Tweede Blad
No. 5004 Vrijdag 21 Maart
Een Winternacht
Nerveus en Overspannen
Onrustig en Slapeloos
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Lendenpijn
RugpijnNieren Pillen
Kinderrubriek.
FEUILLETON
Paardenfokkerij.
'Rhevm&tiek
Kloosterbalsem
Mijnhardl's Zenuwtabletten
Rechtzaken.
BEHOORENDE BIJ HET
Het groote bezwaar van lendenpijn
urinestoornissen, duizeligheid, water
zuchtige zwellingen en hoofdpijn is
vaak, dat deze kwalen zich zoo lang
zaam ontwikkelen en men er dikwijls
niet op verdacht is, dat de nieren
kunnen beginnen te verzwakken.
Daarom is het van zooveel belang
om behandeling niet uit te stellen.
Noodelooze pijn en last kunnen voor
komen worden, als men bijtijds in
grijpt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen
hebben gedurende de vele jaren, waar
in zij werden aangeboden, naam ge
maakt en worden over de geheele
wereld door tal van menschen aan
bevolen. Hun samenstelling is zoodanig
dat zij alleen op de nieren en blaas
werken. Begin nog heden met het
gebruik.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
1. Boos, doos, roos, loos en Tóos.
2. Letter „s".
8. Harmen, Karei, Piet en Hein.
4. Hans hand, been Leen.
Dt nieuwe raadsels zijn:
1. Zoek de verborgen diernamen in
de volgende zinnen: Jaap, sprak
Opoe, spaar de vogels. Neem ook
een koekje voor jezelf, Jan. In
het gras tierden de boterbloemen
Welig.
i2. Waarom eten de zwarte schapen
altijd minder dan de witte?
3. In elk woord van een spreek-
NAAR HET ENGELSCH.
17
Hij kwam de poort binnen en liep
in de schaduw van de bosschen. Ter
wijl hij liep, hoorde hij een geluid als
of er iemand 'uit het kreupelbosch tus-
schen de boomen kwam. Hij stond stil
en keek in de richting waar hij het
[geluid vernomen had, maar zag niets.
CWeer gerustgesteld ging hij langzaam
verder, tot hij het kasteel in het zicht
kreeg.
Achter hem en aan weerskanten strek
ten de bosschen zich donker uit. Dicht
bij hem was een stronk van een ge
velde boom, waarop hij in gedachten
ging zitten. Plotseling scheen hij weer
een geluid te hooren, alsof er iets in
het bosch, dichtbij hem, bewoog. Hij
draaide zijn hoofd om en nu zag hij
tusschen de bladeren iets, dat geleek
op een paar menschenoogen.
Het volgend oogenblik was er een
plotseling licht, een schot. Hij waggelde
op zijn voeten, en met een kreet van
pijn viel hij voorover.
HOOFDSTUK XI.
Het schot hoorde men in het kasteel.
Eenigen van de bedienden, die op het
terras stonden, zagen dan Duitscher val
len, maar er verliep zeker een kwar
tier voordat iemand hem kwam helpen.
•Toen ging oude Hubert bevend als een
blad van een boom en naar alle kanten
kijkende alsof hij een verdwaalde ko-
woord heb ik één letter veranderd.
Wie kan de juiste letter weer in-1
voegen en aldus het spreekwoord
vinden?
VE ARPEL VALK PIET DER
VAK DUN STOM.
OOM KAREL.
DE AVONTUURLIJKE
GESCHIEDENIS. VAN KONING
FRIKADEL DE TWEEDE.
Vijf minuten later kwam de hofkap
per aangesneld en begon, zoo als eiken
dag, de 23 haren van den koning in
rozewater te wasschen en af te dro
gen. Daarna maakte hij een scheiding...
en werd toen plotseling heel erg bleek.
Met prevelende lippen stond hij over
tegen den kok vertelde, en die weer aan
den hofmaarschalk. Zoo ging het ge
rucht als een loopend vuurtje rond:
„De koning heeft één haar verloren."
Maar de hofmaarschalk, die 's mor
gens den bakker en de melkboer moest
opendoen, vertelde het weer aan den
bakker en ook aan den melkboer, en
die vertelden het weer aan al hun klan
ten, zoodat in minder dan geen tijd de
heele stad wist; dat een dief aan Ko
ning Frikadel éen van zijn haren ontsto
len had.
