Tweede Blad No. 5010 Vrijdag 11 April ï?OSTER> Een Winternacht Puistjes voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. L RugpijnNieren Pillen IfciifrieiTubriek. FEUILLETON Land- en Tuinbcuwwerelö Pijn in den Rug. BEHOORENDE BIJ HET De oorzaken zijn velerlei: een ge vatte koude, tocht, influenza, over spanning enz. En de taak der nieren, die het bloed moeten zuiveren van de zich erin bevindende onzuiver heden, is toch reeds zwaar. Zoodat wanneer de nieren verzwakken, het geen wonder is, dat gij kunt gaan lijden aan lendenpijn, duizeligheid, een vermoeid gevoel, waterzuchtige zwellingen en urinekwalen. Geef aan de overwerkte nieren juist die hulp, die zij noodig hebben en welke van zoo groot belang voor u is. Volg het voorbeeld van zoo- velen, die Foster's Rugpijn Nieren Pillen gebruikten en er volgens hun eigen verklaring baat bij vonden. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon. Eeste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raad sels zijn: 1. Hobbelpaarden. 2. Er zijn er tien: Roermond Helmond, Warmond, IJselmond, Weerdingermond, Leksmond, Zoelmond, Gasselter- nijverveensmond, Gemond' en Egmond. 3. Ek>e de letters „er" bij het woord „kort" dan wordt het „korter". Neem van het woordje „Langer" de letters „er" af, dan wordt het „lang." De nieuwe raadsels zijn: 1. Neem een woord van vijf letters. Neem daarvan twee letters af, dan blijft er een over. Welk woord is dat, en hoe kan dat nu? 2. Zaandam begint met een Z en eindigt met een E. Hoe kan dat nu weer? 3. Vul onderstaande figuur in. Op de kruisjeslijn moet dan weer, van boven naar beneden gelezen, NAAR HET ENGELSCH. 23 „Een knappe Fransche dokter. O, hij is hier; laat mij hem voorstellen, dok ter Huet". Huet, die de kamer was binnengeko men, boog stijfjes. „Hoe gaat het met de juffrouw, uw patiënt", vroeg Hartmann nieuwsgierig. „Beter, hoop ik?" „Beter en slechter", antwoordde Huet koud. De koorts verdwijnt, maar van tijd tot tijd zijn er teekenen, dat zij zich begint te herinneren. Ik ben bang voor den volledigen terugkeer va haar gedachten, want dan „Ja, Ja." Dat begrijp ik. „Ik wou, dat God mij de kracht gaf om haar te troosten, maar helaas, daar is het te laat voor. Dat God mij moge ver geven." Met niet weinig verbazing luisterden de andere twee L>uitschers naar dit gesprek, waarvan zij natuurlijk niets begrepen. Toen zij de officier. „Wel Hartmann, wat kunnen wij voor je doen? Je schijnt hier een goed lo gies te hebben, zoodat het niet noo dig is, je ergens anders te brengen, denk ik." „Pardon", viel Huet in de rede, „hoe eerder hij uit dit huis is, hoe beter." „Juist", zeide Hartmann treurig. „Ik heb geen recht hier, waar mijn tegen- het woord van den eersten regel j komen te staan. x o o o o x o o o o x o o o o x 1 is een vogel. 2 is een stroomend water. 3 is iets waarin men soms wijs heid, soms dwaasheid leest. 4 is een mooie bloem. OOM KAREL. DE AVONTUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN KONING FRIKADEL DE TWEEDE. 5. Koning Pimpo en zijn gevolg bleven den heelen dag bij koning Frikaiel op visite. Kniptang deed erg zijn best, even later kwamen er tien knechten binnen die elk een kaars droegen, en die koning Pimpo en zijn negen volge lingen ieder naar een kamertje brach ten. Toen dat gebeurd was, gingen ook Kniptang en de echte koning Fri kadel naar bed, en het werd doodstil in het paleis. Buiten sloeg een torenklok tien uur, elf uur twaalf uur. ledereen was in diepe rust. Uit het kamertje, waarin koning Pimpo sliep, kwam een luid gesnork. Maar verder was alles stil. voeten stilletjes naar binnen geslopen..., Het warenKniptang en de Gene raal. Zij maakten een diepe buiging voor koning Frikadel, zoodai de kwastjes van hun slaapmutsen dei grond raakten. De koning legde zijn i vinger op de lippen, ten teeken dat I ze stil moesten zijn, en toen gingen ze alle drie, achter elkaar, met hun kaarsje in de hand, stilletjes de zaal uit, en een lange gang in, die naar het kamertje van koning Pimpo leidde. (Wordt vervolgd). WAARSCHUWING, Nu de tijd Weer aanbreekt, dat de rupsen van den bastaardsatijnvlinder