DE LENTEFEE
FEUILLETON
püpss?
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4949. Woensdag 11 September 1929,
Zij, die zich op dit Blad
wenschen te abonneeren
ontvangen de tot 1 Oct.
verschijnende nummers
GRATIS
Parlementair Overzicht.
Buitenland
^and VAN ALTENA
Dit blad mnchynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnemêntsprys: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt f 1.40, Afzonderlgke
nummers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 91535.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regt!
meer 45 cent. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
DOOR
JULES MARY.
POLITICUS.
smaakt a/s mom
voor tint Lul in Heusden n mtiiUiliiistrut tilt Bmtltrviirl
Een opmerkelijke figuur in het par
lementaire leven Koninklijke be-
lconing Kamerleden die niet sla
pen De Scheldekwestie.
Wanneer aan den vooravond van den
31en Augustus de milde lintjesregen op
al of niet roem-dorstigen nederdaalt, kan
men er vrijwel zeker van zijn, da,t in
een of anderen vorm eenige markante fi
guren uit ons parlementaire leven in
het oranjezonnetje worden gezet, en al
dus een openlijke erkenning v»in hupnte
verdiensten ontvangen, vrij van politieke
bijsmaak. Zoo is nu de oud-minister van
financiën, oud-lid van de Eerste Kamer
en thans benoemd verklaard lid van de
Tweede Kamer: de heer H. Colijn benoemd
tot Minister van Staat. Hetgeen door
velen ook door politieke tegenstanders
beschouwd wordt als de bekroning
van een merkwaardig actieve carrière van
Üen man, die, opgeleid voor onderwijzer,
bij! het Instructie Bataljon in Kampen
tot luitenant werd opgeleid, tot 1907
hij! het Indische leger diende, diverse
onderscheidingen voor betoonden moed
ontving, en vervolgens in het civele be-
tetuursleven overging, om enkele jaren
iden grooten oorlog in de Tweede Ka
mer zijn trede te doen. En reeds in 1911
zien we Colijn als minister optreden.
iVan oorlog natuurlijk. In 1912 tevens
.van Marine ad interim. Dan volgt een
periode van minder groote directe ac
tiviteit, want van 1914 t,ot 1920 zit Co
lijn dan in de Eerste Kamer. Het jaar
192-2 vindt hem weer in het „harrenas"
terug, in de Tweede Kamer. Er komen
donkere dagen voor Nederlands financi
eel© positie. De na-oorlogsmaladse doet
zich gevoelen, heel Europa zucht on
der de gevolgen van den oorlog. De her-
stelstrijd is zwaar. Gedesorganisserde va
luta's in heel Europa ruineeren den han
den. De Nederlandsche Staat leeft op te
groeten voet. En dan, in Augustus 1923,
aanvaardt Colijn de portefeuille van
financiën. En voert een krasse bezuini-
gingspolitiek, die hem veel vijanden op
den hals haalt, veel critiek, veel misken
ning ook wellicht. De ambtenaren kunnen
|de ge.- eliiedenis van het Bezoldigings
besluit niet licht vergeten. In 1925 treedt
hiji vervolgens -op als kabinetsformateur,
om daarna in 1926 weer in onzen senaat
zitting te hebben. Tot nu toe. Dat is
in vogelvlucht de staat van dienst van
deze merkwaardige figuur uit ons par-
68
Wat dan, mijnheer wat dan?
Hij meende, dat, hoe uw gedrag in
den laatsten tijd ook tegenover hem was,
hij uit genegenheid voor zijn vroegere
liefde tot u, het beter was, dat zij 't
van een vriend van hem te weten kwaamti
Ach Gcd, mijnheer, waar handelt 't
dan ever.
Vermoedt gij 't niet, mejuffrouw. Gij
kendet de wensch van mevrouw de Sou-
laiints immers
Nu begon zij* 't te begrijpen.
