Tweede Blad
lo. 5000 Vrijdag 7 Maart
Een Winternacht
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Rugzwakte?
RugpijnNieren Pillen'
Kinderrubriek.
FEUILLETON
Spierpijn'
Kloosterbalsem
BEHOORENDE BIJ HET
Draag zoo noodig zorg voor uw
nieren! Die pijn in de lendenen; die
nare urine en blaasstoornissen, hoofd
pijn en duizeligheid; dat vermoeide
en zenuwachtige, prikkelbare gevoel;
zij behoeven niet te blijven voort
duren. Zij kunnen overwonnen wor
den door de verzwakte nieren te
hulp te komen.
Beproef het middel, dat door zoo-
velen uit 'eigen ervaring wordt aan
geprezen: Foster's Rugpijn Nieren
Pillen. Wacht niet onnoodig langer,
doch begin nog heden met het ge
bruik. Het is immers aanbevelens
waardig om uw kwaal geen gelegen
heid te geven zich verder uit te
breiden. Foster's Pillen zijn geen alles
genezend middel, doch dienen uit
sluitend voor de nieren en blaas, en
tegen de uit verzwakking dier orga
nen voortkomende kwalen.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
In den tijd van Willem den Zwijger
was er nog geen asfaltbestrating
en er waren ook nog geen stoom-
bootjes.
2. Voor den kapper, als het haar
moet geknipt worden.
3. Edelman.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Je hoeft niet te schrikken als je
me ziet,
Al ben ik heel zwart, kwaad doe
ik je niet;
En keer je me om, 't is niet te
gelooven,
NAAR HET ENGELSCH.
V
Dan ben ik heel nat, en kom
ik van boven.
2. Welke planten groeien op geen
enkel land?
3. Welke meter is meestalgeen
meter lang?
4. In welke provincie zit een lengte
maat en een viervoetig dier ver
borgen?
OOM KAREL.
HET TROTSCHE PRINSESJE.
III.
De ratel die de Prins gemaakt had,
was een heel wonderlijk ding? Wanneer
je ermee ratelde, hoorde je alle wijsjes,
die je maar wilde.
„O, maar dat is prachtig", riep de
Prinses uit, toen ze langs kwam jen
in een kring? Is dat een nieuw spel
letje van de hofdames? Ik moet dat
eens gaan zien."
De keizer trok dus zijn gebloemde
pantoffels aan en liep op zijn teenen
erheen, zoodat niemand hem hoorde
aankomen, omdat de hofdames het te
druk hadden met het tellen van de
kussen.
„Wat moet dat beteekenen riep
hij luid, toen hij zag, wat er gebeurde,
en deelde links en rechts aan de hof
dames en de prinses en den varkenshoe
der draaien om de ooren uit met één
van zijn mooie gebloemde pantoffels.
Dat gebeurde precies, toen de varkens
hoeder zijn drie-en-negentigste kus ge
nomen had.
„Maak dat je wegkomt", riep de kei
zer en joeg den varkenshoeder weg.
„En jij mag niet eerder dan vanavond
om zes uur thuis komen, en je krijgt
stijve spieren
,,Ceen goud
zoo goed"
Vervolg Raadsverslag
SPRANQ-CAPELLE.
v. Willigenburg. Ik zou in beginsel
besluiten te verkoopen, onder de voor
waarden als door mij aangegeven, n.l.
de gemeente behoudt 4 in plaats van
3 lokalen en B. en W. onderhandelen
Te Dordrecht heeft de opening plaats gehad van den stukgoederendienst naar Londen. De eerste boot
der >Walford-lijn verlaat de haven.
13
„Ik heb den Duitscher gezien,
lantwoordde Houzel met een verwen-
sching. „Hij is daar nog, in het kasteel
en juffrouw Blanche behandelt hem, als
of hij één van ons was een Fransch
man."
„O, dat er slecht, erg slecht."
„Slecht. Het is onbeschaamd. Ik ben
van plan hem een van deze dagen te
behandelen zooals hij den hond van
de juffrouw behandeld heeft hem
leen kogel door zijn hart jagen. Wat
denk je wel, dat hij zei, Andreas, zoodat
ik het hooren kon? Dat mijn bezigheden
die van een hond waren. Goed, hij zal
zien, dat de hond Fan bijten."
