Tweede Blad m 5031 Woensdag 25 Juni voor het Land *an Keusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. ALADDIN EN DE TOOVERFLUIT BEHOORENDE BIJ HET Vervolg Raadsverslag WOUDRICHEM. De Voorzitter deelt mede dat in de vergadering v^n B. en W. met (den betrokken architect wel degelijk de mogelijkheid is besproken om de al hier wonende aannemers eveneens aan de aanbesteding te doen deelne men. De architect deelde daarbij evenwel mede dat alleen als aanne mer kan optreden een persoon die getoond heeft dergelijk werk te kun nen verrichten en hiervan op andere plaatsen blijk heeft gegeven. Tevens hebben hem beide alhier wonende aannemers verklaard het hiervoor be- noodigde steigerwerk niet voorhan den te hebben. Wat betreft het door het lid Viveen gezegde dat de aange schreven aannemers ook niet in het bezit van steigermateriaal zouden zijn merkt hij op dat één aannemer pp zijn inschrijvingsbiljet heeft vermeld om de steiger over twee maanden te mogen plaatsen, doch dat de laag ste inschrijver heeft medegedeeld met de plaatsing onmiddellijk een aan vang te kunnen nemen. Ten aanzien van de door het lid Viveen gemaakte opmerking of het bedrag vpldpende zal zijn om de ge- heele restauratie mogelijk te maken deelt hij mede dat hieromtrent met zékerheid thans nog niets kan ge zegd worden, aangezien het werk zeer mee of tegen kan vallen. Eerst in dien er een stelling om den toren is aangebracht, kan definitief worden vastgesteld welke werkzaamheden moeten worden verricht. Het ligt evenwel in de bedoeling met de werk zaamheden boven aan te beginnen. Indien later mocht blijken dat de gelden niet toereikend zouden zijn om de geheele restauratie mogelijk i te maken, zou bijtijds getracht kun- nen worden nog wat meer subsidie van Rijk en provincie te verkrijgen, j aangezien ook de Voorzitter van mee- ning is dat de gemeente niet meer dan het reeds uitgetrokken bedrag voor hare rekening kan nemen. De Voorzitter deelt verder mede dat de kosten van verandering van het uurwerk niet in de restauratie van den toren is begrepen, doch en kel het aanbrengen van vier nieuwe wijzerborden. Indien het uurwerk der halve moet worden veranderd, ko men deze kosten geheel ten laste der gemeente. B. en W. hebben even wel gemeend dienaangaande bij ee- nige daarvoor in aanmerking komen de fabrikanten inlichtingen en prijs opgaaf aan te vragen en zullen, in dien deze alle binnen zijn gekomen, een en ander nader ter kennis van een en ander nader ter kennis van den Raad brengen. Tevens wordt door den Voorzitter nog medegedeeld dat in het met den aannemer van de werkzaamheden ver bonden aan de restauratie van den toren op te maken contract de voor waarde is opgenomen, dat voor sjou- werwerk en dergelijke zoo veel mo gelijk werkkrachten uit de gemeente moeten worden te werk gesteld, ter wijl de laagste inschrijver thans reeds heeft medegedeeld er geen bezwaar tegen te hebben ook metselaars uit deze gemeente in dienst te nemen, mits zij toornen met het werk van restauratie op de hoogte te zijn. Ook wethouder Holster deelt nog mede dat B. en W. wel terdege ge tracht hebben ook de aannemers uit deze gemeente aan de aanbesteding te doen deelnemen, waarvan echter volgens de meening van den architect geen sprake van kon zijn. Het lid Kentie vraagt inlichtingen of het salaris van den uitvoerder, het geen voor rekening der gemeente komt, buiten het door den raad be schikbaar gestelde bedrag van f 5000 valt, waarop de Voorzitter mededeelt dat dit in totale kosten is inbegrepen. Het lid Spiering deelt nog mede dat het gemeentebestuur hier voor een groot gedeelte een passieve rol vervult, aangezien met tal van voor schriften rekening moet worden ge houden. Hij vindt het billijk dat B. en W. in het contract een bepaling heb ben opgenomen dat zooveel moge lijk met beschikbare werkkrachten in deze gemeente rekening moet wor den gehouden, waarbij de aannemer eveneens belang heeft. Hij is van meening dat meer thans niet kan worden gedaan. Vervolgens wordt met algemeene stemmen aangenomen het voorstel van B. en W. om de restauratie van den toren onderhands aan te besteden aan den heer A. Paardekooper te 's Gravenhage voor 7.80 °/o van het