Wankelde hoorde zij Gaume toe, met
haar hoofd naar hem uitgestrekt, als om
,de woorden van zijn lippen te lezen,
terwij 1 zij haar handen krampachtig tegen
haar luid kleppend hart hield.
'tLukt, 't lukt, mompelde de agent.
Glimlachend hervatte hg nu:
Mijnheer de Soulaimes heeft rekening
met zijn familie gehouden., zgn hart moe
ten laten zwijgenen nu mejuffrouw
zal hij weldra huwen.
Sinds eenige minuten verwachtte zij
dat woord reeds.
Zij had 't voorzien en ontving den
slag wankelend en bleek als een doode.
Ach mijn God. Gaat hij huwen.....
Nu reeds. Mgn God, Mgn God.
Snikkend viel zij nu bewusteloos op den
lementaire leven, die tegelijkertijd lei
der van de a.r. partij is.
Een andere meerendeels militaire fi
guur Joet zijn intrede in de Tweede
Kamer, namelijk, het r.k. lid Th. F. M.
Schaepman, in de plaats van den heer
J. C. van Beek, die zgn benoeming in
de vacature Deckers niet aannam. Men
herinnert zich wellicht, dat de heer van
Beek, op grond van de overeenkomst be
treffende de kwaliteitszetels der r.k.
staatspartij, voor zgn benoeming zou be
danken. De heer Schaepman is ook afkom
stig van het Instructie Bataljon en was
van 1897 tot 1920 in militairen dienst
(laatstelijk als kapitein). Later werd hij
adjunct-directeur en parlementair redac
teur van de Maasbode. Men mag dus aan
nemen, in dit nieuwe lid iemand te krij
gen, die tot zekere hoogte het klappen
van de zweep kent.
j|(
Intusschen zijn de ijverige vragenstel
lers, die den Ministers o:k tijdens het
en voor de belangen der kiezers waken,
reces laten merkten, dat zij niet slapen,
en voor de belangen der kiezers waken,
op; hun post. Zoo kwam het Eerste Ka
merlid Smeenge voor de voetgangers op,
een categorie van weggebruikers, die het
al is er grootendeels sprake van eigen
schuld in dit geval, in verband met de
anarchie der voetgangers ten opzichte
vfan de regels van het verkeer in
onzen tijd van snel en mechanisch
verkeer soms wel wat hard te verant
woorden heeft. Meneer Smeenge wilde
van den Minister van Waterstaat weten,
of die niet van. oordeel was, dat bij
de wegenverbetering, naast de belangen
van het snel- en rijwielverkeer, ook die
van de voetgangers in het oog dienen
te worden gehouden? En zeer diplomatie
ke vraag, waarop de Minister zonder
schijn van twijfel dadelijk „ja" zal ant
woorden. En, aldus was ongeveer meneer
Smeenge's tweede vraag, of de minister
in geval van „ja" dan wilde bevorderen,
dat bij den aanleg van nieuwe of ver
breeding van bestaande wegen, dooT den
aanleg van wandelpaden ook aan de be
langen der oudste rechthebbenden, na
melijk der voetgangers, aandacht zou wor
den geschonken.
Tenslotte
De Scheldekwestie. Er moeten in de
Belgische bladen van 23 en 24 Juli be
richten hebben gestaan over strandingen
bij Ylissingen, althans opi Nederlandsch
gebied, van Duitsche en Engelsche sche
pen, waarover volgens die bladen in Ant
werps che scheepvaartkringen groote ver
ontwaardiging heerschte, omdat die stran
dingen geweten werden aan het gebrek
kige onderhoud van de bevaarbaarheid
der Schelde.
Nu
er bestaan twee mogelijkheden. Of de
berichten zijn „gekleurd" en sterk over
dreven, misschien zelfs wel geheel of
gedeeltelijk gefantaseerd. Of, er zit een
grond van waarheid in. En dan is het
ernstiger. En om dat te weten te komen,
grond.
Gaume trad op haar toe.
Alle duivels, ik ben wellicht te ver
gegaan.
