schaart men rich in het Land van
Altena graag bij Holland wanneer het
over intellect gaat. Waarom ook in
dit geval niet
Hij raadt dus niet aan op het voor
stel van den heer Groeneveld in te
Igaan.
De heer Hakkers ondersteunt het
voorstel van den heer Groeneveld.
De heer Groeneveld zegt, dat het
z.i. niet de goede manier is zich te
spiegelen aan Provincies, die het ver
keerd hebben, waarop de Voorzitter
den heer Groeneveld verzoekt dan
die andere provinciën op te noemen.
Voorts zegt de heer Groeneveld, dat
het indexcijfer met 100 o/0 gedaald
is. x
De heer Bogers zegt, dat dit wat
aan den hoogen kant is. Spreker
noemt 75 o/0. Dit wordt door den
heer Groeneveld toegegeven.
Omdat het indexcijfer verlaagd is
hebben de ambtenaren reeds een stil
zwijgende salarisverhooging, aldus
spreker.
De heer Bril zegt, het niet eens
te zijn met den heer Groeneveld.
Waarom moet de slechte toestand di
rect gewroken worden op de ambte
naren In de oorlogsjaren ging men
ook niet direct tot verhooging over.
Geen enkel ambtenaar, die toen van
de vette jaren profiteerde. Een amb
tenaar heeft nooit eens een buiten
kansje. Hij zou eerst in de uiterste
noodzaak tot verlaging overgaan.
De heer Groeneveld zegt, dat 50
t>/o van de Nederlandsche burgers
geen inkomen hebben, waardoor de
staatskas leeg zal komen. Zou dan de
noodzaak niet dwingen tot verlaging
Wat de vette jaren betreft. Van het
geld, dat toen verdiend is, is niets
meer over.
De heer Bril wil er nóg op wijzen,
dat er te vlug aan de salarissen ge
tornd wordt
Colijn trok ook wel 10 o/0 van de
salarissen af, ofschoon ze toch wet
telijk waren gegarandeerd.
De Voorzitter zegt, dat zulks de
rijksambtenaren betrof en waar on
geveer V3 van de Staatsbegrooting
ten laste van het onderwijs kwam,
waar de salarissen van de onderwij
zers en leeraren onder vallen, kon
hij het goed begrijpen, dat minister
Colijn tot een dergelijken maatregel
overging, aangezien dit veel ambte
naren trof, doch hier geldt het slechts
een paar ambtenaren. Verder 2egt
spreker, dat er altijd pessimisten en
optimisten zijn geweest en die zullen
er wel blijven.
De boeren ontvangen thans f 6.
f8.voor hun bieten, doch zij
hebben ook tijden gekend, dat ze
f45.k f55.— ontvingen. In den
distributietijd waren er in Groningen
boeren die in 2 jaar tijds hun ge-
heele bedrijf vrij hadden. Het vorig
jaar heb ik een lezing gehoord van
een tuinder. Deze zei, dat de tuin
bouw niet naar één jaar beoordeeld
moet worden, doch over een reeks
van jaren. Dit geldt ook den land
bouw.
Hij meent, dat Ged. Staten niet
verdiend hebben om op een manier
zooals de heer Groeneveld wil behan
deld te worden. Hij wil zich daarvoor
wachten.
Het amendement van den heer
Groeneveld, daarop in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met 8 te
gen 3 stemmen. Tegen stemden de
heeren Bril, Visser en Bogers.
Wijl het amendement nu is aange
nomen, verzoekt hij den heeren Groe
neveld en Hakkers dit te redigeeren,
daar hij als Burgemeester weigert
zijn naam te plaatsen onder een stuk,
dat een onverdiendex afstraffing aan
het adres van Ged. Staten inhoudt,
zoodat hun antwoord ter secretarie
wordt ingewacht.
Voorstel van B. en W. tot beschik
baarstelling aan de woni ngb ouwve r-
eeniging „Werkendam Vooruit" van
een bedrag, groot f17500.voor
den bouw van 6 arbeiderswoningen.
