolijke liedjes ten beste ga ven terugkwam, zag hij de professors met ernstige, donkere gezichten s'.ain kijken en het prinsesjehuilde weer tranen met tuiten. „Mol heb ik van mijn leven", riep de koning uit. ,,Ik zal een gebakken ui wordeD als ik er een sikkepit van snap. zei tegen het prinsesje. „Ga in den tuin, waar je gisteravond die kindertjes ge zien heb." Nog steeds huilend stond het prin sesje op> en ging naar het grasyeld vóór het paleis. (Wordt vervolgd.) waai dig. Men deelde echter mede, dat er voor Gedeputeerde Staten wel geen aanleiding zal bestaan om in deze in te grijpen. Vandaar stellen B. en W. voor deze kwestie te laten rusten, waax- 1 mede men eenparig accooivl gaat. 4e. dat Burgemeester en Wethouders voorstellen om de sloot achter de O. L. se? c ol, die in verwaarloosden toestand verkeerd in de toekomst voor zooveel breiding c.q. invoering gemeentegiro en op-leiding en examens van financieële en comptabele gemeenteambtenaren. Met waardeering voor den arbeid die verricht staat te worden, stellen B. en W,, in verband met de gemeentelijke financieel»; voor, afwijzend op de aanvraag te be schikken. Dienovereenkomstig wordt een parig besloten. 9e. een circulaire van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van .13 Maart j.l. inzake toepassing van Art. l'J4 der Lagere nderwijs wet 1920. In dien z'in -zal in het vervolg dit artikel worden toege past. iOe. een schrijven van het bestuur van het fanfarekorps Euterpe" alhier inza ke toekenning subsidie over 1929. B. en W. stellen voor 1929 een bedrag y;uj f 50.— beschikbaar te stellen, waartoe met algemeene stemmen wordt beslo ten. 11e. een schrijven van den Raad van Commissarissen der N. V. Waterleiding Maatschappij N. W. Brabant te Ouden- bosoh, betreffende verplichting aanslui ting aan de waterleiding vóór 1 Jan. 1930. B. en W. stellen voor om de ingezetenen, die nog niet zijn aangeslo^ ten op de verplichte aansluiting vóór 1 Januari 1930 schriftelijk te wijzen. Hier toe wordt besloten. 12e. een Besluit van Ged. Staten de zer Provincie tot goedkeuring van het Rapadsbesluit van 4 December 1928, in zake het verleenen van medewerking tot ncodig te dempen en daarvoor een r.o leering in de plaats te stellen. Na dem- bet. daarstellen van een buurweg oyer pióff za,l de afscheiding dien te geschie- een strook ter breedte van 6 Meter langs voor een misdadiger te houden. Op dat oogenblik trad Michel met Gil- berte binnen. De teedere woorden zijner dochter had den hem eenigszins opgebeurd. Hij ge veelde zich niet alleen kalmer, of meer getrcost, maai- sterker, nn hij bemerkte, met hoeveel teederheid en liefde hij om ringd was. Daar hij wist, dat zijn moe der ziek was, kwam hij naar haar zien. De blinde hoorde hen niet binnen treden, daar zij te ontroerd was, door de vreeseüjke gedachte aan haar schuldige zcon. Hce gaat 't met haar? vroeg de mar kies aan Marie. Zij heeft een verschrikkelijke nachtmer rie gehad. Zij heeft den moord nogmaals beleefd en uw broedervoor den moordenaar gehouden. Hij beefde en staarde Marie verschrikt aan. Gij hebt 't 'toch niet geloofd, niet waar? Zij werd bij die woorden nog bleeker. Wat was dat? Waarom ontstelden al len zoo bij dat verhaal van den droom 1 der markiezin? Waarvoor drongen zij er zoo op- aan, dat zij het niet gelooven moest. Laat mij met mijn moeder alleen juf frouw, zeide hrj tot Marie. Men wilde haar juist nu wegzenden. Op ieder ander oogenblik zou zij er zich niets over verwonderd kebbea, maar dezen avond scheen