Tweede Blad
No. 5064 Vrijdag 17 October
HET BRILLENHUIS
KERKSTRAAT 30.
Vrouwenhanden
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
De Vinger van de Mummie
KEUNEN-MALINGRE
HEUSDEN.
RugpijnNierenPillen
FEUILLETON
ItiiKlerriibriek.
H. VAN DER VEN - Den Bosch
Malaga - Vermouth Martini - Sherry
Madera - Champagnewijnen.
Binnenlandsch Gedistilleerd - Fijne Cognac
Voorburg - Schillenbrandewijn.
BEHOORENDE BIJ HET
Het groote bezwaar van lendenpijn
urinestoornissen, duizeligheid, water
zuchtige zwellingen en hoofdpijn is
vaak, dat deze kwalen zich zoo lang
zaam ontwikkelen en men er dikwijls
niet op verdacht is, dat de nieren
kunnen beginnen te verzwakken.
Daarom is het van zooveel belang
om behandeling niet uit te stellen.
Noodelooze pijn en last kunnen voor
komen worden, als men bijtijds in
grijpt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen
hebben gedurende de vele jaren, waar
in zij werden aangeboden, naam ge
maakt en worden over de geheele
wereld door tal van menschen aan
bevolen. Hun samenstelling is zoodanig
dat zij alleen op de nieren en blaas
werken. Begin nog heden met het
gebruik.
Verknjgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
Beste jongens en meisjes.
Oplossingen der vorige raadsels:
1. Boter plus t is botter.
2. Voorn, Hoorn.
3. Leeuwerik.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Zoek de verborgen namen van
visschen in de volgende zinnetjes:
Jan haal de boter. Men vindt
allerlei boomen in een bosch, ol
men, eiken, kastanjeboomen enz.
Bij de baar stond Cen man. De
man duwde een kar peren voort.
De vliegmachine bracht men in
den hangar na alles goed nageke
ken te hebben.
2. Wie kan van de volgende letters
een boom maken: K E B U.
3. Hoeveel broodjes met ham kan
een soldaat nuchter eten?
OOM KAREL.
Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden.)
2.)
De mummie, kerel! De mummie'
hijgde Arnold. De priester is er van
door! Hij is er niet meer, versta je
me niet? Laat me niet in den steek,
dokter! O, God! Het is waar,, ik be
zweer het je^ ik
Maar de kalme senore stem van den
dokter viel hem in de rede.
Mijn beste man, wat scheelt je?
en hij pakte den ander bij den arm.
Kom vriend, kalmeer eens wat. Je ziet
zoo wit als een doek. Kom nou! Kom
nou! en hij klopte hem op den schou
der als een kind. Ga daar op die bank:
zitten en vertel het me dan eens kalm.
De kalmte die van den dokter uit
ging, miste zijn uitwerking niet en
toen Arnold Trefusis wat bedaard was,
deed hij zijn verhaal.
Dr. Hobbens had zwijgend toege
hoord, terwijl hij zoo nu en dan zware
rookwolken uitblies en knikte. Toen
de ander uitgesproken was, zeide hij:
Nu dan zullen we samen eens
gaan kijken of die mummie werkelijk
verdwenen is.
Hij is er niet, ik weet het zoo
zeker als twee maal twee vier is.
Dat wil ik dan zelf ook wel eens
Te Cardington heeft in een gemeenschappelijk graf de begrafenis plaats gehad van de slacht-
oflers van de ontzettende ramp van de R 101. Tienduizenden hebben deelgenomen aan de
plechtigheden, welke aan de begrafenis vooraf gingen. Een overzicht van de aangrijpende
plechtigheid aan de groeve.
HET KOKSMAATJE VAN KONING
KWIPS1E.
V.-
„Wie kan daar nu zijn?", riep de
koning uit, „vlug ga eens kijken wie
er s
Het koksmaatje liep naar de deur,
en wie denk je dat daar stond, met
een erg streng gezicht? De politie
agent!
„Zeg aan den koning, dat de politie
agent er is, en dat ik den koning iets
heei belangrijks te zeggen heb", sprak
hij tot het koksmaatje en rammelde
met zijn sabei.
Als een haas snelde het koksmaatje
naar binnene n riep buiten adem tot
den koning: ,„Majesteit, de politie-agent
wil U spreken!"
„Lieve deugd-nog-an-toe!" stamelde
de koning en werd bleek. De koning
was namelijk wel een klein beetje bang
voor den politie-agent, omdat die al
tijd zoo barsch keek. Natuurlijk had^
de koning geen kwaad gedaan, maar
toch
„Lila... laat maar binnen komen", zei
hij eindelijk en het koksmaatje snelde
weer heen, om den agent binnen te
laten.
