Tweede Blad
10.4950
DE LENTEFEE
UW ADREJ
Foto-fttelier-Coertse
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
punsffl?!
Kinderrubriek.
FEUILLETON
Vakkundige bediening.
BEHOORENDE BIJ HET
llwP
z
Een ontzettende brand
heeft Maandagmorgen in
de Rotterdamsche haven
gewoed in het Engelsche
tankschip „Vimeira", be
stemd voor Glasgow. Tien
slachtoffers, die deels ver
brandden, deels bij hun
pogingen om te ontkomen
verdronken, zijn te be
treuren. Hetblusschings-
werk.
JULES MARY.
- -
o
smaakt als room
VOOR
KODAKS
en andere FOTO-ARTIKELEN
EIND B 119 GORKUM.
Tel. 266.
Jföeuwsblad
den graaf aangeloopen. Want jelui moet
Maar niemand lette op hem, omdat hij
weten, dat de graaf nog een zoon had.
heelemaal niet geleerd -was en gen woor-
denlx>ek noch een wetboek uit zijn hoofd
kende. Hij heette dan ock maar heel ge
woon Dorus Domkop.
„Hédaar.", riep hij zijn broers toe,
,.Waar gaan jelui naar toe, met je Zon-
dagschv kleeren aan
„Wij gaan naar het paleis van den
koning, om de hand van de prinses te
winnen. Heb je dan niet gehoord, dat
de prinses trouwen wil?" En toen ver
telden de broers hem het groote nieuws.
„Sapperloot", riep Dorus uit, dan moet
ik er dadelijk heen." Iedereen lachte hém
natuurlijk uit en de beide geleerde broers
reden hoofdschuddend heen. Dorus ging
naar zijn vader, om ook een paard te
vragen, maar de oude graaf wilde er
niets van hooren. „Je bent veel te dom,
Dorus", zeide hij.
„Ncu", antwoordde Dorus, .,als ik dan
geen paard krijg, dan neem. ik de ezel,
Vergadering van den Raad der gemeente
ZUILICHEM op Vrijdag 6 Septem
ber v. m. half elf.
Voorzitter Edelachtb. heer v. Hoog
straten.
Secretaris WelEd. Heer R. Tjalma.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent le vergadering
met bet formuliergebed.
De Secretaris leest de notulen der
vorige vergadering, op de vraag van den
Vc rzitter of een der heeren op de ge
lezen notulen op- of aanmerkingen heeft,
zegt de heer Kanselaar dat B. en W.
toch reeds de aanvraag van Meijdam over
ontheffing van schoolgeld hadden afge
werkt en nu staat er in de noftulen
dat de raad heeft besloten ontheffing
te verleenen.
De Voorzitter merkt op dat de raad
ontheffing heeft verleend, over het ach
terstallige, over het loopende hebben B.
en W. een besluit genomen.
De heer Kanselaar zegt, dat hij zich
dan vergist heeft, waarop de notulen on-
williging van het verzoek geen bezwaar
bestaat zij steUen dan ook voor het be-
Qoodigde bedrag van f 126.30 beschikbaar
te stellen.
De heer Hooijkaas meent, dat tegen
aanneming van het voorstel van B.
en W. wel eenige bedenking bestaat, om
dat de aanschaffing dezer leermiddelen
naar zijn meening behoort te geschieden
volgen art. 101 der L.O. wet en niet
volgens art. 72 zooals B. en W. voor
stellen. Door invoering van het 7de leer
jaar op de openbare school, bestaat de
kans, dat het schoolbestuur, het bedrag
ncgmaals uitgekeerd zal krijgen.
De Voorzitter, zegt dat de invoering
van het 7de leerjaar op de openbare
school twee jaar geleden reeds heeft
plaats gehad. Het aangevraagde bedrag
kan op' buitengewoon komen en tolt dan
niet mee bij de vaststelling van het be
drag por leerling.
Hooijkaas. Hiermede ben ik het niet
eens.
Voorzitter. U meent dus, dat de toe-
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
1. Dat was haar ruggegraat.
2. Aal, eend, kalkoen, krekel, elandi
arend.
3. Rembrandt.
En de nieuwe raadsels zijn:
1. Een mannetje zit er op» het dak,
Hij rockt wel een pijp, maar geen
tabak.
