Tweede Blad
go. 5024 Vrijdag 33 Mei
HET -fSRILLpNflUlS
KERpTOAAT 30.
voor het Land
van Heusden en Aliena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
S BIJWIEL
Het geheim van de Lift.
RugpijnNieren Pillen
De bevolking van steden
en platteland.
FEUILLETON
H. VAN DERDEN - Den Bosch
Waterzuchtige Zwellingen.
P. v^tf VELDEN
W
BEHOORENDE BIJ HET
Hebt gij blazen onder de oogen,
zwellingen rond de enkels, bij de
polsen, op de handenen last van
rugpijn, een duizelig, aftgemat gevoel,
of urinestoornissen? £>an bestaat er
reden om aan nierzwakte te denken.
Verwaarloos geen kostbaren tijdl
Begin onmiddellijk/ met het gebruik
van Foster's Rug/ijn Nieren Pillen.
Zij kunnen trag/ nieren opwekken
en versterken. Sn doordat gezonde
nieren het bloea volkomen zuiveren
van de erin voorkomende vergiften
ills urinezuur In urea, ondervindt uw
geheele gestel er den weldadigen
invloed van./
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
Woudrichem 2136
Dussen 3623
Almkerk 3527
Wijk en Aalburg 2422
Eethen 2338
GiesBen 505
Rijswijk 687
Waalwijk 8894
Drunen 3066
SprangCapelle 4321
Waspik 6368
Zaitbommel 4240
Nederhemert 1058
Brakel 1702
Poederoijen 1241
Kerkwijk 1094
Hedel 1708
Zuilichem 1072
Gameren 2024
2014
3702
3723
2458
2286
505
621
9652
3333
4926
3444
4093
1149
1735
1245
1164
1706
1065
wikkeling van groote en kleine gemeen-
terï*&ldas
Gemeenten met 1840 1920
meer dan 10Q000 inwoners 100 413
van 50001—TOOPOO 100 279
20 001—50 000 1(0 330
5001—20 000 1C0 217
5000 en minder
100 164
2012
Tusschen de stad en het platteland
bestaan vele tegenstellingen, zoowei
oeconomische als belangen tegen-
Het Rijk 1ÖÖ* 240
De grootste gemeenten groeiden he't
snelst, terwijl de groei het geringst was
voor de allerkleinste gemeenten. Na
1920 heeft dit verschijnsel zich voort
gezet zoodat, terwijl de grootste steden
in dat jaar nog 24,17% vormden van de
totale Nederlandsche bevolking, zij in
1928 gegroeid waren tot 24,55%. De
kleinste gemeenten daalden io dat tijd
stip van 25,32 tot 24,63%, ook de
steden van 20,000 en meer inwoners
inwoners stegen snel in zielental.
het snekt toeneemt, maar dé bevolkings
toename der gemeenten Almelo, Hengelo,
Kerkrade; Heerlen, Velsen, Tilburg en
Helmond is ook niet gering. De vier
grootste steden kernen hierbij ten achter
hoewel de groei van 's Gravenhage steeds
toenemend is.
Waar het volgende slechts betreft het
noemen van statistische gegevens, nemen
wij het in zijn geheel over uit de
Haageche Post, waarin we dit aantrefien.
„De samenstelling der bevolking in de
groote steden is niet hetzelfde als die op
het platteland Dat is duidelijk. Daar
mede moet rekening worden gehouden
bij de beoordeeling der volgende ge
gevens omtrent geboorte. Jaarlijks zien
in Nederland 175,000 tot 180,OC0 kin
deren het levenslicht. Gerekend voor
deze eeuw is dat per 1000 inwoners thans
ongeveer 25 geboorten, terwijl dat cüfer
omstreeks '70 nog 35 beliep. Steeds was
Zoo dikwijls hooren we zeggen „Wat
het toch vreemd dat het zielenaantal
Ier gemeenten in onze omgeving over
't geheel eer af dan toeneemt en dat
zelfs de .belangrijkste gemeenten haar
zielental slechts in zeer beperkte mate
zien vermeerderen. Wat zou daar toch
wel de oorzaak van zijn Die vraag
wordt met reden gesteld, want als we
den loop der bevolking van de gemeen
ten in het Land van Heusden en Altena,
de Langstraat en den Bommelerwaard
nagaan dan zien we dat de bevolking
in de meeste gemeenten wel niet ver
mindert doch toch ook zeer weinig groeit.