De heer Hakkers vraagt of de op
hooging van den grond in de vorige
leening begrepen zit.
De Voorzitter geeft hierop een ont
kennend antwoord.
Het voorstel van B. en W. wordt
daarop met algemeene stemmen aan
genomen.
Voorstel van B. en W. tot het aan
gaan eener geldleening tot dekking
van het hiervoren genoemd bedrag.
Wordt besloten tot aangaan eener
geldleening ad. f 17500.met de
Bank van Ned. Gemeenten tegen een
percentage van ten hoogste 5 o/0j vast
te stellen door B. en W. onder goed
keuring van Ged. Staten.
Vaststelling Begrooting Burg.
Armbestuur dienst 1931, alsmede Ge
meente- en Bedrijfsbegr 00 tingen
dienst*-1931.
De Comhiissie tot onderzoek dier
begrootingen heeft, schriftelijk rap
port uitgebracht. Zij stelt voor de Be
grooting Burg. Arrpbestuur, Water
leiding- vleeschkeuring- en veerbe-
drijf vast te stellen zooals zij door
B. en W. zijn aangeboden.
De heer Bril vindt het wel eeri
gevaarlijk punt om thans over jaar
wedden te spreken, doch zegt dat
f25.voor den Administrateur van
het veerbedrijf te laag! is. Hij zou
gaarne zien, dat alle bedrijven op
de secretarie werden geadmi
nistreerd.
De Voorzitter zegt, dat f25.laag
is, doch waar de administratie ge
schiedt door den ambtenaar ter se
cretarie v. d. Wiel, die dat hoofdza
kelijk op de secretarie doet, moet
de zaak anders beschouwd worden.
Wat de centralisatie van de bedrij
ven betreft. De Gemeentewet heeft
juist de mogelijkheid van aparte ad
ministratie opengesteld om den ont
vanger te ontlasten. Het gevolg is,
dat bij elk bedrijf een aparte admi
nistrateur moet zijn.
De genoemde begrootingen wor
den daarop vastgesteld zooals zij door
B. en W. zijn aangeboden.
Gemeentebegrooting.
De commissie wil den post stra
ten verhoogen met f 1000.
De Voorzitter zegt, dat alleen ge
rekend was op vernieuwing van de
Hoogstraat, omdat het aanvankelijk
de bedoeling was de kade nog in
1930 te verstraten.
De heer Bogers zegt, dat bij B.
en W. voorop staat, dat de kade ver
straat moet worden doch het is uit
gesteld omdat eerst op de ombou
wing van de electrische geleiding
moest worden gewacht en het daarna
door B. en W. raadzaam werd ge
oordeeld ook nog de bietencampag
ne voorbij te laten zijn, wijl anders
de bestrating spoedig weer kapot zou
worden gereden.
De heer Visser zegt, de begrijpen,
dat er nog geld op den post over is.
De Voorzitter antwoordt, dat dit
niet het geval is, doch dat bij be
grotingswijziging de post kan wor
den verhoogd. De commissie geeft
in overweging nog een gedeelte in
1930 te verstraten, hetgeen door den
heer Bogers met het oog op vriezend
weer wordt ontraden. Deze wil in
1931 de zaak goed aanpakken.
Nadat over dit onderwerp nog ee-
nigen tijd is gediscussieerd wordt het
voorstel der commissie om den post
„onderhoud van straten" met f 1000
te verhoogen en in 1931 geen nieuw
gedeelte der Hoogstraat te verstra
ten, met algemeene stemmen aange
nomen.
De heer Visser ztegt, dat f2.50 per
leerling en per cursus betaald wordt
voor herhalingsonderwijs. Andere ge
meenten betalen meer. Sleeuwijk b.v.
f6.50. Spreker vraagt of het geen
aanmoediging zou verdienen het be
drag ook te verhoogen tot f 6.50. Ook
voor het openbaar onderwijs. B. en
W. kunnen zich met verhooging ver
eenigen. Wordt besloten in het ver
volg f 6.50 per leerling en per cursus
van 100 lesuren beschikbaar te stel
len.
