Tweede Blad
t -""via
hm PsMi
DE LENTEFEE
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerw^rd.
Fietstocbïen
SLAP!
BEZOEKT
Kinderrubriek.
Kantongerecht Heusden
Plaatselijk Xieiiws
BEHOORENDE BIJ HET
Het Doorzitten bjjjf Wielrijder, een door
de zon verbraB'de Haid, Schrijnen en
Smetten verzicht en geneest men met
Doos 30,60, Tube 80 ct. PUROL
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
1. Het ei.
2. Stokvisc-h, want zijn kop ligt in
Noorwegen en zijn lijf is hier.
3. Raaf graaf.
En de nieuwe raadsels zijn:
1. Welke overeenkomst bestaat er tus-
schen het eiland Schokland en de
letter E?
2. Als ik hier aankom van verre lan
den, ben ik groen. Maar niet zoo
dra ben ik hier, of men gaat mij bo
ven het vuur wentelen, om mij'
zwart te branden. Wie ben ik?
3. Ik ben een flinke vent, een hulp
in nood. Leest men mij van voren
naar achteren, ik blijf steeds dezelf
de. Rara wat is dat??
„Kom, vrouw," zei de boer, „zeur nu
niet aldoor over die wensch. Die kunnen
we immers altijd nog deen? En wat zou je
een spijt hebben, als je hem eenmaal ge
daan had en je zou iets anders nog veel
liever hebben gehad. Best mogelijk, dat er
eens een tijd komt, dat het ons tegen
loopt. En dan zullen we den ring nog
veel harder noodig hebben, dan nu. Kijk
toch eens, hoe fijn alles tot nu toe ge
gaan is. We zijn jong en kunnen hard
werken. Hebben we niet voortdurend ge
luk gehad, zoolang we den ring in ons
tjCzit hebben? Kom, vrouw, wees ver
standig en praat er niet meer over. La
ten we rustig afwachten. En ga jij on
derwijl maar door met bedenken, wat je
wel zou willen wenschen.
En zoo ging de boer maar door met
hard werken en hoe ijveriger hij was,
hoe grooter werd zijn rijkdom. Des avonds,
na het werk, zat hij op zijn gemak voor
j OOM KAREL.
HET GEHEIM VAN DEN RING.
i in.
En weer werkten de boer en zijn vrouw
•welgemoed een heel jaar lang en zie,
aan bet eind van dat tweede jaar had
den ze zooveel geld overgehouden, dat
ze makkelijk twee koeien en twee paar
den erbij konden koopien. De boer was
erg blij en spra,k' tot zijn vrouw: „Nou,
wat heb ik je gezegd? Nu hebben we
weer gekregen wat we graag wilden heb
ben, en zelfs nog dubbel zooveel. Wat zijn
we toch gelukkig. En evengoed hebben
we nog steeds onze wensch, die ver
vuld kan worden."
Maar zijn vrouw was een beetje boos,
Want zij wilde zooi erg graag den toover-
ring beproeven en een wensch doen. „Wat
bén je toch. een rare vent", zei ze tot
haar man, „vroeger klaagde je altijd steen
en been dat je zoo hard moest werken,
en toen had je allerlei wenschen, d;e
toch niet vervuld konden worden. En
nu je een tooverring hebt1, die je alles
kan geven, wat je maar wil, nu werk je
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat,
en ondertusschen gaan de beste jaren
van je leven voorbij1. Sapperdekriek nog-
ian-toe, je zou koning, keizer kunnen
zijn. Je zou kisten vol met goud en
juweelen kunnen hebben, je kon een
schatrijk heereboer zijn met duizenden
koeien. En je bent gewoonweg nieman-
dal, alleen omdat ej niet kunt besluiten,
wat je nu eigenlijk wenschen zult."
FEUILLETON
DOOR
JULES MARY.
EZZ>
54
Dat- begrijp ik niet.
Reeds verscheidene misdaden hebt gij
aan den dag gebracht, maar in al die
misdaden beeft 't een of ander bestaan
de spooru op andere sporen ge
bracht.
Bijna altijd.
Ileht gij echter ooit een zaak behandeld
zonder één dier materieele sporen, waar
van ik spreekhier bestaan slechts
overtuigingen, en overtuigingen, die niet
een schuldige op zijn gezicht beschuldi-
digen maar een geheimzinnig wezen, waar
van men noch de gedachte, noch 't doel
kan begrijpenwaarvan de misdaad
cnverklaarblaar isals 't niet door
jovertuiging bewezen wasHebt gij,
mijnheer Gaume, in uw belangrijke loop
baan ooit zulk een misdaad behandeld?