Een oogenblik later kwam de gene
raal bij den koning binnen. Hij had ge
hoord, wat er gebeurd was, en keek
verschrikkelijk moedig, rammelde met
zijn sabel, streek zijn witte snorren op,
en sprak tot den koning: „Majesteit,
ik heb van Uw verschrikkelijk verlies
gehoord. Als ik zelf haar had, zou ik
U dadelijk één van de mijne aangeboden
A. De Provinciale Regelingscommis
sie voor de Paardenfokkerij in Noord
brabant heeft besloten, voor het jaar
1930 te houden:
Keuringen van merriën van twee en
clrie jaar, van vier tot acht jaar en van
negen jaar en ouder tot het toekennen
van premiën en bijdragen tot een ge
zamenlijk bedrag van f5150.
Uitgeloofd worden in iedere keurings
plaats voor de merriën oud 2 jaar,
6 bijdragen groot f 40, 130, f 25, 120.
f 10^ f5.—.
Voor de merriën oud 3 jaar, 6 bij
dragen groot f40, f30, f25, f20, f 10
en f 5.
Voor de merriën oud van 4 tot 8 jaar,
9 bijdragen groot f50, 140, f30, f25,
f20,' 115, f10 en f10.
Voor de merriën van 9 jaar en ou-
Na de streken van Montauban geteisterd te hebben, verplaatste de overstrooming in Zuid-Frankrijk
naar de omgeving van Bordeaux. De troepen moesten in allerijl te hulp geroepen worden, om groote
verwoestingen zooveel mogelijk te voorkomen. Het opwerpen van een dam van zandzakken.
het hoofd van den koning gebogen,
en begon telkens 'weer opnieuw te tel
len: een, twee, drie, vier, vijf, zes, ze
ven tot twee en twintig toe.
„Wat is er aan de hand?", riep de
koning ongeduldig uit, „waarom tel je
niet door tot drie-en-twintig?"
„Omdat... mmmajesteit, omddddat",
stotterde de hofkapper, „omdat er nog
maar twee en twintig zijn, mmmmmaje-
steit. Er is één haar verdwenen."
„Wat zeg je daar?", riep de koning
woedend uit en greep een spiegel, om
zelf zijn haren te kunnen tellen. Ja,
aan den linkerkant zaten er wel drie,
maar aan den rechterkantniet meer
|dan negentien. Er miste één haar."
„Verschrikkelijk.", jammerde koning
Frikadel, „wat moet ik nu beginnen?
Waar is mijn haar gebleven? Ik kan
koning Pimpo toch niet ontmoeten, met
één haar te weinig op mijn hoofd?
Wat zouden de menschen wel zeggen.
Het is gewoonweg vreeselijk."
„Ik denk, Majesteit", zei de trillen
de hofkapper, „dat er vannacht een
dief geweest is, die één van Uw ha
ren stiekum heeft afgeknipt en stilletjes
heeft meegenomen."
„Laat dan dadelijk de generaal ko
men.", bulderde de koning. De hofkap
per snelde heen. Onderweg vertelde hij
aan den Eersten Minister wat er ge
beurd was, die het op zijn beurt weer
hebben. Maar, helaas, mijn hoofd is
zoo kaal als een knikker. Doch ik be
loof U, Majesteit, dat ik door het le
ger de heele stad zal laten doorzoeken,
en als ik de dief vind, dandan...."
„Jaja, het is goed, ga maar.", beval
de koning. En zich tot den hofkapper
wendend, sprak hij „maar wat moet er
nu toch gebeuren beste Kniptang (zoo
heette de kapper)? Ik kan onmogelijk
zóó aan koning Pimpo vertoonen. Hij
heeft me nog nooit gezien, en nu ik
die ééne haar mis, zou hij waaratje
denken, dat ik haast geen haar meer
heb. Dat kan gewoonweg niet. Weet
jij mets te bedenken, Kniptang?"
„Kan een ander niet zoolang Uw
plaats innemen?" zei kapper Kniptang
aarzelend.
