Oil nummer bestaat oil 2 Manen AHijd ACCA SEMPRONIA Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 5140 Woensdag 15 Juli 1931. UND van alte^ Binnenhuid. een mooie en zachie huid FEUILLETON Dit blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. HET NEDERLANDSCBE PAVILJOEN TE PARIJS. De verzekering. Het Commissariaat van de Internationale Koloniale Tentoonstelling te Parijs, deelt mede dat de verzekeringsmaatschappijen der tentoonstelling besloten hebben aan het Nederlandsch Commissariaat-Generaal, voordat de deskundigen de schade, ten gevolge van den brand, die het Neder- landsche Paviljoen heeft vernield, hebben vastgesteld, een bedrag van drie millioen francs, op rekening van de schadevergoe ding voor het Nederlandsche Paviljoen ter beschikking te stellen. De beslissing der verzekeringsmaatschappijen wordt be schouwd als een nieuw bewijs van de sympathie van Frankrijk voor het besluit, dat het Nederlandsche comité den dag na den brand heeft genomen om opnieuw een Nederlandsche afdeeling in te richten. DE NEDERLANDSCHE JAARBEURS. Tengevolge van het groote aantal in schrijvingen voor deelneming aan de na- jaarsbenrs 1931 heeft de raad van beheer moeten besluiten aan deelnemers, wier stands gelegen zijn op een der verpiepingen van de jaarbeursgebouwen, geen grootere ruimte beschikbaar te stellen daD door hen op de vorige jaarbeurs was ingenomen. Uitbreiding van expositieruimte op de verdiepingen zal eerst kunnen plaats heb ben bij de voorjaarsbeurs 1934, zoodra het derde, in aanbouw zijnde jaarbeurs gebouw in gebruik zal worden genomen, o AANGETEEKENDEN BRIEF ONTVREEMD. Bij informatie bleek, dat de brief uit Breda, die dezen keer f 4850 aan bank papier bevatte, op den gewonen tijd was verzonden. Toen men zich om inlichtingen wendde tot het postkantoor te Dordrecht bleek, dat de kennisgeving voor dezen aangeteekenden brief reeds Vrijdagmorgen vroeg in de postbus was gedaan en dat de aangeteekenden brief om tien minuten over acht door een onbekende was afge haald. Van den man was natuurlijk geen spoor te ontdekken. De vreemde was naar het schijnt goed op de hoogte met den gang van zaken bij de N.V. Bakovenbouw, terwijl hij zeer waarschijnlijk de beschikking had Reeds eenigen tijd is een van de drie sleutels van deze postbus zoek. Een later bericht meldt, dat de dader van de verduistering is gearresteerd. Het is de 20-jarige F. H. te Dordrecht, kan toorbediende aan de Bakovenfabriek. Hij heeft een volledige bekentenis af- gelegd. Het geheele bedrag was verstopt in de fabriek, waar het in beslag kon worden genomen. ONDERSCHEIDING VOOR SJEF VAN DONGEN. De Koning van Italië heeft Sjef van Dongen, die zich zoo zeer onderscheiden heeft bij de poging tot redding van de Nobile-expeditie. benoemd tot Ridder in de orde van de Kroon van Italië, welke onderscheiding hem door den Italiaanschen consul te Rotterdam is overhandigd. FELLE BRAND TE GENDT. Een brand brak uit in de z.g.n. Wie- ringenhoek onder de gemeente Gendt bij Nijmegen. De storm, die er stond, blies de vlammen over de huizen in de buurt, bestaande uit ongeveer vijftien kleine boerenwoningen, bijna alle gedekt met riet. Vier woningen brandden geheel af. De brandweer rukte met een motorspuit uit en gaf spoedig water met 2 stralen. Door het snelle optreden slaagde zij erin de belendende perceelen te behouden. Na ongeveer twee uur was men den brand meester. De oorzaak van den brand is onbekend. De schade wordt door ver zekering gedekt. o KIND VERBRAND. De 1 jarige H Olzheim te Eindhoven trok in de ouderlijke woning een pot hsete koffie van de tafel. Het kind kreeg de vloeistof over het lichaam, waardoor