Tweede Blad
13.50»
Levering van Drukwerk
Firma L. J. Veerman,
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
ALADDIN EN DE TOOVERFLUIT.
Parijsche Modebrie ven.
Pluimveeteelt.
BEHOORENDE BIJ HET
Van handschoenen*! en geklenrde
nagels.
De handschoen is altijd een kleeding-
stuk geweest, zoowel bij den man als bij
de vrouw. Als twee ridders elkaar in
den goeden ouden tijd den handschoen
toewierpen dan was het niet mis.
De moderne man heeft gelukkig weinig
gelegenheid tot handschoenen-werpen
want hij laat deze exemplaren liefst
i thuis.
Bij de moderne vrouw heeft de hand
schoen daarentegen weer zeer veel betee-
kenis gekregen. Niet dat ze er mee werpt,
dat zou veel te duur uitkomen. Bovendien
beschikt ze over andere middelen om
van haar ongenoegen blijk te geven.
Neen, de groote beteekenis van den hand
schoen ligt daarin, dat de moderne
vrouw zich zonder dit kleine toiletonder
deel niet meer „gekleed" voelt. Het een
voudigste sportcostuumpje eischt een paar
keurige handschoenen. Maar die zijn
nog heel simpel vergeleken bij hetgeen
men 's middags en 's avonds draagt.
Lange handschoenen van het fijnste,
soepele leder, ruim om den arm vallend,
nu eens gekozen in den tint der japon,
dan weer, bij een wit of zwart toilet,
in een sterk contrasteerende kleur. De
mode laat ons in deze keuze trouwens
heel vrij. Wie niet van sterke tegen
stellingen houdt, kiest b v. bij een zwart
ensemble zacht beige of witte handschoe
nen, met roze gevoerd. In midden-zomer
worden bij kanten toiletjes kanten hand
schoenen gedragen.
Maar het fijnst en sierlijkst zijn de
handschoenen voor den avond. Kost
bare artikeltjes van zijde of dof herten
leder, met kleurig borduursel bewerkt,
met kleine diamantjes benaaid of met
glinsterende loovertjes. Ook gouden hand
schoenen kan men dragen als men daar
zin in heeft. Voor veler smaak zullen
deze een beetje kl te schitterend zijn,
maar vindt altijd wel liefhebsters van
dergelijke kleine mode-excessen.
Sommige betreuren de handschoenen
mode omdat haar mooie, met fonkelende
steenen versierde ringen niet meer tot
hun recht komen. Geen nood 1 Ge kunt
ze op het oogenblik over uw handschoe
nen dragen.
Een ander sieraad der handen zijn
de nagels d.w.z. de goed verzorgde, glan
zende, zachtroze nagels. Niet echter de
nagels der mondaine vrouw van den tegen-
woordigen tijd.
Vroeger beoogden we alleen de natuur
een weinig ter hulp te komen. Met roze
nagelpasta en een polissoir maakten we
onze handen mooi en aantrekkelijk.
Maar de moderne vrouw versmaadt deze
natuurlijkheid. Ze maakt haar nagels
bloedrood, groen of blauw, goud, zilver
of parelmoer, juist zooals het bij haar
toilet past. Handen van oude afgods
beelden lijken het, nu echter geklemd
om een tennisracket of stuurrad van
een auto.
Vreemd en wonderlijk moge ons deze
smaak schijnen en vele degelijke huis
moeders er haar hoofd over schudden.
Maar is ze eigenlijk zooveel wonderlijker
dan het plakken van zwarte mooches
op het gezicht, zooals men in den ouden
tijd deed, mouches in allerlei figuren en
soms met juweelen bezet? Of dan het
verbergen der natuurlijke haardos onder
een witte pruik, zooals jarenlang de
mode is geweest? In elk geval is ze
heel wat onschadelijker dan de dwaze
corsetmode waardoor de vrouwen ieder
gelooven deden, dat ze met 'n wespentaille
op de wereld gekomen waren.
WILHELMINE.
KONINGINNEDAG 1930
TE GOR1NCHEM,
De 50ste verjaardag van H.M. de
Koningin zal aldaar op 2 September
op grootsche wijze gevierd worden.
