Tweede Blad lo. 5043 vrijdag 25 Juli voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Het geheim van de Lift. Uw Kindje. Lendenpijn RugpijnNierenPillen' kinderrubriek. FEUILLETON Rechtzaken. BEHOORENDE BIJ HET Het groote bezwaar van lendenpijn urinestoornissen, duizeligheid, water zuchtige zwellingen en hoofdpijn is vaak, dat deze kwalen zich zoo lang zaam ontwikkelen en men- er dikwijls niet op verdacht is, dat de nieren kunnen beginnen te verzwakken. Daarom is het van zooveel belang om behandeling niet uit te stellen. Noodelooze pijn en last kunnen voor komen worden, als men bijtijds in grijpt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen hebben gedurende de vele jaren, waar in zij werden aangeboden, naam ge maakt en worden over de geheele wereld door tal van menschen aan bevolen. Hun samenstelling is zoodanig dat zij alleen op de nieren en blaas werken. Begin nog heden met het gebruik. Verknjgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking a f 1,75 p. flacon. Beste jongens en meisjes. i Oplossingen der vorige raadsels: 1. Eekhoorn. 2. De voet van een berg. 3. De slang. 4. Ijsbergen. De nieuwe raadsels zijn: 1. Welk boek is van staal gemaakt? 2. Ik draag een jas. Wie kan van mijn jas een bloem maken? 3. Welk knaagdier is zonder kop ot staart een bolgewas? 4. Mijn geheel bestaat uit 9 letters en noemt een vrucht. 2 5 18 6 5 7 4 9 o— Naar L. Grou. Eenige geautoriseerde bewerking door J. Boonen en Cor Wouters. 18.) Alfred had alles te zamen, brief en postscriptum, gelezen met lachenden mond en vochtige oogen. Hij meende, wanneer hij de woorden las, de hel klinkende stem van het jonge meisje te hooren. In haar zinnen vond hij haar karakter weer, ter zelfder tijd sen timenteel en pratisch, oprecht, eerlijk en besloten. Hij bracht heimelijk den brief aan zijn lippen en onderocht daarna nauw keurig de beide documenten, die het jonge meisje er bijgevoegd had. De afdrukken kwamen geheel met elkaar overeen. De bezoeker, die eenige dagen te voren de woning van Garde- nois had doorzocht, was dus dezelfde persoon, als degene die door ongetee- kende brieven Lucette poogde schrik aan te jagen. Alfred werd uit zijn overpeinzingen opgeschrikt door de stem van Marteau, die bits zijn „kopy" verlangde. Hij haastte zich zijn artikel te ein digen, waarvan hij in gloedvolle zin nen de huiszoeking van den voormid dag beschreef en opzettelijk verzuimde over Max Durand en Micheline te spre 3 1 4 2 7 3 6 8 2 1 is iets, dat alleen keizers of koningen dragen. 2 vindt men in den schoorsteen. 3 is een nuttig dier. 4 staat vaak bij het vuur. 5 is een deel van het dak. Rara wat is dat? DE AVONTUREN VAN DIKSIE IN KABOUTERLAND. IX. Dat was me een drukte van belang, den volgenden dag, toen de Elfenko ningin recht zou gaan spreken over de diefachtige Koningsjuffer, en daar toe Koning Dokus en alle kabouters had uitgenoodigd, om op de rechtzitting te verschijnen. De rechtzaal was een groote open plek in het bosch, geheel met dik mos begroeid. Achter een groote tafel (dat een dikke, omgevallen boomstam was) zat de Elfenkoningin, met haar toover- staf mét een groote gouden ster erop, in de hand. Op haar voorhoofd blonk nog net zoo'n groote gouden ster, en ze droeg een lang,, wit gazen kleed, met een lange sleep. Links en rechts van haar stonden andere elfjes, en naast haar aan tafel zaten de raadsheeren, de vier oudste en geleerdste uilen van het bosch, die erg somber