Neen, mijnheer antwoordde de agent
eenvoudig.
De politie bazuint aan 't publiek niet
altijd 't geheim barer onderzoekingen uit.
Zij wendt steeds voor, er niets van te be
grijpen, want zij is voorzichtig. Zij ver
klaart echter alles, mijnheer. Voor haar
bestaat er geen geheim.
Zoodat in zake de moord van Jactel,
uw overtuiging zou-.
In de zaak Jactel, mijnbeer zijn er
slechts vermoedens en wel zeer zware,
bedroefd, omdat bun ouders gestorven
"ftaren. En toen hun droefheid een beetje
"er was, stelde één van de kinderen voor,
een ring te bewaren als- een aandenken
Maar de oudste zoon zei: Nee, laat hem
aan zijn vinger zitten en laat bij met
Jiem begraven worden. Hij was er erg aan
geneent en moeder keek er dikwijls naar.
Misschien gaf zij hem den ring wel,
toen ze een jong meisje wasT. Zoo
werd de ring met den boer begraven, de
ring waarvan men dacht, dat het een
tvcverring was, doch die toch heelemaal
geen tooverring was. En toch had die
ring den boer net zooveel geluk gebracht,
als de meeste menschen maar kunnen
wenschen. "Waaruit je maar weer kunt
zien, dat een onnoozel ding in goede han
den, veel beter is dan een goed ding
in slechtehanden.
EINDE.
de Heusdensche
Winkelweek,
die gehouden wordt van 2431 Juli.
VinkMijn zoon kreeg iedere week van
verdachte f 1.00 loon met de kost.
Kantonrechter tegen verdachteJij bent
ook een van die menschen, die denken
dat zij maar straffeloos kunnen liegen
en de Kantonrechter hen toch wel ge
looft. Maar dan heb je bet glad mis.
't Eenige succes dat je met liegen en
bedriegen kunt bereiken is een zwaarderé
straf en daarom geef ik je nu ook f 20.00
of 10 dagen.
A. N. boerenarbeider te Waardhuizen
staat terecht omdat hij geen kennis bad
gegeven aan den Raad van Arbeid, dat hij
Het tragisch auto ongeluk
bij Dubbeldam, dat aan
drie menschen het leven
kostte. De foto laat de
verschrikkelijke oogen-
blikken denken, welke de i
slachtoffers moeten heb-
ben meegemaakt, toen I
de wagen in brand vloog
en twee van hen zich
niet meer konden redden.
bet huis en rookte zijn pijpje en maak
te ,'on praatje met zijn buren. De vrouw-
dacht maar aldoor aan den wensch, maar
bet werd baar hoe langer boe moei
lijker om iets te bedenken, dat ze graag
hebben wilde. Want ze werden zoo rijlk,
dat ze zich alles konden koopen, wat ze
maar bedenken konden. Toch bleef de
vxeuw maar denken en denken. Af en
toe dacht ze wel, dat ze iets gevonden
had, dat ze heel graag Wilde hebben,
maar de boer wilde den tooverring nog
niet gebruiken. We hebben nog de tijd
daarmee, antwoordde hij steeds. Eindelijk
begreep de vrouw, dat zij baar man er
toch niet toe kon bewegen, een wensch
te doen, en daarom zweeg zij er op het
laatst maar over, en de ring raakte al
dus in het vergeetboek. De boer keek
er wel af en toe eens naar, maar hij
paste wel op, dat bij geen wensch uit-
sprak.
Zoo gingen dertig, veertig, vijftig lan
ge jaren voorbij. De boer en zijn vrouw
waren nu heel, heel oud en grijs. En op
een goeden nacht sliepen de boer en zijn
•vrouw kalm in, om nooit meer te ont
waken. Toen kwamen de kinderen en de
kleinkinderen en waren natuurlijk heel
STRAFZITTING VAN HET KANTON
GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag
5 Juli 1929.
Kantonrechter: Mr. 0. W. v. Ommeren.
Ambtenaar van het Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. A. van Rijekevorsel (waarne
mend).
Griffier: Mr. W. Ru it inga,
P. v. d. W. bakker te Almkerk bad den
ambtenaar van den Raad van Arbeid J.
Meinders voorgelogen door dezen te zeg
gen dat een zekere Theuhis Gerrit Vink,
die bij hem werkte, nooit een cent bij
hem had verdiend.