Een oogenblik later weerklonken zwa
re voetstappen door het paleis... het
was de politie-agent, die een pakje on
der zijn arm droeg en zulke groote
stappen nam, dat het koksmaatje hard
moest loopen, om hem bij te kunnen
houden. Toen ze in de eetzaal des
konings kwamen, mocht de politieagent
op den besten stoel gaan zitten, waarna
hij sprak: ,„Majesteit, ik ben geko-
men. omdat er iemand de gevangenis
in moet!"
De koning werd zoo bleek als het
tafellaken, slikte drie keer achter el- i
kaar, 'en stamelde dan: „Ik... ik... ik..,
heb heusch niets gedaan.... ik bedoel,
ik ben naar de stad geweest, om te
regeeren, maar ik heb niets slechts
gedaan, meneer de agent!"
„Haha", lachte de agent nu, „Nee
Majesteit, zóó bedoel ik het niet! Ik
ben niet gekomen, om U te halen,
maar om U te zeggen, dat er iemand
de gevangenis in moet, die Uw schoen-
Brillen - Barometers - Leesglazen enz.
GROOTHANDEL IN: WIJNEN, LIKEUREN EN GEDISTILLEERD,
heeft steeds vporradig:
LEVERING STEEDS FRANCO.
nu
a Hij'ei mooi door
zien. Kom mee.
Toen ze bij het museum kwamen zei
de dokter:
Kijk Trefusis, je hebt de deur
opengelaten en er gaat iemand naar
binnen. Een groote, magere vent,, daar
bij de deur, zie je hem? Nu is hij
erin, wie zou het zijn?
Ik zie niets, je vergist je toch niet
met de schaduw?
Ik zou zeggen van niet, maar mijn
oogen zijn niet meer wat ze waren,
maar ik meende vast en zeker dat ik
ierriana zag bewegen. Maar we zullen
gauw genoeg weten of het een dief
ot een oppasser is.
Een oogenblik later waren ze in de.
mummie-kamer.
Alies was doodstil en ze hielden hun
adem in om elk geluid goed te kun
nen hooren. De maan scheen nog hel
der door de smalle glas-in-lood ven
sters en teekende licht en schaduw
scherp af op de voorwerpen in de
kamer. Het waren alle overblijfselen
van het oude Egypte; een steenen kruik,
oude bijlen, sierlijk pottebakkerswerk
en boven hun hoofd hing een vervaar
lijke krokodil. Een afzichtelijk afgods
beeld keek hun kwaadaardig aan en
tenslotte viel hun oog op datgene,
waarvoor ze gekomen waren. In zijn
nis zagen ze de vage omlijning van de
sarcophaag, die het omhulsel van An-
tef moest bevatten en ze liepen er
vlug heen.
Dr. Hobbs was de eerste, die de
stilte verbrak.
Zie je nu wel, hier heb je onzen
vriend, den priester!
lappertjestaart heeft gestolen!"
„Oooo", riep de koning opgelucht
uit, „Is het daarom, hè, wat ben ik
geschrokken! Nu, zeg dan maar, wie
het gedaan had."
„Dat zal ik U vertellen, Majesteit.
Ik liep op straat om te kijken, of er
geen dieven waren en iedereen aan
het werk was, toen ik plotseling den
scharesliep zag, die van een heel groot
stuk schoenlappertjestaart zat te peu
zelen. Hoe kom je daaraan?, vroeg ik
hem. Toen kreeg hij een kleur, en sta
melde zoo iets van dat hij die gevonden
had, bij het paleis. Maar eindelijk be
kende hij, dat hij honger had gehad, en
dat hij bij de keuken van het paleis
zulk een lekkere geur had geroken, dat
hij door een raampje had gekeken en
de taart weggepakt, toen niemand keek.
Ik heb hem toen dadelijk het stuk
taart afgenomen, dat hij nog niet op
gegeten had, en hier is het nu! En nu
moet de scharesliep in de gevangenis."
De koning keek naar het groote stuk
taart, dat er nog over was. Toen vroeg
hij: „Had de scharesliep erge honger,
meneer id:e agent?"
„Ja Majesteit, hij zei dat hij sinds
den vorigen dag niets gegeten had."
.„Hm" zei de koning, „zeg hem dan,
Zonder een woord te zeggen staarden
ze naar de vezelige, zwarte gedaante.
De dokter keek met een bewonderen-
den blik naar de gestalte; naar d?
prachtig gewelfde borst en de zware
gewrichten van wat eens een krachtig
gebouwd man moest zijn geweest. Zelfs
nu, na twee duizend jaar, kon men
nog de aggressieve kin, de vierkante
schouders zien. Ja, dat moest een
prachtkerel zijn geweest en een ge
vaarlijke vijand!