„Die Duitschers zijn duivels, meester"
zeide Andreas onderdanig. „Zij eten ons
levend op als sprinkhanen. En zoo gauw
er één verslagen is, komen er wee(r
duizend en eiken dag wordt het erger."
Inplaats van antwoord te geven, stond
Houzel op en begon de kamer op en
neer te loopen.
„Niets van den Chevalier gehoord?"
vroeg Andreas nu.
Houzel schudde moedeloos zijn hoofd,
terwij. de ander er aan toevoegde:"
„Als hij gesneuveld is, meester, zal
juffrouw Blanche een wees zijn. Dat zal
erg zijn, heel erg."
Zoo gewoon als de opmerking was,
scheen er in het brein van den jacht-
al die mooie wijsjes hoorde. „Ik heb
tnog nooit zoo iets moois ge
boord. Ga eens vragen, wat dat ding
kost, maar ik wil niet meer gekust
worden, hoor."
„Hij wil honderd kussen van de Prin
ses hebben", zei de hofdame, die het
was gaan vragen.
„De man is dwaas", zei de Prinses
boos en liep; door. Maar de wijsjes klon
ken zoo mooi, dat ze al spoedig weer j
stilstond en zei: „Ik ben de dochter van
den keizer, dus ik moet de kust aan-1
moedigen. Zeg hem, dat hij weer tien
kussen kan krijgen, en de andere negen
tig van de hofdames."
„O, maar we: willen niet door een var-1
kenshoeder gekust worden", riepen de
hofdames verontwaardigd uit.
„Nu nog mooier", zei de Prinses boos
en stampte met haar voet. „Ik ben de
dochter van den keizer, en als ik het
kan, kunnen jelui het toch zeker ook?
Nu nog mooier."
De hofdame ging, maar ze kwam te-
rug met de boodschap: „Honderd kus
sen, anders houd ik den ratel."
De Prinses zuchtte diep en sprak:
„Gaan jelui weer voor me staan zoodat
niemand het ziet". Dat gebeurde. En de
varkenshoeder begon de 100 kussen
te nemen, in betaling voor den ratel.
Ondertusschen keek de keizer uit het
tlaam, wreef zijn oogen uit, zette zijn
bril op en riep: „Wel sapperdemalle-
'mosterdpot. Wat is dat daar toch bij
den varkensstal? Waarom staan ze daar
opziener een nieuwe gedachte opgeko
men te zijn. Hij liep in gepeins heen
en weer en na verloop van verscheidene
minuten zeide hij, als tot zichzelven,
„Ja, je hebt gelijk. Zij heeft alleen
haar vader."
„Laat eens kijken, „mompelde Andre
as, terwijl hij steelsgewijs naar den an
der keek, terwijl hij sprak. „Hoe oud
is ae juffrouw?"
„Zij wordt achttien in Januari, den
Vijfden is zij jarig. Ja, bijna achttien
jaar oud."
„Oud genoeg om te trouwen, mee
ster", merkte Andreas op.
„Je bent gek." zei de jonge man
op een zoo woesten toon, dat de ou
de man bijna van zijn stoel opsprong.
„Wie spreekt er van trouwen? JufK
frouw Blanche is een kind. Misschien
zal zij nooit trouwen."
Andreas bewaarde een bescheiden
sti.zwijgen, terwijl hij zijn geweer op
wreef, maar van tijd tot tijd keek hij
'scherp naar Houzel, die niet in staat
scheen zijn opwinding te verbergen.
„Het zijn gekken," vervolgde Houzel
na een pauze, „die alsof er niets anders
in de wereld was over trouwen spreken.
Hoe kan zij trouwen? Welke man is
waardig om haar voeten te kussen.
„Je hebt gelijk," zeide Andreas. „Zij
is een heilige."
„Kom, kom. Zij is de lady van Grand-
pré en het eenigste kind van den Che
valier, geen heilige, maar iemand, die
haarsgelijke niet heeft. En zooals je'
zeide, als er iets met den ouden Che
valier mocht gebeuren, dan zal zij al
leen zijn.