totaal te verwerken bedrag. Op voorstel van B. en W. wordt vervolgens met algemeene stemmen besloten tot wijziging van artikel 52 j der Algemeene Politieverordening met betrekking tot de sluiting van de café's op Zaterdag gedurende den zomertijd, welke aanvulling bij de vorige wijziging van dit artikel ver zuimd werd op te nemen. Tot leden van de commissie van onderzoek van de rekening der ge- meente over het jaar 1929 worden vervolgens aangewezen de heeren Vi veen, Kentie en Spiering. Naar aanleiding van het in de vori ge vergadering genomen besluit tot het geven van een vrijen middag aan den wegwerker en den straatreiniger deelt de Voorzitter mede, dat dien aangaande het advies is gevraagd van den gemeente-opzichter, die heeft medegedeeld dat de straatreiniger het best kan gemist worden op Don derdagmiddag en de wegwerker op Zaterdagmiddag. In verband daar mede stellen B. en W. voor de in structie van deze personen zoodanig te wijzen, dat de straatreiniger des Donderdagsmiddags en de wegwer- ker des Zaterdagsmiddags vrij wordt gegeven, een en ander tot wederop zegging en onder bepaling dat het zelfde werk door hen moet worden verricht. Na nog eenige opmerfdngen van het lid van der Wiel en het lid Viveen, die van oordeel zijn dat als beslist blijkt dat de straatreiniger zijn werk niet af kan dan wel door den wegwerker eens kan worden bijge sprongen, wordt het voorstel van B. en W. met 6 tegen 1 stem, die van het lid Holster, aangenomen. iM.a.s. wordt vervolgens besloten tot wijziging van de begrootingen voor 1930 en 1929 volgens de door B. en W. overgelegde ontwerpbeslui ten. Opnieuw vastgesteld worden de pensioensgrondslagen van den ge meente-Secretaris en den gemeente ontvanger. Bij de rondvraag vestigt het lid van der Wiel de aandacht van B. en W. op den toestand van den aan de ge meente behoorenden griend langs de Merwede en geeft in overweging de groote struiken uit te steken en nieu we in te teelen, aangezien het daar thans een zeer havelooze boel is. Het lid Holster meent dat het land daar te droog is voor weiland en vreest tevens dat het stek dood zal gaan. Hij is er echter voor een en an der wat te la,ten opknappen. Het lid Spoor klaagt over den slechten toestand waarin de straat- pompen verkeeren en dringt op af doende verbetering aap. De Voorzitter zegt, dat in elke ver gadering van B. en W. deze kwestie met den opzichter wordt besproken, doch dat deze altijd zegt dat ze in or de zijn. Het lid Spoor zegt, dat B. en W. dan maar eens een deskundige moe ten raadplegen. Het lid van W. de Joode zegt dat eenige jaren geleden de pomp aan de Hoogstraat veel geld heeft gekost en nog niets waard is. Aange zien de aan den Oudendijk gemaakte brandputten uitstekend voldoen, is hij van meening dat ook daar ter plaat se een brandput met pomp moest worden gemaakt, hetgeen tevens nut tig zou zijn voor de doorstrooming der riolen. Het lid Kentie wijst op den slech ten toestand waarin de school- en Spieringstraat verkeeren. De oorzitter zegt toe met de op making der begrooting voor 1931 hiermede rekening te zullen houden. Het lid Spiering zegt, dat den laatsten tijd aan de stoep aan den Ou dendijk, welke zeer slecht is, reeds verschillende ongelukken zijn ge beurd en geeft B. en W. in overwe ging aan het betrokken Dijkbestuur het verzoek te richten%hierin eenige verbetering te willen doen aanbren- gen. j Tevens wijst hij er op dat door de burgerij over het algemeen op prijs wordt gesteld dat de Rijksontvanger thans tijdelijk zitting heeft in het Ge meentehuis, alwaar ten minste een behoorlijke ruimte voor de wachten den is. Hij zegt vernomen te heb ben dat het Rijk voor vergoeding van kantoorhuur een flink bedrag wil be steden en vraagt of het nu niet den aangewezen weg zou zijn het Ge meentehuis, dat toch in zeer slech ten staat verkeert, te verbouwen en tevens geschikt te maken voor een definitief kantoor van den Rijksont vanger. Hierdoor zou voorkomen worden dat gemeld ontvangerskan toor werd overgeplaatst naar een an dere gemeente, terwijl in den vorm van huur een aardige tegemoetko ming in de bouwkosten kon worden terugontvangen Het lid Spiering merkt tevens op dat door de verschillende organisa