uit de nesten komen, breng ik onder uwe aandacht het gevaar dat de haren van de rupsen opleveren door het veroor zaken van oogontsteking. Behalve de gewone oogaandoening, De schoenfabriek van de firma N.V. Broekman's schoenindustrie te Tilburg is door btand totaal verwoest. Een foto van de geheel vernielde fabriek, waarvan niet meer dan een ruïne overbleef. De materieele schade is zeer groot om niet te laten merken, dat hij geen echte koning was, doch slechts de hof- kapper, en dat de echte koning Fri kadel in een witte kappersjas naast den troon stond. Koning Pimpo vond hef natuurlijk wel een beetje raar, dat die kapper met zijn bijna kale bol en zijn witte jas, maar aldoor naastjJen ko ning stond en af en toe met hem fluisterde. Maar op het laatst verwon derde hij zich daar niet meer over. Alles was zóó vreemd bij koning Fri kadel. Toen het avond geworden was, vroeg Kniptang: „Het is buiten al donker, beste koning Pimpo, U blijft zeker een nachtje slapen bij ons?" „Graag", zei koning Pimpo, die al een paar keer gegaapt had, „want we zijn een beetje moe van het reizen, ziet U." Kniptang klapte in de handen, en woordigheid een beleediging is. Breng mij weg, zoo gauw mogelijk." Zonder verdere vragen te doen be loofde de officier een ambulance-wagen te zullen zenden, dienzelfden middag nog en ook eenige soldaten te sturen om den patiënt op te passen en zijn verlangens uit te voeren. Na nog een warmen handdruk verlieten de Duit- schers de kamer en gingen naar de deur. Begiftigd met een uitstekende ge zondheid, herstelde Hartmann spoedig weer van zijn wond. Maar daar hij een edel karakter had, vertelde zijn geweten hem, dat hij verkeerd gedaan had. Hij had graag alles, wat hij be zat, willen geven, zelfs zijn leven, om zijn daad ongedaan te maken. Huet had zijn geheim bewaard, nie mand in het huis, behalve Blanche wist van den dood van den Chevelier. Was de waarheid verteld geworden, zonder twijfel zou er snelle wraak genomen zijn. Maar na dien eersten verschrikkelij- ken nacht, toen de crisis voorbij was en de koorts overwonnen was, kreeg Hartmann alleen verzorging, omdat men die als plicht beschouwde. Bij tusschen- poozen kwam en ging de huishoudster, maar haar grootste zorg was voor haar jonge meesteres. Van tijd tot tijd ver scheen de dokter, die zijn plicht met zichtbaar misnoegen deed, hij ook, hield zich hoofdzakelijk bezig met de oppassing van Blanche. In dien middag kwam de ambulance wagen. Het was een open voertuig met een linnen zeil, dat in groote "haast in gereedheid was gebracht en dik met stroo belegd was, waarop de invalide En alle kaarsen waren uitgeblazen, zoo dat hei heele paleis in duisternis ge huld was. Maar toen de torenklok buiten twaalf uur geslagen had, werd er achter het kleine torenvenstertje, heelemaal boven in het paleis een heel klein lichtje zichtbaar. En dat lichtje bewoog Dan was het opeens weg, om even later weer door een venstertje lager zichtbaar te zijniemand liep zeker met een kaarsje in zijn hand de toren trappen af, naar beneden. En als je goed toegekeken had, dan zou je ge zien hebbendat de echte Koning Frikadel, met zijn slaapmuts op, en in zijn witte nachtjapon, waaraan echte gouden knoopen zaten, op zijn bloote voeten naar beneden liep, heelemaal alleen, met een kaarsje in het donkere, doodstille paleisHij liep bovendien nog op zijn teenen, opdat hij maar geen enkel geluidje zou maken. Ein delijk was hij heelemaal beneden, in de groote zaal, waar het natuurlijk ook pikdonker was, en waar het kaarsje van den koning maar een flauw schijn sel wierp. Toen gebeurde er iets vreemds. De koning zette zijn kaarsje op den troon neer en floot zachtjes. Daarna bleef hij met zijn hand aan zijn oor staan luisteren. Even later klonk ér uit de verte een heel zacht gefluit, en toen nog eens. Nog weer een minuut later ging er heel aan het einde van de zaal zachtjes piepend een deur open, en kwamen achter elkaar twee mannen, ook a! met witte slaap mutsen en nachthemden aan, op bloote in zijn volle lengte kon liggen. Zoo liggende, zijn hoofd met kussens gesteund, kon hij het winterlandschap