schaart men rich in het Land van Altena graag bij Holland wanneer het over intellect gaat. Waarom ook in dit geval niet Hij raadt dus niet aan op het voor stel van den heer Groeneveld in te Igaan. De heer Hakkers ondersteunt het voorstel van den heer Groeneveld. De heer Groeneveld zegt, dat het z.i. niet de goede manier is zich te spiegelen aan Provincies, die het ver keerd hebben, waarop de Voorzitter den heer Groeneveld verzoekt dan die andere provinciën op te noemen. Voorts zegt de heer Groeneveld, dat het indexcijfer met 100 o/0 gedaald is. x De heer Bogers zegt, dat dit wat aan den hoogen kant is. Spreker noemt 75 o/0. Dit wordt door den heer Groeneveld toegegeven. Omdat het indexcijfer verlaagd is hebben de ambtenaren reeds een stil zwijgende salarisverhooging, aldus spreker. De heer Bril zegt, het niet eens te zijn met den heer Groeneveld. Waarom moet de slechte toestand di rect gewroken worden op de ambte naren In de oorlogsjaren ging men ook niet direct tot verhooging over. Geen enkel ambtenaar, die toen van de vette jaren profiteerde. Een amb tenaar heeft nooit eens een buiten kansje. Hij zou eerst in de uiterste noodzaak tot verlaging overgaan. De heer Groeneveld zegt, dat 50 t>/o van de Nederlandsche burgers geen inkomen hebben, waardoor de staatskas leeg zal komen. Zou dan de noodzaak niet dwingen tot verlaging Wat de vette jaren betreft. Van het geld, dat toen verdiend is, is niets meer over. De heer Bril wil er nóg op wijzen, dat er te vlug aan de salarissen ge tornd wordt Colijn trok ook wel 10 o/0 van de salarissen af, ofschoon ze toch wet telijk waren gegarandeerd. De Voorzitter zegt, dat zulks de rijksambtenaren betrof en waar on geveer V3 van de Staatsbegrooting ten laste van het onderwijs kwam, waar de salarissen van de onderwij zers en leeraren onder vallen, kon hij het goed begrijpen, dat minister Colijn tot een dergelijken maatregel overging, aangezien dit veel ambte naren trof, doch hier geldt het slechts een paar ambtenaren. Verder 2egt spreker, dat er altijd pessimisten en optimisten zijn geweest en die zullen er wel blijven. De boeren ontvangen thans f 6. f8.voor hun bieten, doch zij hebben ook tijden gekend, dat ze f45.k f55.— ontvingen. In den distributietijd waren er in Groningen boeren die in 2 jaar tijds hun ge- heele bedrijf vrij hadden. Het vorig jaar heb ik een lezing gehoord van een tuinder. Deze zei, dat de tuin bouw niet naar één jaar beoordeeld moet worden, doch over een reeks van jaren. Dit geldt ook den land bouw. Hij meent, dat Ged. Staten niet verdiend hebben om op een manier zooals de heer Groeneveld wil behan deld te worden. Hij wil zich daarvoor wachten. Het amendement van den heer Groeneveld, daarop in stemming ge bracht, wordt aangenomen met 8 te gen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren Bril, Visser en Bogers. Wijl het amendement nu is aange nomen, verzoekt hij den heeren Groe neveld en Hakkers dit te redigeeren, daar hij als Burgemeester weigert zijn naam te plaatsen onder een stuk, dat een onverdiendex afstraffing aan het adres van Ged. Staten inhoudt, zoodat hun antwoord ter secretarie wordt ingewacht. Voorstel van B. en W. tot beschik baarstelling aan de woni ngb ouwve r- eeniging „Werkendam Vooruit" van een bedrag, groot f17500.voor den bouw van 6 arbeiderswoningen. De heer Hakkers vraagt of de op hooging van den grond in de vorige leening begrepen zit. De Voorzitter geeft hierop een ont kennend antwoord. Het voorstel van B. en W. wordt daarop met algemeene stemmen aan genomen. Voorstel van B. en W. tot het aan gaan eener geldleening tot dekking van het hiervoren genoemd bedrag. Wordt besloten tot aangaan eener geldleening ad. f 17500.met de Bank van Ned. Gemeenten tegen een percentage van ten hoogste 5 o/0j vast te stellen door B. en W. onder goed keuring van Ged. Staten. Vaststelling Begrooting Burg. Armbestuur dienst 1931, alsmede Ge meente- en Bedrijfsbegr 00 tingen dienst*-1931. De Comhiissie