We hebben hier voor ons liggen de be
volkingscijfers van genoemde gemeenten
op 1 Januari 1921 en op 1 Januari 1929,
tusschen welke data dus 8 jaren liggen
en deze cijfers willen we overnemeu
Heusden 2042 1872
Werkendam 3614 3608
A W nrlrnn
en Sleeuwijk 3477 3366
en bleef het geboortecijfer het hoogst in
de kleinste gemeenten en het laagst in
de grootste gemeenten. Voor onzen tijd
geven de volgende cijfers een beeld van
den toestand
Geboorten per
1000 inwonerst
Gemeenten met 1924 1928
meer dan 100.000 inwoners 21.02 18 96
met 50.001=100 000 22.43 21.04
20 001— 50.000 25.59 28 28
5 001— 20.000 27.04 25.41
5.000 en minder 27.52 26.04
Dalende geboortecijfers over de geheele
linie zoowel in de groote steden als op
het platteland. Doch de hoogste cijfers
in de kleinste gemeenten.
Het geboortecijfer in Nederland daalt,
doch ook de sterftecijfers, zij het met
een aantal onderbrekingen, hebben zich
sinds jaren in dalende richting bewogen.
In de periode 18401849 bedroeg het
26.56, in 19101914 13.01 (minder dan
de helft I) en in de jaren 19241928
9,85. In 1928 overleden 73.816 perso
nen. Ook bij de sterftecijfers zijn er
belangrijke verschillen te vermelden
tusschen de verschillende groepen van
gemeenten en wel ten gunste van de
grootste gemeenten. Voor de laatste
jaren zijn de cijfers aldus
Sterfte per
1000 inwoners.
Gemeenten met 1924 1928
meer dan 100 000 inwoners 8.79 8.90
met 50.000—100.000 9.15 917
20.001— 50.000 9.10 8 86
5.001— 20.000 10.16 10.01
5.000 en minder 10.06 10.47
De kleinste gemeenten hebben naar ver
houding de hoogste sterftecijfers, meer
in het bijzonder ten gevolge van de
grootere zuigelingensterfte, die in de
kleinste gemeenten nog ongeveer ander
half maal zoo groot is als in de grootsteJL
Waar vooral in kleinere gemeenten het
aantal geboorten dat der sterfgevallen
aanzienlijk overtreft, zit de zeer geringe
bevolkingsvermeerdering ten platteland©
alleen in het aantal uit die gemeenten
vertrokken personen. En dat dat ver
trek in onze omgeving niet aanzienlijk
is, is volkomen verklaarbaar. Immers
kunnen arbeiders elders, met name in
industrie-centra en bij de Zuiderzee
werken, veel meer verdienen dan bij den
boer en deze laatste kan onmogelijk meer
betalen. Gelet op de uitkomsten van
den landbouw vooral in het jaar 1929
zijn de landarbeidersloonen tot hun
hoogste punt opgevoerd. Maar daar
vraagt de landarbeider niet naar. Hij
wil een zoo hoog mogelijk loon verdie
nen en daarom verhuist hij naar eene in
dustriestad. De landbouwer moet dan
maar zien hoe hij aan geschikte werk
krachten komt.
Maar zeker is dat, hoe slechter hét
den landbouwer gaat, des te grooter de
bevolkingstrek naar de steden is.
Tijdens haar bezoek aan de hoofdstad heeft H. M. de Koningin een bezoek
gebracht aan de Hollandsche Draad en Kabelfabriek aan de Hamerstraat.
H. M. wordt rondgeleid over de terreinen.
vanaf 2 45.
rpedonaaf
WIJK—AALBUR0.
stellingen, 't Zou ons te ver voeren om
hierop in te gaan en wij willen than-
alleen maar een aantal officieele staties
tische gegevens aanhalen, die scherp de
verschillen doen uitkomen in groei en
ontwikkeling van kleine gemeenten, van
stad en platteland, zulks om aan te
toonen dat niet slechts de plattelandsche
gemeenten in onze omgeving weinig ol
niet in zielental toenemen, maar dat zulks
bijna in het geheele land het geval is.
Een feit is dat de stedelijke bevolking
veel sneller toeneemt dan die ten piatte-
lande. Over eene periode van 80 jaar
was, zooals de Haagsche Post in een
harer jongste nummers aangeeft, de ont
Naar L. Grou.
Eenige geautoriseerde bewerking door
J. Boonen en Cor Wouters.
3.)