Met de toppen van zijn vingers be
tastte de dokter voorzichtig den be-
nedenarm van den priester en plotse
ling slaakte hij een kreet van verbazing.
Ze hebben wat met hem uitge
haald! riep hij ademloos. Kijk, een van
zijn vingers is er af!
Hij had gelijk, Trefusis zag dat de
wijsvinger van de rechterhand er af
getrokken was, tot het tweede lid en
het leek wel alsof een zwarte sigaar
midden doorgebroken was.
Wat moet dat beteekenen? hijgde
de dokter. Vanmiddag moet hij nog
gaaf geweest zijn, anders had Kolonel
Paimer 'er wel wat van gezegd. Wie
kan er aan zijn geweest?
Ik weet niet, misschien die man,
die jij naar binnen zag gaan.
Héb ik eigenlijk wel iemand ge
zien? Me dunkt dan zouden we hem
wei gehoord' 'h ebben.
Wel als het een oppasser was,
maar niet als het een dief was!
Ze doorzochten het heele museum
maar vonden niets.
Ze wandelden naar huis; Trefusis'
geweten begon te knagen dat hij zijn
dat hij niet in dé gevangenis hoeft,
als hijie erlijk belooft, nooit meer te
stelen. En laat meteen den hofmaar
schalk uit de gevangenis, want die zit
daar nog steeds onschuldig. En dank
je wel, meneer de Agent,, dat je den
dief zoo gauw gevonden hebt. Vaar
wel!"
De agent ging heen, de scharesliep
was dolblij, de hofmaarschalk en het
koksmaatje öok, etn de koning at dien
middag zijn 24 boterhammetjes en een
groot stuk schoenlappertjestaart. En het
smaakte hem zoo heerlijk, dat het koks
maatje voortaan iederen morgen zoo'n
taart moest bakken. Toen hij groot was
geworden, werd hij kok van den ko
ning. En iedereen leefde nog lang en
gelukkig.
EINDE.
Vergadering van den Raad der ge
meente 's GRAVENMOER, op Vrij
dag 9 October 1930, des avonds
7.30 uur.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met het formuliergebed.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen en onveranderd
vastgesteld.
vrouw alleen gelaten had nu het zoo
laat geworden was.
De dokter gaf hem een kleine uit
brander dat hij een zenuwachtige vrouw
onder zulke omstandigheden zoo lang
alleen gelaten had Maar ze zal waar
schijnlijk heel getroost piano zitten
spelen of in bed liggen, voegde hij
er geruststellend aan toe.
Toen ze bij Trefusis' huis kwamen,
zagen zij dat in alle kamers en gan
gen licht brandde.
Waarom heeft ze dat gedaan? zei
Trefusis. Misschien was ze zoo bang,
dat ze overal licht gemaakt heeft, het
arme kind. Ik vind het toch eigen
lijk gemeen van mezelf, dokter. Ze is
natuurlijk nog op; ga mee een sigaar
tje rooken en een whiskey-and-soda
drinken!
Toen Trefusis het hekje open maak
te, riep hij opgewekt:
Mabel! Ma.bel!
Maar er kwam geen antwoord. Nóg
eens riep hij haar naam, maar weer
vergeefs. Toen kwam plotseling die
zelfde waanzinnige angst, die hij in-
het museum gevoeld had. Hij duwde
den dokter haast opzij en rende het
huis binnen, steeds haar naam roe
pend.
Plotseling klonk een gruwelijken kreet
door den stillen zomeravond de
kreet van een man die met ontzetting
geslagen wordt. Arnold Trefusis stond
in de hall met glazig-starende oogen
doodsbleek en handen die in wilde ze
nuwachtigheid om den arm van den
dokter grepen.
Zonder iets te zeggen trok hij zijn
De Voorzitter deelt mede, dat op
19 September door B. en W. de boekea
en kas van den Gemeente-ontvanger
zijn nagezien en in goede orde bevon
den. E>e boeken en kas van het Ge
meentelijk Armbestuur werden even
eens nagezien en in goede orde bevon
den.
Ingekomen stukken:
3-maandelijksch verslag van den Wa-
renkeunngsdienst, wordt voor kennis
geving aangenomen.
Schrijven van den Algemeenen Ne-
derlandschen Wielrijdersbond, houden
de verzoek, om, toetreding van de ge
meente als buitengewoon lid, tegeneen
jaarlijksche contributie van f25.