„Dat is erg, heel erg," mompelde
Andreas. „Dan zal zij niemand hebben
om haar te beschermen."
geen boterham om twaalf uur", zei hij
tegen de Prinses, die luid weenend weg
ging, om heelemaal alleen rond te loo-
gpen, tot zes uur. Het begon juist hard
te regenenj
Toen ging de varkenshoeder achter
een boom staan, veegde het stof en
vuil van zijn gezicht, trok zijn leelijke
gescheurde varkenshoederskleeren uit, j
zoodat zijn prachtige prinsenpak te
voorschijn kwam, en trad toen opeens,
als een echte Prins de Prinses tege
moet. Hij was zoo mooi, dat de Prin
ses heel vriendelijk tegen hem lachte en
een mooie buiging voor hem maakte.
Maar de Prins sprak: „Ja, toen ik een
arme Prins was, wilde U mij niet heb
ben. De roos en de nachtegaal, de]
Ihheerlijke dingen uit de natuur, vond
U niet mooi. Maar U wilde wel een
Varkenshoeder kussen, om een ellen
dige muziekdoos te krijgen. Welnu, Prin
ses. Ik wil niet meer met U trouwen.
Vaarwel."
Toen ging de Prins terug naar zijn
eigen koninkrijk, en trok de deur achter
eigzich dicht. Spoedig daarna trouwde
hij met een lief, eenvoudig prinsesje uit
zijn eigen land.
Het trotsche Prinsesje heeft daarna
haar leven gebeterd. En niet lang daar
na, kwam er een prins uit een ver
land, waarmee ze in het huwelijk trad.
En ze leefden nog heel lang en ge
lukkig.
EINDE.
„Zij zal mij hebben", antwoordde
Houzel op den woesten toon van zoo
even. „Als ik bij haar ben, zal haar
niets kwaads overkomen."
„Uitstekend," maar dat is heel wat
anders."
„Je bedoelt, dat ik haar gelijke niet
ben?" vroeg de jonge man, terwijl de
ander, als om vergeving vragend, hoe
stend er bij voegend, „Goed, je hebt
gelijk, ik ben de knecht van haar va
der en haar.
Overigens heeft zij geen gelijke in
de hede wereld."
Het gesprek eindigde, er volgde een
onplezierige stilte, i die onderbroken
werd, doordat de oude man opstond],
Houzel goeden nacht zei en naar bed
slofte. Houzel bleef bij het vuur zitten
terwijl hij somber in het brandende
hout keek. Het schijnsel van de vlam
men viel op hem, zijn door de zon
verbrand gezicht en nek met een dieper
rood belichtend.
„De Duitscher had gelijk," mompel
de hij. „Alles goed beschouwd zijn het
ihondendiensten. Wat ben ik meer dan
'een hond voor haar, die achter haar
;aan rent, haar bevelen gehoorzaamd,
en haar hand likt? Wel, daarmee alleen
zou ik tevreden zijn, meer vraag ik
niet. Maar wanneer zij tegen hem, on
zen vijand spreekt, is zij veranderd, haar
gezicht is anders, en ik denk wel eens
maar ach, ik ben dwaas om zooveel
moeite voor haar te doen. Ik ben ten
minste een Franschman, en hij één van
dat verwenschte tuig, die Frankrijk ver
woesten."
Toen de dag aanbrak was Houzel op
zijn post om het kasteel te bewaken.
Voordat de zon aan den hemel zich-
baar was, trad Blanche naar buiten en
nierover met den kooper. De gemeente
ontvangt dan f2500 waarmede zij toch
altijd ook weer wat anders kan doen.
Zij behoeft dan geen 1600 gulden kos
ten te maken en is van de risico af,
van verhuring. Ik zou evenwel hierover
nog wel iets in besloten vergadering;
willen zeggen.
De Voorzitter schorst hiervoor de ver
gadering. Na heropening deelt de Voor
zitter mede dat B. en W. het voor
stel van den heer v. Willigenburg, om
tot verkoop te besluiten en 4 inplaats
van 3 lokalen aan de gemeente te hou
den overnemen. B. en W. zullen daar
verder met den kooper over onderhan
delen. Dit voorst, wordt met op 1 na al-
gemeene stemmen aangenomen.
De heer Verheijden stemde tegen.
De aanvragen om het schoolhuis te
ihuren worden hierdoor ter zijde ge
legd.