het zoo hevige brandwonden bekwam, dat overjhet weldra aan de gevolgen overleed. Novelle naar 't Hoogduitsch ERNST ECKSTEIN. El EE3 GE3 EED 7.) Thans echter, nu de gek, de onbe schaamde indringer veranderd was in een berouwvol zondaar, gevoelde zij, dat die jongeling, met den beschroomd naar den grond geslagen blik de schoon ste man der stad met de zeven heu velen was. Hare verbeeldingskracht ver leende hem daarbij eigenschappen van geest en karakter, die hij nooit had be zeten. Zij twijfelde er niet aan, dat hij gedreven werd door een innige hart stocht en niet door den vluchtigen gloed van een gekscherend, alledaagsch rnensch. Reeds het ongeloofelijke waag stuk in dien nacht pleitte voor die meening. Nu echter, nu hij niet boos was, maar gedrongen door zijn schuldbesef, om vergiffenis smeekte, was het geheel en al bewezen. Sep- timius Caulex had geleden. Hij had den gloed zijner hartstocht moedig be streden en eerst na menige martelende stonde geheel bedwongen. Sinds Acca Sempronia dat begreep, gevoelde zij, in strijd met hare grond beginselen iets van medelijden. Het hielp niet, dat haar verstand zich ver zette; 't verdriet over de zelfbeheer- sching van den jongeling week en wan kelde niet. Waarachtige liefde ontvlamd te hebben en dan die liefde door het vrije besluit van den minnende weer te verliezen, dat was en bleef iets droe vigs, al mocht het zuiver filosofisch plichtsbesef ook met die verandering tevreden zijn. Voorloopig bekende zij dat verdriet niet, maar weldra be- heerschte het haar zoo, dat zij er uit zag als iemand die lijdt. Onophoudelijk hield hare fantasie zich bezig met de grootsche persoonlijkheid van den jongeling. Zij vergeleek Sep- timius Caulex met haren echtgenoot en die vergelijkingen waren veel meer ten nadeele van Titus Arruncus, dan overeenkomstig de waarheid het geval mocht zijn. De edele, mannelijke waar digheid van Titus Arruncus scheen haar toe koud en levenloos te zijn. De schalksche toon, waarmede Sep- timius haar vroeger naderde, kwam haar bij de herinnering daaraan nu buitengewoon geestig voor. Voor den staatsmans-ernst en de ijzeren plichts betrachting van haren echtgenoot had zij nooit bijzonder veel sympathie ge had; nu echter vond zij dien oud-Ro- meinschen geest stijf en uitgemergeld, terwijl de levenslust van den jonge ling haar het begrip van al 't bemin nelijke scheen. Hoe geheel anders zou haar leven geweest zijn, als de Goden haar een gemaal geschonken hadden, die als staatsburger en raadsheer wat meer fouten had, maar als rnensch le vendiger, frisscher geweest was. O, die Romeinsche huwelijken, waarbij 't hart niet gevraagd wordt, die niets anders zijn dan een rekenvoorbeeld, de ellen dige optelling van een en een. Septimius Caulexzou zoo'n echt genoot geweest zijnMeer en meer DOOR AUTO GEGREPEN. Zaterdagavond omstreeks 10 uur zijn G. B. uit Amsterdam en rnej. J. K. uit Bussum, die uit de Hinloopenlaan te Naarden kwamen fietsen en den Rijksweg wilden oversteken, door een auto, bestuurd door H. Otterdam uit Amsterdam, die volgens ooggetuigen met een snelheid van 100 K.M. reed, gegrepen. De heer O. had nog geremd en het stuur naar links omgegooid, doch door de groote snelheid kwam de wagen eerst na twintig meters tot stilstand. De heer B. kreeg een hersenschudding en werd naar Amsterdam vervoerd. Mej. K. had been- en rugwonden. Zij werd naar de ouderlijke woning vervoerd. Hun toestand is ernstig. De auto is in beslag genomen. Op 's Gravenweg onder de gemeente Capelle a. d. IJsel, is in den nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks half één de 34 jarige H. Hoogerwaard, wonende IJselmondschelaan te Capelle a. d. IJsel, vermoedelijk doordat hij met zijn rijwiel te veel naar links is uitgeweken, gegrepen door een passeerende auto, bestuurd door J. B.