Zachtjes riepi hij haar toe.
Mejuffrouw, Mejuffrouw Ma.rie-R.ose..
Schep moedAlles was toch tusshen
u beiden uit.... Gij hebt 't immers zelf
zoo gewild.
Zij bleef bewusteloos liggen. De agent
schrikte ervan, zoo bleek zij werd en
zoo onbewegelijk als zij bleef liggen.
Zou ik haar gedood hebben, dat arme
kind?.... Dan heb ik wat opi 'mgn gewe
ten. Maar 't is niet mogelijk.... Juffrouw
Marie.
Aanvankelijk had hg alleen met haar
willen wezen, doch nu 't zoet ongeluk
kig afgeloopen was, wilde hij hulp gaan
inroepen, toen 't jonge meisje zich bewoog
woog en haar oogen opslceg.
Hij nam haar in zgn armen en legde
haar nu op een canapé neer.
Daar wachtte hij, todat zij geheel bij
gekomen zou wezen.
Zij sloeg echter geen acht op hem.
't Scheen wel, alsof zij niet vermoedde,
dat hg bij haar stond.
riotseling herinnerde zij zich, 't 'geen
zij! gehoord had en barste in een luid
zenuwachtig gesnik uit, een zenuwen- cri
sis.
Achter de canapé stond Gaume glim
lachend zgn handen te wrijven.
Best zoo, best zoo, mompelde hij glim
lachend.
Dat had hij verwacht.
Hij liet haar uitweenen, in de overtui
ging zijnde, dat met haar tranen ook
haar moed verdwgnen zou en zij hem
weldra alles bekennen zou.
Zich over de canapé heenbuigende, flui-
stelde de heer Vliegen aan den Mini
ster van Waterstaat de vraag, of Zexc.
mee kon deelen, of, en, zoo ja, welke
strandingen omstreeks dien tijd hebben
plaats gevonden op de aangegeven plaats,
en of inderdaad de oorzaken in bovenbe
doelde berichten juist werden weerge
geven. En verder, of in het bevestigende
geval, maatregelen van de zijde van Wa
terstaat werden genomen (en welke!) of
zullen genomen worden, om in dien toe
stand verbetering aan te brengen.
Een zeer belangwekkende kwestie, wa;
op' een helder en klaar antwoord/fen
zeerste gewenscht is.
O
Openbare vergadering v. d. Raad der Ge
meente ALMKERK op Vrijdag 6 Sep.
'm. 10 uur.
A/wezig de heeren Koekkoek, A. v.
d./Stelt Az. en Nieuwenhuizen.
Voorzitter de Heer A. de Jong, (loco-
urgemeester)
Secretaris de heer C. J. v. d. Wiel.
De Voorzitter opent de vergadering
als naar gewoonte met gebed, en ver
zoekt hierna den secretaris de notulen
der vorige vergadering voor te lezen,
welke onveranderd worden goedgekeurd.
Aan de orde. zijn ingekomen stukken:
Een schrijven van de vereeniging voor
wettelijke Dierenbescherming waarin- zij
den Raad in overweging geeft om b.v.
biji branden enz. goed toe te zien, dat
daarin zoo min mogelijk vee verloren
gaat. En verzoeken tevens in de bouw
verordening opi te nemen, dat de stallen
voor 't vee van moderne Constructie
moeten zijn.
De Heer Van Leeuwen zegt dat het
hier toch enkel gaat over Dierenbescher
ming, maar spieker kent hier ook
wel gevallen, dat ingrijpen wel noodig
was, b.v. dat van een persoon beesten
in de weide liepen, zonder eten of iets
en dat ze da,gen achter een^ aan 't hek
staan zonder voeder.
De Voorzitter zegt nu komen wij weer
op een ander terrein want als men olan
eens bij alle veehouders de stallen zou
den gaan bezichtigen naar 't eten, dan
zou men misschien nog wel meer ont
moeten.
