Tweede Blad No. 4988 Vrijdag 24 Januari Een Winternacht Abdijsiroop BONBONS voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. RugpijnNieren Pillen Kinderrubriek* FEUILLETON Iets Nieuws! Binnenland Uw oude dag een lust! Buitenland BEHOORENDE BIJ HET De oude dag is niet alleen een kwestie van jaren; zooveel hangt af van den toestand der levensorganen. Doch veel kan gedaan worden om het leven van oudere menschen te veraangenamen, want aan rugpijn, urinekwalen, spit, rheumatische pijnen en blaaszwakte wordt vaak onnoodig geleden. De nieren en blaas zijn al licht de organen, die het meest hulp noodig hebben, en wel de verster kende hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Waarom zouden oudere menschen onnoodig kwade kansen loopen? Op welken leeftijd ook, het gebruik van eenige Foster's Pillen nu en dan zal blijkens de ervaring van zoovelen van groot nut blijken te zijn. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon. afschuwelijke misdaad. Z, Exc, Minister Ruys de Beerenbrouck heeft een bezoek gebracht aan Venlo en daar de werkzaam heden voor de Nieuwe Haven aan de Maas in oogenschouw genomen. NAAR HET ENGELSCH. Thuis: Akker's Abdijsiroop Tegen Hoest Bronchitis Verkoudheid Influenza Heeschheid Keelpijn Asthma Buiten: AKKER's 'te bed liggende®, broeder toet een zwjal- ren hamer den schedel insloeg' en daarop d,e t.3rugkomst van zijn 6-4-ja-rige oud© moeder afwaichtte, die hij' eveneens op beestachtige wijze door hamerslagen en. wurgen om het leven tracht. Nieuwsblad Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raad sels zijn: 1. Vele handen maken licht werk. 2. Het oog van den meester maakt het paard vet. 1 3. Hansop. De nieuwe raadsels zijn 1. Wie kan, door slechts één letter te veranderen, van een trekdier eén kostbaar sieraad maken? 2. Neem de helft van een koek, voeg daarbij een hemellichaam, dan krijg je den naam van een vogel. 3. Neem een medeklinker, voeg daarbij de vacht van een schaap-, zet daar na een lengtemaat op zijn kop dan krijg je den naam van een stad in Overijsel. OOM KAIIEL. DE ZANDMAN. 3. WOENSDAG Sapperdekriek, wat regende het bui ten. Ilalmar kon het zelfs in zijn slaap hooren. Nu, toen Olie Leek, de Zandman, dan ook het raam opschoof, om Ilalmar te komen bezoeken, stond het water tot aan de vensterkozijn. Het leek net een groot meer en er lag een prachtig schip in, met groote zeilen aan drie masten. „Wil je met mij een fijn tochtje maken in mijn schip?", vroeg Olie Loek." Als- je wil, gaan we naar verre landen, en toch zal ik zorgen, dat we morgenochtend weer hier ter hg zijn, op tij d om naai en ze stootten eiklaar aan en zeiden: „Is dat. nu een dwaas, of niet?" ,,Ja, natuurlijk, het is een groot® dwaas", zei de verwaands kalkoensehe haan grinnikend. Toen zweeg de ooievaar stil en dacht aan het mooie, warme Abri- j ka. Maar de kalkoensehe haan was. erg plaagziek en riep: Hé daar, mooie sinjeur, j wat een mooie, dunne pooien heb jij. i Wat kosten die wel per el?' „Kwak, kwak, kwak", lachten alle een den. Maar de ooievaar luisterde er niet naar. „Je mag ook wel eens lachen", zei de kalke ensche haan boos, want hij kon het niet hebben, dat de ooievaar niet kwaad werd. „Zijn bek is te groot, hij kan niet la- 1 oliën", gierde een kip^ en toen schaterden snelle vaart naar Holboxn reed,. Dozij nen menschen waren van het voorval getuige. .Men kon den auto echter niét doen stoppen. Later werd verklaard, dat er waarschijnlijk geen belangrijke gehei me stukken in de gestolen zakken zit ten. Een Keuterberieht meldt, dat de ge stolen postzakken naar men meent of ficieel© documenten in cijferschrift en geheime documenten over de vluchten van een nieuw vliegtuig bevatten. Men acht het niet waarschijnlijk dat geld de drijfveer van den diefstal was. —O Uit Warschau wordt gemeld: Een asehuwelijke misdaad is te Sos!