keken en er met hun kromme snavels heel streng uit zagen. Vóór de tafel stond de diefachtige koningsjuffer, bewaakt door twee ster ke kabouters. Ze huilde voortdurend en veegde haar oogen af met een dun zakdoekje van rozenblaadjes gemaakt. Haar gazen vleugels trilden van angst en ze zag erg bleek. Daar kwam koning Dokus aan. Hij had zijn koningsmantel aan en zijn beste kroon op, en vier van de oud ste kabouters droegen den sleep van zijn mantel. Daarachter kwam heel sta- statig aangestapt kabouter Snop, Dik- sie en alle andere kabouters. Toen de koningsjuffer koning Dokus aan zag komen, begon ze luid te snikken en riep: „Oooo, ik zal het nooit meer doen!'' Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. Beide Artikelen verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Spoediger aan den leg, méér en grooter eieren. etiket Te Heusden: W. C. STAL, Apotheker; Rijswijk N B. A. MOOY Sleeawijk A. KORSMAN'«Gravenmoer: A. BORSTLAP, A 117. j,Ja, goeie morgen", zei één van de wijze uilen, „dat kan iedreen wel zeg gen. Eerst kwaad doen, en dan zeggen: ik zal het nooit meer doen! Zwijg, leelijke koningsjuffer!" Toen koning Dokus op de eerste rij paddestoelen gezeten was en de an dere kabouters achter hem hadden TE KEIZERSVEER is men bezig met het bouwen van het machtige werk voor een nieuwe brug over de Maas. Een kijkje op de werkzaamheden. ken, om niet de andere dagbladen op het spoor te brengen, zonder vooreerst zelf het grootste profijt daaruit te heb ben getrokken. Hij besloot met de navolgende be woordingen: „Er bestaat geen mogelijke verklaring over deze zonderlinge gebeurtenis. Wij zelf hebben de lift van zeer nabij nauw keurig onderzocht en bevestigen op ons woord van eer, dat hij niet vervalscht is en dat het onmogelijk is, er anders dan door de portaaldeur uit te komen. Maar nu zijn de getuigenissen talrijk en overeenstemmend, volgens dewelke Gardenois beneden in de lift is ge stapt, terwijl de kast leeg was toen ze op de eerste verdieping kwam. Daar in dit opzicht geen bedrog mogelijk is, geraken we heelemaal in het domein der pure hekserij verzeild". In aansluiting op dit artikel maakte de Gazette de Paris het interview van een groot geleerde bekend, die voorna melijk de theorie van de eenheid der stof en het atomatische treden uitschei- kundige binding had bestudeerd. In dit interview werd gezinspeeld op „regen van rozenknoppen", die door de zol dering heendringen en verklaard wordt door de veronderstelling van het tre den uit het scheikundig geheel. Al- hoewei deze vergelijking van den dik ken en eerlijken kassier met rozenknop pen, tamelijk grappig scheen, werd de veronderstelling van Célestin Gardenois, die zich in een menigte atomen ont bond om door een vaste stof te drin gen en zich dadelijk weer samen te stellen, op den voorgrond geschoven... tenzij zich de wand had geopend om Gardenois door te laten. 1 In werkelijkheid bleef de wijze, waar op ontbinding en weder-samenstelling hadden kunnen geschieden, tamelijk duister, maar de geleerde zag nochtans deze schijnbaar ongerijmde en zonder linge verklaring als de eenig aanneem bare. Een tamelijk scherpe woordenwisse ling ontspon zich over dit onderwerp, van al den volgenden dag tusschen de leden van een hooggeleerde aca demie, waarvan de eenen, in meerder heid, deze thesis duchtig aanvielen ter wijl ae anderen zich met dezelfde kracht verdedigden. Er werd geschermd met dervvisschen, fakiers