Waarna dit schrijven opi voorstel van
B. en W. voor kennisgeving wordt aan
genomen.
Een schrijven van de vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten waarv. ook de
gemeente Almkerk lid is, om aansluiting
bij de Provinciaale afdeelng. Op voor
stel van B-. en W. wordt dit adres voor
kennisgeving aangenomen.
Een schrijven van de stichting Moe-
sterde hij
Gij- bemint hem dus nog altijd?
De tranen begonnen opnieuw te vloe
en.
't Gesnik werd vreeselijk.
Meedoogenloos vervolgde hij
Daar ook gij gaat huwen, kan 't u
immers niet schelen. Gebruik uw ver,
stand, 't Is een kwestie van eigenliefde
niet van liefde. Gijl verbaast er u over,
dat mijnheer de Soulaimes u zoq spoedig
dig heeft kunnen vergeten en wilt, dat
hij u liefheeft, terwijl gij hem niet meer
bemint.
Zenuwachtig snikkend riep zg nu uit.
Maar ik bemin hem, ik bemin hem,
mijn God, mijn God.
Als gij hem bemint, waarom hebt gij
hem dan verlaten? Waarom verbergt gij
u dan?... Waarom huwt ge dan?
Troosteloos herhaalde zg slechte
Ik bemin hem. Ik bemin hem.
Een vreemde manier om hem te beproe
ven.
Ach, mijnheer, wat zij t ge toch wreed.
Hg zette zich nu naast haar neer en
vatte haar hand.
Gij hebt ongelijk, mij niet als een vriend
te beschouwen.
Ik kan u wellicht nog van veel dienst
zgn, indien gij openhartig zgt.
Helaas. Waarvoor zou dat goed we
zen, Laurens is immers toch voor mij
verloren.
Wie zegt dat?
En dat huwelijk?....
Daar is geen sprake van, heden ten
minste niet.
Dan hebt ge gelogen.
Ja mejuffrouw.
Waarom
Omdat ik wel vermoedde, dat gg' mijn-
deiheil te Tilburg, waarin zij den Rand
verzoeken deze inriehtng eene subsidie
toe te kennen. Op voorstel van B. en
W. wordt dit schrijven voor kennisge
ving aangenomen.
Hierna wordt een adres behandeld wat
betreft het aanstellen van een schoolarts.
De heer Noorloos vraagt wat hiervan
de bedoeling is.
Voorzitter zegt- dat hierdoor de
sctfoc 'kinderen dan worden onderzocht
.v. naar Keel, Oor, neus en verschillende
andere ziekten maar spreker zou liever
in deze aangelegenheid een afwachtende
houding aannemen, daar dit voor een
plattelandsche gemeente bijna, ondoen
baar is. Waarna dit schrijven voor ken
nisgeving wordt aangenomen. Een schrij-
van van de Gezondheidscommissie ge
vestigd te Heusden, waarin zij den Raad
verzoekt te rekening, waar ia voor de ge
meente Almkerk een bedrag van f 184.14
voorkomt te willen goedkeuren. Aldus
wordt besloten.
Hierna wordt door de commissie tot
't nazien der Gem.-rekening dienstjaar
1928, bij monde v. d. Heer Verschoor ver
slag uitgebracht en zegt deze dat de re
kening keurig in orde en accoord is be
vonden, en richt in verband hermede een
bijzonder woord van dank tot den sec.
en B. en W. voor de groote werkzaam
heden hieraan verricht.
De rekening sluit met een batig saldo
van f 12.852.75. Waarna de Gem.-begTOO-
ting 1930 den Raad wordt aangeboden en
geduiende 14 dagen opi de secretarie ter
inzage ligt. De sec. zegt bereid te zgn,
indien dit noodig mocht blijken, hierover
de noodige inlichtingen te verstrekken,
en wel opi Zaterdag 14 Sep. n.mj. 7 uur
(Z.T.)
Bdji de gebruikelgke rondvraag zegt de
heer v. d. Meijden, dat de heer A. v. d.