haar alles zoo vreemd, alsof zij niet 't geheim ontdek ken mocht, dat er in den droom der markiezin stak. 7>angzaam verliet zij 't vertrek. Bij 't bed der blinde keerde zij niet jneer terug. Gilberte en Michel wilden Vergadering van den raad der gemeente 's GRAVEMOER, op 6 Mei 1929, des namiddags om half acht. Aanwezig zijn de leden D. van Beek; W. Versteeg; G. Verha gen; W. Begeer; Mevr. D. J. Millenaar- Loeff; A. va.n Willigen en C. de Jong. Voorzitter is de heer D. Smits, Bur gemeester, tevens Secretaris. De Voorzitter opent de vergadering met formuliergebed en stelt aan de orde de voorlezing der notulen der vorige ver gadering, die onveranderd worden goed gekeurd en geteekent. Bij loting wordt uitgemaakt, dat bij' de te honden stemmingen in deze ver gadering, de heer W. Versteeg No. 2 van de presentielijst, het eerst zijn stem zal uitbrengen. De Voorzitter deelt mede: le. dat zich in de gemeente geves dien nacht bij beurten bij de zieke wa ken. Zij vreesden een onvoorzichtig woerd, een nieuwen koortsaanval. Ieder gevaar hierbij moest vermeden worden. Den volgenden dag was de markiezin tegen den middag iets beter. Zij1 stond met behulp van Gilberte op, dronk een koip bouljon en liep 't ver trek eenige malen op en neer. Daarna ging zij in haar grooten leunstoel bij 't geopende venster zitten de zon scheen warm op haar gelaat. Toen de blinde de warmte der stralen op hoofd en scboudefs voelde, kon zij zich niet weer houden te zeggen Wat een mooi weer is 't vandaag. Ja, moeder. Voelt gij u sterk genoeg om uit te gaan? Wilt ge wat in den tuin wandelen, dan kunt ge cp den arm van Gilberte en mij steunen? Neen daar ben ik te zwak voor. Ik wil liever hierblijven. Alle drie zwegen nu geruimen tijd. 't Scheen, alsof de blinde haar zoon en Gilberte vergeten had, totdat zij eens klaps zeide Spreken de bladen reeds van 't onge luk? Zij verhalen 't geheel. Wat zeggen zij Zij geven de voornaamste bijzonder heden slechts aan. Vermelden zij de arrestatie van dien. dien Mirador? Ja, en zelfs bijzonderheden, die ik niet wist. Ik stond erg verbaasd, toen ik vernam, dat Mirador zóó grof speelde. Zcodat de vermoedens tegen dien jon gen ernstig genoeg zullen wezen? Ja, antwoordde de markies gedwongen, zeer ernstig. En jij, mijn zoon, wat denkt gij ervan? den met ijzeren palen, waaraan harmoni cagaas te bevestigen met een prikkel draad er boven doorheen, waarmede de Raad zich eenparig vereenigd. 5e. dat B. en W. voorstellen om de O, Ischool en het z.g. schoolhuis zoo spoedig mogelijk te laten verven, bene vens de muziektent. Hiertoe wordt besloten. Het werk zal onder de in de gemeente wonende schil ders worden aanbesteed. Voorts zal van buiten worden geverfd de ambtswoning van den Havenmeester en den Opziener der Algemeene begraafplaats. Hiertoe zal van schilder Beunis, die dit jaar het verfwerk heeft, prijsopgaaf worden ge- v raagd. 6e. dat B. en W. in overleg met het Armbestuur t.c.t. den datum zullen be palen van a.s. hooiverpackting van de gemeente en de Armenlanderijen. Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Purolzeep droog dan voorzichtig af en doe er wat Purol op. Herhaal dit eiken dag, zoo lang het noodig is. Hij bewaarde 't stilzwijgen. Beiden, mceder zoowel als zoon, hadden dezelfde gedachte; beiden waren er vast van oven tuigd, dat Laurens de schuldige was, maar ieder wilde zijn geheim voor den j ander verbergen. 