Zijn buik is van steen en zwart is
zijn mond:
Scms is hij vierkant, soms is hij
rond.
RA RA WAT IS DAT?
2. Het is een bekend stadje in Zuid-
Holland. Zet de middelste letter
onderste boven, dan wordt het een
meisjesnaam.
3. Zoek de verborgen vogelnamen in
de volgende zinnen
De gravin keek sterk verbaasd naar
haar en droeg den lakei op aan
het dorstige meisje een glas vol
ijis ter hand te stellen.
De vrouw kocht een kwart el stof.
OOM KAREL.
HET PRINSESJE EN DE DRIE
KONINGSZOONS.
N Épfis
v><-V
iaattiÉ^
Er was eens een oud kasteel, waarin
een oude graaf woonde met zijn twee
zonen. Deze jonge mannen waren heel
erg knap en waren besloten, naar de
hand van de dochter van den Koning te
dingen. Dat was niet zoo' gemakkelijk,
jwjant de Prinses had door het heele
land laten bekend maken, dat zij met
dien man zou trouwen, die het beste ant-
•woerden kon op allerlei vragen, die hem
gesteld zouden worden. Daarom had de
eene zoon drie dikke woordenboeken en
een Latijnsch sp-reukenboek uit zijn hoofd
geleerd, en bovendien alle kranten van
de laatste drie jaar. En hijl had dat zoo
goed. gedaan, dat hij ze ook van ach
teren naar voren kon opzeggen. De an
dere zoon had alle wetboeken van het
land uit zijn hoofd geleerd, opdat hij
maar erg goed over regeeren en koningen
zou kunnen praten. Alle twee dachten
ze natuurlijk, dat zij de hand van de
prinses zouden winnen en hun vader gaf
hun elk een prachtig paard. De zoon die
de woerden boeken en de kranten uit zijn
hoefd kon opzeggen kreeg een zwart
paard, de ander een spierwit. Boven
dien wreven ze hun mondhoeken nog met
olie in, zoodat ze maar gced zouden
kunm-n spreken. En toen gingen ze op
■weg, naar het paleis van den koning, na
gewuifd door alle bedienden van het ka
steel. Maar op het oogenblik, dat ze de
poort uitreden, kwam de derde zoen van
die is van mijl, en die kan me er net
zoo gced brengen." En op» een draf reed
hij zijn beide geleerde broers achterna.
Het ezeltje liep dat het een lust was.
Eindelijk had hij de broers op liun prach
tige paarden en met hun beste kleeren
aan ingehaald en hij riep-: Hiep héééèé.
'Daar kom ik aan. Zie eens, wat ik
gevonden heb?
En hij liet hun een do-ode kraai zien.
De broers lachten en zeiden: Wat doe
je daar mee, Dorus?
„Dat geef ik aan de dochter van den
koning," zei Doras.
„Haha, die is goed. Wel, doe jij dat
toaar hoor." lachten de broers en re-
reden door, terwijl ze heel zachtjes voor
zich zelf de woordenboeken en de kran
ten en de wetboeken opzeiden, om toch
vooral maar niets te vergeten, als ze
aan het paleis van den koning zouden
komen.
Maar een poosje later kwam Dorus
weer aangereden opi zijn ezeltje en riep
Hiep Hééééé. Daar kom ik aan. Zie eens,
wat ik gevonden heb. Dat zie je niet
eiken dag opi straat liggen, hé?
De Lroers keken om en zeiden: Dorus
wat ben je toch een domkops dat is
niets anders dan een oude klomp. Moet
de prinses die soms ook hebben
(Wordt vervolgd.)
DOOR
a.
69
Ge hebt uw broeder voorgesteld aan
een zeer rijk en edelmoedig man.
Mijnheer Bertignolles
Ja,... die man kan on3 redden.... en hij
zal *t ook doen.
Zijn die zaken niet tnsschen mijn broe-
Ider en hem geregeld? Mij 'had hij 't
tenmiuste beloofd.... Waarom is hij daar
van» dan teruggekomen?
Ik geloof niet, dat hij er op terugge
komen is.
Dus, moeder?