Voorts geeft de Commissie in over
weging de f 500.voor het onder
houd v. de haven te laten verwerken
door een werkman, die er geregeld
in werkt.
De heer Groeneveld wil het groot
ste vuil drie maal per jaar laten op
ruimen, hetwelk door den Raad wordt
goedgevonden.
Verder vraagt de commissie of het
bedrag van f125.dat aan den fort
wachter v. d. Horst wordt gegeven
wel gemotiveerd was.
B. en W. meenden van wel.
Ten slotte vraagt hij of de straat
niet wat meer kan worden afgespoeld,
waarop de Voorzitter antwoordt, dat
daar niets tegen is.
De heer de Waal wil Zaterdags de
straat nog eens laten opknappen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
het doel hebben dit te laten doen.
Daarne wordt de Gemeentebegroo
ting met algemeene stemmen vastge
steld.
Vaststelling te heffen aantal opcen
ten op de Gemeentefondsbelasting.
B. en W. stellen voor 30 opcenten
te heffen.
Aldus wordt besloten.
Rondvraag
De heer de Boon wil wat grind
laten brengen op het nieuwe pad bij
het veer. Verder wijst spreker er op
dat aan de Uitbreiding een partij stee-
nen onbeheerd staan, waaraan veel
schade wordt toegebracht. In verband
daarmede wordt besloten de bestra
ting aan de uitbreiding direct uit
te voeren.
De heer Hakkers vraagt of er al
met de gemeente de werken c.a. over
gecorrespondeerd is de overeenkomst
betreffende de vleeschkeuring te her
zien.
De Voorzitter zegt, dat het nog
niet gedaan is, doch het wel geschie
den zal.
De heer Visser zegt, dat de laagste
inschrijver voor den bouw der 6 ar
beiderswoningen geen ingezetene is
en hij slechts enkele guldens met den
opvolger scheelt, die wel een ingeze
tene is. Als het mogelijk was zou hij
het werk gaarne aan een ingezetene
gegund zien.
De Voorzitter antwoordt,, dat het
eenigszins moeilijk is. De algemeene
regel is publieke aanbesteding en
men kan haar dus niet alleen tot de
inwoners beperken.
De heer de Klerk zegt, dat er
's avond wild met auto's en fietsen
over de straat wordt gereden. Men
kan niet meer behoorlijk over de
straat loopen.
De Voorzitter zegt, dat de men
schen hier voor een auto bijna geen
stap o pzij gaan. Het beste is mis
schien wel een beetje door te rijden,
dan springen ze wel opzij.
Hij zal echter de politie er op
laten letten.
Nadat de heer de Waal gevraagd
heeft of er geen kans is een lichtje
te plaatsen aan de Nieuwe haven bij
de kolenschuur, hetwelk door B. en
W. in overweging zal worden, sluit de
Voorzitter de openbare vergadering.
Vervolg raadsverslag SLEEUWIJK.
De Voorzitter geeft hierop een op
somming van de verschillende posten
die in het rapport zijn besproken, waar
na deze stuk voor stuk in behandeling
komen.
De commissie stelt allereerst voor,
een nieuwe salarisregeling voor den
2en ambtenaar ter secretaries het zou
diens salaris willen brengen van f800
met 4 jaarlijksche verhooging van f 100,
op maximum f1200.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. dit
voorstel niet kunnen overnemen, de
jaarwedderegeling is het vorig jaar
pas veranderd, B. en W. zouden wel
zoover willen gaan, dat de toen aange
nomen 2-jaarlijksche verhooging gewij
zigd worden in 1-jaarlijksche, zoodat het
met 1 Januari a.s. Wordt gebracht op
f 900.zoodat hij dan over 2 jaar
een salaris heeft van f 1000.zou het
voorstel van de commissie worden aan
genomen, dan komt de salarisregeling
ten opzichte van den lsten ambtenaar in
een scheeve houding te staan, de sa
larissen van lsten en 2en ambtenaar
zouden dan gelijk staan.