„ wonende Schiedamscheweg. Hoogerwaard werd tegen de straat geworpen en bekwam bij zijn val een schedelbreuk. Hij is in ernstigen toestand in het Ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen. o DRIE ZWEMMERS IN ZEE VERDRONKEN. De Noordzee heeft te Wassenaar drie slachtoflers geëischt. Zondagmorgen tegen half twaalf was de 23-jarige Leidsche student H. G. Werner aan het zwemmen, terwijl zich eveneens te water bevond zijn schoonzuster Gertrude Schmidt. Op zeker oogenblik dreigde laatstgenoemde door de zee te worden weggetrokken. Zij riep om hulp, waarop Werner onmiddellijk naar haar toeging. Het meisje werd door eenige andere zwemmers gegrepen en behouden op het strand gebracht. Werner werd echter meegetrokken en is verdronken. Ver schillende burgers hebben nog pogingen in het werk gesteld om hem te redden. Toen na geruimen tijd twee zwemmers Werner tenslotte vonden en hij met de hulp van een politieagent, die zich met een reddingslijn te water had begeven, aan land gebracht werd, bleken de levens geesten reeds geweken. Twee uur is men nog bezig geweest onder leiding van dokter Stoel uit Voorschoten, te trachten de levensgeesten weer op te wekken, doch dit mocht niet baten. In den namiddag tegen half vier werden de 29-jarige gehuwde J. Andries en de 19-jarige J. Remmers waal, beiden uit Wassenaar, die in zee waren gaan zwem men, vermist. Pogingen om hen te vinden mislukten, doch het duurde niet lang of beide lijken spoelden op het strand aan. Ook bij deze slachtoflers werd getracht de levens geesten op te wekken, hetgeen echter niet gelukte. Het verdrinken van de drie zwemmers, hetgeen op bijna dezelfde plaats aan het Wassenaarsche Slag geschiedde, veroor zaakte op het strand groote consternatie en de politie had Zondagmiddag, als ge volg van deze treurige gebeurtenis, de handen vol werk. o MEISIE BIJ ONGELUK DOOR HAAR BROERTJE DOODGESCHOTEN. Zaterdag heeft op de boerderij De Groote Padbroek" onder St. Agatha bij Cuyk een zeer tragisch ongeluk plaats gehad. Terwijl de kinderen in de kamer aan het spelen waren klom het 11 jarig zoontje bij een kast en haalde daar een uit elkaar genomen oud geweer af. Terwijl hij dit in elkaar zette, ging plotseling het wapen, dat geladen bleek, af en werd het tienjarig zusje, dat in de nabijheid stond te lezen, getroffen. Het kind stierf bijna onmiddelijk voor de oogen der doodelijke ontstelde moeder. Bovendien trof de kogel nog een drie jarig kind aan den arm. De kleine, die gelukkig niet ernstig werd gewond, is naar het gasthuis vervoerd. net van de electrische tram en veroor zaakte geruimen tijd tramstoring. Per_ soonlijke ongelukken kwamen niet voor TE WATER GEREDEN. Te Delft is een dame uit Rotterdam, leerares aan de H. B. S. aldaar, met haar auto ter hoogte van de schietbaan aan den Oostsingel in het provinciaal kanaal gereden, doordat de auto bij het uitwijken voor een bakfiets slipte. Een wielrijder werd door de auto geraakt en ging even eens te water. De dame wist een raam van de onder water zittende auto te openen en daardoor er uit te komen. De beide drenkelingen werden gered door twee heeren, die zich gekleed te water begaven. kwam Acca Sempronia tot de erken- 1 ning, dat alles, wat de kwaadwillende faam van dien jongeling gezegd had, een snoode leugen en laster was. Het was te begrijpen, dat zoo'n onverge lijkelijk rnensch overal vijanden had on der de mannen, die zich door hem verduisterd waanden, vijanden onder de vrouwen en meisjes, die naar hem smachtten, zonder