Hij scheen de aanwezigheid van Al
fred hoegenaamd niet te bemerken, die
verlegen om deze onverschi ligheid, beur
telings op den eenen dan op den ande
ren voet rustte.
Eindelijk, toen de man zijn heelen
papierrommel had gëknipt, sloeg hij de
oogen op:
Zoo, zei hij, u is het die... Pardon.
Het geschel van de telefoon had hem
onderbroken.
.Hi j greep den hoorn en wisselde ee
ltige raadselachtige woorden met den
onzichtbaren toehoorder:
Ja... in acht.,. Nee, toch, dat is voor
nummer twee... Het opschrift?... Wacht..
Nee, ik schrijf het op de proef neer...
Toen het onderhoud geëindigd was,
kwam hij hij Tortoran terug.
U is het, hernam hij, die komt om
Lacroix te vervangen? Hij is vervelend
Lacroix met zijn (voortdurend wegblij
ven, en de baas is woedend op hm...
Nu we zullen zien of we u kunnen ge
bruiken... Heeft Lacroix gezegd Wat u
te doen zou hebben?
Hij heeft alleen maar gezegd, be
kende Alfred met een deerniswekkend
gezicht, dat het geen toovenaarswerk
en dat met u wel op te schieten was. i
Défce, ongekunstelde openhartigheid
rr.aakte "^Michaux opgeruimder; glimla
chend antwoordde hij:
Zóó is Lacroix. Ik wed dat u van
den aard van 't geen jota kent...
Nee, protesteer niet, w^ willen beproe
ven u toch ergens voor te gebruiken.
Door zijn nieuwen baas c?p p e hoogte
gebracht, leerde Tortoran spoedig pa
piersnippertjes onder elkaar plakken en
de opschriften boven de spoedberichten
zetten, waarvan hij de telegraphische
stijl had aangevuld.
Dat was wel niet wat hij zich voor
gesteld had, maar hij kreeg er nietemin
de genoegdoening van, wanneer hij bij
voorbeeld schreef: „Een drama te Gre
noble", of „Een drievoudige zelfmoord
te St. Germain", dat honderduizenden
menschen, deze, in zijn hoofd ontstane
opschriften, zouden lezen, en dat deed
zijn hoogmoed aangenaam aan. Boven
dien wanhoopte hij niet, dat zich eens
een gelegenheid zou voordoen om op
een meer persoonlijke wijze uit te blin
ken.
Deze gelegenheid werd geschonken
door iemand, die plotseling het kantoor
kwam binnenvallen.
Deze, ongeveer veertig jaren oud, had
zonderling in de war gemaakt haar bo
ven een breed voorhoofd, en een groö-
ten beweegbaren en snuffelenden neus.
Op ,t oogenblik scheen hij zeer opge
wonden en riep hij bij 't binnentreden
zonder veel complimenten:
Plaats, Michaux, plaats moet ik
hebben... Twee kolommen, drie kolcyn-
men, een heele bladzijde. Ik heb een
reusachtige zaak, een onbegrijpelijke
zaak, een buitengewone zaak.
Waarover gaat het? Spoed u
Een voorname factor voor de snelle
toename der bevolking van vele steden
is wel de immer voortschrijdende indus
trie. De bevolking van het platteland
trekt naar de stad en de industrieels
centra. Voor onze streek is wel een zeer
sprekend bewijs hiervoor de uittocht van
vele zoowel geschoolde als ongeschoolde
werkkrachten naar de Philip's fabrieken
te Eindhoven, welke uittocht wel eeniger-
mate is getemperd door de algemeene
malaise in de industrie, maar die toch
zeker weer zal toenemen zoodra de voor
de industrie ongunstige tijden achter den
rug zullen zijn.
Eindhoven is de stad, wier bevolking
vriend, ik heb haast....
Over de zaak in de rue d'Haute
ville, riep de ander uit.
Ah, zoo... de man die in de lift
verdwenen is... interressant... Leg uit.
Wat nieuws brengt u me daarover mee?
Nog niets, maar we vervolgen de
zaak, die groote afmetingen zal gaan
aannemen. Dit is zeker, namelijk dat de
kassier van het huis Lambert, die giste
renavond op een zoo zonderlinge wijze
werd weggemoffeld, zich in zijn woning
niet meer vertoond heeft.
Tortoran was geheel en al oor. Hij
herinnerde zich dat gemengd nieuws dat
hij denzeltdcn morgen gelezen en e'at
hem zoo hevig, alhoewel voor een kort
oogenblik aangegrepen had.
