Tweede Blad
Ho. 5106 Woensdag 18 Haart
PAMRUBRIEK.
m
H
Hf
p
u
in
m
g
11
1!
jjfifë
J
fü
jg
fH
iü
8
a
m
Laiiübouwrubriek.
Ingezonden.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
8
up
ÜP
BEHOORENDE BIJ HET
Redakteur
K. J. L. BÉNEEER,
Kerkstraat 105 WOUDR1CHEM.
Men word verzocht alle korrespondentie,
deze rubriek betreffende, aan bovenstaand
adres te richten.
Bovenstaand eindspel van A. Jacobs
werd gepubliceerd in „De Telegraaf"
De winstgang is: 13 9, 3034,
94, 34-39 a), 14—10, 15—20, (ge
dwongen, want op 3943 volgt 427
(en op 39—44 4—22)»10—5, 20—25
(wederom gedwongen, wegens de dreiging
5 14) 4-15 en wint, want er dreigt
1520, terwjjl op 2530, 1524 volgt.
a) 15—20,14X25,34-39,4—22,
3943, 2218 en Zwart kan niet dam
halen op 48 wegens 1834 en op 49
wegens 1827.
Stand in cijfers
Zwart, 7, 18, 19, 20"en 27.
Wit, 28, 30, 38, 39 en 48.
In deze mooie combinatie van Weiss,
wint Wit door 38 - 32, 3933, 3024
en 28—2311
Stand in cijfers
Zwart, 22 en 32.
Wit, 8, 26 en 29.
Eveneens van dhr. A. Jacobs, gepubl.
in „De Rotterdammer".
Wit wint als volgt, 82, 3237 a),
2—161 22—28 (gedw.), 16-32, 37—42,
32X^0 (gedw.,) want op 42—48 speelt
Wit 10—37 en op 42—47, 10—15.
a) 32—38, 2—16, 38—42,^16—27
(gedwongen).
Onderstaande partij werd gespeeld
in den wedstrijd om het persoonlijk
damkampioenschap van Nederland
tusschen A. de Graag met wit en
W. C. J, Polman met zwart,
32-28, 18—23. 2- 34—29, 23x34-
3. 40X29, 12—18. 4. 44—40, 7—12.
5- 37—32, 19—23- 6. 28X19, 14x34-
7. 40X29, 10-14. 8. 41—37, I4—I9-
9. 50—44» 19—24- 10. 32-28, 1— 7.
H.37—32,17—22. 12.28X17,12X21.
13.32—28.
Met 45—40 had wit een aardijgte
Lokzet Igiespeeld. Zwart mag niet 21
26 spelen, want hierop zou volgjen 33
-28, 35-30, 30-24, 38-33, 43X1.
7—12.
Speelt wit de zeer voor de hand
liggende zet 41—37 dan volgt er 13
191 en zwart dreigtt zoowel met 19—
231 als met 18—23, 17—22 en 21X41.
19.38—32,21—26. 20.41—37,17—21.
De schijfwinst door 9—14 wint wit
terug met 44—40 en goeden stand.
33.30X29,13x24. 34.45-40, 3-9.
35.40-34, 2-7. 36.48-42, 7-12.
37.42—38,17—21. 38.38-32,21-27.
39.32x21,26X17.
Op 16X27 zou wit heel goed kun
nen spelen 43—39 en vervolgens 37
—32 enz.
Zwart mocht niet 16 of 17—21
spelen, waarop gevolgd zou zijn 35—
30, 32—27, 33—28 en 29X7.
41.32—28, 8—12.
Wit dreigde met 28—23, 34—3°
enz.
Met 44 spelen wordt belet.
9-13-
47-44-39,13-19- 48.39-34-18-23.
49-38-32,12-18. 50-42-37,25-30.
Zwart offert een schijf om het spel
te forceeren.
Üeze zet geeft wit gelegenheid
voordeelig door te breken.
54.25-20,29X38. 55-32X43,24x15-
56.28—22,16—21. 57.22X24,21X32.
58.24-19,32-37. 59.43-38,26-31.
60.36X27,37—41. 61.32-33,41-47-
62.33—28,47—41. 63.28—23,15—20.
en vervolgens 20—24 met remise.