verhoord te worden. Ook zij, Acca Sempronia, had onder den ban dier afschuwelijke inblazingen 'gestaan. Ja, als zij er goed over dacht, droeg zij misschien de schuld aan dien nachtelijken overval. In de meening, een' alledaagschen veroveraar van harten voor zich te hebben, was zij hem niet zoo ernstig en waardig te gemoet gegaan, als dat bij zoo'n hartstochtelijk, bewogen natuur gepast was.... Hij had haar verkeerdbegrepen... Langzamerhand kwam zij er toe, in Septimius Caulex het ideaal van een edel Romeinsch jongeling te zien en hem, niettegenstaande hare schijnbaar nog onwrikbare grondbeginselen, met warmte te vereeren. Dat zij werkelijk tot over de ooren op Septimius verliefd was, dat kwam eerst geheel aan het licht, toen op zekeren middag hare vriendin Aglaia, de dochter van den Lucitanischen rid der Acclus Pallantius bij haar op be zoek was. Acca Sempronia hield veel van dat bekoorlijk, zestien-jarig meis je; de omgang met haar was juist nu, in die onrustige stonden, een behoefte voor het hart. Nu gebeurde het, dat het gesprek op Septimius kwam, of schoon Acca dat gewoonlijk angstig vermeed. Daar de naam nu eenmaal genoemd was, volgde Acca Sempronia VERKEERSONGEVAL. Zaterdagmorgen was een motorrijder uit Gronau op weg naar de T.T.-races te Assen met een passagier in den zijspan. Op den Meppelei straatweg sloeg een landbouwer met een hooiwagen plotse ling een zijweg in. De motorrijder raakte met zijn stuur het paard en vloog tegen een boom. De passagier bleef eenigen tijd bewusteloos liggen, maar kon toen zijn reis vervolgen. De motor rijder moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. Motor en zijspan waren geheel vernield. Tegen den landbouwer is proces-verbaal opgemaakt. ZWAAR WEER BOVEN VLISSINGEN Zondagavond omst-eeks 9 uur ontlastte zich boven Vlissingen een hevig onweer, gepaard met zware slagregens en krachti ge windstooten. Het Engelsche s.s. „Jut land", dat in de buitenhaven aan de boeien lag om te bunkeren, sloeg van zijn trossen en gaf noodseinen. De sleepbooten „Blankenburg" en „Frankrijk" waren spoedig ter plaatse en slaagden er in het schip weer vast te maken. Er is geen schade. Verder sloeg toen de bliksem in het den drang harer stemming en beweer de dweepend, dat Septimius Caulex voor alle Romeinsche edellieden de man was, een meisje gelukkig te maken. Aglaia, die van het dolle verleden van Septimius niets vermoedde, en hem slechts twee- of driemaal had ontmoet blikte blozend naar den grond en knik te, als waren die woorden haar uit de ziel gesproken. Bij den aanblik van haar gloeien ont waakte in Acca Sempronia de woedend- ste jaloezie. Nu wist zij wat haar al die dagen zwaar op de ziel had gele gen. Nu brak het los en doortrilde haar half met zalig genot, half met verte rende bitterheid. „Waar zag je hem?" vroeg zij be vend. „In het huis van Petronia.... En dan in den schouwburg, toen Kappedox met Philemon de roof van Proserpina speel den." „Meisje, je hebt hem lief zeide Acca Sempronia glimlachend. „Ontkent niet, je gloeiende oogen straffen je leugen. Waarom zou je ook niet? Je hebt toch den juisten leeftijd, en je vader is rijk, rijk als een Cresus. Dat weegt tienmaal op tegen het purper." „Wat spreek je toch Acca Septimius denkt niet aan mij. En ik zelf ik verzeker je.... „Wind je nu niet verder op. Ik ver raad je niet. 