1 Wat denkt gij er van, mijn zoon? her haalde zij. Ik ben ongerust, moeder, want zooiets had ik van Mirador noch vermoed of verwacht. Denkt gij echter, dat hij schuldig is? Ik weet 't waarlijk niet, moederik weet 't nietwe zullen moeten af wachten Wachten, zeide ze. En wat zal er ge durende dien tijd voorvallen? Iemand, die z.nder verdediging in de macht van 't gerecht is, verliest zijn hoofd. Hij weet niets meer te zeggen. De eenvou- en openhartigste verklaringen schijnen verward. Alles loopt ook samen om hem schuldig te doen schijnen, hoewel, hij toch onschuldig is. Wij hebben altijd veel van Mirador gehouden.gij voor al, die hem reeds in 't leger kendet. Ik geloof, mijn zoon, dat 't uw plicht is, hem in dergelijke treurige toestan den niet te verstootenAls hij schul dig is, zal de justitie er de bewijzen weldra voor vinden, en is uw rol ge ëindigd, maar zoolang als alles nog maar een vermoeden is, moet gij hem in be scherming nemenHij moet inzien, dat, hoewel hij gevangen zit, de wereld nog niet aan zijn schuld gelooft. Maar wat zou ik dan doen kunnen? vrceg hij onrustig. Uw plicht,zeide zij langzaam, op bevenden toon. I Als door een adder gebeten, sprong hij op. Had hij 't begrepen? Als zij wist, de 's Gravemoersche. Vaart van de per» ceelen aldaar, sectie A. 136 t. en m. 154, 328,829,157 t. en m. 172, 932, 933. 17 i t. en m. 17?'. 13e. het verslag van de plaatselijke commissie van Toezicht op. het Lager Onderwijs over 1928. ]4e. een besluit van Ged. Staten de zer Provincie tot goedkeuring van het Raadsbesluit van 5 Maart 1929, inzak© den verkoop van 13 eikeboomen in den Hoegendijk aan de Gebx. Van den Born, wagenmakers te Waspik. 15e. het verslag der Commissie tot wering van schoolverzuim over 1928. 16e. een adres van de vereeniging jy. Nederlandsche Gemeenten te 's-Graven- hage, gericht aan de Tweede Kamer der Staten Generaal inzake het wetsontwerp tct herziening van de financieële verhou ding tusschen het Rijk en de gemeen ten. Het betrokken wetsontwerp is be reids door de Tweede Kamer aangenomen, 17e een schrijven van de N. V. Ned, Therm -Chemische fabrieken te Amster dam, inzake destructie ingevolge de Vleeschkeuringswet en Veewet, Deze aan gelegenheid zal t. z. t. ter nadere be- dat Laurens schuldig was en Michel gebood zijn plicht te doen, dan beteeken- de. dit: Lever uw broeder aan 't gerech$ over. I>aar hij Gilberte met haar zakdoek tusschen haar lippen hoorde snikken, zei de hij tot haar; Ga, mijn kind, ga naar Marie-Rose en laat ons alleen. De blinde had 't begTepen. Zij liet Gil berte weggaan en zeide toen. Zijn wij alleen? Ja moeder. Ik heb gezegd, mijn zoon, da,t men voor zijn plicht nooit weifelen mag. Mijn God, mijn God, mompelde hij. Verondersteld, dat 't toeval u ten eeni- gen tijd een bewijs voor de onschuld van Mirador in handen geeft, zoudt gij 'Jt dan niet aan de justitie geven?Da.t bewijs nu moet gevonden worden. Moeder, wat eischt ge? vroeg hij ont steld. Waarom zoo ontroerd, mijn zoon? O, moeder, moeder. Weet gij 't nietl. Ik weet niets. Wat is er dan? Zij had haar gezicht schrap gezet en sprak met zooveel kalmte, zooveel droe ve waardigheid, dat hij een oogenblik geloefde, dat hij zioh vergist had, dat zij van niets afwist, dat God de oneindige goedheid gehad had, haar geestvermo gen in een even groote duisternis to laten als hare oogen. Zeker, ik zal mijn plicht doen, moe der. Goed, mijn kind. Gij zult Mirador dus helpen uit de gevangenis te komen? Ja, ik zal hem helpen. En zult gij daarvoor yoor niets terug deinzen (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1929 | | pagina 5