Oord alhier, in zijn bedrijf nog steeds
veel last ondervindt van den elec. paal,
welke aldaar op zgn erf geplaatst is.
Spreker zegt wij zijn verplicht hem be
hulpzaam (te zijn, en stelt voor dit in
handen van de Elec. Oom. te geven.
Ook de Voorzitter zou graag tot een
oplossing dien aangaande komen.
Terwijl de heer Noorloos aanraadt zco
spoedig mogelijk wat betreft de ver
plaatsing dezer paal een oplossing zien
te vinden.
v De heer verschoor ondersteunt het
voerst-e], van den Heer v. d. Meijden.
Besloten werdt de Elec. Com. opdracht
te geven hierin te voorzien.
De heer v. Leeuwen zegt dat nu de
gemeente toch weer de dupe is geworden,
door van Oord zgn winstbejag. Spre
ker zegt de grond welke uit het gat
nabij die lichtpaal gekomen is, heeft
van Ocrd verkocht voor f 100.— nu zou
spreker hierin wel willen voorzien maar
vooraf hierover toch van Oord eens in
lichten, da,t het toch zijn schuld is,
dat nu verplaatsing van dien paal noo
dig is.
De heer Noorloos zegt dat het niet is
zooal de heer v. Leeuwen verklaart,
want toen die lichtpaal daar gezet is
heeft van Oord nog gezegd zet hem
daar niet neer, want het belemmerd zeer
het op en afrijden en nu wil hij f 5.—
geven en zelf mee helpen, als de ver
plaatsing geschied.
De heer Verschoor zegt nog, als men
vandaag een paal plaatst zal hij: mis-,
schitn over één jaar weer in den weg
staan.
De heer Burghout verzoekt de straat
aan de Kerkpoort wat op te laten ma
ken, spreker zegt wanneer het regent
scheppen de menschen bijna de schoenen
vel, zulke gaten liggen daar, of wanneer
de lijkkoets daar moet draaien, dan kan
te ld ze bijna.
De Voorzitter zal de Later hiervan
kennis geven. Ook zegt de heer Burg
hout dat er enkele marktbussen. in de
strafiat stuk' zijn, spreker zegt dat dit zeer
gevaarlijk is des avonds en verzoekt
deze te laten herstellen.
De Voorzitter zal ook hiervan den Gem,
opzichter in kennis stellen.
De heer v. Leeuwen zou graag de
raadsvergaderingen des avonds houden,
daar dit volgens spr. veel gerieflijker is,
dan als op den dag.
De Voorzitter zegt deze vergadering
nu voor den middag te hebben gehou
den, daar er dezen middag een kinderfeest
plaats vindt. I
Daar de meeste leden niet voer des
avonds vergaderen zgn wordt op het
voorstel v. d. heer v. Leeuwen niet inge
gaan.
De heer A. v. d. Stelt Czn. zou graag
in verband met het druk verkeer, a d.
stoepi bg de boterfabriek te Nieuwen-
flijk, een bord geplaatst zien, met 't
opschrift rechtshouden en verzoekt de
politie opdracht te geven oan op kruis
wegen enz. goed op te letten, daft er
rechts wordt gehouden.
De Voorzitter zegt, bijna alle auto's
wielrijders en ook voetgangers weten dat!
zij rechts moeten houden.
De heer Noorloos zegt dat er toch!
nóg wel ongelukken gebeuren al wordt er
voldoende rechts gereden, b.v. bij1 bodh-
ten kruiswegen enz. en al staan er waar
schuwingsborden.
De Voorzitter brengt in verband met'
dit gezegde naar voren dat hij! gelezen
heeft, dat er zoo pas een nieuwen crono-
meter is uitgevonden, welke wanneer eien;
auto Opkomst is door de politie ajf
kan geconstateerd worden, of deze te
hard rijd of niet, spr. zou zop'n nieuwe
uitvinding voor de politie alhier ook
wel nuttig vinden.