„Dat is een idee," riep de koning
uit. Zijn gezicht klaarde wat op. „En
jij, beste Kniptang, jij moet voor van
daag Koning Frikadel zijn, en ik zal
jouw plaats innemen. Vlug, laten we
van kleeren verwisselen. Maar denk er
om, dat je niet te veel spreekt, anders
verraadt je de heele zaak. En pas op.
dal je mijn beste Zondagsche kroon
niet Iaat vallen."
Zoo gezegd, zoo gedaan.
„Geen goud
zoo goed"
(Wordt vervolgd).
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Glazen Buisje 75 cent. Bij Apoth en Drogisten.
gel vreesde, naar den Duitscher toe,
gevolgd door verscheidene vrouwen.
Toen zij verschrikt over hem heeenbo-
gen, bang hem aan te raken, kwam
Houzel, de jachtopziener langzaam loo-
pende aan en voegde zich bij hen.
Vreemd 'genoeg was hij ongewapend.
„Hallo." riep hij brommerig uit, „,wat
is er aan de hand?"
„Kijk zelf maar, „antwoordde Hubert,
over geheel zijn lichaam bevende." Het
fis de Duitscher. Iemand heeft hem neer
geschoten."
Houzel knielde op den grond en
richtte de liggende gestalte op en keer
de het bleeke gelaat naar het licht.
De oogen stonden glazig en waren half
gesloten en een kleine druppel bloed
vloeide langzaam van tusschen, zijn lip
pen uit.
„Het is met hem gedaan, zooals men
zegt," zeide de jachtopziener. „Hoe ge
beurde het?"
Niemand kon het zeggen, al wat de
bedienden wisten was, dat zij den Duit
scher in het boschpad hadden zien zit
ten, hem1' plotseling zien opstaan en
vallen, gelijktijdig met het knallen van
een geweer.
„Ete rook kwam uit de boschjes"
riep Hubert uit. „Er moet daar iemand
zich verborgen hebben."
De jachtopziener liep, zonder een oo
genblik te aarzelen,i in de aangewezen
richting. Men zag hem door struiken
heendringen, terwijl hij de takken opzij
duwde. Hij kwam terug, er bleek en
gejaagd 'uitziend.
„Er is niemand, maar er is in het
dorp gevochten en misschien heeft een
van ons volk hem gevonden, toen hij
voorbij ging."
„Zonder twijfel," antwoordde Hubert,
„maar wat moeten wij doen?"
„Kijk, hij beweegt zich," riepen zij.
Terwijl hij sprak, klonk er een luid
gegil van de vrouwen.
Hartmann had zijn oogen geopend,
toen hij met zijn gezicht naar boven
gekeerd lag en hij bewoog zijn hoofd
van den eenen naar den anderen
kant. Houzel werd zoo bleek als een
doode.
„Ja hij leeft, maar dat zal zoo lang
niet meer duren," riep de jachtopzie
ner uit, alsof de wensch de vader van
de geachte was.
Juist kwam er nog iemand bij de groep
staan vader André, die buiten adem
was van het harde loopen naar het
kasteel om het nieuws van het ge
vecht in het dorp te vertellen. Dadelijk,
zag hij, hoe de zaken stonden, hij be
val, dat de Duitscher dadelijk naar het
kasteel gedragen moest worden.
„Waarom is dat noodig" bromde
Houzel, ,„de man is dood."
„Doe, zooals ik je gevraagd heb"
zei de kleine pastoor, „,hij haalt nog
adem, arme kerel."
Zij droegen hem langzaam naar het
huis, vader André hielp ook. Toen zij
tnet hun last de hall binnenkwamen,
ontmoette Blanche hem en uitte een
kreet van schrik.
„Wie heeft dat gedaan?" vroeg zij.
„Niemand kan het zeggen," ant
woordde de pastoor. „Er is in het dorp
gevochten, dat is alles, wat ik weet.
„Hij is dood," jammerde zij zich over
hem heenbuigende.
Haar tranen vielen op zijn gezicht.
Vervolgens droegen zij hem voorzich
tig en bedaard de trappen op en leg
den hem te bed. Nauwelijks hadden zij
dit gedaan, toen een lichte voetstap op
der, 3 bijdragen groot f 5.
De twee-jarige merriën moeten af
stammen van stamboekouders.