ties op land- en tuinbouwgebied een actie zal worden gevoerd voor verbe tering van wegen voor snelverkeer in het Land van Heusden en Altena hetgeen vooral noodig zal zijn in dien het veer over de Merwede bij den Kop van het Land in werking zal zijn gesteld en de wegen aldaar in orde zullen zijn gebracht. Vooral voor het vervoer van land- en tuinbouw- 'oducten zal er alsdan groote be- oefte zijn aan een aan de eischen voor snelverkeer beantwoordenden weg in het Land van Altena, aange zien verwacht wordt dat daarvan als dan een druk gebruik zal worden ge maakt. Hij geeft de leden in overwe ging van een en ander ééns studie te maken, opdat men indien er ook een verzoek tot de gemeentebestu ren om steun voor deze actie te zij ner tijd mocht worden gericht, men beslagen ten ijs komt. Daarna sluiting. Verslag der Coöperatieve Boeren leenbank te Meeuwen over het jaar 1929. Met dankbaarheid en tevredenheid mogen wij ook thans weer terug zien pri ho op het jaar, dat achter ons ligt. Het was voor onze instelling we derom een goed jaar. Zeer kalm ging het voor ons voorbij, niette genstaande een financieele catastrophe als nog nooit gekend, de wereld in beroering bracht. Ongetwijfeld laat de plotselinge in zinking in het zakenleven, die nu ongeveer 3/4 ja-31" geleden is ontstaan, ook in onze omgeving diepe sporen achter, en is de taak van Bestuur en Raad van Toezicht er niet gemak kelijker op geworden, maar dank zij het dusver zoo voorzichtig gevoer de beleid, staan onze zaken safe. De jaaromzet steeg van ongeveer f 1.239.000,tot f 1.284.000,ter wijl het aantal dagboekposten 1981, ongeveer gelijk was aan dat in 1928. Het ledental onzer vereeniging steeg van 186 tot 188; er zijn 2 le den overleden, aan zes werd wegens vertrek het lidmaatschap opgezegd, 10 nieuwe leden traden toe. Op 1 Januari 1929 was in de Spaarbank ingelegd f212.000.f en in rekening-courant gedeponeerd f 99.000,totaal f311,000, Op 31 December 1929 was in de spaarbank ingelegd ruim f 230.000,— en in rekening-courant gedeponeerd ruim f96.000,totaal f327.000, Een toename alzoo van f 16.000, Over 1929 hadden wij gedurende een groot deel van het jaar een klein bedrag schuld bij de Centrale Bank. Uit het zooeven genoemde groote be drag aan gedeponeerde spaargelden enz. blijkt, dat deze schuld uitsluitend voortvloeit uit het grootere bedrag, dat door onze leden werd opgeno men. Hoewel het iets aangenamer is een klein bedrag in Utrecht te hebben gedeponeerd dan een debet-stand van onze rekening aldaar, is het toch zoo niet onvoordeelig geweest. De winst over 1929 is wat lager dan die van het vorige jaar. Toen ^bedroeg ze ongeveer f3150,en nu ongeveer f2625, Nemen wij in aanmerking, dat over 1928 op onze effecten een koerswinst a f250,kon worden geboekt en over 1929 eenzelfde bedrag als koers verlies moet worden afgeschreven, dan blijkt, dat daardoor de totale winst f 500,lager is. Wij merken daaruit op, dat de gewone winst on geveer gelijk is aan die in 1928. Het verdient nog de aandacht dat de effectenkoers juist op 31 Decem ber j.l. wat lager was en zich na dien tijd, althans voor stukken Nederl. Staat en Stedelijke leeningen, die on ze Bank uitsluitend bezit, weer ge heel herstelde en deze op 't oogen- blik zelfs hoog staan. Het reservefonds bedr. f 12.744,01 als daarbij de winst 1929 gevoegd is, stijgt d>t 'tot f15.368,41. Met het stichtingskapitaal der Spaarbank be zitten wij dus f 1 5.468,41 Het ligt voor de hand, dat de winst in verband met de rentewijzi ging van I Januari j.l., dit jaar la ger zal zijn en de toename van het reservefonds dus zal verminderén. Hoewel wij allerminst zeggen, dat vergrooting van het reservefonds niet meer noodig is, mogen wij toch met voldoening op onze bezittingen wij zen. Ook door dit bezit wordt onze Bank steeds sterker. Het aantal ioo- pende-rekeninghouders was op 1 Ja nuari 1929,116; 7 rekeningen wer den hiervan opgeheven, n.l. 2 door overlijden, 1 door vertrek en 4 door wijziging in voorschot of om andere reden11 nieuwe rekeningen wer den geopend. Hoewel op verschillende rekenin gen de omzet bevredigend was en enkele verbeterden, zijn er ook over het afgeloopen jaar meerdere, waar op te weinig omgaat