en duistere geheimen van Afri ka en Indië. En de leden van het eerbiedwaardig gezelschap daagden en maakten elkaar uit in een „chaotisch debat", waarbij men de woorden hoorde van „idioten die van geen vooruitgang willen weten" en „kwakzalvers die zich door hun ei gen praatjes in de war brengen". Het was een nare zitting. HET „RONDE EN PLATTE VOOR WERP'. I XI. Tortóran had de schouders opgehaald bij het lezen van het interview, waar in deze theorie, die hij als onbekookt betitelde, uiteengezet werd. Zonder zich voor een knap man te willen doen doorgaan, zocht hij voor ieder vraag stuk de eenvoudigste en natuurlijkste oplossing. Dat bewijst voldoende, dat hij die, welke op 't treden uit schei kundige binding gebaseerd was, ver wierp. Overigens had hij zichzelf een an dere gedragslijn voorgeschreven. Hij redeneerde aldus: „Als ik maar te weten kom waarom Gardenois ver dwenen is, zal het me wel niet moeilijk vallen ook te ontdekken hoe het ge beurde. Laten we dus vooreerst het „waarom" zoeken, vooraleer ons af te vragen „hoe". In dien geest had hij daags te voren Micheline ondervraagd. In denzelfden geest zou hij ook René Lambert ondervragen. Den volgenden morgen begaf hij zich op weg naar René Lambert. In plaats van door het magazijn te gaan, klom hij rechtstreeks langs den trap naar boven. Na een tamelijk langen weg bevond hij zich in de voorkamer, die hij daags te voren had gezien en waarop de geheimzinnige lift uitkwam. Daar gekomen werd Alfred door een groom verzocht zijn naam, zijn titel en het doel van zijn bezoek op een brief- ej neer te schrijven, en in plaats van zijn beroep als journalist te vermelden, hiela hij het zorgvuldig verborgen. Hij schreef eenvoudig neer: „Namens me juffrouw Micheline". Een minuut later kwam de groom, die zien met het briefje verwijderd had, terug en verklaarde: „Er is bezoek bij mijnheer Lam bert, maar hij verzoekt u in het salon netje op hem te wachten. Over eenige oogenblikken is hij tot uw dienst. En hij bracht Tortoran het vertrek, dat hij „salonnetje" doopte, binnen. ïn werkelijkheid was het zooiets als een spreekkamer. Op een rond hoek tafeltje stond een prachtige grama- phoon, voorzien van een groote spreek buis. plaats genomen, en daarachter en eï naast de elfjes en bijna alle dieren van het bosch, tikte de Elfenkoningin met haar stat op tafel en zei: „Stilte, want ik ben de koningin der elfen. En ik heersch over al wat er in het bosch vliegen kan, alle insecten en alle vogels. Hier voor ons staat de diefachtige koningsjuffer, die het gouden sleuteltje van Koning Dokus gestolen had. Kijk ze eens beven van angst. Dat komt ervan, als je steelt. Koning^uffer, beken je, dat je het gou-: den sleuteltje gestolen hebt?" „Jajjjja...." stotterde de koningsjuffer snikkend. „Waarom dee je dat?", vroeg nm- mer twee van de wijze ilen, terwijl de andere uilen goedkeurend krasten, omdat ze zoo erg wijs waren. „Omdat we graag lekker wilden rui-: ken", antwoordde de koningsjuffer met neergeslagen oogen, terwijl ze een kleur kreeg. „Ik wil ook wel graag lekker ruiken!", barste koning Dokus verontwaardigd los", maar daarom neem ik nog niet van het reukwater, dat voor de bloe men bestemd is. Alleen maar ééns in het jaar als het zomer wordt, mag ik een druppeltje in mijn baard doen!" „Ee koningsijjuffer is schuldig her vonden en moet streng gestraft wor-, den", zei de Elfenkoningin, „wat zeg-- gen de raadsheeren ervan?" De uilen