De drie-jarige en oudere merriën
moeten zijn ingeschreven in een hier te
lande bestaand Openbaar paardenstam
boek en een bewijs overleggen voor 1
Januari 1931, dat zij door een hengst
van hetzelfde ras zijn gedekt.
Bij niet voldoening aan bovenstaan
de voorwaarden komt de bijdrage aan
den eigenaar der merrie, welke aan de
voorwaarden heeft voldaan en naar de
door de keuringscommissie opgemaak
te volgorde volgt op de merrie, wier
eigenaar nalatig is in de nakoming der
voorwaarden en zulks met opschuiving
der geprimeerde dieren.
Deze keuringen zullen worden gehou
den:
Voor het type tuigpaard te Waalwijk
op Donderdag 26 Juni, v.m. 8.30 uur
en te Zevenbergen op Donderdag 15
Mei, n.m. 1 uur.
Zij die hunne merriën naar de hier
voor omschreven premiën en bijdragen
wenschen te doen mededingen, moeten
daarvan uiterlijk vóór 22 April a.s. bij
den secretaris, den heer G. J. M. Wa
de trap gehoord werd en dr. Huët
de kamer binnenkwam.
„Walt is hier te doen?' vroeg hij.
De geschiedenis was gauw verteld.
Over Hartmann heengebogen, deed de
de dokter een haastig onderzoek.
„Het is een leelijke geschiedenis. Ik
vrees dat de arme kerel niet veel kans
heeft. Hij is door den rug geschoten,
de kogel is in de longen, dichtbij het
hart, blijven zitten."
Terwijl hij sprak trok hij zijn jas
uit en stroopte de mouwen op.
„Hij haalt nog adem", ging hij voort.
„Breng me gauw heet water en wat
linnen."
Blanche zelf rende weg om te halen,
wat verlangd werd. Nu de eerste schrik
voorbij was, herstelde zich haar na
tuurlijke zelfbeheersching en was zij
de kalmste.
I [Met een doodsbleek gezicht, maar
anders schijnbaar onbewogen, stond zij
er kalm bij, terwijl de dokter zijn ver
schrikkelijk werk deed naar den ko
gel zoeken en de wond wasschen, en
j toen alles gebeurd was, stonden de
dokter en Blanche tegenover elkaar, ter
wijl de jonge officier bewegenloos op
het bed lag.
„Zeg mij de waarheid, dr. Huët,,"
zeide Blanche op een ijzig kalmen toon.
Denkt u, dat hij sterven zal?"
„Zoolang er leven is, juffrouw Blan
che, is er altijd nog hoop.
Het eenige geneesmiddel, dat ik zou
Weten is een mogelijkheid."
„Welk?"
„Er kan niemand gevonden worden
om mijn bevelen uit te voeren, dat zou
wel kunnen als het het leven van een
Franschman was, dat in gevaar was,
1 maar dat van een Duitscher nooit."
genaar te Dinther schriftelijk aangifte
doen.
In de aangiften moeten worden ver
meld
a. Naam en woonplaats van den ei
genaar;
b. Naam van de merrie;
c. Ras; i 'r
d. Ouderdom; j
e. Kleur en kenteeken; i
f. Afstamming;
g. Stamboeknummer;
h. Hoogte.
B. De Provinciale Regelingscommis
sie voor de Paardenfokkerij in Noord-
Brabant heeft besloten voor het jaar
1930 uit te loven de navolgende pre
miën:
Voor de stamvaders, waarvan min
stens tien premiewaardige afstammelin
gen, en wel 3 afstammelingen van iede-
rC'i jaargang, dat de hengst in deze pro
vincie ter dekking heeft gestaan, doch
niet ouder dan 4 jaar, van acht ver
schillende in een hier te lande bestaand
openbaar stamboek ingeschrevenen mer
riën op de keuringen aanwezig zijn,
kunnen worden uitgeloofd in totaal
twintig bijdragen groot f 50, zoomede
bijdragen, ieder groot f10.voor de
beste afstammelingen, voorzien van dek
en stamboekbewijzen.
Het medebrengen van de moeder is
een vereischte wat betreft de veulens
geboren in 1930.
Er kunnen van eenzelfden hengst
hoogstens 20 afstammelingen worden
geprimeerd.
Geen afstammeling wordt geprimeerd,
Waarvan de vader niet aanwezig is.