De Voorzitter deelt mede dat van
Adr. Timmermans te Capelle het ver
zoek is ingekomen om aan hem bet
Vaartje te verkoopen. Het is moeras
grond, die geheel door eigendommen
fcan adressant is ingesloten en voor
de gemeente weinig of geen waarde
heeft. Spr. vraagt of de raad zich met
verkoop kan vereenigen. Adressant die
het wil gebruiken om betere afwatering
!van zijn landerijen te krijgen wil er
f400.voor geven.
De heer Rijken vraagt hoe groot het
stukje grond is, waarop de Voorzitter
I antwoordt van 3 hont. Met algemeene
vond hem tegen een boom geleund, zijn
oogen naar het terras gericht. Ze glim
lachte vriendelijk toen hij haar groette
en zeide: „Weer hier, Houzel. Je ge
lijkt mijn schaduw wel, waarheen ik ga
vind ik jou.
I „Ik vraag u vergeving juffrouw, ant
woordde hij. „Ik bewaak den Duitschen
gevangenis.
„Dat behoef je niet te doen. Boven
dien heeft hij zijn woord gegeven."
„Ik vertrouw hem niet luiidde het
norsche antwoord.
„Je bent een echte Franschman," zei
zij lachend. „Je haat dien armen man,
enkel alleen omdat hij een vreemdeling
•en een Duitscher is."
„Ja, juffrouw, ik haat hem en al
zijn soortgenooten. Waarom blijft hij
hier? Zijn wond is geheeld, hij is sterk
en toch blijft hij hier."
„En je zei zelf zooeven, dat hij een
gevangene was."
„Hij vindt zijn gevangenis wel pret
tig, juffrouw", antwoordde de jachtop
ziener beteekenisvol. „Ik geloof niet,
dat hij ze graag verlaten wou, zelfs al
kwamen zijn landgenooten hem halen.
Iets in den toon, meer nog dan in
de woorden, maakte dat Blanche boos
werd. Zij wilde juist antwoorden, toen
het onderwerp van hun gesprek uit*
het huis naderde. Hij groette haar eer
biedig en keek vervolgens nieuwsgie
rig naar Houzel.
„Onze vriend staat nog op wacht,"
zeide hij. „Moet ik zijn toestemming
Ivragen om eenige stappen verder van
mijn kooi te loopen?
De beide mannen zagen elkaar een
oogenblik aan, vervolgens, terwijl Hou
zel zijn hoofd afwendde en keek zon
der iets te zien, wendde de Duitscher
nfincipe tot verkoop
stemmen wordt 111 P' errichten van de
besloten. Voor het den aangewe.
^Beslissing ^Je^oonKning in
schoolruimte ten beh°eye der bijzon
dere lagere school a- Nieuwstraat
te Capelle.
De Voorzitter deelt mede dat van het
schoolbestuur bericht is ingekomen, dat
met 1 Mei a.s. het aantal leerlingen ze
ker 199 zal bedragen, terwijl er thans
slechts ruimte is voor 192, zoodat tot
vergrooting zal moeten worden overge
gaan. Het bij bouwen van een lokaal
is begroot op f6750.—. Mogelijk is ook
de openbare school in de Heistraat op
te heffen en deze beschikbaar te stellen
aan het schoolbestuur, in welk geval de
kosten niet meer dan f400.zouden
bedragen. In het College van B. en W.
is geen eenstemmigheid hierover verkre
gen, zoodat de kwestie aan den raad
wordt voorgelegd. Spr. wil zijn piep-
soonlijke meening hierover kenbaar ma
ken. Na de vorige besprekingen heeft
hij alles nogeens overwogen en goed
onder de oogen gezien en nu komt het
spr. gewenscht voor, de openbare
school in de Heistraat op te heffen, de
openbare school in Vrijhoeve, die noo
dig verbetering behoeft, te restaureeren
en in een toestand te brengen dat zij
aan de tegenwoordige eischen voldoet
en verder aan de school in de Kom te
Capelle eene lokaal bij te bouwen. Spr.