om hem heen zien de boomen on der hun sneeuwvracht en de grijze he mel boven de bosschen. Huet stond op de treden van het kasteel zijn vertrek gade te slaan. Hart mann knikte met zijn hoofd naar hem. „Mijnheer", zeide hij, „ik ga weg met een zwaar hart." Al mijn gedach ten zijn voor juffrouw de Gavrolles. Wanneer zij ooit over mij spreekt, wan neer zij ooit zal denken aan iemand, die zoo onwaardig is, vertel u haar dan, dat ik haar nooit zal vergeten, altijd voor haar zal bidden en haar zegenen. Dat God haar moge troosten, mijnheer, en voor haar waken, nu en altijd." Huet gaf geen antwoord. De wagen reed langzaam weg, bestuurd door een soldaat en met aan weerskanten een soldaat te paard. De kleine stoet ging langs de verlaten laan door de bos schen in hun winterkleed. Hier en daar lag de sneeuw zoo dik, dat het moei lijk was om er doorheen te komen, daar de wagen er diep in wegzakte. Hartmann lag naar het verlaten land schap te kijken, zijn hart was ook een zaam. Zijn gedachten gingen terug naar de ziekenkamer, waar het meisje lag. Zij hadden zoo een poos je door de bosschen gereden en konden het open veld al dichtbij zien, toen de voer man plotseling stilhield. Dwars over den smallen weg stond een reiskoets, die een der wielen ver loren had én nu diep in de sneeuw zat. De voerman stond er naast nu eens het rijtuig onderzoekend, dan woest ge- j Kweekt sterke jongen. die veroorzaakt wordt door in de lucht zwevtnde haartjes der rupsen, die aan beide oogen optreedt en ongevaarlijk is, komt er een veel zeldzamer maar veel gevaarlijker aandoening voor, die zeer pijnlijk is, gepaard gaat met knobbel vorming in de oogen, die zeer vaak terugkomt en die zelfs tot blindheid voeren kan. Oorzaak van deze aandoening is steeds het vallen of werpen van een rups in het oog. Zij is vooral gecon stateerd bij kinderen door baldadigheid. Steeds was één oog aangetast De aandoening wordt veroorzaakt door de allerfijste haren der rupsen die slechts 0.1 m.M. lang zijn. Gaarne houd ik mij aanbevolen voor eventueele ge vallen dezer tweede aandoening, welke berichten door mij ter kennis zullen worden gebracht aan het Hoofd van den Plantenziektenkundigen Dienst. De technische ambtenaar le klasse bij den Plantenziektenkundigen Dienst, P. C. KOENE. Rijwielkaarten Weggeld 1930/31. De Ontvanger der Directe belastin gen te Heusden brengt ter kennis van belanghebbenden Behalve aan het kantoor van den ontvanger kunnen de rijkaarten wor den afgehaald op de hieronder vermelde zitdagen Voor het Ontvangkantoor HEUS DEN zal zitdag worden gehouden te: BABILONIENBROEK Woensdag 16 April 1930 van nam. 25 uur (O. L. School) HAARSTEEG Maandag 14 April en Dinsdag 15 April 1930 van nam. 25 uur (Gemeentehuis); VEEN Donderdag 17 April 1930 van nam. 25 uur (Gemeentehuis); HEDIKHUIZEN Vrijdag 18 April 1930 van nam. 25 uur (J. van Leeu wen); EETHEN Zaterdag 19 April 1930 van v.m. 912 uur 's middags (O. L. School); MEEUWEN Dinsdag 22 April 1930 van nam. 25 uur (Mej. Vos-v. Rijs- wijs, Postkantoor) GEN DEREN Donderdag 24 April 1930 van nam. 25 uur (Gemeente huis) DRONGELEN Woensdag 23 April 1930 van nam. 25 uur (O. L. School); ELSHOUT Vrijdag 25 April 1930 van nam. 25 uur (Gemeentehuis); WIJK Zaterdag 26 April 1930 van v.m. 912 's middags en Maandag 28 April 1930 van nam. 25 uur (Ge meentehuis). Aangifte op den zitdag in April voor komt lang wachten bij latere aangifte ten kantore. Kaarten zijn reeds van af heden da- gelijksch ten kantore verkrijgbaar. Ta Hensden: W C. HTaL. Apotheker; Sleeawijk A. KORSTMAN Rijswijk N B. A MOOY baren makend tegen de soldaten, als zij naderden. In het rijtuig zat, met zijn gezicht van Hartmann afgewend, een lange heer in militaire kleeding, die zijn arm in een doek droeg. Met in hun moedertaal booze uitroe pen, gingen de Duitsche soldaten naar den voerman toe en schenen hem te bevelen den weg vrij te maken. Hij antwoordde hen met een vloed va Fransche scheldwoorden, waarvan zij geen woord verstonden en wees naar het wiel. „Wat is er?" vroeg Hartmann, zich tot den voerman van zijn eigen rijtuig wendend. „,Een ongeluk, mijnheer