Dit nummer bestaat uit 2 bladen. DE LENTEFEE OP DE GRENS. Oudejaarsavondzang. WËÊtm FEUILLETON Proeftuin Gorinchem. UND VAN ALTENA Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 4981. Woensdag 1 Januari 1930. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 91525. JULES MARY. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nnmmers 6 cent. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. als gevolg van slechte spijs vertering wijkt onmiddellijk bij gebruik van Foster's Maag- pillen, het ideale laxeermiddel. 10.65 per flacon. FOSTER'S MAAGPILLEN Weer trekt de draaikolk van den tijd Een jaar naar 't diep der eeuwigheid, En nauw een rimpeling laat het achter. Geruischloos kwam het, zwijgend zweeft Het naar het Rijk dat niets hergeeft, En laat ons in onze onrust achter. En uit der eeuwen dageraad, Wiekt nader met verhuld gelaat, Een nieuwe regelaar onzer tijden. Stil zet hij zich en geeft geen woord, Wat wij ook pogen onverstoord Deelt hij ons lijden en verblijden. Hij trekt de lijnen van ons lot, Hem aangegeven door zijn God, En let op zangen noch gebeden Hij houdt zich op bij jong noch oud, Maar gaat zijn kringloop stug en koud, En gunt ons slechts het nuchter heden. Zoo ebt en stijgt de levensvloed, Tot hij ons eindelijk voorgoed Uitstoot naar onbezeilde zeeën Waar eeuwige vergetelheid Opneemt de onbestendigheid. Hier eindt de wedloop der ideeën. O God hoe donker toch dit al, Had in den nacht van ons verval Uw deernis niet het Licht doen blinken, In Jezus Christus onzen Heer. De eerstverrezene uit de sfeer Des doods, waar allen in verzinken. U Eeuwige, Die boven tijd En sterflijkheid verheven zijt, U schut en oorsprong aller dingen. U is gewis geen engelenstem, Zóó lieflijk als de stem van hem Die Uw ontferming leerde zingen, Dies loven wij Uw wondre trouw, Die onzen nacht van eeuwgen rouw In eeuwge vreugde deed verkeeren. Geprezen zij Uw wijs beleid, Uw geest, het pand dier zaligheid, Geprezen zij de naam des Heeren TIJA. DOOR 100 In verband met de plannen tot aanleg van den verkeersweg van Bussum over Naarden naar den groote nieuwen Rijksstraat weg AmsterdamBaarn, zullen bij aanneming dezer plannen de Naardensche vestingwallen op enkele plaatsen worden doorge broken, ongeveer ter hoogte van den grooten kerktoren. OUDEJAARSAVOND. Weer staan wij voor die wonderlijke uren, de laatsten van het jaar, waarin de stem der vergankelijkheid sterker dan ooit tot ons spreektwaarin het leven ons, meer dan ooit, tot oogen- blikken van stilte noopt. Zeker, de Oudejaarsavond is ook de avond van vroolijkheid en gezel ligheid, van warm huiselijk leven, maar wie kan zich onttrekken aan den ster ken indruk van dit uur, dat ons in ons eigen hart doet keeren. ons eigen leven en strijd leert bezien Op den laatsten avond van het jaar is er, meer dan ooit, bij alle gerucht en vroolijk heid, de stilte van de zelfbeheersching en van den weemoedde gedachte der vergankelijkheid grijpt ons, en de stem der wereld schijnt een oogen blik te zwijgen. Wachter, wat is er van den nacht En het oog ziet naar de gebeurte nissen in het afgeloopen jaar. In eco nomisch opzicht is er zeker weinig reden voor voldoeningeen heftige crisis ging ook over ons land, en zal ons in het nieuwe jaar dwingen tot grootere krachtsinspanning, en tot minder krachtverlies in onderlingen klassenstrijd. Meer dan ooit zullen wij bij onze staatshuishouding tot zui nigheid en soberheid zijn genoopt, ook ons Indië zal in de eerste jaren heel wat minder baten afwerpen dan het in vorige jaren deed. Een