Verdachte: Vink verdiende niets en
er is nooit over loon gepraat. Den gul
den verdiende Vink als helper van Paans
vi.or het bezorgen van couranten. Wel
kreeg Vink wel eens winkelwaren bij mij
voor minderen prijs dan zij kostten.
Getuige Theunis Gerrit Vink: Ik ver
diende iedere week bij verdachte f 1.00,
dien ik in geld uitbetaald kreeg en de
kost.
Getuige Lena van Hemert, moeder van
\o& die V
Liw ca.de
(Adv. in Blokschrift)
iKctlinq
AlodLj-si
m op, verruim
maar van overtuiging kan er geen spraak
wezen.
Men mag Mirador verdenken, gestolen
heeft Lij echter niet.
Zou de politie dan haar onderzoek niet
ergens anders voort kunnen zetten?
Waar?
Zooeven, mijnheer, hebt gij dat schan
daal in de cilub aangeroerd.
Welnu
Dat schandaal is 't werk van een mij
onbekenden vijand.
Och kom, zeide Gaume zijn schouders
ophalende.
Ge gelooft mij niet?
Niet geheel.
Toch is 't de waarheid.
Dus hebt gij dien nacht geen honderd
duizend francs met baccarat verloren?
Ik heb ze verloren.
En gij hebt binnen den bepaalden tijd
uw medespelers voldaan
Keen, ik heb ze niet betaald. -
Zoo?
De club bad geen enkel besluit te
gen mij uitgevaardigd. Men heeft mij
schandelijk belasterd, en de ellendeling,
die 't nieuws aan de bladen zond, deed
dit, opdat dit vermeende besluit rucht
baar zou worden en onherstelbaar zou
wezen.
Dat wist ik niet.
De president, de leden der commissie,
alle leden der club kunnen 't u zonder
uitzondering bevestigen.
Wien verdenkt ge.
Ik zeide 't u immers.
Maar welk verband kan er tusschen
deze zaak en die van Jactel wezen?
Gij zult 't begrijpen.
Gaume klopte zijn pijp uit, waarvan
de asch op zijn pols viel.
Daarna begon hij onrustig met zijn
vingers op de tafel te trommelen.
Laurens maakte hieruit opi, dat bij
ongeduldig werd.
Nog eenige minuten mijnheer, zeide bij
smeekend. Ik verzeker u, dat ge er be
lang in zult stellen.
Vervolg vrij. Gij verveelt mij in 't
minst niet, antwoordde Gaume beleefd.
Acht dagen daarna, klopte -een man bij
mij1 aAl en overhandigde mij, uit naam
van mijn broeder tien wissels voor een
gezamenlijke som van honderdduizend
francs, welke de handteekening van den
markies de Soulaimes droegen en bestemd
waren, mij van mijn schande te redden,
om mijn speelschuld te kunnen beta
len.
O, zoo, gaf Gaume ten antwoord, dat
zijn dus die honderdduizend francs, die
drie dagen vóór den moord, uit de kas
genomen zijn?
Juist.
En de markies heeft geweigerd mede te
doelen, waaraan hij dat geld besteed had?
Ja, Hij kon 't niet.
Waarom niet?
Die wissels waren niet van hem. De
handteekening was valsoh. En de falsaris,
Hé, riep Gaume verrast uit. De fal
saris waart gij dat
Neen, maar hij meende, dat ik 't was
Hij betaalde, om schandaal en schande te
voorkomen.
Ach, die arme manmaar.
En zijn blik doorboorde als 't ware de
ziel van Laurens.
Gij vraagt u af, niet waar, of ik werke
lijk de onderteekening dier wissels ver-
valscht bad?
Ja, ik beken 't. En de duivel moge me
halen, als die gedachte, niet bij iedereen
Oorustigeri Oversparen. Gebruik hiertegen
de ZenuwstillftjrÖe eri Zenuwsterkende
Mijnhardts Zenuwtabietten
Glazen R#f(sje 75 ct. By Apoth. en Drogisten.
Tder was geworden en omdat bij aan
den Ambtenaar van den Raad van Ar
beid J. Meinders geweigerd bad, de ge
vraagde inlichtingen te geven door; te
zeggen dat hij' met dien rommel niets
te makten wilde hebben.
KantonrechterJe bent een mooie ke
rel.