'tls immers natuurlijk kind. En je past bij elkaar. Hij, de trotsche, konklijke man. Jij, de vrou welijke bevalligheid, de jeugd, de frisch- heid, de bekoorlijkheid in persoon. Jij zult gelukkig zijn, bovenmate geluk kig.... Aglaia wist niet, of Acca Sempronia, AUTOBUS IN EEN SLOOT. Een autobus van den dienst Ogier uit Rilland is op den Bergen-op-Zoomschen weg tusschen Schore en Biezelingen bij het uitwijken voor een anderen auto im de naast den weg gelegen sloot gereden. De bus werd beschadigd. De 22 inzit tenden kwamen echter met den schrik vrij. De weg ter plaatse is zeer smal en de bermen zijn niet-betrouwbaar. Hierdoor is het ongeluk veroorzaakt. —O— R DE GEVOLGEN VAN EEN VERZUIM Te Rijnzaterswoude zijn tot lid van den Gemeenteraad benoemd de heeren E. Geertsema, J. van Ieperen en R. Kroon, allen van de lijst der Protestantsche party, omdat de gekozen leden van deze lijst, ete heeren J. A. de Bruin, C. van Tol en P. Jansen hadden verzuimd hun geloofs brieven binnen den door artikel 48 dear Gemeentewet bepaalden termijn in te- zenden, waardoor zij geacht werden hun benoeming tot lid van den Gemeenteraad niet te hebben aanvaard. Naar wij ver nemen, was het echter geenszins de be doeling van de drie laatstgenoemde heeren. om voor het Raadslidmaatschap te bedan ken, maar is het geheele geval te wijten aan een verzuim om tijdig de noodige formaliteiten te vervullen. VROUWELIJKE AMBTENAAR VAN DEN BURGERLIJKEN STAND. De gemeenteraad van Rotterdam be noemde tot onbezoldigd ambtenaar van den Burgerlijken Stand mej. Suze Groe- neweg, lid van de Tweede Kamer en van den Gemeenteraad. De benoeming van vrouwelijke ambte naren van den Burgerlijken Stand is, door wijziging van de Gemeentewet, eerst sinds korten tijd mogelijk. Voor zoover aan het „Hbld." bekend, is dit de eerste benoeming van een vrou welijk ambtenaar van den Burgerlijken Stand. in vollen ernst sprak. Niettegenstaande den deelnemenden toon, klonk haar stem vreemd, bijna spottend. En daar Aglaia werkelijk een weinig verliefd was op den fraai gebouwden jongeling barstte zij onder den indruk van die gevoelens in tranen uit. Acca Sempronia troostte haar met hartstochtelijke teederheid. Zij schaamt* de zich thans maar 't pijnlijk, droeve gevoel week niet meer van haar. Toeö zij de schoone Aglaia naar de deur begeleidde, kromp haar hart folterend ineen. Die Aglaia ging nu naar *t ges lukvoorspellende Rome, waar al ha* re droomen konden verwezenlijkt wor* den. Zij. zelf was echter gebonden, mét onverbreekbare boeien bezwaard, een arme, verlaten vrouw, zonder hoop en levensdoel. Geknakt en vermoeid begaf zij zicÖ naar haar met fraaie tapijten getooid vertrek. Daar wierp zij zich zuchtend op het rustbed neer. Lang, lang bleef zij daar in troostelooze overdenking^ tot de kamerslavin Eurydice binnen* ttrad en met de pit van hare leemen handlamp de vijfarmige bronzen krooa aanstak. Acca liet haar begaan, stond toeö zwijgend op en ging als gedachteloos naar buiten. Het licht hinderde haar; daar in de flauw verlichte zuilengan* gen doolde zij rond als een opgejaagd spook en luisterde naar den nachtwind* die aan de overzijde van den muiic door de toppen der oude bcomen ruiscte te. Zij was dood ongelukkig. (Wordt vervolgd). voor tiet Land nn Heusflen en Altena,de Langstraat en de Bfimmelerwaarit Eiken Vrijdagmorgen ontvangt de N.V, Bakoven bouw v.h. H. P. den Boer te Dordrecht van een bankier te Breda een geldzending per aangeteekenden brief. Vrijdagmorgen was de brief niet ontvangen. een sleutel van de postbus op het post kantoor. 'Ik heb ondervonden dat het| 'goed is om een of twee maal^ rper week des avonds het ge-i 'laat een paar minuten metj 'Purol te masseeren, waarna ik de gewoonte heb de nietj 'in de huid gedrongen Purol, 'met een 2acht doekje af tej 1 vegen. Deze eenvoudige be-j 'handeling geeft op den duur, 'aan de huid een bijzonder, 'zachte en mooie teint. VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 1