- nowice gepleegd, waar een jongeman zijn school te gaan." Nu, Halmar wilde wel. Opeens had hij zijn Zondagse he matrozenpak aan en waren ze aan boord van het mooie schip, De zon scheen heerlijk en er woei eén flinke wind, die de zeilen deed bollen. Ze zeilden door de straat, langs de school, totdat, ze aan de open zee kwamen, waar erge groote golven waren. Ze zeilden zóó ver, dat ze geen land meer konden zien. Onderweg zagen ze een heeleboél ooié- vaars, die op weg waren naar warme landen. Ze vlogen in een lange rij, achter elkaar. En ze .waren ah-een. heel langen tijd onderweg. De allerachterste ooievaar was erg moe, zoodat hij de anderen Sooja lip uiapnoTj uo>j Cpq .mam joiu hoe langer hoe langzamer.... en viel toen op het dek van het schip neer. De scheepsjongen raapte hem op en stopte hem in het kippenhok, bij de kippen en eendon en kalkoenen. De arme ooievaar stond daar, erg bedrukt tusschen te kij ken. „Wat, een raar schepsel", zeiden alle kippen. „Wat heeft dat malle beest een onmogelijk lange pooten, en zoo dun. En kijk eens, wat een lange snavel. Wat lijkt het wel." De ka-lkoensche haan blies zich op, zoo groot hij kon, en vróeg verwaand jaan den ooievaar, wie hij was. De een- I den waggelden met zijn allen en schudden hun korte staartjes en riepen nijdig: j kwak, kwak Toen vertelde de ooievaar hun een j mcoi verhaal over het mooie, warme Afri ka, met de pyramiden, en de struisvogels, die door den woestijn loepen. Maar de 1 eenden snapten er geen sikkepitje van, alle eenden en kippen het uit. Toen kwam Halmar langs het hok, maakte de deur open, riep den ooievaar, die nu weer heelemaal uitgerust was, en liet hem naa,r buiten op het dek komen. De ooie vaar knikte „dank je" en vloog heen. Terwijl de kalkoensehe haan zoo rood werd van kwaadheid, dat het leek of zijn kop in brand stond. „.Morgen eten we jou op, in de soep", zei Ilalmar tegen hem. En toen werd hij wakker, in zijn eigen badje. Sap perdekriek, dat was een mooie reis, die hij met Olie. Laek, vdeu- Zandman gemaakt, had. (Wordt vervolg<L> Op een zonnigen zomernamiddag in de maand October van het jaar 1870 woon den Chevalier de Gavrolles en zijn ee nige dochter Blanche, een knap jong meisje tusschen de zeventien en acht'r tien jaar den dienst bij ia de parochie kerk van het, dorpje Etretat, dat tien of twaalf Engelsclie mijlen verwijderd was van de stad Havre in Norma,ndië. Er waren niet veel menschen in de kerk. Het grootste deel bestond uit vrou wen van het land, die gedurende den dienst druk zaten te fluisteren met ei khar en dientengevolge niet, veel aan dacht schonken aan den priester, Vader André. Allen schenen blij te zijn, toen de dienst geëindigd was en ieder haastte Zich om vlug; naai- buiten te komen; Waar het kërkplein vól stond met groep jes dorpsbewoners, die in druk gesprek Waren over het nieuws, dat zoo juist telegrafisch van het oorlogsveld was me degedeeld. De Chevalier met zijn doch ter waren bij na, de laa t sten, die de kerk •Verlieten. Toen zij, in het; kerkportaal bleven wachten, voegde zich Vader André bij hen, die hen vriendelijk groette. Wanneer men ze zoo bij, elkaar zag-, vormden de Chevalier en de kleine pries ter een scherp contrast met elkaar, want de eerste