De heer Gulden doet het genoegen,
dat de commissie het loon voor den
2en ambtenaar wil brengen op de hoog
te, waarmede men zich zal kunnen en
moeten vereenigen, waarmede men
gekomen is in den gedachtengang van
spr. Hij is het echter met B. en W.
eens, dat de nieuwe regeling voor den
2en ambtenaar, dan in conflict komt
met die voor den lsten ambtenaar.
De heer v. 't Sant wil als rapporteur,
gaarne het standpunt van de com
missie toelichten. De commissie was
van oordeel, dat waar de 2e ambtenaar
uitstekena zijn best doet en door de
oraktijk van eenige jaren volkomen be-
uvaam is geworden voor zijn werk, zijn
oonin overeenstemming moet zijn met
zijn prestatie's, vandaar het voorstel om
het salaris te brengen op maximum
f1200.waardoor hem de gelegenheid
wordt gegeven zich hier ook te vestigen.
De Voorzitter licht nogmaals toe, dat
B. en W., als er een vacature ont
staat, hetzij voor 1ste ambtenaar of
voor 2de, zij direct een oproeping moe
ten kunnen doen voor sollicitanten op
een salarisregeling. Gaat men de jaar
wedde voor den 2en ambtenaar verhoo
gen, dan behoort mendit ook voor
den 1ste te doen.
De heer Gulden is het hiermede eens,
hij zou daarom het voorstel van de
commissie willen amendeeren en het
salaris voor den eersten ambtenaar wil
len stellen van f 1400 tot maximum
f1800.
De heer v. 't Sant is er niet voor,
het salaris van den lsten ambtenaar
te verhoogen.
De heer Sigmond licht toe, dat de
commissie met haar voorstel alleen de
bedoeling heeft, de werkzaamheden van
den tegenwoordigen ambtenaar naar
waarde te beloonen, zonder dat dit
in een salarisregeling wordt vastge
legd, het gaat hier alleen over persoon
lijke waardeering.
De heer de Boon is het hiermede
eens.
De Voorzitter meent, dat dan beter
aan den tegenwoordigen 2e ambtenaar
een bijslag op zijn salaris kan worden
verleend van f 200.bestaande in een
2-jaarlijksche verhooging van f100.
De heer Gulden zou hier aan toe
wiilen voegen, dat B. en W. dan te
gelegener tijd met een nieuwe salaris
regeling bij den raad komen.
De heer v. Straten zou dit niet doen
en dit uitstellen tot er één vacature ont
staat.
Het voorstel om het salaris voor den
ambtenaar te handhaven op f800 maxi
mum f 1000 en voor den tegenwoordi;
gen functionaris een bijslag hierop te
verleenen van 2 verhoogingen ieder van
f 100 per jaar, wordt hierop met alge
meene stemmen aangenomen.
De Voorzitter vraagt of de commissie
er mede accoord kan gaan, dat B. en
W. een nieuwe salarisregeling ontwer
pen, waarbij het aanvangsalaris voor
den lsten ambtenaar begint met f1400.
De heeren Sigmond en v. 't Sant, le
den der commissie, verklaren hierte
gen geen bezwaar te hebben.
De heer de Boon zou hiermede willen
wachten, tot een vacature ontstaat.
Met algemeene stemmen wordt ten
slotte het amendement van den heer
Gulden, om een nieuwe salarisregeling
te ontwerpen, waarbij het aanvangsala
ris voor den lsten ambtenaar op f1400
komt, aangenomen.
De commissie stelt verder voor, het
weekloon voor de werkvrouw, belast
met het schoonmaken van het gemeen
tehuis, van f 2.50 per week te ver
hoogen tot f 4.het bedrag van f 25.
dat de werkvrouw tot heden ontving
voor de groote schoonmaak zou de
commissie in het vervolg willen laten
vervallen.