Een openluchtspel, getiteld„Oranje
en Nederland", samengesteld door den
I Heer den Ouden uit Den Haag, zal op
dien dag onder zijn persoonlijke leiding
worden vertolkt. Op waarlijk schitte
rende wijze wordt hierin het geheele
geslacht onzer Oranjes vanaf Juliana
van Stolberg uitgebeeld, terwijl er tevens
de zeer bekende tooneelen, als Inneming
van Den Briel, Beleg en Ontzet van Leiden
e. a. in voorkomen. Voor een en ander
zijn niet minder dan 500 personen noodig,
terwijl voorts nog zullen medewerken een
Vacantiegenoegens in den Rotterdamschen dierentuin. Een der grootste attracties
voor de jeugd is het ritje op een kameel.
groot strijkorkest, groote zang en kin
derkoren, drie stedelijke muziekcorpsen
en gymnastiekvereenigingen, zoodat het
geheel van een machtige bekoring be
looft te worden.
Groote Philips loudspeakers zullen op
het voor dit doel schitterend gelegen
terrein worden opgesteld, zoodat alles
voor een ieder goed te volgen zal zgn.
Het Bestuur der Oranjevereeniging
spaart moeite noch kosten om het geheel
schitterend te doen slagen en laat tribunes
bouwen, plaats biedende aan meer dan
5000 toeschouwers.
Dat dus op dien dag in Gorcum een
echte feeststemming zal heerschen, vooral
daar het Bestuur ook zijn volle aandacht
heeft gegeven aan versiering, verlichting,
kinderspelen, muziek enz, terwijl het
geheel zal worden besloten met een prach
tig vuurwerk, lijdt dus geen twijfel
Er wordt dan ook verwacht, dat velen,
ook bewoners van andere plaatsen, op
2 September de opvoering van dit Open
luchtspel willen bijwonen. Des avonds
zal de verlichting door middel van groote
schijnwerpers aan een en ander nog groo-
ter luister bijzetten.
Besturen van Oranjevereenigingen, die
voor hun leden en anderen vroegtijdig
plaatsen willen bespreken, kunnen alle
mogelijke inlichtingen daaromtrent ver
krijgen bij het Bestuur der Gorinchem-
sche Oranjevereeniging, Secr. Maria van
Reigersbergenstraat 5, te Gorinchem.
RUIENDE KIPPEN
De tijd breekt weer aan »ein is er
al haast, dat we te midden van de
veerenplukjes zitten. De kippen met ka
le halzen zijn er nog wel niet, maar
zoo heel lang zal dat niet meer duren.
En dan komt vanzelf de vraag weer
naar voren, hoe we die ruiende die
ren zoo goed en zoo spoedig mogelijk
door de rui heen zullen helpen, opdat
ze weer goed gezond worden en de
onderbroken eierproductie kunnen voort
zetten.
Het is eigenlijk een ziekelijke toestand
waarin de kippen verkeeren, wanneer
ze in den rui vallen. We moeten niet
vergeten, dat een kip van huis uit een
Oostersch beestje is, dat uit Voor-ln-
dië komt. Valt daar een kip in de rui,
dan is dat zoo vreeselijk niet, omdat
zij er weinig onder lijdt. De tempera
tuur is er zoo, dat het er geen kou
van zal vatten. Dat is nu in ons land
wel een beetje anders. Hier hebben
we een land van mest en mist en
vuile koude regen, zooals de Genestet
eens zong. De temperatuurswisselingen
zijn groot en daardoor is het gevaar
voor zieke dieren tijdens den ruitijd
ook zoo veel grooter. We moeten al
leen daarom ai zorgen, dat de rui zoo
spoedig mogelijk is afgeloopen. Wan
neer we eens nagaan, waaraan een rui
ende kip behoefte heeft, dan moeten
we eerst weten, waar het voedsel voor
gebruikt wordt. En dan is het te be
grijpen, dat het warmteverlies bij een
ruiende kip grooter is dan bij een niet
ruiende. We moeten dus zorgen voor
voldoende brandstof. Dat kunnen we
vinden in een zetmeelrijk voeder, waar
aan wat vet is toegevoegd. In de twee
de plaats moeten er nieuwe veeren ge
maakt worden. Daar veeren uit eiwit
bestaan, zal men ook voldoende eiwit
moeten toedienen. In dat eiwit, waar
uit de veeren opgebouwd zijn, zit ook
wat zwavel Een tikje bloem van zwa
vel is dus ook niet overbodig. En zoo
zien we, dat én zetmeel én eiwit én
vet noodig zijn. Het is dus niet zoo
als nog velen meenen, dat een ruiende
kip wel wat minder toe kan, omdat
nu toch geen eieren gelegd worden.
Maar die menschen hebben het mis.
Naast het gewone rantsoen aan hard-
voer is ochtendvoer niet te missen.
En in dat ochtendvoer mogen we ge
rust een flink percent aan vischmeei
hebben. Wanneer we zoo nu en dan
eens wat gedroogde garnalen of ook
wel versche garnalen geven, dan zul
len de dieren daar dankbaar voor zijn.