Daar niemand meer 't woord verlangt
sluit de Voorzitter deze openbare ver
gadering en gaat de raad over in geheime
zitting.
BERGTOERISTEN VERONGELUKT.
Twee toeristen uit München, die een
tccht hadden ondernomen cp de Watz
mann, worden sedert eenige dagen ver
mist. Er bestaat geen hoopl, dat zij' nog
leven. Voordat de toeristen hun tocht] on
dernamen, werden zij gewaarschuwd.
heer de Soulaimes nog steeds lief hadt,
dat gij daarin tegen uw hart en wil
gehandeld hebt, dat gij slechts 't slacht
offer uwer liefde waart.
Maar waarom hebt gij mij dan zoo ge
marteld? Wat kan 't u baten, te weten,
dat ik geen wil meer heb, dat ik be
loofd heb, Laurens te ontvluchten en
en dat ik hem steeds ontvluchten zal
Voor 't oogenblik
Voor 't oogenblik baat 't mij niets,
juffrouw, maar wellicht spoedig.
Gij' hebt mij beloofd, mijuheer, nooit
uw stapi van heden aan Laurens mede
te deelen.
Nooit, meujffrouw. Deel mij dus even
eens onder de stipste geheimhouding me
de, wie u van. mijnheer de Soulaimes
rerwiiderd heeft.
Zijn moeder en broeder.
En welke redenen hebben zij daar
voor opgegeven?
Weenende bij' de herinnering daaraan,
verhaalde zij nu 't onderhoud met de
markiezin wat men haar had doen be
loven.
Toen zg geëindigd had, vroeg zij
Gij weet, dat mijnheer de Soulaimes
door een jong, rijk en schoon meisje
bemind wordt?
Jenny Bertignolles
Ja.
Welnu, ik bemerk, dat men langzamer
hand alles tot dat huwelijk voorbereid
zoo langzaam en met zooveel voorzichtig
heid en beleid, dat ik niet weet, hoe hg
daaraan ontsnappen kan.
Geruimen tijd dacht Gaume na-
De gedachte, dat dit alles gedurende
drie maanden in de familie de Soulaimes
beraamd was met 't eenige doel: 't hu
welijk van Jenny met Laurens, door
kruiste een oogenblik zijn geest.
Hij verwierp die gedachte echter.
Waarom Laurens dan enteerd? Waar
om Michel met een faillietverklaring be
dreigd? Waarom die diefstal uit de kas?
Waarom Jactel vermoord?
Zijn vernuftige geest kon hieruit echter
niets opmaken.
Opi 't geluk dacht hij alles, maar wel
dra geraakte hiji zoodanig in die voor
stellingen verward, dat hij in zichzelf
geen vertrouwen meer stelde.
Hij' verliet Marie-Rosa, ten prooi aan
een geweldigen toorn tegen zichzelf.
We zullen zien, hoe hij te werk ging.
De eerste keer, dat Laurens bij! zijn
broreder kwam, na de geheimzinnige ver
dwijning van MariejRosa, nam de mar
kiezin hem bij de hand en verzocht hem,
zich hij haar neer te zetten.
Hij gehoorzaamde.
Mijn kind, zeide de markiezin, ga bg
mij zitten. Ik heb je iets te verzoeken...*
jeter nstige dingen te zeggen.
Wat dan moeder?
Je hebt mij- toch lief, niet waar?
O, mgn lieve moeder, hoe kunt gte
zulk een vraag doen.
Gij' zult me dus geen verdriet aan
d< en
Gij' hebt om mijnentwille zooveel go-
leden
Ik zou mijn leven wel willen geven om
u eenig verdriet te besparen.
't Leven eisch ik niet van je, mijn
zoon, en toch heeft het er veel van. weg.
't Is een zeer groote opoffering.....i... *t
vergeten van een onmogelrjken droom ter
vervulling van een piicht.
Spreek moeder..... Van mij kunt gij
alles eischen.
(Wordt vervolgd.)