Door de losse witte stukken for
ceerde zwart de remise. Dit is ook
mogelijk al speelde wit inplaats van
58. 24—19, 58. 25—30. Het is voor
liefhebbers een nuttige oefening dit
na te gaan.
ontsmetting van bieten
zaad tegen bieten brand.
Bietenbrand, waaronder verstaan
wordt het zwart worden der jonge
plantjes aan den voet, waardoor deze
kunnen wegvallen, kan door meer dan
een schimmel veroorzaakt worden.
Een van deze, Phoma betae, die in
verreweg de meeste gevallen de oor
zaak is van het wegvallen, gaat met
het zaad over en kan door zaadont
smetting bestreden wordentegen de
in den grond overblijvende en van
daaruit de plantjes aantastende
schimmels helpt zaadontsmetting na
tuurlijk niet. Het kan dus wel voorko
men, dat, niettegenstaande ontsmet
zaad is uitgezaaid, de opkomst te wen-
schen overlaat, of, dat er toch nog
vele plantjes wegvallen.
Op grond echter van de, met het
uitzaaien van ontsmet zaad, verkregen
resultaten, raden wij aan, uitsluitend
op egn der hieronder genoemde wij
zen ontsmet suikerbieten- of mange L-
wortelzaad uit te zaaien.
De ontsmetting kan geschieden
door het bietenzaad 2 uur onder te
dompelen in een oplossing van Ger-
misan of van het iets minder werk
zame, maar toch nog goede resulta
ten gevende Uspulun universal ter
sterkte van V2 0/0 (1/? KG. ontsmet-
tingsstof op 100 L. water of 4 uur
in procentsoplossing (1/i KG. ont-
smettingsstof op 100 L. water). Per
KG. zaad heeft men ongeveer 3 a 4
L. van de oplossing noodig. Dezelfde
oplossing kan meerdere malen ach
tereen gebruikt worden, mits na elke
behandeling, zooveel nieuwe oplossing
wordt toegevoegd, als door het zaad
wordt weggenomen. Men kan aanne
men dat 1 K.G. zaad ongeveer 0.8
k 1 L. oplossing opneemt.
Het los storten van het zaad in
de vloeistof is, met het oog op de
bevochtiging, beter dan onderdompe
ling in een zak. Na de behandeling
wordt het zaad zoo dun mogelijk uit
gespreid, vaak omzetten bevordert een
snelle droging. Met het zaaien behoeft
niet gewacht te worden, tot het zaad
volkomen droog is. Uitzaaien van iets
vochtig, zaad bevordert zelfs de kie
ming en de opkomst. Bij het zaaien
met de machine dient (er rekening me
de gehouden te worden, dat het zaad
door vochtopname is uitgezet. De ont
smetting kan, bij gebruikmaking van
Germisan ook geschieden volgens de
machinale omschepmethodeHierbij
wordt het zaad ontsmet in de appa
raten, die gebruikt worden voor de
droogontsmetting. Een goede ont
smetting wordt verkregen, door per
20 KG. zaad, 4 L. van een 3 pro-
centige Germisan oplossing te gebrui
ken. De resultaten, die bij toepassing
van deze werkwijze worden verkregen^
zijn doorgaans iets minder, dan bij
onderdompeling van het zaad. Hier
tegenover staat echter, dat het zaad
spoedig na de ontsmetting zaaidroog
is, terwijl de duur van de behandeling
kort is. Het zaad wordt nl. 4 k j
minuten in den trommel rondge
draaid.
Bij toepassing van de machinale
omschepmethode is het ten zeerste
gewenscht gebruik te maken van ma
chines die zoodanig zijn ingericht dat
de vloeistof tijdens het draaien tot het
zaad toevloeit. Wordt de vloeistof in
een keer aan het zaad toegevoegd dan
gaat het samenkoeken. Als droogont-
smettingsmiddel voor de ontsmetting
van bietenzaad kan worden aanbe
volen U T 685 per KG. zaad wordt
8 gram van dit middel aangewend.
De ontsmetting moet, met het oog
op mogelijk inademen van ontsmet-
tingsstof en ook voor het verkrijgen
van een goede menging, geschieden
in de voor dit doel in den handel
zijnde droogontsmettings apparaten.
Met U T 685 behandeld bietenzaad
kan niet worden voorgeweekt, daar
de ontsmetting dan onvoldoende
wordt.
ONTSMETTING VAN VLASZAAD.