Tenslotte mogen we nog wijzen op
de gelegenheid van het nemen van een
stofbao voor de kippen. Dat is een
besliste noodzakelijkheid. Een bak met
droog, mul zand of ook wel turtstrooi-
sel. Dit laatste is niet direct aan te
bevelen, daar het te veel stuift.
STRAFZITTING VAN IIET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN,
1 Aug. 1930.
Veewet*
A. d. K., Herpt, f60 Oï 20 d.
Visscherijwet:
Ph. v. K., Dussen, f3 of 2 d. iv.v. v.b.
G.K., Veen, f 15 of 10 d. v.v. v.b.;
H. D., Veen, f 15 of 10 d.; M. v. d.
H.„ Veen, f15 of 10 d.; M. v. B.,
Wijk, f5 of 1 week TS.
Trekhonden wet:
W. v. T., Gorinchem, 110 óf 5 d.;
Gem. verord.
W. v. H., Gorinchem, f 15 of 10 d.;
S. V., Veen, f3 of 2 d.; J. S., Veen,
12 oi 1 d.
Art. 424.
M. S., Eethen, f 10 of 2 w. T.S.
Art. 461.
G. L. W'cbem 2x, 2xf5 of 2x1 w.
T.S.
Art. 459.
J. v. d. B., Genderen, f5 of 3 d.
Art. 424.
F. J.' M., W'chem, f10 of 5 d.
Arf 427 2
W. S.; J. V.'; J. G; P. v. d. V.; J. v.
d. V.; D. d. R. allen te Veen ieder
f3 of 2 d.
M.R.wet.
Th. A. d. Wi., Herpt, f3 of 2 d.
M.Regl.
P. P., Dussen, f3 of 2 d.
Voert. z. licht en z. reflector:
P. G., Werkendam, f3 ol 2 d. plus
fl ol 1 d.
Rijw. z. licht:
L. v. T., An del; T. P. R., De Wer
ken; J. d. H., id.; B. R., Dussen;
N. v. B., Almkerk; A. B., Almkerk:
H. v. B., Almkerk; allen f3 ol 2 d.
spoedig, net en billijk, door
75. Ieder keek vol eerbied naar dien klei
nen krappen muzikant. De vorstin nam
Aladdin bij de hand en voerde hem mee
naar haar particuliere vertrekken. „Einde
lijk heb ik dan iemand, die me helpen kan,"
zei ze. „Kleine jongen, ik weet, wat je zoekt,
je wilt je ouders bevrijden, is het niet? En
ik kan wel wat voor je doen. Ik ben heel
machtig. Maar met al mijn macht kan ik
mijn dochtertje niet bevrijden. Jaren gele
den is ze geroofd door een slechten dwerg,
die zijn tooverkunsten aan het hof kwam
vertoonen, te veel praatjes maakte en daarom
weggeranseld is.
76. Hij heeft zich vreeselijk gewroken.
Den volgenden dag was mijn eenigste dochter
tje weg en ik wist niet waar ze gebleven
was. Eerst na maanden vernam mijn hof-
muzikant van kennissen dat mijn dochter
heel ver van hier in een vunzig hol gevan
gen gehouden word door dien dwerg." De
vorsrin begon te weenen en kon niet verder
spreken.
De nachtegaal, die inmiddels binnengeko
men was, knikte somber en vertelde verder.
„Jij, kleine man, kunt Hare Majesteit helpen.
Dat hol ligt midden in een groot woud en
als de dwerg afwezig is, wat vaak gebeurt,
wordt het bewaakt door het grootje van den
dwerg een gevaarlijke heks.
77. Ze heeft een zwak, ze is dol op mu
ziek. En als jij nu wilt helpen, moet mijn
plan slagen. Kom mee naar buiten, de vor
stin moet rust hebben."
Samen gingen ze den tuin in en nu wacht
te Aladdin een verrassing. Want daar stond
warempel zijn oude vriend, de Arend, die
hem niet vergeten had.
„Ik kwam voor de zooveelste maal eens
kijken, of ik je ook helpen kon," zei de
arend, toen ze elkaar verwelkomd hadden.
„Toevallig ontmoette ik vandaag mijn klei
nen makker en die zei me dat je hier was en
jij me noodig had. Vertel op, wat is er aan
de hand „Vriend Arend," sprak de nach
tegaal, „je hebt niets anders te doen, dan
mij en Aladdin naar een plek te brengen,
die ik je wijzen zal. Het is een dagvliegen
hier vandaan."
jticttwsblad