Hij verwacht 't antwoord van Michel
morgen op 't gemaskerd bal, waarvoor hij
hem en ook jou een uitnoodiging ge
zonden heeft.
Aarzelt hij dan nog?
Neen, maar hij wacht.
"Waarop wacht hij dan?
Zijn dochter bemint je, mijn kind. Van
den eersten dag af heb ik dit bemerkt.
Ook mijnheer Bertignolles heeft ons dat
niet verzwegen. Hij heeft 't Michel me
degedeeld. Hij zou reeds gelukkig wezen,
indien hij wist, dat ook jij haar liefhadt.
Zij houdt zeer veel van je.... Zij zou
wanhopend over je weigering wezen, dat
lieve kindEn daar mijnheer Bertig
nolles zijn kind aanbidt, zou 't kunnen,
datindien jij weigert.... hij geen ge
volg aan zijn edelmoedig besluit zou
Weifelend veegde zij er aan toe:
En morgen, mijn kind, moet gij hem uw
liefde verklaren.
Met gefronste wenkbrauwen hoorde hij
haar aan.
Moeder, zeide hij, dat is een koop, die
men ens voorstelt.
Neen, neen, mijnheer Bertignolles heeft
ons in 't geheel niet gezegd, dat hij
die gedachte koestert.... Hij bemint zijn
dochter en wil haar gelukkig zien.... Uw
weigering zou haar wanhopig, haar ziek
makenEn in dat geval mijn kind, zou
uw broeder, zou onze familie verloren
wezen.
Een koops 't is met recht een koop.
Ditmaal antwoordde zij niet.
Ongetwijfeld gevoelde zij in haar hart
de juistheid dezer wreede uitdrukking.
Ja, 't was waarlijk een koop'.
En Bertignolles was met zooveel tact te
werk gegaan, dat de koop niet afgeslagen
kon worden.
Laurens zweeg en de markiezin durfde,
die stilte niet te verbreken. Zacht, ang
stig fluisterde zij echter:
Ter wille van je broeder en je moe
der, Laurens.
Moeder, gij weet, dat mijn hart niet
meer vrij is.
Ik weet 't, mijn "zoen, en op aniere
tijden, op een ander, minler kritiek oo
genblik, zou ik niet aangedrongen heb
benIk zou je in je wil vrijgela
ten hebben, want ik heb nu gemerkt,
dat jij Marie-Rcse waardig zijt en Ma-
rie-Rosa u waardig is.
Hij boog 't hoofd. Tranen kwamen
hem hij de herinnering aan ziju Lentefee
in de cx>genbittere tranen....
Antwoord mij, Laurensweigert ge?
Helaas, moeder, kou ik ?t maar
veranderd worden vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Goedkeuring door Ged. St. van het
raadsbesluit van onderhandsche verhu
ring van een stukje gemeentegrond aan
J. W. v. Leeuwen voor den tijd van
6 jaren tegen f 40 per jaar. Wordt voor
kennisgeving aangenomen.
Verzoek van M. v. Rijswijk om onthef
fing van schoolgeld. Adressant geeft te
k'ennen, dat hij dag en nacht in den
weer moet zijn voor zijn gezin om den kost
te verdienen, dat hij geen enkele bélasting
betaalt en het hem bezwaarlijk is school
geld te betalen. Mocht op zijn verzoek
niet kunnen worden ingegaan dan zal
hij genoodzaakt zijn, zijn kinieren thuis te
bouden.
De Voorzitter zegt dat B. en W. mee-
nen, dat niet op het verzoek kan wor
den ingegaan. Het schoolgeld door adres
sant te betalen bedraagt slechts 75 ct.
per 3 maanden of 6 ct. per week. Van
zoo'n gering bedrag behoeft meent het
Collége, geen vrijstelling te worden ge
geven. Men moet met deze aanvragen
voorzichtig zijn, want men begeeft zich op
een hellend vlak, als men er op ingaat.
Het verzoek wordt hierop niet ingewilligd.
Aanschaffing leermiddelen voor de Bij
zondere school.
De Voorzitter zegt dat van het School
bestuur een heel lijstje is ontvangen van
leermiddelen, die noodig geacht worden
Voer de inrichting van het 7de leer
jaar. B. en W. meenen dat tegen in-
Ge neemt 't dus aan? vroeg zij ver
heugd.