de kapitein", antwoordde de man, salueerend „Er is een wiel van het rijtuig gebroken." Nu kwam de vreemde heer, die op een stok leunde, uit het rijtuig. Het licht viel op zijn bleek gezicht en zeer kon geknipt haar. Hartmann schrok en ging rechtop zitten. Iets in dat gezicht kwam hem bekend voor. Hij keek en keek nog eens. Hemelsche goedheid, kon het mo gelijk zijn? Hevig bevende, riep hij aan den voerman van de ambulance. „Vlug, ga naar dien heer toe. Vraag zijn naam en waar hij naar toe gaat." De man liep heen en kwam bij de groep, die terzijde van het rijtuig stond en sprak den vreemdeling aan. Toen kwam hij weer bij Hartmann terug, en zei, salueerende: „Zijn naam, mijnheer de kapitein is Chevalier de Gavrolles, en hij gaat als invalide weer naar huis terug, gindsch naar het kasteel." Wanneer een engel 'uit den hemel De aardbeienteelt wordt in het Land van Altena druk beoefend en meer enJ meer breidt deze cultuur de laatste jaren zich uit. Dat behoeft geen ver wondering te wekken. De aardbei toch is een plant, die op bijna alle grond soorten wil groeien zelf op die gronden, die door verkeerde stoffen zuur gewor den zijn. In dit opzicht kan de tuinder in het Land van Altena dus bijna zeker zijn van een goeden oogst. Toch moet hij niet zoo maar in het wilde weg zijn aardbeien planten, maar moet hij wel degelijk overwegen, welke meststoffen hij in den grond moet brengen. Boven dien moet hij letten op de exempla ren, die hij plant en moet de verzorging der aardbei niet worden verwaarloosd. Aardbeivelden worden aangetroffen onder Dussen, Oudendijk, Almkerk, Nieuwendijk, enz. Voor een groot ge deelte geschiedt de teelt nog op den kouden grond, daar tal van beginnende tuinders in het Land van Altena de op zijn weg was gekomen om hem een blijde boodschap uit een andere wereld te brengen, kon Hartmann geen grooter vreugde gevoeld hebben. Er kwam een kreet van zijn lippen, zijn oogen vulden zich met plotselinge tra nen. O, de goedheid van God. De groo te genade en wonder van Zijn wegen. De wereld was overglansd met zonne schijn. Hemel en aarde schenen te stra len door een heilig licht. „Vraag hem hierheen te komen. Smeek het hem, ik moet hem spreken. Vlug, in 's hemelsnaam." De man gehoorzaamde en liep weer naar het rijtuig, waar de voerman, ge holpen door de soldaten, bezig was het wiel te herstellen. Vervolgens, na een oogenblik, ging de vreemde heer, op zijn kruk geleund en gedeeltelijk ondersteund door een soldaat, met veel moeite naar den ambulance-wagen. Hartmann boog zich voorover met bevende uitgestrekte handen, terwijl 'de ander hem in verbazing aankeek. „Mijnheer, kent u me niet?" riep de Duitscher. Herinnert u zich mij niet? Ik liet u voor dood achter, u gSf mij die laatste boodschap dat medail lon." „Is het mogelijk," antwoordde Öe Chevalier. ,De Duitsche officier, die." „Die dacnt, dat hij schuldig aan Uw dood was, maar die nu God dankt dat hij u zoo onverwacht weer tot het le ven heeft teruggebracht. O, mijnheer. Het is een wonder. Vertel mij hoe gebeurde het? Hoe werd u gered?" (Slot volgt.) Xttmblai in hel g»laat verdwijcen spoedig door deze des bv .iids neet wat PL ROL in te wiij«en en door 7'ch des morgei s te wassch-n met warm water en gewone zeep cf beter nog met Poro'zeep, T Voldoet iedereen. Toekomstige Kampioenen! lste voorwaarde: Voegt dagelijks bij het drinkwater een theelepel aviol, een waarborg voor de gezondheid van kweekduiven en jongen. 2de voorwaarde: Acht dagen voor het paren moet men de kweek-duiven purgeeren met DEPUROL-Pillen. 3de voorwaarde: Vanat den 15den dag geeft men den jongen duiven ge durende acht dagen eiken avond een versterkingspil hoematol. Dit is Het geheim der Kampioenen. Depurol 10.70 per doos; Hoematol f 1.- p. doos Aviol f I.- p. flacon1/2 Liter f 3.50; 1/1 Liter f 6.- Alom verkrijgbaar. Waar liet wende men rich tot N.V. VERKOOPKANTOOR PREPARA TEN DIERENARTS DOMICENT van Alkemadcatraat 19 - ROTTERDAM Vraagt gratis en franco „Het Hand boek voor Duivenhouders" of het hand boek „Het fokken van Pluimdieren".

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 5