Het wegvallen van jonge vlasplant
jes tengevolge van Botrytis of van
Cclletotrichum Cloeosporium)
aantasting kan door ontsmetting van
het zaad met een der hier onder
genoemde droogontsmetters tot een
zeer gering percentage teruggebracht
worden.
Goed werkende middelen zijn in
alphabetische volgorde Abavit B, Ce-
resan Tillantin, Tillantin R. en Tutan.
Van deze middelen wordt per 100
KO. zaad 250 d 300 gram gebruikt.
Een eerste vereischte is, dat de ont-
smettingsstof goed over het zaad
verdeeld wordt. Dit geschiedt het best
in hiervoor in den handel gebrachte
droogontsmettingsapparaten
Omscheppen van net zaad met het
ontsmettingsmiddel is beslist te ont
raden. Niet alleen is de menging on
voldoende, maar de kans op verstui
ven en daardoor op inademen, waar
door vergiftiging kan optreden, is dan
zeer groot. Ook al werkt men met
een (gesloten apparaat dan toch is het
nog noodzakelijk de noodige voor
zorgsmaatregelen b.v. het houden van
een doek voor den mond, te nemen,
om inademen te voorkomen.
Om verstuiven tijdens het zaaien
zooveel mogelijk te verminderen, doet
men goed het zaad eenigen tijd van
te voren (plm. 14 dagen) te ont
smetten. De aandacht wordt er nog
op gevestigd, dat het aanbeveling ver
dient om van ontsmet zaad, mits de
kiemkraclrt goed is, iets minder uit te
zaaien, daar anders de stand te dicht
wordt, met als gevolg gemakkelijk
legeren en later weer aantasting door
Botrytis.
BESTRIJDING VAN LUIZEN IN
AARDAPPELBEWAAR
PLAATSEN.
Het is ons (gebleken, dat er bezitters
van pootaardappelbewaarplaatsen zijn,
die |gjeen acht geven op de spruiten
der aardappels voorkomende bladlui
zen, en deze niet 'bestrijden. Aange
zien deze bestrijding met het oog op
de mogelijkheid van overbrenging
van virusriekten door deze bladluizen,
noodzakelijk is, raden wij de bezitters
van aardappel bewaarplaatsen ten
sterkste aan, de aardappelspruiten zoo
spoedig mogelijk op de aanwezigheid
van luizen te onderzoeken, en zoo
noodig tot bestrijding over te gaan.
De bestrijding kan geschieden door
verbranding van daarvoor speciaal be
reide nicotine houdende praeparaten
zooals Autoshreds, Rookdood en an
deren. Een behandeling met blauw-
zuurdamp is eveneens afdoende. De
ze behandeling mag echter alleen toe
gepast worden door hiertoe bevoegde
personen.
Nadere inlichtingen worden gratis
verstrekt door den Plantenziekten
kundigen Dienst te Wageningen en
door de bij dien Dienst werkzame
ambtenaren.
(Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie.)
Weer is het den Elfden en evenals
den vorigen keer, zijn ook nu Wim
en Kees bij elkaar, om het een en
ander te bepraten. Na de gewone be
groeting ontwikkelt zich het volgen
de gesprek:
Wim. Het* is nou weer een volle
maand geleden, dat ik jou gezien heb,
en gelukkig merk ik dat gij er nog
flink uitziet; niets geen tegenslag gehad
Kees. Nee Wim behalve een beet
je griepig is er met mij niets Toch
neb ik weer niet stil gezeten jongen
want ik kan jou vertellen, dat ik een
mooie uitvinding heb gedaan.
Wim. Een uitvinding zegde, wat
heb ie uitgevonden misschien dat
een Werkelooze van de steun, die hier
gegeven wordt, nog geld over kan
leggen, of Radio kan koopen
Kees. Nee je Wim zooiets, is niet
uit te vinden, maar mijn uitvinding
zit wel vast aan de Radio. Wat ik
klaar gemaakt heb, is een zoogenaam
de „Telivisor".
Wim. Wat zegde nou wat is dat
eigenlijk voor een ding kan dat ook
praten
Kees. Neeje jongen praten kan de
door den zender maar als ik nou de
„Telivisor" vast maakt aan de zender,
dan lean je meteen zien, wie er spreekt
of wat er hier zooal in den omtrek
gebeurd. Muren, schuttings of zoo
iets, zijn hiervoor geen beletsel meer.