De Voorzitter merkt op, dat het voor
stel hierop neerkomt, dat de werkvrouw
een vergoeding krijgt van f 3.50 per
week.
De heer Gulden zegt, dat dé werk
vrouw 550 uren per jaar op de secre
tarie werkzaam is, waarbij komt de
groote schoonmaak, spr. zou het be
drag voor de groote schoonmaak wil
len handhaven, de werkvrouw moet
daarvoor hulp nemen.
De heer v. 't Sant licht toe, dat de
commissie van oordeel was, dat de
werkvrouw de schoonmaak in 't ver
volg geleidelijk kan doen, niet in een
wede zooals tot heden, ze kan dus
misschien ook dit werk wel alleen ver
richten.
De heer Gulden meent, dat zoo iets
er niet toe doet, de arbeid moet ver
richt worden.
Het amendement van den heer Gul
den, om de werkvrouw ook de f25.
voor de groote schoonmaak te laten
houden, ondervindt geen ondersteuning,
zoodat het niet in stemming komt.
Het voorstel van de commissie wordt
hierop met algemeene stemmen aange
nomen.
De commissie stelt verder voor, in
't vervolg geen aftrek voor pensioen
bijdrage toe te passen, deze dus geheel
voor rekening der gemeente te nemen,
welk voorstel eveneens met algemee
ne stemmen wordt aangenomen.
De commissie stelt voor, voor het
gebruik van den loswal aan de Kille,
een belastingheffing in het leven te
roepen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. met
dit voorstel instemmen. Het college
heeft het geprobeerd met vrijwillige bij
dragen van belanghebbenden, doch dit
strandde op niet-medewerking van per
sonen die ;e»r juist het meeste belang
bij hebben. Daarom zouden B. en W.
een billijke belasting willen heffen van
b.v. 50 ct. per aak per jaar. Er was
slechts een landbouwer, n.l. het raads
lid Walraven, die voor een flinke bij
drage heeft geteekend. De meeste ver
klaarden wet te willen bijdragen, doch
er niet voor te willen teekenen, doch
men voelt wel, dat het gemeentebestuur
daar niets aan heeft.
De heer Gulden kan zich met
dit voorstel vereenigen. Spr. is vroe
ger tegen de lijst geweest, hij heeft
er nooit veel van verwacht en het
is gebleken, dat zijn verwachting is
uitgekomen. Spr. zou nu ook tegen
het heffen jesener belasting zijn, als
men die ging heffen van menschen die
er over naar hun werk moeten.
De heer Walraven vraagt of men
door het heffen eener belasting voor
het gebruik van het pad aan de Kille,
niet in een scheeve verhouding komt
tegenover andere gedeelten van de ge
meente. Als er aan de Kille iets ge
daan moet worden, dan moeten de be
langhebbenden daarvoor betalen. Aan
de Looze Stoep is al zooveel ten koste
gelegd en daar wordt nooit over betalen
gesproken. In Sleeuwijk is ook wel eens
iets gedaan waar nooit over bijdragen
van de ingezetenen werd gesproken.
Waarom moet dit aan de Kille wel?
De heer Verhagen merkt op, dat men
in Sleeuwijk verschillende dingen zelf
doet, men heeft er een lijkwagen aan
geschaft ienz., door bijdragen van de
ingezetenen.
De heer Walraven meent, dat als
er in de Werken iets moet gebeuren,
hij ook wel kan zeggen, ik ben er te
gen, of men moet er belasting voor
heffen.
De heer Gulden noemt de motivee
ring van den heer Walraven niet juist.
De Voorzitter merkt op, dat B. en W.
teleurgesteld waren, dat er zoo slecht
geteekend werd voor vrijwillige bijdra
gen, vandaar dat zij met het voorstel
accoord kinnen gaan, te meer waar de
raad indertijd zijn besluit nam, om te
probeeren vrijwillige bijdragen van de
belanghebbenden te verkrijgen.