tot onderzoek dier begrootingen heeft, schriftelijk rap port uitgebracht. Zij stelt voor de Be grooting Burg. Arrpbestuur, Water leiding- vleeschkeuring- en veerbe- drijf vast te stellen zooals zij door B. en W. zijn aangeboden. De heer Bril vindt het wel eeri gevaarlijk punt om thans over jaar wedden te spreken, doch zegt dat f25.voor den Administrateur van het veerbedrijf te laag! is. Hij zou gaarne zien, dat alle bedrijven op de secretarie werden geadmi nistreerd. De Voorzitter zegt, dat f25.laag is, doch waar de administratie ge schiedt door den ambtenaar ter se cretarie v. d. Wiel, die dat hoofdza kelijk op de secretarie doet, moet de zaak anders beschouwd worden. Wat de centralisatie van de bedrij ven betreft. De Gemeentewet heeft juist de mogelijkheid van aparte ad ministratie opengesteld om den ont vanger te ontlasten. Het gevolg is, dat bij elk bedrijf een aparte admi nistrateur moet zijn. De genoemde begrootingen wor den daarop vastgesteld zooals zij door B. en W. zijn aangeboden. Gemeentebegrooting. De commissie wil den post stra ten verhoogen met f 1000. De Voorzitter zegt, dat alleen ge rekend was op vernieuwing van de Hoogstraat, omdat het aanvankelijk de bedoeling was de kade nog in 1930 te verstraten. De heer Bogers zegt, dat bij B. en W. voorop staat, dat de kade ver straat moet worden doch het is uit gesteld omdat eerst op de ombou wing van de electrische geleiding moest worden gewacht en het daarna door B. en W. raadzaam werd ge oordeeld ook nog de bietencampag ne voorbij te laten zijn, wijl anders de bestrating spoedig weer kapot zou worden gereden. De heer Visser zegt, de begrijpen, dat er nog geld op den post over is. De Voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is, doch dat bij be grotingswijziging de post kan wor den verhoogd. De commissie geeft in overweging nog een gedeelte in 1930 te verstraten, hetgeen door den heer Bogers met het oog op vriezend weer wordt ontraden. Deze wil in 1931 de zaak goed aanpakken. Nadat over dit onderwerp nog ee- nigen tijd is gediscussieerd wordt het voorstel der commissie om den post „onderhoud van straten" met f 1000 te verhoogen en in 1931 geen nieuw gedeelte der Hoogstraat te verstra ten, met algemeene stemmen aange nomen. De heer Visser ztegt, dat f2.50 per leerling en per cursus betaald wordt voor herhalingsonderwijs. Andere ge meenten betalen meer. Sleeuwijk b.v. f6.50. Spreker vraagt of het geen aanmoediging zou verdienen het be drag ook te verhoogen tot f 6.50. Ook voor het openbaar onderwijs. B. en W. kunnen zich met verhooging ver eenigen. Wordt besloten in het ver volg f 6.50 per leerling en per cursus van 100 lesuren beschikbaar te stel len. Voorts geeft de Commissie in over weging de f 500.voor het onder houd v. de haven te laten verwerken door een werkman, die er geregeld in werkt. De heer Groeneveld wil het groot ste vuil drie maal per jaar laten op ruimen, hetwelk door den Raad wordt goedgevonden. Verder vraagt de commissie of het bedrag van f125.dat aan den fort wachter v. d. Horst wordt gegeven wel gemotiveerd was. B. en W. meenden van wel. Ten slotte vraagt hij of de straat niet wat meer kan worden afgespoeld, waarop de Voorzitter antwoordt, dat daar niets tegen is. De heer de Waal wil Zaterdags de straat nog eens laten opknappen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. het doel hebben dit te laten doen. Daarne wordt de Gemeentebegroo ting met algemeene stemmen vastge steld. Vaststelling te heffen aantal opcen ten op de Gemeentefondsbelasting. B. en W. stellen voor 30 opcenten te heffen. Aldus wordt besloten. Rondvraag De heer de Boon wil wat grind laten brengen op het nieuwe pad bij het veer. Verder wijst spreker er op dat aan de Uitbreiding een partij stee- nen onbeheerd staan, waaraan veel schade wordt toegebracht. In verband daarmede wordt besloten de bestra ting aan de uitbreiding direct uit te voeren. De heer Hakkers vraagt of er al met de gemeente de werken