De Voorzitter wijst e»r op, dat de
A.N.W.B. een instelling van algemeen
nut is. Zij bevordert de aanleg van
betere wegen, rijwielpaden en wandel
wegen en zorgt voor de plaatsing van
waarschuwingsborden en richtingwij
zers. Hij is in princij>e er voor, om
den Bond te steunen, doch waar thans
meer dan ooit zuinigheid bij de uitgave
oer gemeentegelden betracht moet wor
den, vindt hij 'een uitgaaf van f25.
voor Idteze kleine gemeente voor dit
doei niet gewettigd. De Bond behoor
de voor kleine gemeenten de contri
butie lager te stellen dan voor de groo-
tere. Besloten wordt dit aan te vragen
en het schrijven wordt verder voor
kennisgeving aangenomen.
Bericht van de oprichting van het
A.V.O.-Comité te 's-Hertogenbosch, rnet
verzoek, om als lid toe te treden. De
ze instelling beoogt steun aan Zwak
zinnige kinderen en onvolwaardige ar
beidskrachten. Ofschoon het doel goed
is, beschikt de raad afwijzend op het
verzoek, daar geen gelden beschikbaar
zijn om aan de vele verzoeken van de
zen aard tegemoet te komen.
Schrijven van den N.C. Boerenbond,
met formulier contract voor het ge
bruik van den Destructor, die de Bond
onder zekere voorwaarden wil inrich
ten, voor de vernietiging van afgekeurd
vee.
De Voorzitter acht toetreding ge-
wenscht, omdat dit voor onze gemeente
de eenige praktische weg zal zijn om
aan de bepalingen van de wet omtrent
de vernietiging van afgekeurd vee te
voldoen.
De heeren Versteeg en De Jong ves
tigen er de aandacht op, dat de auto,,
die gebruikt zal worden om besmette
beesten te vervoeren naar de Destruc
tor, in vele gevallen de plaats waar
het gestorven beest ligt, niet zal kunnen
bereiken. In deze gevallen zou dus
waarschijnlijk het besmette beest op de
best mogelijke wijze met een ander
vervoermiddel worden vervoerd door
weiden en polderwegen, die voor de-
auto niet berijdbaar zijn, tot de plaats
waar de auto zich bevindt. Dit ver
voer van de weide naar de auto, dat
uit den aard der zaak op gebrekkige
wijze moet geschieden, brengt groot
gevaar van besmetting mede, veel groo-
ter dan bij verbranding op de plaats
waar het beest gestorven is.
De Voorzitter erkent dit berwaar,
doch is van meening, dat de wettelijke
voorschriften hierin wel zullen voor
zien en het gevaar van besmetting in
bedoelde gevallen zal worden voorko
men. In alle geval moet de vernieti
ging geschieden, zooals de nieuwe wet,
die 1 Juli 1932 in werking treedt, dit
voorschrift.
Besloten wordt, de zaak nog verder
te onderzoeken en voorloopig geen de
finitief besluit te nemen.
Verzoek van de Nederlandsche Hei
demaatschappij, om als lid toe te tre
den.
Het goed doel dezer instelling wordt
door den raad erkend, doch de midde
len ontbreken om geldelijk te steu
nen en de raad moet daarom afwijzend
beschikken.
Goedkeuring van Ged. St. betreffende
de verbouwing der woning van den
heer v. d. Ruit en van den veldwachter.
Bericht van den Minister van Onder
wijs, dat E. Rutters de H. B. S. te
vriend mee in de zitkamer en tóen zag
de dokter.
Halr hangend in een stoel, halt op
den grond, lag het lichaam van een
vrouw Trefusis' vrouw; aan het
uiterlijk van de doode zag de doktei*
onmiddelijk dat zij van schrik gestor
ven moest zijn! Hij deelde dit den man
mee.
Een oogenblik was het doodstil in
de kamer.
En toen deed Trefusis iets luguber
een afschuwelijke lach uit terwijl hij
vreemd. Hij zat op de sofa en stiet
met zijn vinger naar de roerlooze ge
daante wees. Dr. Hobbs keek in de
richting waarin de vinger wees en liep
toen ijlings op het lichaam toe. En
wat hij vond was dit.
In haar hand geklemd zoo stevig
dat hij het slechts met inspanning kon
verwijderen was iets droogs en
donkers: de vinger van een mummie!
Mrs. Trefusis schudde haar man hef
tig bij den schouder heen en weer.
Wat heb je Arnold, je kreunt en
zucht in je slaap dat je een doode zou
opwekken
En in het eerste oogenblik dacht Ar
nold Trefisus dat hij dat ook werkelijk
gedaan had....
Maar na een oogenblik kon hij zich
zijn omgeving weer realiseeren.... Naast
hem stond zijn vrouw, in de deurope
ning Dr. Hobbs, die een avondpraatje
kwam maken en in zijn eigen vin
gers zag hij iets langs en donkers ge
klemd.... zijn zware sigaar, die uitge
gaan was.
EINDE.
Jfienwsblail
■wmmbw: H\m ummmkUTmmNÊHMmuaMtMgaBnmmm aaa—