Geen stamvader wordt geprimeerd,
indien hij niet gedurende het geheele
aekseizoen 1930 in de provincie Noord
brabant 'heeft ter dekking gestaan.
De keuringen hebben plaats.
te Breda op Donderdag 10 Juli des1
v.m. 10 uur, trekpaard;
Te Waalwijk op Donderdag 26 Juni
des v.m. 10i/2 uur, tuigpaard;
te Zevenbergen, op Vrijdag 11 Juli
v.m. 9 uur, trekpaard;
te Zevenbergen op Vrijdag 11 Juli
n.m. 1 uur, tuigpaard;
Zij, die hunne hengsten naar de hier
voor omschreven bijdragen wenschen
te doen mededingen, moeten daarvan
voor wat Waalwijk betreft uiterlijk vóór
22 April e.k. en voor wat de overige
keuringsplaatsen betreft uiterlijk Vóór
18 Juni e.k. aangifte doen bij den se
cretaris der commissie, den heer G. J.
M. Wagenaar, te Dinther.
In de aangifte moet worden vermeld:
a. Naam en woonplaats van den ei
genaar van den hengst;
b. naam van den hengst;
c. ras;
d. ouderdom1
e. kleur en kenteekenen; 2
f. afstamming;
g. stamboeknummer; i—t
h. hoogte;
i. aantal voor te brengen afstam
melingen met de namen en woonplaat
sen van de respectieve eigenaars der
afstammelingen.
BOSSCHE RECHTBANK.
Dronken aan 't atnnr?
F. H. Ckoopman te Heusden zoo in Den
Bosch op 30 Juni per vrachtauto een gezel
schap hengelaars vsrvoeren die van een wed
strijd kwamen.
Toen allen op stoelen gezeten waren,
werd de tocht begonnen. Verdachte, die
onder den invloed was van borrels en biertjes
reed zigzagsgewjjze langs den weg en kwam
tegen een boom terecht, daarna tegen een
trottoir. Z'n passagiers tuimelde van de
stoelen op de keien, 't Was een consternatie
van belang, een vreeselijk lawaai.
Wegens overtreding der Motor- en Ry wiel-
wet werd verdachte door het Kantonge-
„Ik verzorgde hem vroeger, kan ik
het nu niet weer doen?"
De dokter zette groote oogen op.
„Neen, neen, dat is nu onmogelijk.
Vroeger was het niets, maar nu, hij
kan elk oogenblik plotseling sterven."
„Zeg mij, wat ik te doen heb," drong
Blanche aan, „en ik zal waken."
„U moet den heelen nacht waken,"
riep de dokter uit.
„Nacht op nacht, als het noodig is.
O, wees u niet bezorgd, God zal mij
kracht en moed geven."
Als u dan vast er toe besloten zijt,
waak dan den geheelen nacht. Welnu,
neem dit fleschje, het bevat een krach
tig verdoovingsmiddel, dat zooals u ziet,
den patiënt al tot kalmte gebracht heeft.
Geef hem hiervan tien droppels tien
droppels, denkt u er aan in een
weinig water, elk half uur, dus twee
maal per uur."
„Ik begrijp het. Tien droppels?"
„Ja, Wanneer u hem plotseling mocht
zién inzinken, verdubbelt u de dosis
geeeft u er twintig, zelfs dertig
totdat hij weer even rustig ademt als
nu."
„Ik begrijp het."
„Wanneer u één keer mocht overslaan
of een half uur van hem zou weg
gaan, sta ik niet voor zijn leven in. Als
u in slaap mocht vallen.
„Ik zal niet slapen", antwoordde het
meisje vastberaden. Liefdesengelen zul
len met mij Waken. Als mijn moede
oogen zich een oogenblik zouden slui
ten, zullen hun heilige vleugels mij fee
der aanraken en ze weer openen."
(Wordt vervolgd).
NicnwsMad
De ware oorzaak van die ellendige pijnen,
die ongeschikt maken voor eiken arbeid,
is nog weinig bekend. Maar de ervaring
heeft geleerd, dat masseeren met Akker's
Kloosterbalsem in staat is, de pijn aanmer
kelijk te verzachten. Gij behoeft niet
oud te worden, voordat ge oud zijtl