Omdat gij 't eischt, moeder.
Neen, mijn kind, neen ik heb niets ge-
eischtik heb 't je alleen gesmeekt-i
voor je broeder vooralin naam van
Gnze familie, wier naam in gevaar ver
keerti.
De wil van Michel zal ook de mijne
wezen.
Zij trok hem naar zich toe en omhelsde
hem geruimen tijd.
Ach, indien Marie hem niet verlaten
h.id, als alles gebleven was, als vroeger,
toen hij door haar bemind werd, dan
zo a hij geweigerd hebben...
Ik kan 't Michel dus mededeelen en
morgen zal hij in uw naam de hand
der dochter van mijnheer Bertignolles
vragen
Morgen reeds, moeder?
*t Moet Laurens.
Als 't dan moet
Hij wischte de tranen af, die over zijn
wangen vloeiden.
Zij begreep dat hij weende.
Ik vraag je vergiffenis, mijn kind zei
de zij.
Don volgenden dag werd er fest ge
vierd in de woning van Bertignolles.
Dion morgen was deze zeer zenuwachtig.
Hij was aan 't doel zijner kuiperijen,
zijner bedoelingen, zijner listen, zijner mis
daden.
Gedurende al dien tijd, dat hij zich
hierep voorbereid had, was alles nog
zoo goed gegaan, dat hij er bijna ze
ker van was, te zullen slagen.
Hij wachtte nu nog, dat de markies
hem des avonds over 't huwelijk van
Lam ons en Jenny zou spreken.
Hij had zoo duidelijk mogelijk gespro
ken om goed begrepen te worden.
kenning van het bedragd uit art.
101 zal moeten worden geput.
De heer Hooijkaas merkt opi dat mi
nister de Visser zelf heeft gezegd dat
het twijfelachtig is, de inrichting van
het 7de leerjaar te doen plaats hebben
volgens art. 72. Een antirevolutionair
Kamerlid heeft er op> gewezen, dat men op
die manier de kans beloopt dat bet bedrag
j:lr or het schoolbestuur tweemaal kan
worden genoten.
De heer v. Dalen zegt. dat bij' de
openbare school het 7de/leerjaar reeds
een jaar geleden is ingevoerd.
De Voorzitter gelooft niet dat men
bang behoeft te zijn voor ongelijkheid.
De -lieer Hooijkaas merkt op dat zijn
partij op het standpunt staat het bij
zonder onderwijs het volle pond te ge
ven, met het oog opi gelijkstelling. Ge-
leerling kost, waarop dus ook het bij
ken, dat evenwel door de invoering van
het 7de leerjaar, het bedrag na.n de open
bare school stijgt toft 12 gulden per
leerling dan heeft het schoolbestuur ook
recht op dit bedrag. Gaat men nuhetgse-
vraagde bedrag beschikbaar stellen, dan
bestaat de kans dat het schoolbestuur
voor de inrichting van het 7de leerjaar*
tweemaal betaald krijgt.
v. Dalen. Het schoolbestuur heeft zoo
iets nooit gevraagvL
Hooijkaas. Men kan het vragen, al wil
ik gaarne aannemen dat men het niet
zal vragen. Het is slechts een formeel®
kwestie.
Voorzitter. Dit is een aanvraag inge
volge art. 72.
Hooijkaas. Natuurlijk anders zonden Bi
en W. niet met hun voorstel hebben kun
nen komen. Ik ben het niet met B. en W.
eens.
De heer v. Veen verklaart het ook
niet met B. en W, eens te zijn. Spar.
acht de oplossing heel eenvoudig. Men
kan nagaan wat aan de openbare school
de inrichting van het 7de leerjaar per
leerling heeft gekost, de bedragen daar
voor zijn bekend, naar dezen maatstaf
behoort naar zijne meening de uitkeering
voor de bijzondere school te worden be
rekend.
De Voorzitter blijft er bij dat deze aan
vraag onder buitengewoon kan worden
gerangschikt en zal het voorstel van
B. en W. om het bedrag toe te staan
in omvraag brengen. Dit voorstel wordt
met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. Te
gen stemden de heeren Hooijkaas, Kanse
laar en v. Veen.