Getuige P. S. NieuWenhuizenVerdach-
te's vader is een broer van mij'. Verdachte
is bij mij in dienst en verdiende verle
iden jaar f 11.00 per week en nu na
Mei f 13.00. Zijn vader is niet erg voor
plakken.
Kantonrechter: Maar ik ben er voor
dat men den ambtenaar Meinders de in
lichtingen geeft, die deze verlangt. En
dat zal gebeuren ook al gaat de onder
ste steen boven staan. Ik geef verdachte
nn twee straffen n.l. f5.00 of 3 dagen
en f 15.00 of 10 dagen. Je ziet dat je
zwijgen duur moet betaald worden en
dat zwijgen ook wel eens goud kan zijn
in minder gewenschten zin.
J. J. K. landbouwer te Drunen bad al
rijdende op zijn met paard bespannen
kar zitten slapen. Twee marechaussée's
hadden een heel eind naast de kar mee-
geloopen alvorens verdachte hen bespeur
de.
Verdachte: Ik zat zoo met de pet over
de o-cgen en had juist nog uitgekeken.
Slapen deed ik niet.
Kantonrechter: Dan wil je zeker be
weren dat de marechausséa's hebben ge
slapen. Enfin ik zal je voor vandaag zeker
wel wakker houden en dat doe ik heif
best door je f 15.00 of 10 dagen te geven.
De hond van D. de F- landbouwer te
Andel bad in bet veld een haasje dood
gebeten, terwijl verdachte den hond niet
teruggeroepen had.
Veidachte: De haas ging vlak voor mij
op1, terwijl de hond op mijn jas lag te
slapen. De hond ging den haas toen na-
en ik heb er niet aan gedacht om den
bend terug te roepen.
Kantonrechter: Je zegt dat je bond
sliep. Maar hoe kan hij dan den haan
gezien hebben.
VerdachteDat weet ik niet.
Kantonrechter: Jij hebt den hond na*-
tuurlijk wakker geroepen, want jij lust'
wel graag een hazenbout je. Overigens sta-
jc gunstig bekend.
Vror dit keer zal ik er .je met f5.0®
of 3 dagen laten afkomen. Maar voor
taan den hond thuis laten, boor je dat
nu gred?
A. v. N. arbeider te Almkerk had zij*
leerplichtig kind de school laten ver
zuimen.
Kantonrechter: Hoe zit dat?
Verdachte: Ik dacht dat het kind, niet;
meer naar school behoefte te gaan. Ik
heb 9 kinderen dus een groot gezin e*
nu is dit kind de oudste jongen. Hif
baalt les bij eene onderwijzeres.
Kantonrechter: Sedert wanneer?
Vèrdachte: Te beginnen na deze uiti-
sp-raak
KantonrechterMaar dan wil ik de
uitspraak eens uitstellen tot 2 Augustus
a.s. en dan breng jij- een briefje mee va*
de onderwijzeres ten bewijze dat ze je
jongen les geeft. Je bent wel een juweél
van een kerel en altijd eerlijk; als 't xnaa^
niet de Leerplichtwet betreft.
J. D. te Andel had met een wargare®
gevischt. Verdachte die niet op zijn
mondje is gevallen ontkent en zegt dat-
hij is gekomen om de waarheid te zeg
gen en deze dan ook zegt.
j Verdachte had in zijn eigen visch-
twater met zijn boot gevaren gevischt
met een wargaren beeft hij1 echter niet,
Verdachte geeft den schijn dat in zijn
vischwater door anderen wordt gevischk-
Het naast zijn boot gevonden wargaren
was volgens verdachte niet van hem.
De Kantonrechter stelt deze zaak boft
de volgende zitting uit.
S. V. koopman te Veen was bezig ge
weest met het brekten van dood bout is
eeti bcsc-h te Veen.
Kantonrechter: Je hebt al meer op je
kerfstok dit is echter al lang geleden,
Getuige A. v. d. Plas Opperwachtmee
ster te Heusden: zegt dat hij- verdachte
in het bosch bad aangetroffen met een
hondenkar bespannen met twee honden
Lastig is verdachte niet hij w;ordt, zoic
langzamer hand te oud.
Kantonrechter: Je bent een arme drom
mel en zal je voor deze keer maar f 3.06
of 2 dagen geven.
Verdachtef 3.00 Dès veul te veul kp«
rel drie gulden is nog veul te veul,
cpi moest komen.
Zou ik u mijn wandaad komen beken
nen, als ik haar werkelijk begaan bad.
