Tweede Blad No. 5150 Woensdag 19 Augustus voor het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Land- en Tuinbouw wereld Pluimveeteelt. Parijsche flodebrieven. OUDE GULDENS. BEHOORENDE BIJ HET EEN LASTIG ONKRUID. Zoo mogen we zeker het kweekgras wel noemen. Een ieder is er van over tuigd, dat het behoort tot de lastigste van het geheele gezelschap plantaardige boosdoeners, dat land- en tuinbouwer vruchten des velds betwist. Geen won der, dat men alle pogingen in het werk heeft gesteld om middelen te vinden, waardoor men met weinig moeite van dit lastige goedje zou kunnen afkomen. Men heeft paardemiddelen gebruikt, maar het resultaat was nul Proeven zijn onlangs genomen met kaliumchloraat, natiumchloraat. Deze stoffen Waren niet voldoende, hoewel een belangrijke percentage kweekplan- ten gedood werd. Een hoeveelheid van 25 L. afgewerkte motor-olie per roe had alleen tijdelijk resultaat. Nog ster kere oplossingen van zwavelzuur, sal peterzuur, azijnzuur of ammoniak had den weinig resultaat. En in al deze gevallen leden de gekweekte planten meer schade dan het onkruid. Voorloo- pig zitten we dus nog vast aan de gewone bestrijdingswijzen: „Wiedenen uitvorken 1" R1JENBEMESTING. De kwestie is heelemaal niet nieuw, of men bemesten moet door mest over het geheele veld te strooien of wel alleen op de plaats waar de planten groeien. Men heeft dikwijls gunstige resultaten gezien van een bemesting op de rij der zaaimachine, ja, men heeft zelfs machines gebouwd, waarbij het zaaien plaats vindt tegelijk met het bemesten der zaairij. Bij een proef in den Amerikaanschen Staat Kansas ge nomen vond men onlangs voor onbe- mest 18 H.L. tarwe per H.A.; gewoon bemest 25 H.L. en op de rij bemest 30 H.L. per H.A. In beide gevallen werd dezelfde hoe veelheid kunstmest per H.A. gebruikt. Het is echter de vraag of deze resul taten ook verkregen zullen worden op grond die in vruchtbaren toestand ver keert. Op armeren grond is er wel een gunstig resultaat te verwachten. Iets om aan te denken tegen a.s. zaai tijd WORTELS VAN VERSCHILLENDE ONDERSTAMMEN. Onze lezers weten wellicht, dat een der meest bekende en best ingerichte proefstations en proefaanplantingen voor fruitcultuur zich bevindt te East- Malling in Engeland. Men heeft daar reeds vele jaren studie gemaakt van den onderstam op de ontwikkeling der vruchtboomen en prof. Sprenger teWa- geningen heeft meermalen de aandacht daarop gevestigd. De verschillende ver zwakkende onderlagen zijn daar voor het eerst goed bestudeerd, al moeten we er aan toevoegen, dat in later tijd men te Wageningen ook al niet heeft stilgezeten. Men rooide er onlangs zes Prins Albert appels die groeiden op de doncin Malling No. 1 en op de zwakke Malling No. 9 om het verschil in wortelontwikkeling te kunnen zien. Geen der boomen had penwortels, maar het wortelstuk van No. 1 was driemaal zoo krachtig als van de No. 9. Wel merkwaardig was het, dat de wor tels van de krachtige planten, hoewel veel verder reikende, minder diep m den grond drongen. Een andere merkwaardigheid was, dat bij alle boomen, zoowel de zwakke als de krachtige, het gewicht der voortge brachte vruchten der ongeveer tien jaar oude boomen grooter was dan het to taal gewicht der stam, takken en wor tels. EEN WENK VOOR HET INMAKEN VAN UITJES. Het schoonmaken der zilveruitjes is altijd een werkje dat men het liefst een ander ziet doen. Het verwijderen van het buitenste vlies je der kleine witte uitjes houdt ontzaggelijk op. Er is echter een gemakkelijk middelte, dat aanbeveling verdient. Men werpt de uitjes n.l. met kleine beetjes, telkens zooveel als men in korten tijd kan afwerken in kokend water en laat ze daar 2 a 3 minuten in. De buitenste vliesjes laten nu dadelijk los. OVER HANENEIEREN: Hoe dikwijls wordt niet spottend het woord „haneneieren" gebruikt? En wanner men in allen ernst beweert, dat het toch werkelijk wel eens voor- i komt, dat een haan eieren legt, wordt j men met een glimlach aangehoord en tien tegen één of men vraagt den ver teller of dat ook op andere tijden dan met Paschen gebeurt. En toch gebeurt het werkelijk wel eens. Onze kippen veranderen soms wel eens in hanen en hanen in kippen, al kunnen we gelukkig niet zeggen, dat he.t een dagelijksch verschijnsel is. Maar zeker is het, dat de geslachtsklieren van dit pluimvee gemakkelijker dan bij de meeste andere huisdieren van aard kunnen veranderen. En dan verandert tevens het gevederte en het geheele uiterlijk van het dier. Een zeer raar exemplaar is onlangs in Engeland waar genomen. Een kip van het lichte Sus sex ras, die reeds eieren legde, veran derde in een volledige haan. Het dier had zeker ook van vrouwenbeweging gehoord en ander dan haar mensche- lijke geslachtsgenooten bleef het niet stilstaan bij het aannemen van manne lijke gewoonten, maar kreeg een lange staart, groote kam en zelfs sporen, en hield natuurlijk op met leggen. Evenwel, zooals ook wel bij vrouwe lijke menschen gebeurt, die voor man willen spelen, het kreeg diep berouw over deze ontaarding en keerde terug naar de normale bezigheid van eie ren leggen, uitbroeden en kuikens groot brengen. Inderdaad, een verstandig beestMaar de mannelijke vermom ming raakte het niet meer kwijt. En zoo was er weer een haan, die eieren legt erbij gekomen. RESULTATEN VAN KRUISINGEN: Het proefstation van Kansas in N. Amerika, heeft zich geruimen tijd be zig gehouden met proefnemingen be treffende het kruisen van verschillen de rassen, voornamelijk om na te gaan of de kruisingsproducten forscher wer den en vlugger zouden groeien. Bij eene enkele kruising van Witte Leg horn met Groote zwarte Yerseys, wa ren de kruisingen in ieder opzicht for scher dan de beide ouders. Bij kruising van Witte Leghorn met Rhode Island waren de nakomelingen aanvankelijk forscher, maar ze vertoon den later meer aanleg tot broedscheid. Bovendien werden ze na eenigen tijd in ontwikkeling ingehaald door de zui vere Rhode Island, die ze zelfs gin gen overtreffen. Hoewel bij de volgende proef niet van kruising kan worden gesproken, omdat het ging om paring van twee verschillende stammen van Witte Leghorn, één van de Westkust en één uit Kansas, was het toch inte ressant de resultaten te zien. De af stammelingen van de Westkusthaan, le verden betere broedeieren en hoogere productie. Dit bevestigt de ervaring van practische fokkers, dat het voor bloed- verversching nuttig kan zijn een haan van een andere stam aan te schaffen. INVLOED VAN DE VOEDING OP DE KWALITEIT VAN BROEDEIE REN. Een toom van 100 Witte Leghorns ontving als eenige bron van vitamine A gele maïs. De dieren legden van 1 Nov. tot 1 Aug. gemiddeld 90 eieren. Van de gelegde eieren waren 81 pCt. bevrucht en 73 pCt. leverden een kui ken. Een andere toom kreeg bovendien Luzernemeel en legde gemiddeld 98 eieren. Van deze kippen stierven er 16, van de eieren waren er echter 88 pCt. bevrucht en leverden 83 pCt. een kuiken. Toen men bij een derde toom de hoeveelheid Luzernemeel verdubbel de steeg het aantal kuikens tot 83pCt. Uit deze proeven blijkt wel duidelijk de groote beteekenis van goed graan- voeder voor de productie van goede broedeieren. Luzernemeel is gemalen jonge Luzerneklavers, die kunstmatig gedroogd is. Voor kippen, die broed eieren moeten leveren, is alzoo niets zoo goedkoop als uitloop op een wei de, die rijk is aan klaver. VOOR DE HUISVROUW GLIMVLEKKEN. Glimvlekken op heerenpakken, ontstaan door slijtage, wrijft men weg met een mengsel van 1 d.L. water, 20 Gram zout en 10 Gram