Wim. Dus dan is het zeker zoo'n
soort verrekijker ik zou zeggen la
ten wij het dmg eens probeeren.
Kees. Best Wim, dan zal ik de
zender in zetten. Onze uitzending be
gint dus, wees nou voorzichtig Jon
gen wat gij zegt, want iedereen hoort
ons. Ik zal ons nou even aankondi
gen.
Dames en Heenenü Doordat ik he
denavond mijn nieuwe uitvinding voor
U zal demonstreerenvervalt mijn
oorspronkelijk, aangekondigde rede
met het onderwerp: „De Jurispru
dentie" van een oude „Zeerob".
De Grammophoonplaat getiteld „Lie
ve schipper haal mij over" waarmede
onze vorige uitzending is besloten is
bij onze toehoorders zoodanig in den
smaak gevallen dat wij hedenavond
onze uitzending, op veler verzoek,
hiermede beginnen. Ten overvloede deel
ik u mede, dat deze plaat is opgeno
men door de N.V. „Watjekouw", ter
wijl het lied is gezongen door het
mannenkwartet „Ziezoo".
Wim. Daar doet de nou weer eens
goed aan Kees, want dat is een mooi
lied, oud en jong kunnen het zingen;
en het blijft nieuw. Ik zou nou ook
wel eens graag in dieje verrekijker
van jou willen zien.
Kees. Goed, kom maar hier dan, en
kijk daar maar in en vertel meteen
maar wat gij ziet. Ik draai.
Wim. Jongen jongen wat is dat
mooi; ik zie nu zuiver den buitenwiel;
die is prachtig, en vooral de kanten.
Nou zie ik warrempel de heele Voor-
steeg, jongen wat een prachtige geas
falteerde weg is dat geworden. Wacht
is, niet meer draaien, ik zie het Raad
huis; wat is het daar toch druk Kees,
er staan zooveel menschen, ik geloof
dat het allemaal arbeiders zijn, die ko
men zeker, om dat klaar gemaakte in
gezonden stus te teekenen. De deur
staat, zoo ik zie, open.
Kees. Ja Wim, die open deur is
voor de menschen die komen om een
uitlegging te hooren, van het verschil
tusschen Armenwet of Werkeloozen-
zorg.
Wim. Tk zier er ook nog enkele
jonge werkgevers bij, maar die hebben,
weet ik zeker, hun volk nog in 'twerk.
Ik denk dat die nog wat papier komen
brengen, waarvoor weer groo-
te zakken noodig zijn om het op
te bergen. Er staat ook nog iemand
op de stoep, die probeert zeker uit
te leggen, dat enkele ingezonden stuk
ken, ondanks de tegenspraak die er in
lag, toch waar zijn.
Kees. Ja Wim, die zaak zit eigen
lijk niet goed, want in het Nieuwsblad
van den Elfden Maart staat, dat na
den 7de Jan. 1931 de nieuwe rege
ling voor de werkloozen geldig was.
Op 11 Febr. 1931 schreef deze zelfde
persoon heel wat anders. En op 18
Febr. 1931, toen hij door een ander
arbeider hierop gewezen was, heeft hij
die nieuwe regeling schijnbaar voor het
eerst pas ingekeken. Beter was het nou
geweest, voor een echte Hollandsche
jongen tenminst, nu maar openlijk zijn
fout te bekennen.
Wim. Stil nou eens Kees, ze zijn
aan het uitbetalen geloof ik; maar dat
zijn toch geen werkloozen? Waar zou
dat voor kunnen zijn??
Kees. O dat kan wel zijn voor die
menschen, welke die ontzettende moei
te hebben, om Vrijdags de zoogenaam
de steun uit te betalen.
Wim. Het is te gek om los te loo-
pen, naastenliefde tegen presentiegeld.
Kees draai maar eens een beetje, want
ik krijg een gevoel of ik braken moet.
Hé, Kees nou zie ik de Kruisstraat,
daar hebben wij elkaar toen eens ont
moet. Nou zie ik de kerk, weer zoo'n
mooi eindje straat, wel wat hobbelig;
en nou zie ik in eens de oorzaak waar
om ze in onze gemeente niet meie kun
nen komen, de klok staat stil.