was, een groote forsch gebouwde man va,n vijf en veertig jaar met! een kaarsrechte militaire houding en een ge laat dat veel van de frischheid der jeugd bewaard had, terwijl de laatste klein, dik en rond was, diep- in de zestig ee- nigszins hoogde schouders had en een hoofd met grijs haar. „Slecht nieuws, Chevalier," riep va der André, mét zijn hoofd wijzend naar de groepjes op het kerkplein. ,,u hebt het zeker al vernomen?" „Ja vader", was het antwoord: „de Duitschers gaan snel vooruit en spoe dig zullen wij' den bitteren ernst onder vinden van verloren veldslagen." Terwijl hij sprak, keek hij aandachtig naar het aardige gezichtje van het meisje dat nieuwsgierig om meer te hooren naar het zijne opgeheven was een zuivere en zwakke weerkaatsing van zijn eigen gelaat, doch zonder de rimpels en lijnen, die 'den tijd en verdriet, er op laad den achtergelaten. „Bittere ernst, zooals u zegt," riep de kleine priester uit, terwijl hij vecht lustig zljln hoofd naar achteren wierp „Maar laat ze voorzichtig zijn laat ze oppassenze- mochten eens een stap te ver gaan, die Duitschers, dan zullen onze bajonetten hun graven spitten, al waren er ook twintigmaal meer." De Chevalier zuchtte, toen hij ant woordde: „Goed beschouwd betalen zij slechts een oude schuld. Wij overrom pelden hun land zooals zij het onze nu overrompelen." „Maar dat is wat anders dat is heel wat anders. De groote Napoleon." „Zaaide armoede en ellende", viel de Chevalier in de rede. „Hij was een groot man, een zeer knap soldaat." „Dat geef ik toe, maar een klein mensch, vader. Wijl maaien nu wat hij gezaaid heeft, voordat1, wij geboren wer den." Vader André, hevig transpireerende, uit BRUTALE POSTDIEFÖTA'L. De brutaalste postdiefstal van de ze ventig, die er in de afgeloopen maan den in Engeland zijn gepleegd, heeft Vrij dagmorgen plaats gehad in de Kings- way. Een donkerblauwe auto reed om streeks half acht' de Kingsway op en neer en stationneerda tegen acht uur in een zijstraat. Toen een ambtenaar van liet ministerie van Luchtvaart de post zakken, die voor het departement be stemd waren, in ontvangst, nam, reed 1 ïij ze met een handkar naar een anderen ingang van het departement. Op da,t o,ogenblik kwam de donkerblauwe auto, langzaam aanrijden, een jonge man sprong er uit, greep twee geregxsitr,eerdé postzakken van den handwagen en vloog daarmee weer den auto in, die daarna in Het is gelukt de van ouds bekende Abdij siroop te „stollen" tot een gemakkelijk in den zak mee te nemen „bonbon", met be houd van al de gene zende bestanddeelen. Alom verkrijgbaar. 60 cent per doos. te een boos gezegde, vervolgens, na wat bedaard te zijn, dwong hij zichzelf tot een glimlach en voegde er aan toe „Jawel, ik weet en iedereen weet het dat u een man van den vrede zijt. Vanaf het begin van den oorlog hebt u gezegd, dat wij' ongelijk hadden. Welnu, dat kan mogelijk zijn, maar ons verkeerd verdrag, indien het verkeerd was, werd geboet door den keizer bij Sedan. Nu is het wat anders. Het land is in ge- j vaar, Chevalier. Alle mannen gaan in grooten getale naar liet front om de vlag van ons geliefd Frankrijk te be schermen. Ik zweer u, dat als ik een paar jaren jonger was en deze zwarte jas j niet droeg, ik' zelf aan liet front! zou j vechten." I Neg eens keek de Chevalier met een teederen blik naar zijn dochter en zijn gezicht werd somber door innerlijk ver driet. „Komt gij: vanavond fcdj ons eten, va der André," vroeg hij'. „Ik heb iets aan u te zeggen." „Heel graag zal ik komen Chevalier. Ik moet de juffrouw duizendmaal