Ik denk 't niet, 't zou; tenminste niet in
uW belang wezen. j
Ik ten verdacht door mijn broeder en
door mijn moeder. Mijn onsehuid heb ik
bun niet kunnen bewijzen, maar ik heb
mij tot hun hart gewend en toen hebben
zij mij geloofd. Zoo moet gij, mijnbeer mij
eveneens gelooven.
Dat zal moeielijker gaan.
Wellicht want ik het nog niet alles
gezegd. Van die twee misdaden beeft
men mij niet alleen beschuldigd, maar
mijn broeder en mijn moeder hebben mij
van den moord van Jactel beschuldigd.
U, riep de agent uit.
Mijn broeder, omdat hij mij dienzelfden
avond gezien beeft, toen ik den tuin
muur over klom, den tuinmuur van zijn
huis van 't buis waaruit ik verban
nen wasen waarin ik teruggekeerd
was, om mijn moeder te ombelzen.
Maarhoe heeft die u kunnen geloo
ven?
Mijn, moeder, omdat de man, die zij
wanhopig bij 't lijk van Jactel vastgegre
pen had, haar toefluisterde: „Ik ben Lau-J
rens, uw zoon."
Gaume bad zijn pijp opnieuw gestopt,
maar dacht niet meer aan rooken.
Wat een vreemde geschiedenis vertelt
ge me daar toch? vroeg hij.
De waarheid, ik zweer 't u.
Maar uw moeder, beeft, toen zij door
'den heer Chabert ondervraagd werd, be
weerd, dat die man geen enkele letter
greep gezegd heeft.
Mijn moeder vreesde, dat men mij.
Ik begrijp 't.
Maar ik, mijnheer, die niets vrees, ik
ANDEL.
De heer A. van Houwelingen is aa®
de Ckr. Hoogere Burgerschool te Dor
drecht van de 3de naar de 4de klasse be
vorderd.
De dekknecht Ant. Straver had hei
ongeluk met zijn arm bekneld te ge
raken, tengevolge waarvan hij' zich ou
de i' geneeskundige behandeling moest
stellen.
De heer W. Bronkhorst, Hoofd defcj
Landbouwschool maakte met de leerlin
gen der hoogste klasse een uitstapje^
teneinde verschillende boerderijen enz. is'
o-ogenschouW te nemen.
BABYLONIëNBROEK.
Dezer dagen wterd door het beslui#
van het kinderkoor „De Zangvogeltjes®
alhier het Eere-voorzitterschap aangebo
den aan den WelEd. Heer Zaanen, hoolij
der s< boel alhier en tevens het, bescherm-
ben tot u gekomen en heb u alles mede
gedeeld. En ik vraag u, of gij nu, even.-
I als ik, gelooft, dat de drie misdaden, de
moord, de vervalsching en 't aanplakken,
van die lastering door een enkelen per
soon verricht zijn.
Met welk doel? j
Ach, mijnheer, als ik dat wist.
Gij hebt gelijk en ik heb een dwaasheifi
gezegd. Als wij 't doel kenden, zouden
we niet veel meer behoeven te wétên.
Ha, mijnheer, ook gij gelooft mij dus!
Duivels, eenigszins, antwoordde Gaume,-
die nog steeds twijfelde. Ik zal u niet'
verbergen, dat ik in de club een onder
zoek in ga stellen en indien ge daar
omtrent gelogen hebt, zal ik eveneens
zoo over 't overige denken en dan zal
't des te erger voor u wezen; dan zulfc'
ge u voor mijnbeer Chabert verantwoor
den moeten. Indien gij' daarentegen waar
heid gesproken hebt, zullen wij' waar
schijnlijk den bewerker van die geheim
zinnige zaak vinden, want dergelijke ge
vallen, mijnheer, komen meer voor, dan gij
wel denkt. i
Lam ens loosde een diepen zucht e®
stond op-,
Hoe bleek hij in den laatsten tijd oofc
zag, nu kleurde zijn jeugdig bloed, zij*
wangen.
O, mijnheer, mijnbeer, hoe gelukkig beE
ik, stamelde bij. i
Hg beefde en wankelde.
Wat is dat vroeg GaumeWat scheelt;
u? Wat overkomt u?
Hij schoof den stoel naar Laurens toe.
Was tijd. Laurens viel er op neer en ver
loor zijn bewustzijn. Weldra kwam hg
echter bij stond op en verontschuldigd®
zich: i i i
(Wordt vervolgd.)» f