zuinig, sober beheer zal eveneens voor onze gemeenten geboden zijn, waar ook zij in de inkomsten den terugslag der conjunctuur zullen ondervinden. Maar op Oudejaarsavond, het groote mo ment der vergankelijkheid, beseffen wij vooral, dat het nieuwe jaar weer al onze energie zal vorderen de strijd om het bestaan eischt zoo ontzaglijk veel van 's menschen vermogen, en wij hebben ons geheele denken en doen noodig om staande te blijven en voor ons en onze kinderen een plaats in het leven te veroveren. On gelukkig is echter de mensch, die bij de pakken neerzit, wiens geest zich niet vermag te verheffen boven de zorgen van eiken dag, die in de dage- lijksche dingen geheel verloren gaat. Hij moet er aan herinnerd worden, dat al het heden toch verleden wordt, en dat er hoogere dingen zijn, waaraan het méér de moeite loont aandacht te schenken. Zoo dringt de Oudejaars avond ons er toe, de kleine beuzelin gen des levens te laten voorbijgaan, ons er boven te verheffen, en toch met verantwoordelijkheid tegenover het leven te staan. Niet alleen de zakenmenschen, die het hoofd vol zorgen hebben, maar ook de arbeiders met hoofd of hand, hebben het noodig dat hun gedachten eens bij andere dingen worden be paald. Al is het dan alleen maar op den Oudejaarsavond. In deze laatste uren moeten wij ons niet bekommeren over al hetgeen ons in den loop van het jaar geplaagd heeft moeten wij het tijdelijk eens van ons afschudden, om door al het tijdelijke heen te schou wen in den tijd zelf, in de eeuwig heid waarvan wij toch ook een deel zijn. Een lied, dat beter de aandacht vestigt op het onbestendige in dit Zindelijk Spaarzaam Gemakkelijk Voordeeiig aardsche leven dan het lied van stille berusting, dat reeds in onze jonge jaren zoo'n diepen weemoedigen in druk maakte op ons ontvankelijk kinderlijk gemoed, en dat ons nog altijd opnieuw zoo verheven en op wekkend in de ooren klinkt: Uren, dagen, maanden, jaren, Vliegen als een schaduw heen. Ach, wij vinden, waar wij staren Niets bestendigs hier beneên. Op den weg, dien wij betreden, «Staat geen voetstap, die beklijft, Al het heden wordt verleden, Schoon 't ons toegerekend blijft. (Wordt yerroljgd,) MEtlWSBLAl voor liet Land van Heusden en Altcna,deLaagstraat en de Booimelerwaard ►□c Remain bleef Jenny onophoudelijk glimlachend aanstaren en mompelde In 't eerste oogenblik van zijn toorn, zal hij' mij dooden... doch ik zal mij niet verweren. Hij' wachtte. Een geluid van voetstappen werd in den gang' vernomen, 't Jonge meisje en Romain hadden daarin den zwaren stap yan Bertignolles herkend. Remain en Jenny waren buitengemeen bleek. Hun beider leven stond op 't oor genblik in 't spel. Remain had 't zijne opgeofferd. Bertignolles trad binnen. Heb je me geroepen, kindlief'? Maar plotseling ziet hij, Romain Goux ivjoor hem en ontstelt. En zijn dochter is doodsbleek en bezwijmt bijna. Romain. Jij bier.... Ha, ellendeling, wat Rom je hier doen? Plotseling veranderen zijn trekken en gelijkt hij oip een wild dier.... zijn op- gen zijh met bloed doorloopen.... Hij ziet zijn, dochter niet meer.... Hij vergeet, alles. bij 't zien van den man, die on getwijfeld wraak' genomen hee-eft.... Want bij1 ziet 't aan dien zegevierenden glim lach, taan de doodelijhe bleekheid van zijn JennyRomain heeft alles gezegd. Hij kemt te laat. 