keken erg geleerd en over legden onder]è lkaar. Toen sprak de oudste uil krassend: „Ze moet een week lang op water en brood in de verr laten, donkere grot der boschelfjes, en ze mag geen koningsjuffer, doch eerf gewone water-juffer zijn!" Bij deze strenge woorden werd het doodstil in het bosch. De koningsjuffeï begon nog luider te snikken. De Eb fenkoningin dacht diep na. Koning Do kus streek zenuwachtig door zijn baard en de andere kabouters schoven onrusr tig op hun paddestoeltjes heen en weer. Eindelijk sprak de Elfenkoningin: „Ik wil de Koningsjuffer nog één kans ge ven. Is er iemand, die iets goeds van haar kan zeggen?" GEVONDEN VOORWERPEN. Gevonden een ZILVEREN BROCHE met de beeltenis van H. M. de Koningin. Terug te bekomen aan het Bureau van dit Blad. TIELSCHE RECHTBANK. Uitspraken Politierechter op 16 Tuli. C. v. T. te Zuilichem, wederspannigheid en mishandeling van een ambtenaar, 1 week gev. A. v. H., idem. wederspan nigheid, idem J. A. v. d. M. en P. S. te Zuilichem, eenvoudige beleediging, f 10 of 7 d. h. BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN Een hij voegsel uit de Stct. no. 139 be vat een staat van gevallen van besmette lijke veeziekten in Nederland, voorgekomen gedurende Juni. Daaraan ontleenen wij de volgende opgave mond- en klauwzeer bij de herkauwende dieren en de varkens 6117 rotkreupel bij schapen 20; milt vuur onder alle vee 9. Voor Noord-Brabant gelden de volgende cijfers. De cijfers tusschen haakjes duiden aan het aantal eigenaren, bij wier vee de ziekten zijn geconstateerd. Mond- en klauwzeerAlmkerk (5), Eethen (7), de Werken (6), Wijk c.a. (2). Miltvuur 's Gravenmoer b) 1 (1), Sprang- Capelle a) 2 (2). Noord-Brabantmond- en klauwzeer (47), miltvuur 4 (4). Hij vroeg zich niet zonder spot af: Vermaakt de heer des huizes zich zelf met concerten of onthaalt hij dei klanten, die hem komen bezoeken op een nummertje.? Zonder zich ianger met deze vraag; bezig te houden, naderde hij een dei] boekenkasten, die half open was blijven staan en bekeek werktuigelijk de boe* ken, die er in stonden. Alfred Tortoran was- een groot lief-- hebber van oude boeken en één ervan scheen ook werkelijk het doorbladeren waard. Op mijn woord, mompelde hij, ik geloof dat dit een eerste uitgave is der „Essais" van Montaigne... Hoe kan men zulke schatten in 't bereik van dert eerste den beste laten liggen.... Na het van naderbij onderzocht te hebben, hernam hij: Nee... het is veel moderner dan ik dacht. Ik wou al zeggen.... Zóó, een foto... Een portret in postkaart-formaat was inderdaad in het boek achtergelaten. De eerste gedachte van Tortoran was, het beeld van de mooie Micheline te vinden. Hij kon een uitroep van verbazing nauwelijks onderdrukken, toen hij in het vrouwenportret dat hij onder de! oogen had, de trekken van de blonde dame uit het hofje Louis XVI herkende, Wat kon die mooie en betooverende vrouw met René Lambert uit te staan hebben? In dit gepeins verzonken legde hij de foto weer in het boek en zette dit op zijn plaats terug. (Wordt vervolgd). Nieuwsblad Uw jonge hennetjes zullen vroeger gaan leggen en Uw kippen zullen meer en groo- tere eieren geven, als U het nieuwe vita minen-middel GALLA (groen etiket) bij- voedert. Dubbele winst Gröot pak f 1.60. Vraag gratis Pluimvee-Handboek aan N.V. Verkoop kantoor Preparaten Dierenarts Domicent, Rotterdam. GROEN GALLA VOOR KIPPEN (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 5