ver geving vragen, als ik haar lang gemaakt heb' met mijn spreken ever oorlogen en vechten." „Ik ben niet hang," antwoordde Blan che met een lieve glimlach, „alleen dacht ik er aan, hoe vreeselijk de oorlog is. Waarom kunnen de menschen elkaar niet liefhebben en in vrede leven?" „Ja. waarom?" zeide de Chevalier in zichzelf. „Ach, de juffrouw is een kind, zij begrijpt het' niet", riep vader André boos uit. „Ik heb wel eens gedacht dat deze groote rampen een straf zijn voor ons volk voor de slechtheid gedurende de twintig jaren van het, keizerrijk. Ja, Che valier, ik ben het met, u eens, dat het keizerrijk niet deugde. Maar den keizer omver te werpen was één ding en de vrijheid van Frankrijk te bedreigen een andere zaak. En wat die Duitschers be treft, het zijn barbaren wilden. Het is billijk dat zij een les krijgen, en, zij zullen hem krijgen. Het is een oor log' tot aan het bittere einde toe en onze dappere Eranschen zullen hen als het koren wegmaaien." En wat moet! er cla,n van hun vrou wen, hun moeders en hun kinderen wor den? vroeg de Chevalier. „Och, vader, die Duitschers zijn ook echtgenooten en vaders,, evenals wij." 11e kleine priester haalde de schou ders op. Het was duidelijk te zien dat hij het met het standpunt om den vij and als een ongelukkig medemenseh te beschouwen, niet eens was. Hij zou ook iets teruggezegd, hebben, als de Cheva,- lier niet met: zijn -dochter aan den arm, rustig verder gegaan was over het kerk plein. Toen hij, langzaam het pad over ging met aan weerskanten van de weg de graven van de do,oden, waaraan een voudige versieringen hingen, gingen de groepjes eerbiedig uiteen om hem voorbij- te laten gaan, de vrouwen maakten een buiging en de mannen namen hun hoe den af. Maar hun opwinding verminderd© niet. Zij richtten zich nieuwsgierig tot elkaar, elkaar de laatste nieuwtjes ver- teellend, telkens de vijanden van hun v' c-Tvaderen, vexwenschen-d de Duitschers. Toen zij het kerkplein verlieten, namen de Chevalier en zijn dochter een 'pad, dat langs een omweg naar den top van de rotsen langs de zee voerde. Bezoekers van dit lieflijk gelegden deel van Nor- mandië zullen zich herinneren dat Etre tat tot voor korten tijd geleden een klein visschersdorp; nu een druk bezoch te badplaats met: villa's: en landhuisjes; Na zijn daad verwijderde hij zich kialto. De buren ontdekten het gebeurde bijl toeval en waarschuwden terstond de 'po litie, die den moordenaar arresteerde,. Deze bekende, waarbij, hij e©n groot' cynisme aan den dag legde. Als motief voor de daad gaf hij: op, dat' hij' zich' in het bezit- van het- geld van zijn broer had willen stellen. De moordenaar is-1 vcoTloopig in een krankzinnigengesticht! opgenomen,, wijl men een onderzoek' naar zijin geestvermogens' wil do-en instellen. SIBERISCHE KOUDE. 100 Doioden. In het N. W. der Ver. Staten neemt! de koude naar het N. T. A. meldt; voort durend toe. Tot dusver zouden circa 100 personen tengevolge van de koude zijn omgekomen. Het midden-westen wordt door een nieuwe koudegolf en sneeuwstormen ge teisterd. Te Chicago heerschte een tem peratuur van 37 gr. C. onder nul. ——O— DIAMANTHANDELAAR VERMOORD. De diamanthandelaar Nimtsjand Tsja,- Jganlal uit Bombay verliet, zijn woning met een pakje edelgesteenten. Mén hoer de niets meer van hem tot zijn lijk met vier kogelwonden gevonden werd in een blikken koffer in het station van Bhoesawal, op bijna 500 K.M. afstands. De recherche te Bombay heeft- in ver band met deze zaak eenige aanhoudingen verricht. Men weef, echter nog niet hole1 