en waarin, me de in verband met een nieuwe rege ling der Centrale Bank, verandering zal moeten komen. Op 1 Januari 1929 waren 234 spaarboekjes in omloop. In. den loop van het jaar werden 11 boekjes in getrokken en 27 nieuwe uitgereikt, zoodat op 31 December 250 boekjes liepen. Regelmatig blijft dit aantal zich uitbreiden. Aan het begin van het jaar waren 89 voorschotten verstrekt, 17 werden geheel afgelost, 31 nieuwe werden verleend, zoodat op het einde van het jaar 103 voorschotten waren op genomen. Onder de opgegevene zijn 7 voorschottien, die in 1929 werden opgenomen en in hetzelfde jaar weer afgelost. »e bedongen aflossingen geschie den, op enkele uitzonderingen na, vrij regelmatig en geven minder last dan sommige z.g. bevroren loopende re keningen. De rente bleef in 1929 ongewijzigd n.l. 33/4 voor deposito's en 5 °/0 voor voorschotten en debetsaldi in reke ning-courant. Met ingang van ijan- ari 1930 is de rente voor deposito's gebracht op 4 °/0. Het bezoek op de algemeene ver gadering w;as iets minder dan ge woon tengevolge van treurige fami lie-omstandigheden van enkele leden en minder gunstig weer. De Be stuursvergaderingen werden trouw bezocht. Bij deze vergaderingen, was evenals vprige jaren, steeds de Raad van toezicht aanwezig. Een gevoelig verlies leed onze om geving op verschillend terrein door het plotseling overlijden van den hr. D. van Buuren. Ook voor onze Bank beteekent dit verscheiden een ver lies. Hoewel de taak van plaatsver vangend bestuurslid niet zoo vaak tot medebesturen roept,konden wij al tijd, als de belangen der Bank dit vroegen, op zijn onverdeelde belang stelling en hulp rekenen. Zijn nage dachtenis blijve bij ons in eere. Overigens mochten alle functiona rissen onzer Bank hun werk geduren de 1929 blijven vervullen. En zoo ligt het dertiende levens jaar onzer instelling achter ons, en zijn wij het veertiende jaar reeds weer ingetreden. Met genoegen con stateeren wij, dat onze Bank is een bloeiende instelling, die mag bogen op de sympathie en den steun van haar bijna 200-tal leden. Moge deze sympathie steeds aan wakkeren en wij allen trachten door krachtigen steun en samenwerking den groei en bloei der Rank te ver- hoogen, opdat zij in onze omgeving, waar het saamhoorigheidsgevoel op allerlei gebied zoo vaak te wen- schen overlaat, blijve en meer en meer worde een voorbeeld van wat onverdeelde samenwerking vermag. 51. Aladdin nam hartelijk afscheid van Sheik. „Tot weerzien, beste jongen", zei Sheik, „ik zal goed op je kameel passen." Aladdin dronk vlug een druppel olie (Sheik ging angstig achteruit, hij had genoeg van dat goedje) klom op den rug van den arend en daar ging het steil de lucht in. Heel in de diepte zag hij Sheik nog wuiven, maar hu, wat was dat eng, hij kroop gauw tusschen de verwarmende veeren van zijn nieuwen kameraad en keek niet meer naar be neden. 52. Tegen den avond streken ze neer op een hoogen boom in een oerwoud en deden hun maal met vruchten. Alladin sliep fijn in de dikke vedervacht van zijn vriend. En 's morgens ging het weer verder tot 's avonds laat. Nu daalden ze neer aan den oever van een groot meer. „Aan den anderen kant van dit water moeten we zijn," zei de arend, „maar dat is minstens een dag vliegen. Ga jij nu maar in dat hol daar slapen, ik ga op bezoek bij mijn neef, die hier niet ver vandaan woont. Hij heeft een hekel aan vreem den, dus je kunt niet mee, maar je hoeft niet bang te zijn, niemand zal het wagen een vriend van my ook maar iets te doen. 53. Aladdin ging naar het hol en vond daar een fijn bed van droge varens. Spoedig was hy in diepen slaap. Maar midden in den nacht werd hij wakker. Bij zijn legerstede stond een klein meisje met een kroontje op het hoofd, en achter haar een troepje fiksche, kleine kereltjes. „Ik ben Hera, de dochter van den koning der Meer- kabouters," sprak ze, en wie ben jij, klein men- schenkind, die zoo vermetel zijt, om onze holen binnen te dringen. En hoe komt het, datje net zoo klein bent als wij zijn. Ben je soms een spion Aladdin verontschuldigde zich en zei dat hy niet geweten had dat hy iets ongeoor loofds had gedaan. A jticttwsblaii

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 5