't Jonge meisje deinst achteruit bij 't zien van dat gelaat, da,t zij nog nooit gezien heeft, van dien verschrikkelijke» baatvan den moordenaar, in wiens po gen zijl zijn schuld leest, in welke oo gen zij nog steeds een glimlach opge merkt bad. Vader, vader, wil ze uitroepen, ze tracht 't maar zij kan 't niet. Zij staart toe... Plotseling bemerkt Bertignolles den dolk. Zijn oogen kunnen er zich niet va,n ontdoen. Hij: tukt, grijpt 't, wapen en snelt op Remain toe, die zich niet verroert, maar met een blik op Jenny afwacht, alsof hij zeggen wilde Zier ge. Heb, ik u bedrogen. Hij1 denkt er niet aan de dolkstoot- af te weren. De dolk wordt opgeheven, schiet als de bliksem voorbij zijn oo gen en doorboort zijn hart, waarin bij steken blijft. Een oogenblik staat Romain nog recht op zonder te wankelen, zijn oogen wor den vochtig. Jenny, vergeef 't mij, stamelt hij nog daarna zinkt hij op den grond neer, terwijl 't bloed uit zijn mond gudst. Hij is dood. Bij' 't zien van 't lijk herkrijgt Bertig nolles zijn bewustzijn. Wat gebeurt er toch? vraagt Hij' zich zelf af. 't' Schijnt hem, alsof bij uit een nacht- meriie ontwaakt, en hij ziet Jenny met groote, krankzinnige oogen hem aansta ren. Jenny, Jenny... Wat heb ik gedaan? Hij deinst achteruit, toit aan de ge- T opende deurontsnapt..... en vlucht naar j zijn kamer, waar hij zich opsluitHij zinkt op den grond neer, terwijl hij on- verstaanbare kreten uit. Jenny, Jenny, roept hij telkens' ver staanbaar uit. 't Uur nadert. Men begeeft zich naar Jenny. I Zij heeft zich niet va.n de plaats be wegen, waar ze teruggedeinsd was. Zij I kon haar oog niet van dat verschrikke lijk schouwspel afhouden. B.omain, dood, met'doorboord hart. Men. treedt op haar toe en wil Romain te hulp snellen. Allen in huis worden gewaarschuwd en snellen naar de kamer va.n Jenny. En als Laurens komt en op Jenny toe snelt, stoot zij hem met afschuw van zich af. Reen, neen, raak mij niet aan. Be binnenkomst van Laurens had haar uit haar verdooving doen ontwaken. Zijl richt zich op en werpt zich aan de voeten van Rodman neer. Ztiji richt zijn hoofd op en staart, 't droe vig! aan. Die had mij liefHij had mij lief en nu is hij' dood, mompelt ze. EINDE VAN 'T VIERDE DEEL. E B I L O O G. I. Van alle zijden snellen de gasten toe. Iedereen gaf bevelen, doch' niemand volg de ze op1. Jenny was door ijlende koortsen aan getast. Laurens liet haar naar bed brengen en begaf zich naar zijn moeder. Door 't heen-en-weerloopsn, door de kreten en uitroepen die zij hoorde, had de blinde reeds iets ernstigs vermoed en was zij' de gang ingeloopen. Zij herkende den stap van haar zoon en vroeg hem, voordat hij n;g aan spre ken gedacht had. Wat is er Laurens? Wat gebeurt etr? Laurens was ten zeerste ontroerd door die tragische ontknooping. Hij: had er zich nog niet .van hersteld. Den dood van Romain G:ux kon hij zich maar niet verklaren. Was 't een moord? jWas 't een zelfmoord? Wie had dien dolk in zijn hart ge stoken En dat smartelijk verwijt van Jenny. „Hij: had mij lief.... En nu is hij dood." Wat beteekende dat. Eén enkele zaak stond in die warre ling dan gedachten duidelijk voor zijn geest. Dat zijn huwelijk verhinderd, be lemmerd was. Ach,waarom was Gaume er niet. Met zijn gewone schranderheid zou hij deze gebeurtenis ongetwijfeld ver klaren. Wel, mijn zoon? vroeg de blinde. Moeder toen wij1 zooeven de kamer van Jenny binnentreden hebben we daar 't lijk van een man gevonden. Mijn hemel. Wat zeg je daar? 