Nu boeide het hem. Deze wonderlijke
man die het middel had gevonden te
verdwijnen zonder 'n spoor achter te
laten, wekte in den geest van den leer
ling journalist, de dolste veronderstellin
gen op. Deze zonderlinge naast elkaar
plaatsing vlan wegmoffelen dat aan too-
verij grenst, met een zoo modern toe
stel als een lift, trok hem onweerstaan
baar aan. Hij wenscht uit ganscher
harte met het onderzoek in „de zaak
der rue d'Hautville" belast te worden,
maar ergerde zich bij de gedachte, dat
dat hij voor deze groote taak, slechts
een heel klein persoontje was...
Hij zuchtte, toen de verteller aldus
besloot:
Ik heb Pépin wegezonden om een
ernstig onderzoek in het huis Lambert
in te stellen. Ik zocht naar Lacroix
om hem te vragen de- familie van den
kassier te gaan bezoeken, maar het
schijnt dat mijnheer Lacroix zich weer
xop eenige dagen verlof heeft onthaald.
Barometers - Leesglazen enz.
Hjj*"sprak deze laatste woorden met
zekere bitterheid.
Lacroix heeft zich door een vriend
laten vervangen, antwoordde Michaux.
Hier is hij.
En eindelijk werden de twee mannen
aan elkaar voorgesteld.
Mijnheer Alfred Tortoran, mijn
heer Marteau, hoofd der reportage bij
de Gazette de Paris.
Welnu, dat is heelemaal in orde,
mompelde Marteau. Mijnheer zal er zich
mee belasten om de familie te intervie
wen...
Met genoegen, riep Tortoran uit,
die zijn hoed greep en naar de deur
liep, terwijl hij in zijn haast vergat
nadere inlichtingen te vragen.
Maar Michaux riep hem tot de wer
kelijkheid terug
Waar loopt ge heen? vroeg hij
droogweg.
Naar... naar den kassier...
U kent zijn naam, noch zijn adres.
Alfred Tortoran sloeg de oogen neer.
Waarachtig, mompelde Marteau
kwaadwillig, dat is altijd met die plaats
vervangers van Lacroix
Komaan, zegde Michaux op een
meer verzoenenden toon, geef dezen
gen de noodige inlichtingen; ik wed
dat hij er zich flink doorslaat....
Wil me even volgen, mijnheer zei-
de dan den heer met den bril.
Tortoran gehoorzaamde, zonder een
woord te ztgen.
En breng voornamelijk de kopy
vroeg binnen, beval de secretaris der
der redactie, op het oogenblik dat de
twee mannen uit zijn kantoor traden.
MOEILIJKE ZENDING.
111
Voorafgegaan door Marteau trad de
leerling-journalist in een ruime verla
ten zaal binnen, die primitief gemeubï-
i leerd was met zwart houten tafels en
half van de strooien zitting ontdane
kreupele stoelen.
Zijn gids, die zich zonder complimen
ten op een tafel had neergezet, wierp
hem van onder zijn brilleglazen een
heel kwaadaardigen blik toe.
Het gaat er omj, zei hij eindelijk,
behendig te zijn; natuurlijk zal de fa
milie van den verdwenene overrompeld
worden indien het nog niet reeds
geschied is, door de reporters van
alle bladen en het staat bijna vast dat
ze iedereen aan de deur zet en niet
de minste verklaring wil aflegen.
Welnu, ik wil, dat de vertegenwoor
diger van de „Gazette de Paris" ont
vangen worde, en dat hij de eenide zij
Ik wil, dat hij me alle mogelijke in
lichtingen bezorge over den kassier van
René Lambert, over zijn gewoonten,
zijn neigingen, zijn deugden, zijn ge
breken, zijn betrekkingen. Ik wil de
fotografie van den verdwenene heb»
ben. Ik wil de meening kennen van
zijn familie, van zijn portierster, van
zijn kapper, en van den baas van het
koffiehuis waar hij zijn bittertje neemt.
lk wil....
I Het oneindig aantlal dinen, dat de
kokende Marteau wilde, liet niet n;,a
het hoofd van Tortoran op hol te bren
gen., maar hij hield zich nochtans goed
en wachtte op naam en adres, die men
hem beloofd had.
(Wordt vervolgd.)!
jtirowsblad
Op 1 Januari 1921. Op 1 Januari 1929.