c.a. over gecorrespondeerd is de overeenkomst betreffende de vleeschkeuring te her zien. De Voorzitter zegt, dat het nog niet gedaan is, doch het wel geschie den zal. De heer Visser zegt, dat de laagste inschrijver voor den bouw der 6 ar beiderswoningen geen ingezetene is en hij slechts enkele guldens met den opvolger scheelt, die wel een ingeze tene is. Als het mogelijk was zou hij het werk gaarne aan een ingezetene gegund zien. De Voorzitter antwoordt,, dat het eenigszins moeilijk is. De algemeene regel is publieke aanbesteding en men kan haar dus niet alleen tot de inwoners beperken. De heer de Klerk zegt, dat er 's avond wild met auto's en fietsen over de straat wordt gereden. Men kan niet meer behoorlijk over de straat loopen. De Voorzitter zegt, dat de men schen hier voor een auto bijna geen stap o pzij gaan. Het beste is mis schien wel een beetje door te rijden, dan springen ze wel opzij. Hij zal echter de politie er op laten letten. Nadat de heer de Waal gevraagd heeft of er geen kans is een lichtje te plaatsen aan de Nieuwe haven bij de kolenschuur, hetwelk door B. en W. in overweging zal worden, sluit de Voorzitter de openbare vergadering. Vervolg raadsverslag SLEEUWIJK. De Voorzitter geeft hierop een op somming van de verschillende posten die in het rapport zijn besproken, waar na deze stuk voor stuk in behandeling komen. De commissie stelt allereerst voor, een nieuwe salarisregeling voor den 2en ambtenaar ter secretaries het zou diens salaris willen brengen van f800 met 4 jaarlijksche verhooging van f 100, op maximum f1200. De Voorzitter zegt, dat B. en W. dit voorstel niet kunnen overnemen, de jaarwedderegeling is het vorig jaar pas veranderd, B. en W. zouden wel zoover willen gaan, dat de toen aange nomen 2-jaarlijksche verhooging gewij zigd worden in 1-jaarlijksche, zoodat het met 1 Januari a.s. Wordt gebracht op f 900.zoodat hij dan over 2 jaar een salaris heeft van f 1000.zou het voorstel van de commissie worden aan genomen, dan komt de salarisregeling ten opzichte van den lsten ambtenaar in een scheeve houding te staan, de sa larissen van lsten en 2en ambtenaar zouden dan gelijk staan. De heer Gulden doet het genoegen, dat de commissie het loon voor den 2en ambtenaar wil brengen op de hoog te, waarmede men zich zal kunnen en moeten vereenigen, waarmede men gekomen is in den gedachtengang van spr. Hij is het echter met B. en W. eens, dat de nieuwe regeling voor den 2en ambtenaar, dan in conflict komt met die voor den lsten ambtenaar. De heer v. 't Sant wil als rapporteur, gaarne het standpunt van de com missie toelichten. De commissie was van oordeel, dat waar de 2e ambtenaar uitstekena zijn best doet en door de oraktijk van eenige jaren volkomen be- uvaam is geworden voor zijn werk, zijn oonin overeenstemming moet zijn met zijn prestatie's, vandaar het voorstel om het salaris te brengen op maximum f1200.waardoor hem de gelegenheid wordt gegeven zich hier ook te vestigen. De Voorzitter licht nogmaals toe, dat B. en W., als er een vacature ont staat, hetzij voor 1ste ambtenaar of voor 2de, zij direct een oproeping moe ten kunnen doen voor sollicitanten op een salarisregeling. Gaat men de jaar wedde voor den 2en ambtenaar verhoo gen, dan behoort mendit ook voor den 1ste te doen. De heer Gulden is het hiermede eens, hij zou daarom het voorstel van de commissie willen amendeeren en het salaris voor den eersten ambtenaar wil len stellen van f 1400 tot maximum f1800. De heer v. 