't Lijk van Romain Goux, den moor- naar van Jactel. Romain Goux. En die was gearres teerd Ja. En daarom begrijp ik er niets van moeder. Vraag mij maar niets. En Jenny? Jenny? Ach, moeder, Ik ben bezorgd voor haar. Welk een verwijt voor mijn geheele le ven. En voor 't mijne ook, mijn kind,, als Door G. Koolstra, Voorzitter der Proef tuinvereeniging. Waai ons hoe langer hoe meer blijkt,- dat het publiek in liet algemeen geno men als regel een te hoog© verwachting koestert van een nieuw aangelegden proef tuin, met uitsluitend demonstratief be drijf, dus als leerschool, als een in richting, waar de aankomende en zeker ook vele reeds gevestigde tuinders de praktijk van het vak naar de meest modernste eischen van den tijd kunnen leeren, daar achter we cms verplicht- thans een en ander in de gegeven omstandighe den nader te belichten. De zuivere con currentie, welke het buitenland, niet heb minst Italië, den Hollandschen tuinder®1 aandoet, de hooge eischen, welke de we reldmarkten aan de aangeboden groen ten en fruit stellen, dwingen ens, willen, we onze goede reputatie op dit. gebied tot ver over de grenzen niet alleen liand- haven, maar zoo mogelijk versterken, bij1 voortduring sterke aandacht te schenken aan het tuindersbedrijf in .den ruimste» zin van het woord. Het zijn vooral de glascultures, waarop de jonge tuinder??' zich met kracht dienen toe te leggen.." Gaat aan het kweeken van groenten on der glas geen minstens' driejarige prak'— tisehen en theoretische grondige- oplei ding vooraf, dan is het gewoonlijk beter,-, met dit lang niet' gemakkelijk uit te oefe- (neu vak niet te beginnen. De arbeid zou toch niet voldoende loon-end zijn. Eeh sch-oolsche opleiding van tuinders' eischt,-' naast een driejarige cursus, een proef tuin, waarop groenten gekweekt- worden met bypassing van de jongste vindingen' -op dat gebied. Het zijn juist de proef tuinen, die de laatste tien a vijftien jaar in geen geringe maten meegewerkt hebben aan de sterke uitbreiding van de groententeelt in het Westla'nd, en d® Zeeuwsche eilanden welke streek, z-oioals' men weet, in welvarenden toestand ver keert. Maar zij die meenen, dat een voor beeld-bedrijf in een jaar tot stand te brengen is, en helaas worden er in deze environs maar al te veel belangstellenden) in ca,su aangetroffen, die een dergelijk® verwachting koesterden, geven daardoor! slechts blijk op dit terrein geen inge wijde te zijn. Een proeftuin met een goed demonstratief bedrijf eischt' minstens vier haar een ongeluk overkomt. - Zijl is bewusteloos. En ik kwam u vra gen, bij haar te blijven. Haar vader dan? Mijnheer Bertignolles heeft men ge waarschuwd Bi*eng mij bij haar, mijn zoon. Ik zal' haar niet verlaten. Welk een ongeluk. Arme kind. 1 - Aan den arm van Laurens begaf zij! zich naar de kamer van Jenny. Deze veria erde zich niet, en lier kreeg haar bewustzijn niet. Zij zag er doodsbleek! uit. Haar halfgeopende lippen vertoon den haar tanden. Haar oogen waren ge sloten men zou gezworen hebben, dat' zij' dood was. Binnentredende stiet Laurens met zijn voet tegen 't lijk van Romain Goux. Welk een contrast, dat, lijk in die -onage- ng Laurens sidderde't Was alsof' zijn hart uit 't, lichaam genikt werd, toen hij: dat onschuldige kind daar zag lig gen, 't- slachtoffer Naast 't lijk hingen alle sieraden-, die Jenny v-oor haar feest getooid z-oudeW hebben Over de leuning van een fauteuil hing haar lange witte bruidsluier. De kleine, lieve wit-satijhen schoentje® stonden er naast. Nooit kou die sluier Jenny omhullen1 en nooit dat costuum 't hart, van Jen ny meer voelen kloppen. Die mirten zouden nimmer in 't weelde rige haar van 't lieve kind bevestigd wor den. Plotseling sidderde La-urens hevig. Uit 't ontzielde lichaam van Bomadh Goux was een bloedstraal gedropen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 1