Subsidie voor een wijkverpleegster.
Van den Secretaris van de Afdeeling
Bra kei van het Groene Kruis, is een
schrijven ingekomen, waarin het gemeen
tebestuur van Zuilichem, steun wordt
verzccht voor de indienstneming van
een wijkverpleegster. Waar de contributie
der leden slechts f 500.— per jaar op
brengt en de aanstelling van een wijk
verpleegster f1600.— zal vorderen, is het
niet mogelijk zonder steun van de be
trokken gemeenten tot aanstelling
over te gaan. Wel verleent het rijk hier
voor subsidie, doch deze is bij langena
niet voldoende. Zou de gemeente Zuili
chem een subsidie van f 250.— willen
verleenen, dan zou tot aanstelling over
-7
't Was wel een koop geweest.
Als Laurens Jenny huwde, zcu Michel
van zijn ondergang gered wezen.
En toch was Laurens niet 't slachtof
fer bij dien koop.
Hij wordt niet opgeofferd, dacht Bertig
nolles, terwijl hij verachtelijk zijn bree-
de Si houders optrok.
Men kon immers geen liever meisje
vinden dan Jenny; zóó zacht en zóó
schoon.
Hoeveel hield zij niet van Laurens....
En dan, bracht zij hem niet millioenen
tot bruidschat mede?
Zij hadden niet te klagen, die Sou-
laimes, meende Bertignolles,. terwijl hij
zijn ksbinet op en neer liep.
Daarheen was hij gegaan om de werk
lieden te ontvluchten, die overal onder
de leiding van Jenny bezig waren, om de
voorbereidselen tot 't feest te maken.
Zijn wenkbrauwen fronsten zich, toen
hij aan Jenny dacht.
Zij zou wegkwijnen, als zij haar Lau
rens niet kreeg!.... Zij zou zich gedood
hebben, zonder medelijden voor mij.
Ja, ja, zij zou zich gedood hebben,
mompelde hij nog terwijl hij zich met zijn
hand ever zijn voorhoofd strijkend, naar
't vertrek van Romain begaf.
De jonge man was aan den arbeid.
Mijnheer Romain, zeide Bertignolles, ge
hoopt wellicht deel aan 't feest van
hedenavond te nemen?
Ja mijnheer.
En toch moest ge er niet heengaan.
Waarom niet, mijnheer?
Omdat dit een groote onvoorzichtigheid
van u zou wezen.
Ben ik niet als iedereen verkleed, ge
maskerd 1
Ja, maar ge weet toch, dat 't eenigste
bewijs, dat u ten val kan brengen, uw
v d —o
degedeeld, dlajtj gé geen woord gesproken
hadt.... Gij hebt echter gelogen.... Wees!
dus voorzichtig.
Ik zal niet spreken.
Wie is er zeker van, niet te spreken?
En als- men u dan hoort?
Komen mijnheer de Soulaimes en de
markies dan op 't feest?
La,mens en zijn broeder, maar de mar
kiezin nietIk herhaal 't, "t is onvoor
zichtig van ugij moet u ver van Jt
feest houden.
Als gij 't dan wenscht, mijnheer.^.
En hij hervatte den arbeid.
Bertignolles keerde naar zijn kamer te
rug.
Bijna op 't zelfde oogenblik trad Jen
ny binnen.
Zij zag er opgeruimd uit, terwijl haar
oogen schitterden.
Zoo, Jenny, hoe staat 't met' ?t feest?
Alles gaat goed, vader, binnen een
uur zijn wij klaar.... De bloemen war
den reeds aangebrachtDe salons zijn
al gereed
De zaal blijft alleen nog over, benevens
de groote galerij en de trappen.
Ben je niet vermoeid?
Neen, o neen, vader.
Waarom ben je zoo opgeruimd?
O, vader, hoe kunt ge mij1 dat nog vra
gen?
En terwijl zij' haar lief kopje tegen
de borst van haar vader vleide zeide zij:
Ik zal hem terugzien, een heelen nacht
met hem doorbrengen, met hem dansen,
zijn stem hooren en dan vraagt ge mij
nog, waarom ik; zoo opgeruimd ben,
(Wordt vervolgd.)