De heer Walraven zou willen voor
stellen, dat de raad zijn besluit terug
nam hier profiteeren 140 gezinnen van
de verbetering, waarom moeten die nu
in de gemaakte kosten bijdragen en
wanneer er in andere gedeelten van de
gemeente iets gebeurt, behoeft dat niet.
De heer v. 't Sant zegt, dat hij per
soonlijk van meening is, dat een bil
lijke heffing wei gewenscht is, als de
menschen flink hadden geteekend, zou
gebleken zijn, dat de bewoners werke
lijk groot belang bij de verbetering
hebben, nu dat niet zoo is, krijgt men
een ander geval. Het betreft hier een
speciaal belang voor de Kille, door de
houding der bewoners is naar het oor
deel van de commissie sterk naar vo
ren gekomen, dat hier van geen alge
meen belang sprake is, daarom acht
zij een billijke heffing gewenscht.
De heer Gulden drukt zijn verbazing
uit over den revolutionairen geest der
raadsleden. Met algemeene stemmen
heeft de raad, behalve ondergeteekende
die er tegen was, indertijd aangenomen,
van belanghebbenden een bijdrage zien
te krijgen. Nu door de praktijk blijkt,
dat daar niets van terecht komt, ver
andert de heer Walraven van houding,
wijst op uitgaven aan de Looze Stoep,
waarvoor nog nooit geen uitgaven van
beteekenis zijn gedaan. Toen door ge
bruikers van de aanlegplaats te Sleeu
wijk op verbetering dezer aanlegplaats
werd aangedrongen, toen stond de raad
algemeen op het standpunt, dat de be
langhebbenden moesten bijdragen, ja
zelfs zij, die er water moesten halen.
Spr. is voor een redelijke heffing. Gaat
men de aanlegplaats aan de Kille, waar
voor de gemeente nu kosten maakt, vrij
geven, dan kan later, als men de aan
legplaats te Sleeuwijk gaat verbeteren
ook geen heffing worden ingevoerd.
Alleen- zou spr. het onbillijk vinden,
als men menschen zou laten betalen,
die er noodzakelijk gebruik van moe
ten maken om er over naar hun werk
te gaan, overigens is een heffing billijk
en noodzakelijk.
'De beter v. 't Sant kan de heer Gulden
niet begrijpen, nu is hij wel voor hef
fing en eerst niet.
De heer v. d. Stelt kan het voorstel
van de commissie en van B. en W.
best begrijpen. Spr. acht een heffing
billijk, het blijft hier een plaatselijk
belang, ieder die gebruik moet maken
van de aanlegplaats, behoort een kleine
vergoeding te betalen, om de kosten
van aanleg en onderhoud te bestrijden.
Als slechts 50 ets. voor een aak wordt
geheven kan niemand daartegen be
zwaar maken. Moet hier te Sleeuwijk
de aanlegplaats verbeterd worden, dan
zijn daarmede groote uitgaven gemoeid
en kan dat niet voor niets. Dat de
landbouwers zich terug zouden trek
ken, dat is niet waar, doch het wekt
den indruk dat B. en W. bang zijn geld
te heffen en daarom denken de landbou
wers, wij krijgen het wel voor niets.
De Voorzitter zegt, dat als zij, die
van net pad gebruik maken, een vrij
willige bijdrage hadden toegezegd, dan
de zaak in orde was geweest en ook
gebleken zou zijn, dat de bewoners be
lang bij verbetering hebben, doch nu
men niet heeft geteekend, willen B.
en W. het op een andere manier heffen.
De heer Gulden merkt op, dat te
voorzien was, dat van vrijwillige bij
dragen niets terecht zou komen.
De heer v. 't Sant verwijt de heer
Gulden, de menschen in dien zin bem
vloea te hebben.
De heer Gulden bestrijdt deze bewe
ring, die volgens spr. te gek is om
over te spreken.
De Voorzitter zal het voorstel van
de commissie, waarbij B. en W. wordt
opgedragen een billijke heffing te ont
werpen, in stemming brengen.