die voorstander v. openbaar onderwijs is,
meent dat hij zijn standpunt hiermede
niet prijs geeft. Er blijft voldoende ge
legenheid voor openbaar onderwijs men
bereikt concentratie daarvan en be
zuiniging. De bouw van een lokaal
aan de school in de Kom is ook geen
overdreven luxe. Wordt de schooi in
de Heistraat opgeheven, dan bestaat
er kans, dat het aantal leerlingen aan
de openbare school in de Kom groo-
ter wordt en er een leerkracht meer
noodig is. Nu staan er twee leerkrachten
in een lokaal, wat niet bevordelijk is
voor het onderwijs. De school in Vrij
hoeve is beslist verouderd en dient hoog
noodig verbeterd te worden. De Bijj-
zondere school krijgt dan de beschik
king over de openbare school in dei
Heistraat, kan altijd uitbreiden en er
behoeft weinig aan veranderd te wor
den. Men krijgt bezuiniging bij het
openbaar onderwijs, wat van invloed is
op de uitkeeringen aan de bijzondere]
scholen, zoodat het belang van de ge
meente, naar spr. meening, een oplos
sing eischt, als door hem aangegeven.
De heer Kraak zegt, dat het hem
verwondert, dat B. en W. met geen
voorstel komen, hij had daar zeker op
gerekend en verwacht dat B. en Wi.
zouden hebben voorgesteld, om het
schoolbestuur, nu het aantal leerlingen
bereikt zal zijn, gewoon een nieuw lo
kaal te geven.
De heer Kerst heeft in de vorige
vergadering gezegd dat het leerlingen
werven was stopgezet, doch de praktijk
heeft in de laatste weken wel anders
bewezen. Verder noemt spr. het een
treurig verschijnsel, dat er leerlingen
uit de gemeente Kaatsheuvel komen,
die op de bijzondere school te Loon-
schendijk thuis hooren en de school
in de Heistraat bezoeken. Wat tot ge
volg heeft dat de gemeente Sprang-
Capelle een nieuw lokaal moet geven
of de openbare school, wat het school
bestuur vanzelf het liefst zou hebben.
Spr. hoopt dat de pers er goede nota
van zal nemen, opdat de oogen der be
lastingbetalers zullen opengaan dat voor
7 leerlingen zij alweer een acht en half
duizend gulden krijgen op te brengen,
voor den bouw en inrichting v. een lo
kaal. Hoewel het voor de gem. een flin
ke uitgaaf beteekent wil spr. toch voorst,
'n nieuw lokaal te bouwen en hij hoopt
dat de meerderheid van den raad con
sequent zal blijven en de bestaande
zich weer tot Blanche. „U bent mijn
bewaakster., Fraülein," zeide hij glim
lachende. Mag ik vragen, hoe ver mijn
vrijheid zich uitstrekt?"
„U hebt uw eerewoord gegeven, mijn
heer," antwoordde zij.
„Ik heb Houzel gezegd, dat u niet
probeeren zal te ontvluchten.
„Op mijn woord van eer, neen" zei
de Duitscher. „Ik ben er heel tevreden
mee in zulk een mooie gevangenis te
blijven."
Hij liep langzaam naar de laan. Hou
zel greep zijn geweer en maakte een
beweging alsof hij hem volgen wilde
en hem dwingen wilde terug te keeren,
maar na een blik op zijn meesteres,
zag hij hier van af. Blanche volgde
den Duitscher, na een oogepblik ge
aarzeld te hebben. Deze keerde vlug]
om, toen hij haar voetstap achter zich
hoorde. -
„Ga niet te ver, mijnheer," zeide zij.
„De, bosschen zijn gevaarlijk, en misj
schien
„Misschien heb ik een verdwaalde
kogel te vreezen van den een of ande
ren te ijverigen Franschman? Nu, ik
oppassen. Maar het is zeer goed van
tl om zooveel belangstelling te toonen
in iemand, die door den oorlog uw)
vijand is, ik bedank u hiervoor uit d^n
grond van mijn hart."
Hij hield op, terwijl hij haar aankeek
met nauw verborgen bewondering.
Nooit had de lady van Grandpré er
mooier en aardiger uitgezien. Een lichte
blos lag op haar wangen, en haar oo
gen waren glanzend van licht.
(Wordt vervolgd).
Nieuwsblad
dadelijk wrijven met het eenige middel
dat tot diep in Uw spieren doordringt
en U snel weer lenig maaktAkker s