amonia. CHOCOLADE. VLEKKEN. Chocolade-vlekken verdwijnen door ze te wrijven met spiritus, eau de cologne, brandewijn of jenever en het vet van de melk door een beetje benzine. De suiker lost dan vanzelf in een van deze vloei stoffen op. STRIJKEN. Bij een eetlepel styfsel (rauwe) neemt men een halve lepel borax, welke op een x/4 L. heet water wordt opgelost. Een eetlepel stijfsel wordt met twee lepels koud water aangemaakt en de halve lepel borax, die opgelost, moet afkoelen, wordt lauw op de aangemaakte stijfsel gegoten en er goed doorheen geroerd. Als nu het strijkgoed, droog gesteven en goed ingewreven, in een doek gewikkeld wordt, moet het spoedig gestreken worden. Bij het strijken moet men het goed eerst op den verkeerden kant halt droog strijken. Hierna wordt het goed nogmaals met een vochtig sponsje vochtig gemaak, waardoor reeds een groote fijnheid wordt verkregen, om hetgeen tevens ten doel heeft, de kanten van het goed des te schooner te maken. Na behoorlijke afkoeling van het ge- strekene gaat men tot het glanzen over. De gestreken kraag of manchet wordt met een vochtig sponsje niet te nat be streken. Dan wordt er met een goed heet strijkijzer overheen gestreken. Eerste vereischten bij strijken zijn schoone ijzers en men heeft een glansbord en een goed glansijzer noodig. PASTELKLEUREN ZIJN THANS ZEER GELIEFD. Wat op vacantie-uitstapjes wordt gedragen. Op het oogenblik geeft Mode den voorkeur aan pastelkleuren, aan teere, lichte tinten zooals roze, lichtgroen, chartreuse, vergeetmijniet blauw, geel, lila, champagne. Hoewel we ook heel veel rood zien, oranje en het diepe blauw van de korenbloem. En verder legt de modevorstin 'n groote voorliefde aan den dag voor wit, zoowel enkel als in verbinding met andere kleu ren, zooals rood of blauw, bruin, zwart. De combinatie van zwart en wit, hoe lang deze ook alreeds in de mode is, en hoe veelvuldig gebruikt, blijft zijn vogue behouden. Er is werkelijk geen bijeenkomst van elegante vrouwen, zij het in een casinozaal, zij het in een restau rant, bij bridge-of coctailparties, of men ziet nog altijd japonnen dragen in zwart met wit ofwel in wit met zwart uitgevoerd. Effen zwarte toiletjes staan eigenlijk weinig zomersch maar toch worden ze vrij veel genomen, van mousseline, van tule, kant of Engelsch borduursel. En deze laatste stof dan niet op een gekleurden ondergrond, zooals men allicht zou denken, maar op een fond van zwarte organdi of georgette. Op zoo'n zwarte japon draagt men dikwijls een 1 wit manteltje, terwijl men op een wit toilet dikwijls een zwarten mantel kiest. Roze en lichtblauw tezamen staan misschien niet zoo gedistingeerd, maar veel jeugdiger en voor een jong meisje is een toiletje van roze toile de soie, met blauwe biesjes afgezet, allerliefst. Ook blauw met roze afgemaakt en beige met groen doen goed. Over 'tal- gemeen wordt veel mousseline gedragen, zoowel van zijde, als van katoen. Mousseline de soie is dikwijls zoo mooi dat ze nauwelijks te onderscheiden is van zuivere zijde. Ze is bedrukt met bladeren, bloemen, nopjes in diverse grootten, vierkantjes, exotische motieven enz. Chintz oftewel gewast katoen, met fantasie-bloemen bedrukt, werd vroeger alleen gebruikt ter vervaardiging van kussens, gordijnen, e.d. Op het oogen blik maakt men er tuin- en buitenjapon netjes van. Het staat friseh en aardig. Een ander stofje dat heel leuke effec ten geeft is zijden pique. We beelden er hier een costuumpje van af, in wit met smalle plisseetjes versierd en met een kleurige sjaal om den hals. Japon nen van zijden piqué worden meestal zeer eenvoudig gemaakt, recht van lijn, met platte plooien, korte mouwtjes, een geborduurd monogram of een zakje, rechts op de borst, kristallen knoopen en een lakceintuur. Ja, die