Kees. Nou Wim wij zijn het Dorp
zoowat rond geweest en dus zet ik
mijn „Telivisor" af.
Wim. Die) uitvinding van jou is
prachtig, kerel ik heb zoo genoten,
zoo'n ding moest eigenlijk iedereen heb
ben, dan zou er achter de schermen
niet zooveel gebeuren.
Kees. En hiermede Dames en Hee-
ren, is deze demonstratie voor van
avond afgeloopen, alvorens echter te
sluiten, zal ik u nu nog even laten
hooren, de grammophoonplaat getiteld:
„Kees laat je scheeren". Ik wensch u
nu alvast welterusten en tot den Elfden.
WILLEM POR.
CORNELIS KOMKOMMER.
Almkerk, 11-3-31.
o
Mijnheer de Redacteur.
Beleefd verzoek ik U mij voor hef
onderstaande eenige ruimte in Uw veel
gelezen blad te willen afstaan, waar
voor ik U bij voorbaat dank zeg.
Het komt in den laatsten tijd veel
vuldig voor, dat men mij vraagt, wan
neer het de beste tijd is om de groen
ten, welke gedurende dezen winter op
den tuin onzer vereeniging op West-
landsche methode gekweekt zijn, defz.g.
wintercultures, in oogenschouw te ne
men. Waar het me niet mogelijk is, al
le vragers bericht te zenden, daar
meen ik goed te doen, hun vragen op
deze wijze te beantwoorden.
Waar de groei der gewassen, wan
neer deze overigens volkomen oordeiel
kundig behandeld worden, vrijwel ge
heel afhankelijk is van de weersgesteld
heid, welker medewerking door den
aanhoudenden neerslag en gemis aan
zonnige dagen gedurende de herfst-win-
ter-periode nog al te wenschen heeft
overgelaten, daar is het moeilijk reeds
eenige weken te voren dien tijd daar
voor aan te geven.
Voor de tuinders, toekomstige tuin
ders en cursisten is de tijd daarvoor
eigenlijk altijd goed. Voor hen toch,
die uit een vakkundig oogpunt de groen
ten niet alleen bekijken, maar ook be-
studeeren, geldt meer de vraag wat
ze van de wijze van het teelen
en de daarmede in verband
staande behandelin.g der gewas
sen moeten weten.
Onze leden, die echter als belang
stellenden een en ander willen bezien,
geeft ik thans in overweging zulks
te doen op den 24en en 26en van deze
maand, des nam. van 25 uur.
G. KOOTSTRA,
Voorz. v. d. Proeftuinvereen.
te Gorinchem e. o.
Gorinchem, 12 Maart 1931.
64. „Als we haar niet dadelijk helpen, ver
ongelukt ze", schreeuwde Rob Onderwijl «tortte
het water in stroomen op het arme meisje neer.
Rob holde naar voren en greep Lallah's hand,
juist toen ze op het punt stond de iteen los te
laten.
65. Maar het meiaje was zwaar en de steen
glad en nog steeds stroomde het water met kracht
omlaag. Dit alles maakte het Rob onmogelijk,
z'n evenwicht te bewaren. Knarsetantend pro
beerde hy met z'n voet houvast te krijgen tegen
de rots, maar vergeefsch 1 „Vlug Daan", hijgde
hij, „ik gig 1»
66. Maar Daan had het gevaar, waarin Rob
en het meisje zich bevonden, al gezien. Op han
den en voeten klauterde hij over de steen en
greep Robs enkels, terwijl Rob z'n armen om
Lallah's schouders sloeg en haar zoo voor vallen
behoedde.
Nieuwsblad
14.31—26, 5—10. 15.26X17,11X22.
16.28x17,12x21. 17.39—34, 6—11.
18. 46—41,11—17.
21.32—28,18—22. 22.28xl7» 21X12.
23-44-39,12-17. 24.37-32,17-21.
25.42—37,13—18. 26.32—28,18—22.
27.28x17, 21X12. 28.49—44,12—17.
29-34-30, 9-13- 30.30X19, 13x24.
31-39-34, 4- 9- 32.34-30, 9-13-
40. 37—32, 12—18.
42. 43—38, 20—25. 43.29X20,15X24.
44.34-29,10-15. 45.29X20,15X24.
46.47-43.
51.34X25, 17-21. 52.37-31,21-26.
53- 31—27, 23—29.