en door wien de koffer in den trein werd geplaatst; waarin hij achtergelaten werd gevonden alvorens bij! de bagage- afdoeiing te Bho-esawa-l te worden afgte- geven. Ook is er nog geen spoor gevon den van de diamanten en andere ed,el- steenen, waarmee de vermoorde zijn Woning had verlaten. GRATIS AUTORITTEN. De pseudo-dokter, die dezer dagen ook in Gouda en Woerden aan het werk was geweest met gratis a-utotochten, heeft ook Arnhem met een bezoek vereerd'. De man, die in Bussum woonachtig is,- was naar Hilversum gewandeld, waar hij zich bij een gagagehouder voorstelde als de heer B. nit Naarden. Daar dit een goedklinkende naam is, was de garage houder beleefd en nam aan meneer naar Arnhem te latten brengen, waar hij' een! paar dames moest afhalen, die naar Naarden moesten, 's Middags tegen twee uur reed de heer weg en biji den éér sten tol bemerkte de chauffeur dat de heer geen klein geld had, wa,nt hij' vroeg den tolbaas om, een. bankbiljet van drie honderd gulden te wisselen, wat, deze niet kon, waarom mocht, worden doodge reden, daar de tolbaas den chauffeur! wel kende. Een volgenden tol hetzelf de en toen ging het door naar Arnhteto^ het doel der reis. Toen de chauffeur! met zijn passagier op 't Willemsplein al daar was gekomen, gaf deze hem last' even langs het politiebureau te rijden; want hij moest daar ook nog zijn. Zoo gezegd, zoo gedaan, op de Bo,venbeek straat, stapte de heer uit, liep naar binnen en als een goede bekende regélrécht naar boven naar de Recherche, waar hij medeedeelde, dat hij zich' aan oplich ting had schuldig gemaakt. Hij: was voor de Recherche geen onbekende, want h'ijl werd vroeger hier al eens aangehouden, zoodat meneer geheel thuis wa,s. Toen men den chauffeur een -en ander mede deelde zette deze groote- o-og,en -op én deed aangifte van oplichting, terwijl hij' aanbood zijn passagier dadelijk w'ed©r naar Hilversum te brengen. Nadat, pro ces-verbaal was apgemaakt ging de heer die de oude visscliershutten omringden in een dal ligt, juist, tusschen de mach tige kalkrotsen die zich uren en uren ver langs de kust uitstrekken. De wind en het water hebben allerlei fantastisch© vormen aan die rotsen gegeven, maar die een eind van de zee verwijderd liggen zijn groen en lbegroeid met zacht''geurende thym en andere bloemen. Bovenop den top van. de rots, aan de rechterzijde van Etretat, naar de ze© gekeerd, staat een klein kerkje, waarvan de deur dag en nacht open staat en waar het altaar behangen is met aller lei eenvoudig© gaven,die door de vis- scbers en zij, die daar wonen, gemaakt zijn. Naar dezee plaats gingen vader en dochter en toen zij' de kleine kerk bin nentreden s tond zij, eenige o ogenblikken' in diepe gedachten. Boven het altaar hing een groet schil derij, voorstellende zeelieden op ©e!n hout vlot, die schipbreuk hadden geleden, ter wijl boven hen, door een opening in de wolken, de heilige Maagd verscheen. Er was slechts één mensch in het gebouw,- een oud vrouwtje, dat; knielde voor d© schilderij terwijl zij: ijverig bad en haiar rozenkrans telde. Nu stond zij! op err liep hinkend naar de deur, terwijl zijl I zachtjes in zichzelf -sprak. Zijl bleef ,op de rots staan en keek naar beneden naak de kalme zee, haar hoofd schuddende-. De Chevalier en zijln dochter kwamen! naar haar toe. „Goedendag, moedertje", zei de eer ste. „Badt gij: voor iemand, die daar pinds op zee is?" De oude vrouw!, nam hem van het' hoofd tot! de voeten op, vervolgens het meisje naast hem. (Wiordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 5