lakceintuurs zijn op het oogenblik een rage. Zeer breed en glanzend zwart, worden ze zelfs op avondjaponnen gedragen. Bij een smal, tenger figuurtje staan ze dikwijls heel elegant en, voorloopig nog, ongemeen. Tot het groote publiek zich deze nieuwig heid heeft toegeëindigd Soms zijn deze ceintuurs met een gesp gesloten, soms met een groote strik -fan lakleer. Andere zijn van voren in twee punten gesneden welke tegen de blouse opstaan. Behalve zwarte, zien we ook roode ceintuurs en andere kleuren, die een contact dienen te vormen met de japon waarop men ze draagt. Boxcalf en hertenleer dienen eveneens ter vervaardiging dezer gor dels. Ceintuurs van iaponstof worden met dicht aaneengesloten rijen stiksels bewerkt, waardoor een heel decoratieve garneering ontstaat. Het week-end dat oorspronkelijk alleen in Engeland bekend was heeft langza merhand bijna alle landen van het con tinent veroverd. Ook hier genieten ve len van deze wekelijksche vacantiedagen, waarvoor men den Engelschen naam behouden heeft. Daar men het woord echter in het Fransch uitspreekt heeft men dikwijls de grootste moeite het te herkennen en begrijpt niet waarover de menschen 't hebben. Sommigen beginnen hun week-end reeds op Vrijdag en komen eerst Maandagavond terug, waardoor de werktijd tot op de helft gereduceerd wordt. Voor deze dagen, evenals voor de reis, zijn costuumpjes van dunne wollen stof of tricot het meest practisch. Ze zijn warm, poreus en kreukelen niet spoedig. De casaque of blouse kan open en gesloten gedragen worden en is afgewerkt met lichten kraag en man chetten waardoor het geheel er toch licht en zomersch uitziet. WILHELMINE. Onze lezeressen, die uitvoerig wen- schen ingelicht te worden over de laat ste mode, zoowel voor dames als kin deren, raden wij dringend aan een abon nement te nemen op „Het Nieuwe Mo deblad". Dit uiterst practische Nederland- sche modetijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor hand werken in alle genres, is bij de uit gevers dezer courant tegen sterk ge- reduceerden prijs verkrijgbaar. De abonnementsprijs van Het Nieuwe Modeblad 2 maal per maand verschij nende in 16 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatronenbladen, bedraagt slechts f0.95 per kwartaal, franco per post f 1.25. Met verwijzing naar de officieele be kendmaking dienaangaande wordt in her innering gebracht, dat tot en met 31 Augustus a.s. de gelegenheid openstaat tot inwisseling van de buiten omloop ge stelde guldens. De guldens dragen een vroeger jaartal dan 4920. De inwisseling kan geschieden bij alle postkantoren, bij postkantoren, hulppostkantoren en post stations. VERDRONKEN. Een driejarig zoontje van den heer C. Peerdeman te Enkhuizen geraakte bij het spelen in de Oosterhaven en werd even later levenloos opgehaald. g|128. Ze waren direct naar het binnenland ver voerd, en het inlandsche meisje hadden ze niet gezien. „Ik denk," zij Lorma, „dat ze heelemaal niet weet, dat we hier zijn, en dat haar vader ons aan een naburige stam heeft overgegeven." Plot seling greep Rob zijn zuster bij den arm en be duidde haar te zwijgen. De vervolgers waren dicht in de buurt. 129. Toen het gevaar tijdelijk geweken was, renden ze weer verder. Door dicht struikgewas ging de vlucht en voorbij een ruischende waterval, over glibberige rotsachtige steenen. F 130. Maar eensklaps stonden ze verstomd stil. Voor hen op rezen reusachtige beelden en monu menten, dicht bedekt met wingerdranken, of half begraven onder boomstammen. Stil en ongerept stonden ze daar midden in het oerwoud, onver woestbare overblijfselen van een geslacht, dat heel, heel lang geleden hier geleefd had. Jtfieowsblail Bs—■ew^—ssaiB3^an»aw «.i.m—a«a—Bant

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5