't Sant is er niet voor, het salaris van den lsten ambtenaar te verhoogen. De heer Sigmond licht toe, dat de commissie met haar voorstel alleen de bedoeling heeft, de werkzaamheden van den tegenwoordigen ambtenaar naar waarde te beloonen, zonder dat dit in een salarisregeling wordt vastge legd, het gaat hier alleen over persoon lijke waardeering. De heer de Boon is het hiermede eens. De Voorzitter meent, dat dan beter aan den tegenwoordigen 2e ambtenaar een bijslag op zijn salaris kan worden verleend van f 200.bestaande in een 2-jaarlijksche verhooging van f100. De heer Gulden zou hier aan toe wiilen voegen, dat B. en W. dan te gelegener tijd met een nieuwe salaris regeling bij den raad komen. De heer v. Straten zou dit niet doen en dit uitstellen tot er één vacature ont staat. Het voorstel om het salaris voor den ambtenaar te handhaven op f800 maxi mum f 1000 en voor den tegenwoordi; gen functionaris een bijslag hierop te verleenen van 2 verhoogingen ieder van f 100 per jaar, wordt hierop met alge meene stemmen aangenomen. De Voorzitter vraagt of de commissie er mede accoord kan gaan, dat B. en W. een nieuwe salarisregeling ontwer pen, waarbij het aanvangsalaris voor den lsten ambtenaar begint met f1400. De heeren Sigmond en v. 't Sant, le den der commissie, verklaren hierte gen geen bezwaar te hebben. De heer de Boon zou hiermede willen wachten, tot een vacature ontstaat. Met algemeene stemmen wordt ten slotte het amendement van den heer Gulden, om een nieuwe salarisregeling te ontwerpen, waarbij het aanvangsala ris voor den lsten ambtenaar op f1400 komt, aangenomen. De commissie stelt verder voor, het weekloon voor de werkvrouw, belast met het schoonmaken van het gemeen tehuis, van f 2.50 per week te ver hoogen tot f 4.het bedrag van f 25. dat de werkvrouw tot heden ontving voor de groote schoonmaak zou de commissie in het vervolg willen laten vervallen. De Voorzitter merkt op, dat het voor stel hierop neerkomt, dat de werkvrouw een vergoeding krijgt van f 3.50 per week. De heer Gulden zegt, dat dé werk vrouw 550 uren per jaar op de secre tarie werkzaam is, waarbij komt de groote schoonmaak, spr. zou het be drag voor de groote schoonmaak wil len handhaven, de werkvrouw moet daarvoor hulp nemen. De heer v. 't Sant licht toe, dat de commissie van oordeel was, dat de werkvrouw de schoonmaak in 't ver volg geleidelijk kan doen, niet in een wede zooals tot heden, ze kan dus misschien ook dit werk wel alleen ver richten. De heer Gulden meent, dat zoo iets er niet toe doet, de arbeid moet ver richt worden. Het amendement van den heer Gul den, om de werkvrouw ook de f25. voor de groote schoonmaak te laten houden, ondervindt geen ondersteuning, zoodat het niet in stemming komt. Het voorstel van de commissie wordt hierop met algemeene stemmen aange nomen. De commissie stelt verder voor, in 't vervolg geen aftrek voor pensioen bijdrage toe te passen, deze dus geheel voor rekening der gemeente te nemen, welk voorstel eveneens met algemee ne stemmen wordt aangenomen. De commissie stelt voor, voor het gebruik van den loswal aan de Kille, een belastingheffing in het leven te roepen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. met dit voorstel instemmen. Het college heeft het geprobeerd met vrijwillige bij dragen van belanghebbenden, doch dit strandde op niet-medewerking van per sonen die ;e»r juist het meeste belang bij hebben. Daarom zouden B. en W. een billijke belasting willen heffen van b.v. 50 ct. per aak per jaar. Er was slechts een landbouwer, n.l. het raads lid Walraven, die voor een flinke bij drage heeft geteekend. De meeste ver klaarden wet te willen bijdragen, doch er niet voor te willen teekenen, doch men voelt wel, dat het gemeentebestuur daar niets aan heeft. De heer Gulden kan zich met dit voorstel vereenigen. Spr. is vroe ger tegen de lijst geweest, hij heeft er nooit veel van verwacht en het is gebleken, dat zijn verwachting is uitgekomen. Spr. zou nu ook tegen het heffen jesener belasting zijn, als men die ging heffen van menschen die er over naar hun werk moeten. De heer Walraven vraagt of men door het heffen eener belasting voor het gebruik van het pad aan de Kille, niet in een scheeve verhouding komt tegenover andere gedeelten van de ge meente. Als er aan de Kille iets ge daan moet worden, dan moeten de be langhebbenden daarvoor betalen. Aan de Looze Stoep is al zooveel ten koste gelegd en daar wordt nooit over betalen gesproken. In