De heer Walraven vraagt of de lijst
hierdoor komt te vervallen, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat dit de be
doeling is.
Hel voorstel der commissie wordt
hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
Voorstel der commissie om aan het
gemeentehuis een brandvrije kluis te
maken.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en
W. het voorstel hebben besproken en
nu voorstellen, de mogelijkheid en de
kosten te bespreken met opzichter De
Jong. Wordt goedgevonden.
Voorstel van de commissie, om ter
voorziening v. werkverschaffing, grond
aan te koopen tegenover het gemeen
tehuis, om daarop een ijsbaan aan te
leggen en het voorste gedeelte rijp te
maken voor bouwterrein. Verder een
wandel- en fietspad aan te leggen van
hier naar de school en Geref. Kerk
om daardoor een betere verbinding te
krijgen met dit gedeelte en het ker-
keneind.
De heer v. 't Sant licht dit voorstel
toe en zegt, dat het plan breedvoerig
in het rapport is neergelegd. De com
missie was van oordeel, dat ter bestrij
ding van de werkeloosheid, waarvan
deze gemeente zeer zeker ook haar deel
zal krijgen, iets gedaan moet worden.
Waar de gemeente geen arbeidsobject
heeft, heeft de commissie het oog la
ten vallen op het terrein voor het ge
meentehuis. Voor de ijsclub kan dan
het achterste gedeelte worden uitgegra
ven, om het voorste gedeelte op te
hoogen. Ten eerste kan men de werke-
ïoozen te werk stellen, ten 2de wordt
de ijsclub geholpen, ten derde krijgt
men voor het gemeentehuis een ver
fraaiing en bouwterrein.
De heer Gulden wil als bestuurslid
der ijsclub het toejuichen, dat de com
missie de ijsclub wil helpen, of het
terrein voor een ijsbaan wel geschikt
is, meent spr. te moeten betwijfelen,
het land is erg kwellig, zooals hem
vroeger bij teen persoonlijk onderzoek
is gebleken. Blijft het kwellen, dan
krijgt men een slechte ijsbaan, voor
men dus tot aanleg overgaat, mag men
de zaak eerst nog wel eens ter dege
bekijken, daarbij vreest spr. dat de
waarde van het voorste gedeelte ver
mindert. Het idee op zichzelf vindt hij
overigens heel aardig.
De heer v. 't Sant meent, dat het
voorste gedeelte beter zal worden, de
bedoeling van de commissie is, om
het geschikt te maken voor bouwter
rein.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel
van B. en W. luidt, om de commissie
van onderzoek adhoc, aangevuld met
den heer Gulden, te benoemen, om
een en ander te onderzoeken.
De heer v. 't Sant merkt op, dat het
ook de meening van de commissie is,
dat als uitvoering van het plan op
bezwaren mocht stuiten, het dan ook
niet door gaat.
De heeren verklaren zich allen be
reid zitting in de commissie te wjllen
nemen.
Verder komt in behandeling het voor
stel der commissie, voor het aanleggen
van een wandel- en fietspad, van den
straatweg naar school en de kerken,
om een veiliger weg te hebben voor de
schoolkinderen.
De heer v. 't Sant zegt, dat het de
commissie gewenscht voorkwam, om
een betere en snellere verbinding te
maken voor de schoolgaande kinderen
naar beide scholen en voor de kerk
gangers. Over den dijk is het altijd
ontzettend koud en de straatweg met
zijn druk autoverkeer, levert gevaar
voor de kinderen op.
De heer Walraven heeft niets in het
rapport gezien over de breedte van
den aan te leggen weg.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
zich hebben voorgesteld, een weg van
3 meter breedte te maken, bovendien
moet direct een rooilijn worden vast
gesteld, zoodanig, dat als er aan den
nieuwen weg gebouwd wordt, voldoen
de ruimte overblijft om den weg te
verbreeden.
De heer Walraven zou er maar niet
te lang over discussieeren en de uit
werking van het plan willen toever-