Sleeuwijk is ook wel eens iets gedaan waar nooit over bijdragen van de ingezetenen werd gesproken. Waarom moet dit aan de Kille wel? De heer Verhagen merkt op, dat men in Sleeuwijk verschillende dingen zelf doet, men heeft er een lijkwagen aan geschaft ienz., door bijdragen van de ingezetenen. De heer Walraven meent, dat als er in de Werken iets moet gebeuren, hij ook wel kan zeggen, ik ben er te gen, of men moet er belasting voor heffen. De heer Gulden noemt de motivee ring van den heer Walraven niet juist. De Voorzitter merkt op, dat B. en W. teleurgesteld waren, dat er zoo slecht geteekend werd voor vrijwillige bijdra gen, vandaar dat zij met het voorstel accoord kinnen gaan, te meer waar de raad indertijd zijn besluit nam, om te probeeren vrijwillige bijdragen van de belanghebbenden te verkrijgen. De heer Walraven zou willen voor stellen, dat de raad zijn besluit terug nam hier profiteeren 140 gezinnen van de verbetering, waarom moeten die nu in de gemaakte kosten bijdragen en wanneer er in andere gedeelten van de gemeente iets gebeurt, behoeft dat niet. De heer v. 't Sant zegt, dat hij per soonlijk van meening is, dat een bil lijke heffing wei gewenscht is, als de menschen flink hadden geteekend, zou gebleken zijn, dat de bewoners werke lijk groot belang bij de verbetering hebben, nu dat niet zoo is, krijgt men een ander geval. Het betreft hier een speciaal belang voor de Kille, door de houding der bewoners is naar het oor deel van de commissie sterk naar vo ren gekomen, dat hier van geen alge meen belang sprake is, daarom acht zij een billijke heffing gewenscht. De heer Gulden drukt zijn verbazing uit over den revolutionairen geest der raadsleden. Met algemeene stemmen heeft de raad, behalve ondergeteekende die er tegen was, indertijd aangenomen, van belanghebbenden een bijdrage zien te krijgen. Nu door de praktijk blijkt, dat daar niets van terecht komt, ver andert de heer Walraven van houding, wijst op uitgaven aan de Looze Stoep, waarvoor nog nooit geen uitgaven van beteekenis zijn gedaan. Toen door ge bruikers van de aanlegplaats te Sleeu wijk op verbetering dezer aanlegplaats werd aangedrongen, toen stond de raad algemeen op het standpunt, dat de be langhebbenden moesten bijdragen, ja zelfs zij, die er water moesten halen. Spr. is voor een redelijke heffing. Gaat men de aanlegplaats aan de Kille, waar voor de gemeente nu kosten maakt, vrij geven, dan kan later, als men de aan legplaats te Sleeuwijk gaat verbeteren ook geen heffing worden ingevoerd. Alleen- zou spr. het onbillijk vinden, als men menschen zou laten betalen, die er noodzakelijk gebruik van moe ten maken om er over naar hun werk te gaan, overigens is een heffing billijk en noodzakelijk. 'De beter v. 't Sant kan de heer Gulden niet begrijpen, nu is hij wel voor hef fing en eerst niet. De heer v. d. Stelt kan het voorstel van de commissie en van B. en W. best begrijpen. Spr. acht een heffing billijk, het blijft hier een plaatselijk belang, ieder die gebruik moet maken van de aanlegplaats, behoort een kleine vergoeding te betalen, om de kosten van aanleg en onderhoud te bestrijden. Als slechts 50 ets. voor een aak wordt geheven kan niemand daartegen be zwaar maken. Moet hier te Sleeuwijk de aanlegplaats verbeterd worden, dan zijn daarmede groote uitgaven gemoeid en kan dat niet voor niets. Dat de landbouwers zich terug zouden trek ken, dat is niet waar, doch het wekt den indruk dat B. en W. bang zijn geld te heffen en daarom denken de landbou wers, wij krijgen het wel voor niets. De Voorzitter zegt, dat als zij, die van net pad gebruik maken, een vrij willige bijdrage hadden toegezegd, dan de zaak in orde was geweest en ook gebleken zou zijn, dat de bewoners be lang bij verbetering hebben, doch nu men niet heeft geteekend, willen B. en W. het op een andere manier heffen. De heer Gulden merkt op, dat te voorzien was, dat van vrijwillige bij dragen niets terecht zou komen. De heer v. 't Sant verwijt de heer Gulden, de menschen in dien zin bem vloea te hebben. De heer Gulden bestrijdt deze bewe ring, die volgens spr. te gek is om over te spreken. De Voorzitter zal het voorstel van de commissie, waarbij B. en W. wordt opgedragen een billijke heffing te ont werpen, in stemming brengen. De heer Walraven vraagt of de lijst hierdoor komt te vervallen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit de be doeling is. Hel voorstel der commissie wordt hierop met algemeene stemmen aan genomen. Voorstel der commissie om aan het gemeentehuis een brandvrije kluis te maken. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. het voorstel hebben besproken en nu voorstellen, de mogelijkheid en de kosten te bespreken met opzichter De Jong. Wordt goedgevonden. Voorstel van de commissie, om ter voorziening v. werkverschaffing, grond aan te koopen tegenover het gemeen tehuis, om daarop een ijsbaan aan te leggen en het voorste gedeelte rijp te maken voor bouwterrein. Verder een wandel- en fietspad aan te leggen van hier naar de school en Geref. Kerk om daardoor een betere verbinding te krijgen met dit gedeelte en het ker- keneind. De heer v. 't Sant licht dit voorstel toe en zegt, dat het plan breedvoerig in het rapport is neergelegd. De com missie was van oordeel, dat ter bestrij ding van de werkeloosheid, waarvan deze gemeente zeer zeker ook haar deel zal krijgen, iets gedaan moet worden. Waar de gemeente geen arbeidsobject heeft, heeft de commissie het oog la ten vallen op het terrein voor het ge meentehuis. Voor de ijsclub kan dan het achterste gedeelte worden uitgegra ven, om het voorste gedeelte op te hoogen. Ten eerste kan men de werke- ïoozen te werk stellen, ten 2de wordt de ijsclub geholpen, ten derde krijgt men voor het gemeentehuis een ver fraaiing en bouwterrein. De heer Gulden wil als bestuurslid der ijsclub het toejuichen, dat de com missie de ijsclub wil helpen, of het terrein voor een ijsbaan wel geschikt is, meent spr. te moeten betwijfelen, het land is erg kwellig, zooals hem vroeger bij teen persoonlijk onderzoek is gebleken. Blijft het kwellen, dan krijgt men een slechte ijsbaan, voor men dus tot aanleg overgaat, mag men de zaak eerst nog wel eens ter dege bekijken, daarbij vreest spr. dat de waarde van het voorste gedeelte ver mindert. Het idee op zichzelf vindt hij overigens heel aardig. De heer v. 't Sant meent, dat het voorste gedeelte beter zal worden, de bedoeling van de commissie is, om het geschikt te maken voor bouwter rein. De Voorzitter zegt, dat het voorstel van B. en W. luidt, om de commissie van onderzoek adhoc, aangevuld met den heer Gulden, te benoemen, om een en ander te onderzoeken. De heer v. 't Sant merkt op, dat het ook de meening van de commissie is, dat als uitvoering van het plan op bezwaren mocht stuiten, het dan ook niet door gaat. De heeren verklaren zich allen be reid zitting in de commissie te wjllen nemen. Verder komt in behandeling het voor stel der commissie, voor het aanleggen van een wandel- en fietspad, van den straatweg naar school en de kerken, om een veiliger weg te hebben voor de schoolkinderen. De heer v. 't Sant zegt, dat het de commissie gewenscht voorkwam, om een betere en snellere verbinding te maken voor de schoolgaande kinderen naar beide scholen en voor de kerk gangers. Over den dijk is het altijd ontzettend koud en de straatweg met zijn druk autoverkeer, levert gevaar voor de kinderen op. De heer Walraven heeft niets in het rapport gezien over de breedte van den aan te leggen weg. De Voorzitter zegt, dat B. en W. zich hebben voorgesteld, een weg van 3 meter breedte te maken, bovendien moet direct een rooilijn worden vast gesteld, zoodanig, dat als er aan den nieuwen weg gebouwd wordt, voldoen de ruimte overblijft om den weg te verbreeden. De heer Walraven zou er maar niet te lang over discussieeren en de uit werking van het plan willen toever-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1930 | | pagina 6